Deel 8: De verwachting van het Koninkrijk

Deel 8: De verwachting van het Koninkrijk
Door: Willem Ouweneel
Reeds in Genesis 3 begint de verwachting van het koninkrijk. Vijandschap tussen het zaad van de
slang, de duivel en het zaad van de vrouw. Nog altijd is er een strijd gaande tussen het zaad van de
vrouw en het zaad van de slang. Wanneer er mensen worden vermoord, zoals de christenen die door
IS worden onthoofd, probeert het slangenzaad het vrouwenzaad geweld aan te doen. De belofte is
echter dat het vrouwenzaad de kop van de slang zal vermorzelen. Daarvan zijn we in verwachting.
Telkens klinkt in het OT, in verschillende bewoordingen de belofte van de komst van de Messias. Een
spruit, een koning... Iedere vrouw in Israël had het verlangen om de moeder van die koning te zijn.
De hoop en verwachting van de getrouwen in Israël werd erdoor aangewakkerd. We mogen uitzien
naar de komst van de koning.
Johannes de doper predikte dat het koninkrijk nabij gekomen was. Toen Jezus de zalving van de
Heilige Geest ontving bij Zijn doop, verkondigde Hij dat het koninkrijk nabij gekomen was. Het was
dichterbij dan ooit, maar nog altijd niet ten volle daar.
In Mattheüs 28 dreef Jezus demonen uit. En verklaarde Hij dat wanneer Hij door de geest van God
demonen uitdreef het koninkrijk onder hen gekomen was. Dan wordt de kracht van de koning
zichtbaar. Waarom demonen? Omdat de satan de overste van deze wereld is. In Marcus 12 wordt
nog gesproken over een koninkrijk van satan. Het koninkrijk van God en koninkrijk van satan bestaan
(nu nog) naast elkaar. Jezus heeft een begin gemaakt met de strijd tegen satan. Er is een stuk
vervulling. Demonen uitdrijven is een kenmerk van het koninkrijk. Jezus bevrijdde allen die door de
duivel bezet waren. En gaf ook Zijn leerlingen de opdracht om hetzelfde te doen. Je hoeft alleen
maar vervuld te zijn met de Heilige Geest om demonen uit te kunnen drijven.
Jezus leverde het overtuigende bewijs dat het koninkrijk van God gekomen is. Waar Jezus de macht
van satan aan het uitdrijven is, daar manifesteert zich het koninkrijk van God. Het blijkt uit elke ziel
die tot geloof komt, en elke zieke die geneest. Maar we zijn nog niet in de tijd dat niemand meer ziek
is zoals Jesaja in hoofdstuk 33 profeteert. Die tijd moet nog komen. Dus hoewel het Koninkrijk reeds
gekomen is, zijn we ook nog in verwachting van de vervulling. Wanneer Jezus teruggekomen is dan
zijn die krachten de gewoonste zaak van de wereld.
In de tussentijd hebben wij kracht ontvangen (Handelingen 1). En Jezus zelf zit aan de rechterhand
van God in de hemel. Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. Alle landen van de wereld, alle
sterrenstelsels. En Hij zal komen met de wolken des hemels, in volle kracht en macht en majesteit.
De discipelen krijgen alvast een voorschot op het rijk dat straks aanbreekt. Er blijft altijd nog iets te
verwachten... Maar we hebben nu al zoveel gekregen. Nog niet alles, maar wel veel meer dan dat
veel mensen denken.
Genees de zieken!! Het koninkrijk van God bestaat niet uit woorden maar uit kracht. Paulus betekent
klein. Onderschat de kracht van de Heilige Geest niet.
Het koninkrijk is er nu nog niet zoals dat bedoeld is. Dan zal elke tong belijden en knie zich buigen.
Ook Kajafas, Herodes en Pilatus zullen zich neerbuigen. Ook de leiders van IS! Mohammed zal zijn
knieën buigen. Boeddha zal zijn knieën buigen voor Jezus.
Verwachting is ook ‘Heer ik verwacht Uw kracht ook hier vandaag!’ Het is geen ‘stil maar wacht
maar’ maar: ‘kom Jezus kom! Kom met Uw geest en raak mensen aan! Heer hier ben ik, laat door mij
heen dit koninkrijk een stukje verder verwezenlijkt worden. Heer laat Uw wil geschieden door mij
heen. Laat Uw Naam door mij heen geheiligd worden, laat Uw wil geschieden door mij heen.’
In het nieuws horen we over Nederland enkel en alleen dat kerken hun deuren sluiten, maar wist u
dat er in Nederland meer kerken worden gesticht dan dat er gesloten worden? Waarom horen we
daar niets over. Dat is toch bemoedigend?
In het verzet
Tijdens de Tweede Wereldoorlog luisterde mensen in het diepste geheim naar Radio Oranje, naar
Koningin Wilhelmina. ‘We komen spoedig terug’, was haar bemoedigende boodschap. ‘De
geallieerden, onze bondgenoten, zullen de Duitsers overwinnen.’
De ondergrondse verzetsbeweging zat niet passief af te wachten. Deze mensen dachten: we gaan
een handje helpen. De verzetsmensen konden nooit de vijand verdrijven, maar ze konden wel
gevoelige klappen uitdelen. Op een of andere manier konden ze de weg helpen bereiden.
Kunnen wij de komst van de Heer bespoedigen?
In 2 Petrus 3:12 lezen we de volgende opdracht: Kijk vol verwachting uit naar de dag van God en
bespoedig zijn komst.
Wij kunnen de dag van Zijn komst bespoedigen, net zoals de verzetsbeweging in de Tweede
Wereldoorlog deed. Wij kunnen de vijand gevoelige klappen toebrengen. Het einddoel bereiken we
niet, maar we komen wel steeds een stukje dichterbij. Een stukje meer vrijheid. Menig mens het
leven redden. Schade toebrengen aan het rijk der duisternis.
D-Day en V-day
De beslissende aanval van de geallieerden vond plaats op D-day, toen de geallieerden aan land
gingen in Normandië op dinsdag 6 juni 1944. D-Day is decision-day. Op die dag was duidelijk wie de
oorlog zou winnen. Ook Hitler wist dat. Toch was de oorlog nog lang niet over. Tijdens het
Ardennenoffensief joeg hij nog vele mensen de dood in. Het waren verschrikkelijke dagen. De ergste
uit de hele oorlogstijd. Dankzij de geallieerden én dankzij het verzet werd Hitler uiteindelijk verslagen
en de vrede getekend. Die dag noemen we V-Day, Victory-Day. De dag van overwinning.
Aan het kruis heeft Jezus de beslissende slag van satan gewonnen. Toch gaat hij nog steeds rond als
een brullende leeuw op zoek naar wie hij verslinden kan. Het zijn z’n laatste stuiptrekkingen. Een
wanhoopsoffensief. Iedere dag horen we het in het nieuws. Het zaad van de slang is nog altijd actief.
171.000 christenen per jaar verliezen door geweld hun leven.
D-day betekent: houd goede moed. V-day komt eraan.
We kunnen wachten op twee manieren: Wachten in lijden en verdrukking. En actief wachten omdat
de Heilige Geest nu al in ons is en we mensen mogen winnen voor het evangelie. Zieken genezen,
demonen uitdrijven. We kunnen allemaal een steentje bijdragen. Iedere christen is bruikbaar,
niemand is overtollig. Iedereen mag, nee moet meedoen.
Vraag je af: ‘Wat kan ik doen?’
Als Christus terugkomt is het klaar, maar tot aan die dag...
Verwerkingsvragen





Bespreek met elkaar wat je is bijgebleven en aansprak in de preek van Willem Ouweneel.
Deze laatste preek van de serie ging over toekomstverwachting. Wat is jouw
toekomstverwachting, als het gaat om het Koninkrijk van God?
Wat doet dit onderwerp met je? Maakt het je hoopvol optimistisch of juist somber en
angstig?
Willem Ouweneel maakt een vergelijking tussen ons en de verzetsbeweging tijdens de
Tweede Wereldoorlog. Wat vind je van deze vergelijking? Zit jij in het verzet tegen het
koninkrijk van satan? Wat kan het verzet uitrichten?
Deze preek was de laatste in een serie van acht over het Koninkrijk van God. Hoe hebben
jullie deze serie ervaren? Wat heb je geleerd? Wat ga je toepassen en hoe?