ingediend op 280 (2014-2015) – Nr. 1 11 maart 2015 (2014-2015) Voorstel van resolutie van Jean-Jacques De Gucht, Ann Brusseel, Karim Van Overmeire, Sabine de Bethune, Wouter Vanbesien en Tine Soens betreffende de verregaande aantasting van zowel de seksuele en reproductieve rechten van de vrouw als de rechten van het kind in Iran verzendcode: IED 280 (2014-2015) – Nr. 1 2 TOELICHTING Amnesty International (AI) heeft vandaag een bijzonder verontrustend rapport uitgebracht over de seksuele en reproductieve rechten van de vrouw in Iran. Het rapport ‘You shall Procreate’ trekt in het bijzonder aan de alarmbel wat betreft twee wetsontwerpen vanwege de Iraanse regering die voorliggen in het Iraanse Parlement. Deze wetsvoorstellen vormen een ernstige bedreiging voor de seksuele en reproductieve rechten van meisjes en vrouwen. Het eerste wetsvoorstel wil de toegang tot voorbehoedsmiddelen zwaar beperken, vrijwillige sterilisatie en seksuele voorlichting verbieden en budgetten voor gezinsplanning verder ontmantelen. Het tweede voorstel wil het trouwen op jonge leeftijd aanmoedigen met het oog op vele bevallingen. Bij tewerkstelling wordt in volgorde de voorkeur gegeven aan getrouwde mannen met kinderen, dan getrouwde mannen zonder kinderen, vervolgens getrouwde vrouwen met kinderen. Wie niet in deze categorieën valt, komt als allerlaatste in aanmerking. Ook wordt echtscheiding voor vrouwen verder bemoeilijkt, terwijl het voor mannen eenvoudig blijft. Het is bijzonder cynisch dat net deze week de Commission on the Status of Women van de Verenigde Naties (VN) begonnen is, die een stand van zaken zal opmaken van de vooruitgang die sinds 1995 is geboekt wat betreft de gelijkheid van mannen en vrouwen. De boodschap vanuit Iran is niet mis te verstaan. Het voornemen van de Iraanse regering is dan ook een kaakslag in het gezicht van de vrouw. Mochten deze voorstellen wet worden is de positie van de vrouw in Iran te herleiden tot het baren van kinderen. Deze voorstellen zijn de concretisering van het voornemen van de Iraanse regering om het bevolkingsaantal op te krikken. Voor 2012 had Iran eerder liberale wetten op het vlak van anticonceptiva. In juli 2012 kondigde de Opperste Leider in een toespraak aan dat het geboortecijfer drastisch moest verhogen. Dit vertaalt zich heden in wetgeving nadat men eerder via mediacampagnes de nataliteit poogde op te drijven. Het eerste wetsvoorstel (bill 446) is reeds vergevorderd en kan op korte termijn wet worden. Het tweede wetsvoorstel (bill 315) kan binnen dertig dagen eveneens wet worden. Deze twee voorstellen resulteren in een bijzonder verregaande aantasting van de reproductieve en seksuele rechten van de vrouw. Ze verankeren de discriminatie en ze dringen de rechten van vrouwen en kinderen decennia terug. Kindhuwelijken worden wettelijk verankerd, de vrouw moet zich richten op het onbeperkt baren van kinderen en alle toegang tot anticonceptie wordt haar ontnomen, waardoor het risico op illegale abortussen met de daarmee samengaande grote risico’s voor de gezondheid van de vrouw drastisch zal toenemen. Iran heeft nochtans diverse internationale verdragen geratificeerd die de rechten van de vrouw en het kind vrijwaren. Het betreft onder meer het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties, het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie. Vlaams Parlement – 1011 Brussel – 02/552.11.11 – www.vlaamsparlement.be 280 (2014-2015) – Nr. 1 3 Deze voorstellen gaan in tegen al deze verdragen en dit op diverse vlakken waaronder het verbod op discriminatie, de seksuele en reproductieve rechten van de vrouw en de rechten van het kind. Gezien de korte termijn die ons nog rest om onze bezorgdheden hieromtrent kenbaar te maken aan de Iraanse regering is het de wens van de indieners om dit voorstel van resolutie snel te behandelen. De internationale gemeenschap dient dan ook op korte termijn haar ongerustheid over de op til zijnde aantastingen van de rechten van de vrouw en het kind kenbaar te maken aan de Iraanse autoriteiten. Stilzitten is in het licht van deze zeer verregaande en ongekende aantasting van de rechten van de vrouw geen optie, willen we de goedkeuring van deze wetten daadwerkelijk voorkomen. Deze wetsvoorstellen versterken de al bestaande discriminatie van vrouwen in Iran. De autoriteiten promoten aldus een gevaarlijke cultuur waarin vrouwen gereduceerd worden tot babyfabriekjes die niet vrij mogen beslissen over hun lichaam. Jean-Jacques DE GUCHT Ann BRUSSEEL Karim VAN OVERMEIRE Sabine DE BETHUNE Wouter VANBESIEN Tine SOENS V l a a m s Par l e m e nt 280 (2014-2015) – Nr. 1 4 VOORSTEL VAN RESOLUTIE Het Vlaams Parlement, – gelet op eerdere unaniem goedgekeurde resoluties over zware mensenrechten schendingen in Iran, met name de resolutie betreffende de executies van minderjarigen in Iran (Parl.St. Senaat 2007-08, nr. 4-842/1-4) en de resolutie betreffende de executie van Delara Darabi in Iran (Parl.St. Senaat 2008-09, nr. 4-1336/1); – gelet op de resoluties van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN), en met name resolutie 62/168 van 18 december 2007 over de situatie van de mensenrechten in de Islamitische Republiek Iran; – gelet op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties, het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassen discriminatie en het Verdrag inzake de rechten van het kind die alle vier door de Islamitische Republiek Iran zijn ondertekend; – vraagt de Vlaamse Regering: 1° bij de Iraanse autoriteiten langs officiële en formele weg op het hoogste niveau haar expliciete bezorgdheid over te maken, wat betreft de in bespreking zijnde wetsvoorstellen die een drastische aantasting uitmaken van de rechten van de Vrouw en het Kind en aan te dringen op de schrapping van het wetsvoorstel (bill) 446 alsook om de discriminatoire bepalingen van het wetsvoorstel (bill) 315; 2° de Iraanse regering langs officiële en formele weg op het hoogste niveau met klem te verzoeken om de verdragsrechtelijke verplichtingen waar de Islamitische Republiek Iran aan gehouden is en die voortvloeien uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties, het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassen discriminatie en het Verdrag inzake de rechten van het kind na te leven en de Iraanse wetgeving in overeenstemming te brengen met de internationale verplichtingen op het gebied van de mensenrechten; 3° er bij de Iraanse autoriteiten langs officiële en formele weg op aan te dringen om de internationaal erkende wettelijke normen ten aanzien van minder jarigen te eerbiedigen en specifiek aan te dringen dat kindhuwelijken hier niet mee stroken; 4° om de Islamitische Republiek Iran te verzoeken het VN-Verdrag inzake de eliminatie van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen te ondertekenen en te ratificeren; 5° deze resolutie officieel te overhandigen aan de Raad van Europa, de Europese Commissie, de VN-secretaris-generaal, de VN-mensenrechtenraad, het hoofd van de rechterlijke macht van Iran, en de regering en het parlement van de Islamitische Republiek Iran. Jean-Jacques DE GUCHT Ann BRUSSEEL Karim VAN OVERMEIRE Sabine DE BETHUNE Wouter VANBESIEN Tine SOENS V laams Par le m e n t
© Copyright 2024 ExpyDoc