Liturgie voor de dienst op biddag 2009-03-09

Liturgie Biddag
Altijd dichtbij
11 maart 2015
Voorganger: ds. P.J. den Admirant
Organist: Arjan Blankespoor
Afkondigingen
Zingen: U bent mijn schuilplaats Heer (OT 162) We zingen dit lied
twee keer
U bent mijn schuilplaats, Heer,
U vult mijn hart steeds weer
Met een verlossingslied.
Telkens als ik angstig ben,
Steun ik op U.
Ik vertrouw op U.
Als ik zwak ben, ben ik sterk
In de kracht van mijn Heer.
Themalied: Paulus maakt veel zendingsreizen (melodie: Ere zij aan
God de Vader)
Paulus maakt veel zendingsreizen
Ondanks erge tegenstand.
God zal hem de weg wel wijzen,
Zo komt hij in Griekenland.
“God is met mij, zelfs bij ontij,
Want God is altijd dichtbij.”
In Fillippi gaat men klagen:
“Zij verstoren onze stad.”
Hij en Silas krijgen slagen,
Alle mensen willen dat.
“God is met mij, zelfs bij ontij.
Want God is altijd dichtbij.”
Daarna zitten ze gevangen
En ze bidden in de nacht
Maar ook zingen ze gezangen.
God de Heere toont Zijn macht.
“God is met mij, zelfs bij ontij,
Want God is altijd dichtbij.”
Nu gaan alle deuren open
En de vrijheid is er weer.
De cipier laat zich zelfs dopen
En God krijgt de hoogste eer.
“God is met mij, zelfs bij ontij,
Want God is altijd dichtbij.”
Stil gebed
Votum en groet
We spreken ons vertrouwen op de Heere God
uit en worden in Zijn Naam gegroet.
Zingen: Psalm 46: 1, 4 en 6
God is een toevlucht voor de Zijnen,
Hun sterkt', als zij door droefheid kwijnen;
Zij werden steeds Zijn hulp gewaar,
In zielsbenauwdheid, in gevaar;
Dies zal geen vrees ons doen bezwijken,
Schoon d' aard' uit hare plaats mocht wijken,
Schoon 't hoogst gebergt', uit zijne stee,
Verzet wierd in het hart der zee.
De HEER', de God der legerscharen,
Is met ons, hoedt ons in gevaren.
De HEER' de God van Jakobs zaad,
Is ons een burg, een toeverlaat.
Komt, wilt op 's HEEREN daden merken;
Aanschouwt des Hoogsten grote werken;
Zijn macht, die nooit te stuiten is,
Maakt d' aarde tot een wildernis.
De HEER', de God der legerscharen,
Is met ons, hoedt ons in gevaren;
De HEER', de God van Jakobs zaad,
Is ons een burg, een toeverlaat.
Geloofsbelijdenis
danken hebben
We belijden wie God is aan wie wij alles te
Zingen: Psalm 72: 11
Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen;
Men loov' Hem vroeg en spa;
De wereld hoor', en volg' mijn zangen,
Met amen, amen na.
We bidden dat God ons helpt om Zijn Woord te begrijpen
We lezen uit de Bijbel: Handelingen 16: 22-34
22 En de menigte kwam als één man tegen hen in verzet. En de
magistraten rukten hun de kleren af en gaven bevel hen met
stokken te slaan.
23 En nadat zij hun veel
slagen toegediend hadden,
wierpen zij hen in de
gevangenis en geboden de
cipier hen zorgvuldig te
bewaken.
24 En toen hij dat bevel
gekregen had, wierp hij hen
in de binnenste kerker en
zette hij hun voeten vast in
het blok.
25 En omstreeks
middernacht baden Paulus
en Silas en zongen
lofzangen voor God. En de
gevangenen luisterden naar hen.
26 En er vond plotseling een grote aardbeving plaats, zodat de
fundamenten van de gevangenis bewogen werden; en onmiddellijk
gingen alle deuren open en raakten de boeien van allen los.
27 En de cipier, die wakker geworden was en zag dat de deuren van
de gevangenis open waren, trok een zwaard en zou zichzelf gedood
hebben, omdat hij dacht dat de gevangenen ontvlucht waren.
28 Paulus riep echter met luide stem: Doe uzelf geen kwaad, want
wij zijn allemaal hier.
29 En toen hij om licht gevraagd had, sprong hij naar binnen en
begon erg te beven, en hij viel voor Paulus en Silas neer;
30 en hij bracht hen naar buiten en zei: Heren, wat moet ik doen om
zalig te worden?
31 En zij zeiden: Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig
worden, u en uw huisgenoten.
32 En zij spraken het Woord van de Heere tot hem en tot allen die in
zijn huis waren.
33 En hij nam hen in dat nachtelijke uur met zich mee en waste hun
striemen, en hij werd onmiddellijk gedoopt, en al de zijnen.
34 En hij bracht hen in zijn huis en richtte voor hen de tafel aan. En
hij verheugde zich dat hij met al zijn huisgenoten tot geloof in God
gekomen was.
Zingen: Psalm 42: 1 en 5
't Hijgend hert, der jacht ontkomen,
Schreeuwt niet sterker naar 't genot
Van de frisse waterstromen,
Dan mijn ziel verlangt naar God.
Ja, mijn ziel dorst naar den HEER';
God des levens, ach, wanneer
Zal ik naad'ren voor Uw ogen,
In Uw huis Uw Naam verhogen?
Maar de HEER' zal uitkomst geven,
Hij, die 's daags Zijn gunst gebiedt.
'k Zal in dit vertrouwen leven,
En dat melden in mijn lied;
'k Zal Zijn lof zelfs in den nacht
Zingen, daar ik Hem verwacht;
En mijn hart, wat mij moog' treffen,
Tot den God mijns levens heffen.
Preek: Altijd dichtbij
Zingen: Psalm 118: 7 en 8
De HEER' is mij tot hulp en sterkte:
Hij is mijn lied, mijn psalmgezang.
Hij was het, die mijn heil bewerkte,
Dies loof ik Hem mijn leven lang.
Men hoort der vromen tent weergalmen
Van hulp en heil, ons aangebracht;
Daar zingt men blij, met dank’bre psalmen:
"Gods rechterhand doet grote kracht."
Gods rechterhand is hoog verheven;
Des HEEREN sterke rechterhand
Doet door haar daân de wereld beven,
Houdt door haar kracht Gods volk in stand.
Ik zal door 's vijands zwaard niet sterven,
Maar leven, en des HEEREN daân,
Waardoor wij zoveel heil verwerven,
Elk, tot Zijn eer, doen gadeslaan.
Dankgebed en voorbeden
Inzameling van de gaven
Zingen: Psalm 146: 1, 3 en 5
Prijs den HEER' met blijde galmen;
Gij, mijn ziel, hebt rijke stof;
'k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen
Vrolijk wijden aan Zijn lof:
'k Zal, zo lang ik 't licht geniet,
Hem verhogen in mijn lied.
Zalig hij, die in dit leven,
Jacobs God ter hulpe heeft;
Hij, die door den nood gedreven,
Zich tot Hem om troost begeeft;
Die zijn hoop, In 't hachlijkst lot,
Vestigt op den HEER', zijn God.
’t Is de HEER' die ‘t recht der armen
der verdrukten gelden doet;
die uit liefderijk erbarmen
hongerigen mild’lijk voedt
die gevang’nen vrijheid schenkt
en aan hun ellende denkt.
Zegen
God blijft naar Zijn kinderen kijken en belooft bij ons te zijn
Gezongen amen
Amen, amen, amen
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer
Amen God, uw naam ter eer