Harmonieuze Wrijving - Rotterdamse Academie van Bouwkunst

Rotterdamse
Academie
van
Bouwkunst
BREDE SCHOOL VOOR FREINET EN VRIJE SCHOOL ONDERWIJS
‘HARMONIEUZE WRIJVING’
Afstudeerpresentatie:
Jorinde van der Wal
Afstudeercommissie
Mentor:
Externe criticus:
Toegevoegde criticus:
Voorzitter:
Maartje Lammers (24h Architecture)
Ludo Grooteman (Moke architecten)
Rob Hootsman (Architekten Cie)
Job Floris (MONADNOCK)
Afstudeerdatum:
Vrijdag 20 maart 2015 om 17.00 uur
Locatie:
Auditorium RAVB
‘Een gebouw kan meerdere identiteiten weerspiegelen zonder dat de eenheid verloren gaat.’
Aanleiding voor deze hypothese is een persoonlijke fascinatie voor de analogie tussen eenheid en
contrast in de architectuur.
Tevens is het een reactie op de teloorgang van de individuele identiteit bij het samenvoegen van
meerdere functies in één gebouw. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door onze hedendaagse
massaproductie, waarbij architectuur wordt beschouwd als een product. Economische oorzaken en een
strakke bouwregelgeving leiden tot standaardoplossingen. Oplossingen in de vorm van veelal
generieke geometrische bouwsystemen die tijd en kosten besparend zijn. Een generieke structuur die
één ieder past, maar niets zegt over de individuele identiteit van de gebruikers onderling. Het gevolg
is dat mens en gebouw van elkaar vervreemd raken. Om dit te voorkomen dienen generieke
bouwstructuren naar mijn mening plaats te moeten maken voor specifieke bouwstructuren die de
idealen weerspiegelen van de verschillende gebruikers in het gebouw.
De hypothese is onderzocht door middel van de volgende opgave: het ontwerpen van een brede
basisschool voor Freinet –en Vrije school onderwijs. Twee constrasterende programma’s verweven tot
één continue ontwerp, waarbij de individuele identiteit van de programma’s gehandhaafd blijven.
De twee contrasterende gebruikers zijn op alle facetten extremen van elkaar. De meest veelzeggende
verschillen zijn; beslotenheid vs openheid, vast vs flexibel en ongelijkheid vs gelijkheid. Als ik de
kenmerken van beide onderwijsconcepten vertaal naar een architectuur spreek ik over een letterlijke
transformatie en symbolische transformatie.
Bij het Freinet onderwijs vindt er een letterlijke transformatie plaats. Letterlijk in de zin dat kinderen hun
eigen lokaal kunnen transformeren naar gelang hun wensen. Ze leren van eigen ervaringen en hebben
op deze manier invloed op hun directe omgeving. Dit uit zich in het ontwerp door alle lokalen in de
basis zoveel mogelijk gelijkwaardig aan elkaar te laten zijn. Een lege basis die kinderen zelf kunnen
laten transformeren. De lokalen zijn georiënteerd op zowel het besloten schoolplein als de omliggende
bebouwing om interactie tussen de kinderen onderling en de buurt te bevorderen. Door hun flexibele
structuur kan de gebruiker verschillende lokalen aan elkaar schakelen om de interactie tussen de
lokalen te bevorderen. Ieder lokaal beschikt over geïntegreerd flexibel meubilair en een losse toolbox.
Het geïntegreerde meubilair bestaat uit panelen die gedeeltelijk flexibel zijn. Ze scheiden ruimten,
creëren doorzichten en bergen schoolmaterialen. De toolbox bestaat uit drie elementen: een tafel, een
stoel en een poef. Deze elementen kunnen door de kinderen naar believen worden gecombineerd om
hun eigen lokaal te creëren.
Bij het vrije school onderwijs vindt er een symbolische (verstilde) transformatie plaats. Een architectuur
die de transformatie van het kind in elk stadia verbeeld. Dit wordt in het ontwerp tot uitdrukking
gebracht door het genereren van een divers aanbod in lokalen en ruimten. Architectonische elementen
zoals: vorm, licht, oriëntatie, beleving en kleur worden ingezet en ondervinden een vloeiende verstilde
transformatie. Alle elementen zijn geïntegreerd in het interieur. In de lokalen zijn alle functies
opgenomen in de horizontale wanden zoals: de berging, de speelelementen, de ventilatie en de
keuken. Zitelementen en werkplekken zijn geïntegreerd in de vloer en vloeien voort uit het vloer
landschap.
In dit afstudeerwerk worden deze twee contrasterende uitgangspunten met elkaar verbonden door
middel van een transformatiestructuur. Deze structuur laat een vloeiend verloop zien van spirituele
oneindigheid van het vrije school onderwijs naar rationele eindigheid van het Freinet onderwijs. De
transformatie van cellen naar lijnen zijn vertaald naar horizontale dragende schijven. De overgang is
een verbrokkeling van organische schijven naar rechtlijnige schijven. Vorm en constructie vormen één
tektoniek. De cellen zijn divers, gesloten en vast van karakter. De verbrokkeling van lijnen suggereren
openheid en flexibiliteit. De overgangsruimte tussen beide scholen kenmerkt zich door een vloeiende
overgang van gesloten wanden naar opgebroken wandelementen die verschillende verrassende
doorkijken en transities mogelijk maken.
Naar aanleiding van dit ontwerpend onderzoek is het nodig de hypothese te herdefiniëren.
‘De twee contrasterende gebruikers in dit afstudeerproject kunnen zich onderling profileren door een
adequate harmonieuze wrijving. Deze bestaat uit het verweven van contrast in beleving en eenheid in de
bouwwijze, in één vloeiende transformatiestructuur.’