Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013–2014 27 406 Nota «De kenniseconomie in zicht» Nr. 210 MOTIE VAN HET LID PECHTOLD C.S. Voorgesteld 24 juni 2014 De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat het WRR-rapport «Naar een lerende economie» pleit voor het ontwikkelen van een strategie gericht op het verdienvermogen van Nederland, waarin beleid voor economie, innovatie, onderwijs en arbeidsmarkt moet samenkomen; overwegende dat er op korte termijn behoefte is om innovatie te stimuleren ter versterking van de Nederlandse verdiencapaciteit; overwegende dat meevallers uit de gasbaten, die nu worden gebruikt voor begrotingsuitgaven, eindig zijn, en daardoor geïnvesteerd moeten worden in toekomstig verdienvermogen; overwegende dat er behoefte is aan extra financieringsmogelijkheden voor mkb-ondernemers die een vernieuwend product op de markt willen brengen; verzoekt de regering om een samenhangende toekomststrategie te ontwikkelen op basis van het WRR-rapport «Naar een lerende economie»; verzoekt de regering tevens om, uiterlijk op Prinsjesdag 2014 een voorstel te doen voor een Toekomstfonds, gericht op duurzame economische groei, mede gevoed door een deel van de gasbaten, dat zonder aantasting van de hoofdsom afkomstig uit gasbaten wordt ingezet voor de financiering van innovatieve mkb-ondernemingen en waarvan het rendement bestemd wordt voor (fundamenteel) onderzoek, en gaat over tot de orde van de dag. Pechtold Zijlstra Samsom Slob Van der Staaij kst-27406-210 ISSN 0921 - 7371 ’s-Gravenhage 2014 Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 27 406, nr. 210
© Copyright 2024 ExpyDoc