Open als PDF

De diagnose kanker is voor iedereen die ermee wordt geconfronteerd een grote schok. Natuurlijk
in de eerste plaats voor de patiënt en
zijn naasten. Als naast deze diagnose
een arts op enig moment voorstelt om
een stamceltransplantatie (SCT) onderdeel uit te laten maken van de behandeling vergroot dit de verwarring
veelal. Hoewel je er misschien nauwelijks van gehoord hebt, besef je wel
dat het bij een stamceltransplantatie
om iets ingrijpends gaat. Het doel van
een SCT is het herstellen of vervangen
van het systeem van bloedaanmaak.
Er zijn twee vormen van SCT: de autologe SCT en de allogene SCT.
De autologe stamceltransplantatie
Bij een autologe SCT worden stamcellen van de
patiënt zelf gebruikt. Afname van stamcellen
gebeurt in twee fasen. Eerst wordt door toediening
van een groeifactor de groei van extra stamcellen
opgewekt. Vervolgens worden de stamcellen
geoogst met behulp van een aferese-apparaat en
daarna gecontroleerd en ingevroren.
De behandeling van de patiënt gaat dan verder
met een zeer zware chemotherapie, die gericht
is op de bestrijding van de ziekte. Door die
chemotherapie wordt de bloedaanmaak praktisch
helemaal stilgelegd. De patiënt komt in een ‘dip’
en is in deze fase erg kwetsbaar. Bezoek moet in
deze periode extra voorzorgsmaatregelen nemen
en het kan zijn dat de patiënt geïsoleerd behandeld
wordt. Na teruggave van de eigen stamcellen zal
de bloedaanmaak geleidelijk weer herstellen. De
opnameduur zal vier tot zes weken zijn.
Tijdens de periode van behandeling en herstel
kunnen zich verschillende klachten voordoen:
vermoeidheid, misselijkheid, slechte eetlust,
diarree, verminderde weerstand, haaruitval en
slijmvliesontsteking. Na verloop van tijd zullen
deze klachten afnemen en zal er ruimte zijn voor
lichamelijk herstel.
De allogene stamceltransplantatie
De kern van een allogene SCT is dat donorafweercellen de zieke cellen zullen herkennen
als ‘afwijkend’ en vervolgens zullen opruimen.
Bij een allogene SCT is vaak ook een totale
lichaamsbestraling (TBI) opgenomen in het protocol.
Bij een allogene SCT worden in principe twee
vormen gebruikt. De eerste vorm lijkt in de
voorbereiding op de autologe SCT: er wordt een
zware chemotherapie ingezet voordat de patiënt
de donorcellen ontvangt. Bij de tweede vorm,
die met name bij oudere of meer kwetsbare
mensen wordt toegepast, wordt een lichtere
chemotherapie gebruikt. Deze wordt Reduced
Intensity Conditionering (RIC) of non-myeloablatieve
conditionering (NMA) genoemd. Hierbij rekent men
op de opruimcapaciteit van de stamcellen van
de donor. Deze tweede vorm is misschien minder
belastend, maar kan dezelfde gevolgen hebben.
De mogelijke gevolgen van een allogene
transplantatie zijn niet helemaal vergelijkbaar
met die van een autologe transplantatie. Het
infectiegevaar is door de langdurig onderdrukte
weerstand groter. De opbouw van de weerstand
krijgt in het eerste jaar na transplantatie dan ook
veel aandacht.
Daarnaast bestaat de kans op Graft versus Host
Ziekte (zie de folder Graft versus Host Ziekte
Een goede communicatie
met je arts is van
groot belang bij deze
behandeling
van Hematon), waarbij de getransplanteerde
afweercellen van de donor zich tegen de gezonde
weefsels van de patiënt richten. Er kunnen
zich problemen voordoen als infecties, hart- of
longproblemen. Aan een allogene SCT zijn dus meer
risico’s verbonden. Spreek hierover met je arts.
Lange termijn
Na een autologe of allogene SCT kun je
ook op langere termijn klachten ervaren,
zoals concentratieproblemen, vermoeidheid,
geheugenproblemen, botontkalking,
onvruchtbaarheid en vroege menopauze. Iedere
patiënt is anders en niet iedereen heeft dezelfde
klachten. Na een stamceltransplantatie blijf je
lange tijd onder controle van het ziekenhuis.
Donor zoeken
Op zoek naar een geschikte donor zal bij een
allogene transplantatie in eerste instantie binnen de naaste familie worden gezocht. Als daar
geen passende donor (match) te vinden is, wordt
de wereldwijde donorbank ingeschakeld. Een
transplantatie met een gematchte onverwante
donor (MUD) geeft vandaag de dag evenveel kans
van slagen als met een familiedonor. Is er geen
match, dan rest nog de optie van een SCT met
navelstrengbloed.
Begeleiding
Wanneer de arts - meestal een hematoloog - het
voorstel doet om in het traject van behandeling
een SCT in te zetten - dan gaat hij hierbij niet over
één nacht ijs. Een voorstel is de uitkomst van
besprekingen met het volledige medisch team en
gebaseerd op het uitgebreide medisch onderzoek
dat is verricht. Omdat een SCT naast grote gevolgen op lichamelijk terrein ook een grote psychologische en sociale impact kan hebben, zal de arts
alle tijd nemen om een toelichting te geven op de
voorgestelde behandeling.
Second opinion
Het traject van behandeling kan langdurig zijn. Het
is belangrijk dat je je tijdens dit traject in vertrouwde handen voelt. Wanneer je twijfelt over de keuze
waar je voor staat, kun je in een ander ziekenhuis
om een second opinion vragen. Hoewel dit de voorgestelde behandeling kan vertragen, zal elke arts
hieraan zijn medewerking verlenen en hierin ondersteuning bieden.
Communicatie
Artsen, verpleegkundigen, patiënten en naasten
hebben samen tijdens het traject van transplantatie maar één streven: het herstel van de patiënt
door een passend zorgaanbod van de hoogste
kwaliteit. De relatie die je met een arts aangaat
tijdens het traject van transplantatie moet daarom
gebaseerd zijn op wederzijds respect, openheid
en vertrouwen. Een goede communicatie is hierbij
van het grootste belang (zie ook de Hematon kaart
’10 tips voor een gesprek met je zorgverlener)’.
Is er geen goede klik met de arts, vraag dan of
een andere arts de begeleiding kan overnemen.
Optimale omstandigheden - waaronder een goede
relatie met de arts en het team van verzorgenden geven de patiënt de kans zich geheel te richten op
de behandeling.
Ondersteuning
De behandelend arts maakt deel uit van een
breed team dat zich met passie en deskundigheid
inzet om de patiënt, maar ook de naasten
(partner, kinderen) en de donor de best mogelijke
begeleiding te geven. De patiënt en de naasten
kunnen gedurende de behandeling en opname in
het ziekenhuis, maar ook daarna, een beroep doen
op de inzet van een sociaal of maatschappelijk
werker, een psycholoog of psychiater, een
fysiotherapeut, een geestelijk verzorger of een
diëtist en andere deskundigen. Wanneer je als
patiënt of naaste tijdens het behandeltraject
Lid worden van Hematon
ondersteuning kunt gebruiken, bespreek dat dan
met de arts of een contactpersoon. Door dit tijdig
te doen, kun je zorgen delen en bijvoorbeeld stress
op tijd ondervangen.
Persoonlijke gegevens
 Dhr.  Mw.
Voornaam
Achternaam Lotgenotencontact
Voorletters Straat + Huisnr.
Postcode
Plaats E-mailadres
Telefoonnnummer* Bankrekeningnummer (IBAN)




(ex-) patiënt
naaste van een patiënt
belangstellende
donor
Hematon
weten, delen, ontmoeten
www.hematon.nl
patiëntenorganisatie bloedkanker
lymfklierkanker stamceltransplantatie
Postadres en
ledenadministratie
Hematon
Postbus 8152
3503 RD Utrecht
T 030-291 60 90
E [email protected]
IBAN NL 70 RABO 0177 8963 10
www.hematon.nl
Ik wil graag donateur worden van Hematon:  eenmalig €  jaarlijks € Opmerkingen:
Twitter: @HematonNL
www.facebook.com/hematon.nl
✃
HM SCT
STAMCEL­
TRANSPLANTATIE
Ledenadministratie Hematon
Postbus 8152
3503 RD Utrecht
Ik wil graag Hematon Magazine ontvangen:
 Ja
 Nee
Ik wil graag vrijwilligerswerk
doen voor Hematon:
 Ja
 Nee
* je wordt op dit telefoonnummer gebeld
Voor patiënten, partners, donoren en naasten
Gezien het ingrijpende karakter van een
stamceltransplantatie, is optimale ondersteuning
voor patiënten, naasten en donoren van groot
belang. Naast het beroep op deskundigen in het
ziekenhuis kan men daarvoor ook een beroep doen
op de ervaringsdeskundigheid van geschoolde
lotgenoten. Bel wanneer je vragen hebt met
Hematon 030-7602810 of mail naar contact.
[email protected].
Voor € 25,- per jaar kun je lid worden van Hematon.
Meld je aan via www.hematon.nl of maak een
kopie van het aanmeldingsformulier en stuur dit in
een gesloten envelop naar:
Geboortedatum
Ik ben
patiëntenorganisatie bloedkanker
lymfklierkanker stamceltransplantatie
N30
Een stamceltransplantatie (SCT) is een levensreddende therapie. Een SCT wordt het meest
toegepast bij hematologische kanker, stofwisselingsziekten, immuunziekten en (zeldzame) bloedziekten als ernstige Aplastische Anemie (SAA)
of Myelo Dysplastisch Syndroom (MDS).Officieel
heet deze vorm van SCT een hematopoëtische
stamceltransplantatie (hematopoietische).
Hematon maakt deel uit van
de Levenmetkanker-beweging
R 20
G 116
B 185
R 62
R 167
G 162 G 215
B 1204 B 247
R 184
G 212
B 214
R 45
G 65
B 110
R 223
G 139
B 27
R 235
G 173
B 91
R 199
G 46
B 59
R 98
G 101
B 150
R 140
G 116
B 157
R 221
G 122
B 153
R 43
G 43
B 43
R 78
G 78
B 78
R 133
G 133
B 133
R176
G 176
B 176
R 198
G 198
B 1898
Hematon werkt samen
met en wordt gesubsidieerd door: