Scheutnieuws PB- PP B-00012 B- 00000 BELGIE(N) - BELGIQUE Missiehuis van Scheut Ninoofsesteenweg 548 • 1070 Brussel • tel. 02 526 14 00 • fax 02 521 21 63 Administratie en Redactie : [email protected] • www.scheut.be Tweemaandelijks – 45ste jaargang Nr. 2 – MAART - APRIL 2015 – Afgiftekantoor Brussel X - P006670 Leven met hoop en vertrouwen Jos Das (°Herselt 1938) werkt sinds 1965 in Kongo. Niet ver van het ‘Centre Théophile Verbist’, waar ik woon en werk, ligt de nog jonge parochie St.-Léonard in een van de buitenwijken van Kinshasa. In ben er zondagsonderpastoor. Elk jaar, op Goede Vrijdag, doen de parochianen de kruisweg in de straten van de wijk, zoals dat in alle parochies van de stad gebeurt. Ik neem er ook aan deel, welbewust, en ik voel me dan innig verbonden met dit volk, met zijn gebed en met zijn zorgen. Alle lagen van de bevolking zijn er vertegenwoordigd: volwassenen en kinderen, oudere vaders en moeders, grote jongeren, meisjes en jongens. De “bayangeli”, animatoren van de CEVB (Communautés Ecclésiales Vivantes de Base) - kleine christen basisgemeenschappen – hebben de weg uitgestippeld: niet de gemakkelijkste brede straten, maar straatjes, berg op berg af, door zand en slijk. Deze kruisweg duurt drie uur, van 15 tot 18 uur, om te eindigen aan de parochiekerk waar dan de liturgische dienst van Goede Vrijdag begint met de verering van het Kruis. De mensen geven volle aandacht en tijd om Goede Vrijdag te vieren. Ik vroeg aan de bayangeli waarom ze deze moeilijke weg hadden uitgekozen. Hun antwoord: “Om zo op een zichtbare manier deel te nemen aan het lijden van Jezus. Wij willen in ons lichaam de pijn voelen die Jezus ook moet gevoeld hebben”. Ik was verwonderd dit te horen, want vele mensen hebben al elke dag een veel zwaarder kruis te dragen. Ik heb aan enkele parochianen persoonlijk de vraag gesteld waarom zij hebben willen deelnemen aan de kruisweg. Hun antwoorden waren zeer persoonlijk, elk heeft zijn eigen motivatie. Veelal om de kracht te vragen het eigen kruis van elke dag te kunnen dragen, zoals Jezus en mét Hem, om een echte leerling van Hem te worden, echte christenen. Of ook om te bidden voor de vele jongeren die de kerk én Jezus de rug toekeren, dat zij tot bezinning mogen komen en weer zijn grote liefde mogen ontdekken. Of nog om zelf geen Judas te worden, maar trouw te mogen blijven aan de Heer. En ikzelf dan? Hoe beleef ik deze volksdevotie? Ik bedenk dan dat de Heer zijn kruis heeft gedragen voor alle mensen, ook voor mij dus, voor mij persoonlijk. Ik ben Hem daarvoor heel dankbaar en dit zeg ik duidelijk in mijn gebed. Maar de meditatie bij elke statie stuurt mij ook weer terug naar de realiteit van de huidige wereld, hier bij ons in Kongo. Zoveel mensen ondergaan hier hetzelfde lot als Jezus, zoveel mensen beleven er dezelfde gewelddadigheden. Jezus zet zijn passie verder tot op vandaag in zijn leerlingen, in al zijn zussen en broers. Scheutnieuws maart - april 2015 1 Jezus wordt ter dood veroordeeld. Hij is nochtans onschuldig, Pilatus zelf erkent het. Maar Pilatus vreesde voor een volksopstand, hij liep gevaar zijn populariteit te verliezen, hij hield vast aan zijn postje. Het is dan beter die profeet maar over te leveren, deze geïllumineerde die zich koning waant. - Vandaag volstaat het soms om zich in te zetten voor meer rechtvaardigheid, voor de vrede in de wereld, voor meer broederlijke verstandhouding onder alle lagen van de bevolking, om te worden aangehouden, gevangengezet, veroordeeld tot zware straffen, tot de doodstraf toe. Die ook zonder dralen wordt uitgevoerd. Zij moeten verdwijnen want zij lopen in de weg. En dat gevaar loop je dubbel zoveel wanneer je de concrete onrechtvaardigheden en corruptie durft aanklagen. Zo zijn er verschillende priesters, religieuzen, journalisten of geëngageerde leken vermoord, koudweg doodgeschoten, want zij stoorden “de goede gang van zaken”. Ik denk aan Floribert Chebeya, voorzitter van de vereniging “La Voix des sans-voix”, lafweg vermoord. Ik zie weer voor mijn ogen de film verschijnen van de zeven Trappisten van Tibhirine, ontvoerd en vele maanden later vermoord teruggevonden, omdat ze een leven van gebed en van daadwerkelijke liefde en broederlijkheid leidden te midden van de Moslimbevolking in Algerije. Omdat dit zo mooi was en de mensen zo aansprak waren zij een gevaar voor de sektarische moslimextremisten. Ik ben gekomen om te getuigen voor de waarheid. “Wat is de waarheid?” vroeg Pilatus aan Jezus. – Mgr. Christophe Munzihirwa, aartsbisschop van Bukavu, wordt ‘Profeet van de Waarheid’ genoemd. Hij heeft alle gezagdragers, nationale en internationale, ingelicht over de reële situatie in Kivu na de genocide van 1994 in Rwanda. Hij heeft broederlijkheid verkondigd en eerbied voor elk mensenleven. Hij heeft de verdwijningen aangeklaagd, gevangennemingen, discriminatie, tribalisme en rassenhaat. Niemand heeft naar hem geluisterd. Erger nog, zij hebben hem uit de weg geruimd, lafweg neergeschoten op klaarlichte dag. Zij wilden zijn stem uitschakelen omdat ze de waarheid verkondigde. Hij is “gekruisigd” omwille van de waarheid, zoals zijn Meester Jezus. Jezus ontmoet zijn Moeder. Veronica droogt Jezus’ gelaat. Naar het voorbeeld van Maria, moeder van Jezus, en van Veronica zijn er vandaag ook vele moedige vrouwen, moeders, die standhouden in de moeilijkste omstandigheden. Van ’s morgens tot ’s avonds zijn ze bezig met zoeken hoe ze hun kinderen te eten zullen geven en het schoolgeld betalen. Zij zijn bij de zieken en helpen de doden begraven. Jezus troost de vrouwen van Jeruzalem. Ook nu nog zijn zij talrijk, de vrouwen die Jezus moet troosten: moeders maar ook kinderen, die verkracht worden, lelijk verwond, en fysisch en psychisch gekwetst voor gans hun leven. En de kindjes die zij op de wereld brengen zijn een blijvende herinnering aan hun geweldenaars. Hoe echt van die onschuldigen houden? Simon van Cyrene helpt Jezus’ kruis dragen. Gelukkig vinden wij die vandaag ook nog, mensen die anderen bijstaan in hun lijden. In Bukavu is er dokter Denis Mukwege, “de man die de vrouwen repareert”, volgens de titel van het boek van Colette Braeckman. Hij verzorgt er samen met zijn medewerkers in het hospitaal van Panzi duizenden vrouwen van alle leeftijden die verkracht en verminkt werden. Hij opereert ze en herstelt ze zo goed en zo kwaad als het kan, zodat zij opnieuw hun leven in handen kunnen nemen en weer aanvaard worden door hun echtgenoot. “Al wat je aan de minsten van de mijnen gedaan hebt, heb je aan mij gedaan.” Zoveel wreedheden maar tegelijkertijd ook zoveel moed, liefde en medeleven. Niet haat en dood hebben het laatste woord, maar liefde en leven. Dat zegt ons in duidelijke taal de kruisweg van Jezus, verbonden met zijn Verrijzenis. God verlaat de zijnen nooit. Jos DAS, cicm Scheut en W.O. I (II) In de zomer van 1916, toen de eerste cibisten uit Auvours aankwamen, was de frontlinie, althans wat België betreft, min of meer gestabiliseerd rond een 84 km lange lijn van loopgraven die zich uitstrekten van Nieuwpoort tot Ploegsteert. Ten westen van die lijn lagen de geallieerde legers, ten oosten de centrale legers. Het leven aan het front Ongeveer 130 Scheutisten werden bij de geallieerde legers ingezet als brancardiers-verplegers en een tiental als aalmoezenier. Zes postulanten, of kandidaat-Scheutisten, waren gewone soldaten. De eigenlijke missionarissen (in de missiegebieden of op verlof of klaar om te vertrekken) werden niet opgeroepen door de Belgische overheid. Een groot deel van de legerscheutisten werd ingezet aan het front zelf, anderen werkten als verplegers in militaire hospitalen achter het front. We kennen allemaal het klassieke beeld van de brancardiers: mensen die zich met een draagberrie tot in de frontlinies wagen om doden of gewonden weg te brengen. De doden kregen een voorlopige begraafplaats, de gewonden werden naar een veldhospitaal of verder weg achter het front gebracht. Het moet een enorm zwaar en riskant werk geweest zijn. Toch deden onze Scheutisten het (naast zoveel andere religieuzen en seminaristen), twee tot drie jaar lang naargelang hun aankomst aan het front. Maar van brancardiers met een religieuze achtergrond werd meer gevraagd dan gewonden weg te brengen en hen enkele elementaire zorgen toe te dienen. Ook geestelijke steun behoorde tot hun taken en dit gold uiteraard ook voor de aalmoezeniers. Aan de frontlinie waren her en der zeer eenvoudige gebedshuizen – frontkapellen – voorzien die gewoon deel uitmaakten van het labyrint van de loopgraven. Maar ook de kerken in de buurt van het front stonden ter beschikking. De brancardiers werden verondersteld “Aan de ingang der kerk van Hoogstade kwam eens een soldaat buiten adem op mij af; ’t lof was juist geëindigd en iedereen was reeds weg. -- ‘Kan ik nog biechten, aalmoezenier?’ (ieder woord was onderbroken door een zucht en bij nader toezien bemerkte ik dat hij er gans beslijkt uitzag.) -- ‘Zeker, jongen, ga maar binnen, er zit nog een biechtvader aan de biechtstoel links.’ -- ‘Goed zo, want ’t is verschrikkelijk. We komen uit de loopgraven en zijn onderweg gebombardeerd geworden met grote obussen, meer dan genoeg om ons allen dood te schieten. Wat ben ik content dat ik daaruit ben. Drie werden gedood, verschil lende gewond. Ik heb mijne velo in ’t kantonnement gesmeten en ben recht naar de kerk gelopen.” Villa Héloïse in Le Tréport. Bovenaan, derde van links: P. Albert Van Zuyt (getuigenis van legeraalmoezenier P. Jaak Leyssen uit Bree, zie Missiën van Scheut, 1920, p. 183) Scheutnieuws maart - april 2015 3 te luisteren naar wat de soldaten dagelijks bezighield, hen aan te moedigen, hun leed te delen. Ze moesten een bron van opbeuring zijn midden het algemeen gevoel van depressie en zedelijke ontreddering. En ja, ook het omgaan met kritiek, spot en openlijke tegenkanting van verbitterde soldaten en hun bevelhebbers behoorde tot hun taak. woelige oorlogsperiode. De soldaten werden tijdens hun verlofperiodes naar Le Tréport uitgenodigd om er zoveel mogelijk tot uiterlijke en innerlijke rust te komen. En daar werd dan ook zoveel mogelijk gebruik van gemaakt! De Scheutisten probeerden hun verlof vooral in periodes van feestdagen te nemen om deze dagen in een scheutse broedersfeer te vieren. De frontscheutisten werden ook aangemoedigd om iedere maand bijeen te komen voor wat we nu een “recollectie” zouden noemen: een conferentie door een van de aalmoezeniers, lezing van enkele artikelen uit de Constituties van Scheut, misviering, maaltijd. De rest van de bijeenkomst werd gevuld met “scheutse leute”! De confraters-aalmoezeniers werkten zoveel mogelijk mee aan de geestelijke vorming van de Scheutisten aan het front. Niet alleen gaven ze bij gelegenheid een geestelijke conferentie, ze huurden ook kamers waar de Scheutisten van hun divisie konden samenkomen en probeerden geestelijke lectuur te verschaffen. Bevordering van het eigen geestelijk leven Andere activiteiten I.v.m. hun opleiding aan de C.I.B.I. in Auvours vermeldden we reeds dat, naast de voorbereiding op hun taak als aalmoezenier of brancardier, ook veel tijd en aandacht besteed werd aan het op peil houden van het geestelijk leven van de jonge Scheutisten. Door toedoen van P. Albert Gueluy en andere confraters, die in Fatines dichtbij Auvours verbleven, werden lessen, conferenties en geestelijke oefeningen georganiseerd voor de toekomstige frontscheutisten en konden deze laatste ook beschikken over geestelijke lectuur. In de lente van 1916 had P. Albert Van Zuyt, in opdracht van Algemeen Overste Florent Mortier, voor de congregatie een huis aangeschaft, Villa Héloïse in Le Tréport, een stadje aan de Franse kust tussen Dieppe en Amiens. Albert Gueluy bleef nog een hele tijd in Fatines terwijl P. Mortier de geestelijke zorg van de frontsoldaten aan Albert Van Zuyt toevertrouwde. De mannen aan het front moesten voortaan een regelmatige correspondentie met P. Van Zuyt onderhouden en o.a. verslag uitbrengen over hun inkomsten en uitgaven. Deze correspondentie is grotendeels bewaard en is een rijke bron van informatie over de Vanuit Le Tréport begon Albert Van Zuyt, in samenwerking met verschillende aalmoezeniers, aan de uitgave van een frontblaadje voor de Scheutisten. Het eerste nummer verscheen in juni 1916 en het laatste in juli 1918. De eerste titel was: “De Scheutist” en werd later “C.I.C.M.” De aalmoezeniers schreven artikelen in het gazetje en jongeren aan het front werden eveneens verzocht wat nieuws van het front of elders op te sturen naar Le Tréport. Het blad werd verspreid op 125 exemplaren. Voor welke bijeenkomst dan ook waren de Scheutisten altijd welkom bij de Blauwe Zusters in De Panne en … bij de moeder van Edmond Devloo (eveneens tijdelijk frontscheutist) in Oostvleteren. Van zo’n informele scheutse bijeenkomst in Oostvleteren ontvingen we een foto van de familie Devloo, die we graag hierbij publiceren. Edmond zelf zit uiterst rechts. Op de achterkant van de foto schreef iemand “1916”. (wordt vervolgd) Romain Clement, cicm SOS Scheut SOS Scheut – kennismaking met een aanvaard project “MPOKOLO WA MUOYO”: opvangcentrum voor familiehereniging Ivo Vanvolsem (°Buizingen 1950) is sinds 1972 werkzaam in Kongo. “Mpokolo wa Muoyo” (Bron van Leven) is een opvangcentrum voor daklozen in Kananga, de hoofdstad van de provincie West-Kasayi in het binnenland van Kongo. Deze stad van ongeveer 1.500.000 inwoners is sinds lang arm. De meeste mensen beschikken er niet over water en elektriciteit. Er is geen industrie en geen werk. De meeste mensen overleven dankzij kleinhandel op de markt en langs de straat. In ons centrum vangen we mensen op die om uiteenlopende redenen op straat zijn beland. De meeste daklozen in Kongo zijn straatkinderen, uitgestoten uit de maatschappij, rondzwervend, niet wetend waar naartoe. Ons centrum is officieus begonnen in 1992; in 1996 vond de officiële opening plaats. Het is een centrum van de Missionarissen van Scheut. Ieder jaar vangen we minstens 500 daklozen op: 20 % zijn volwassenen, 80 % kinderen. Dit is een gemiddelde van 42 mensen per maand. De volwassen vrouwen zijn vooral jonge moeders met hun kleine kinderen, in de steek gelaten door avontuurlijke huisvaders. De zieken zijn mannen en vrouwen die een ondraaglijke last zijn geworden voor de familie die hen op straat zet. Er zijn ook ex-gevangenen die nooit in de stad Kananga zijn geweest en die de eerste dagen na hun vrijlating uit de gevangenis niet weten waar naartoe. En dan zijn er alle soorten verwaarloosde kinderen. Weeskinderen; kinderen die hun thuis ontvluchten omwille van de ellende, honger, ruzies en echtscheiding van hun ouders, en spanningen met hun stiefvader of stiefmoeder. Andere kinderen zijn van huis weggejaagd omdat ze mentaal of fysisch gehandicapt zijn, aan vallende ziekte lijden of karaktergestoord zijn. Er zijn kinderen die de jeugdrechter ons toevertrouwt. Ook kinderen die uit het binnenland komen en in de stad verloren zijn gelopen, enz. De meeste van deze kinderen worden beschouwd als bezeten van het kwade en zijn zwerf- of straatkinderen geworden. Dagelijks vangen we verwaarloosde kinderen en volwassenen op. Ze krijgen kleren, eten, een bed en aangepaste geneeskundige zorgen. Een groep van tien mannen en vrouwen van Kananga zorgen voor het onthaal. Ze zorgen voor de keuken, de aankopen, de was en strijk van kleding en lakens, de hygiëne, het onderhoud van het centrum, de geneeskundige zorgen, de administratie en de boekhouding, maar besteden ook veel tijd aan het aandachtig luisteren naar de levensverhalen van mensen die zoeken naar een beetje begrip en liefde. We trachten hun problemen goed te begrijpen om te weten hoe we hen kunnen helpen met een duurzame oplossing. Ons centrum is een transitcentrum: de mensen die we opvangen verblijven er twee tot drie maanden. Het feit dat al deze verschillende mensen – grote en kleine, gezonde en zieke, rustige en agressieve – samenwonen in ons centrum, schept een zekere familiesfeer, wat ons “genezend” lijkt te zijn op alle Scheutnieuws maart - april 2015 5 vlak. De eigenlijke bedoeling van ons centrum is deze “verloren” mensen te helpen weer ergens in hun familie terecht te komen. Dat is het grote werk van onze twee sociale werkers: zij zoeken contact met familieleden om de terugkeer van onze gasten voor te bereiden, waar ook in Kongo. Zo helpen we hen hun leven weer op te starten. Dit is de betekenis van de naam van ons centrum: “Bron van Leven”. Sinds 2013 organiseren we een bijkomende activiteit: de familiehereniging van kinderen (van 10 tot 15 jaar) die in de Kasayi-streek ontvoerd worden en in Kinshasa (1000 km verder) verkocht worden aan dievenbenden, die hen een criminele vorming geven. Er zijn ouders van vermiste kinderen die ons opzoeken en smeken hen te helpen om hun kinderen terug te vinden. En er zijn verschillende opvangcentra in Kinshasa die regelmatig vermiste kinderen van bij ons opvangen en ons vragen om hun ouders op te zoeken. Dit vraagt veel communicatie- en opzoekingswerk. Uiteindelijk keren die kinderen per vliegtuig terug naar Kananga waar wij ze opvangen en aan hun ouders terugbezorgen. We hebben voor ‘t ogenblik meer dan 50 dossiers van vermiste kinderen. Momenteel zijn er nu iets meer dan 10 terug in hun familie. Zowel ouders hier, als organisaties in Kinshasa doen vaak beroep op ons omdat we in onze provincie het enige centrum zijn dat dit specifiek opzoekingswerk doet. Van staatswege is er geen enkele steun voor deze Kongolese ‘Child Focus’. Sinds de oprichting van ons centrum hebben we al heel wat ervaring opgedaan met de opvang van kinderen die zich in heel bijzondere crisissituaties bevinden: -- vluchtelingenkinderen uit de Katanga- en Kivuprovincies; -- vluchtelingenkinderen uit onze buurlanden Rwanda, Burundi en Angola; -- kindsoldaten; kinderen met verbroken familierelaties; -- kinderen weggejaagd of weggelopen uit hun familie; -- karaktergestoorde kinderen; fysisch en psychisch minder valide kinderen; -- behekste kinderen; straatkinderen; weeskinderen; vondelingetjes; -- hennepverslaafde kinderen; ondervoede kinderen; verkrachte kinderen; -- kind-hoertjes; kind-moeders; gerechtskinderen; gevangeniskinderen; -- en nu ook vermiste en ontvoerde kinderen. Veel kinderen in Kongo kennen een pijnlijke lijdensweg en vragen om een specifieke bijstand. Maar we kijken ook op naar hun enorme veerkracht. Spijts alles willen ze leven. Al dat werk wordt gedaan vanuit een bewuste evangelische inspiratie. De Kongolese mannen en vrouwen die het personeel vormen van ons opvangcentrum, en die het dag in dag uit toch maar doen in moeilijke omstandigheden, zijn een ware zegen van God voor de verstotenen van hun maatschappij. Ivo Vanvolsem, cicm Wie dit project wil steunen, kan storten op SOS Scheut – Ontwikkelings – Samenwerking – Brussel: IBAN: BE82 0000 9019 7468, BIC: BPOTBEB1. Bij iedere storting het projectnummer vermelden: 02 243 031 en de naam van het project: ‘Mp w Muoyo Knga’. Er kan een attest verkregen worden. Van paters en geuzen: Sint-Jan uit Oostende op missie Het Chinamuseum op de bovenverdieping – een verborgen parel – toonde ons de rijkdom van de Chinese cultuur. Wij leerden er onze eerste woordjes Chinees, maakten kennis met Confucius, de Boksers en Mao, stelden vast dat Chinese vrouwen wel op heel kleine voet leefden en zagen hoe de Chinezen vroeger betaalden (spadegeld). “Cor unum et anima una.” In sierlijke letters prijkt dit motto op de gevel van het missiehuis van Scheut in Anderlecht: “één van hart en één van geest”. En zo voelden de zevenendertig (plus chauffeur) parochianen van Sint-Jan zich ook, op hun uitstap, die zonovergoten missiezaterdag in oktober. Aan het standbeeld van Theofiel Verbist, die 152 jaar geleden “Scheut” stichtte, stonden zij ons op te wachten: rector Frans Van Oudenhove en de twee “Sint-Janse” Scheutisten pater Guido Everaert (in januari terug vertrokken naar de Filippijnen) en broeder Jaak Goetghebeur. Een en al hartelijkheid en geestdrift: zo kennen wij Scheut dus. In de stemmige kapel van Scheut vierden wij samen eucharistie. “De Kerk moet open staan voor de wereld, moet luisteren naar de mensen. En missionaris zijn wij allemaal”, hield voorganger Guido ons voor. Die opdracht namen wij alvast mee naar onze parochie. Heel ontroerend is de fotogalerij met de honderden missionarissen van Scheut: van de ernstig kijkende, negentiende-eeuwse, bebaarde paters die de Chinezen wilden bekeren, tot de vriendelijke gekleurde jongens uit de landen waar Scheut werkzaam is en die nu, in vele landen in de wereld en ook in onze vermoeide Westerse kerk, mensen komen inspireren. Wij zochten en vonden er ook veel namen en gezichten afkomstig uit Oostende. Na de picknick met meer dan één scheutje koffie trok ons bonte gezelschap naar het nabije kasteel van Gaasbeek, vandaag meer dan ooit een droomkasteel vol fantasie. Wij treurden mee aan het sterfbed van de graaf van Egmond, stonden aan de wieg van de Ver-Licht-ing, kregen als eregasten een stukje van de taart ‘Europa’ voorgeschoteld, ontdekten remedies tegen zeeziekte, liefdesverdriet en vliegende draken en mochten in bad en in bed met de laatste gravin van Gaasbeek. Sprookjesachtig mooi allemaal! Door het golvende, Breugeliaans Pajottenland slalomde onze bus ons dan naar het gezellige volkscafé ‘De Cam’ in Gooik, een oude geuzestokerij, met ... honderdvijftien (het antwoord op onze prijsvraag!) drankjes op de kaart. En óf! de geuze naar keuze rijkelijk vloeide door onze dorstige kelen. Wij smikkelden en smulden van het heerlijke, copieuze avondmaal. En, ja, zelfs de stoverij baadde in de geuze. Nog even namen wij een kijkje in het “volksmuziekinstrumentenmuseum” (oef, wat een woord!). Met een stille trom zakten we af, ‘terug naar de kust’. Een Sint-Lucaszomerdagje om niet vlug te vergeten! Johan Vandenabeele, Oostende Scheutnieuws maart - april 2015 7 Onze overledenen Onze overledenen Overleden familieleden van confraters Gierle, 30.12.14: Dhr Camiel Verlinden, broer van Renaat (†2009). Sint-Michiels-Brugge, 08.01.15: Mvr. Juliana De Clerck, zus van Hubert (Rumbeke). Hamont-Achel, 08.01.15: Dhr Paul Lindemans, broer van Karel (Filippijnen). Wuustwezel, 10.01.15: Mvr. Cecilia Van Gils, zus van Jos (†2004). Ingooigem, 14.01.15: Mvr. Agnes Hanssens, schoonzus van Hugo Balcaen (Kortrijk). Zandbergen, 17.01.15: Mvr. Godelieve Steenhoudt, zus van Jef (†2000). Oosterlo, 17.01.15: Zuster Els Verhaert, zus van Eugeen (†2012). Temse, 22.01.15: Mvr. Joske Van der Biest, zus van Jozef (Schilde). Lendelede, 24.01.15: Dhr Albert Hanssens, broer van Stan (†2013) en Staf (Rumbeke). Elter (Duitsland), 29.01.15: Dhr Jan Hebing, schoonbroer van Jan Mocking (Zuun). Heule, 30.01.15: Zuster Laura Courtens, zus van Daniël (†1999). Halle, 31.01.15: Dhr Willy Vancraeynest, schoonbroer van Jozef Dehandschutter (Schilde). Komen en gaan (lijst afgesloten op 28 februari 2015) Keerde terug naar zijn missie : Everaert Guido (Filippijnen). KADOC stelt ten toon De tentoonstelling " Vijandige vergezichten. De Groote Oorlog op kleine schaal ", van 2 maart tot 26 april in KADOC (Vlamingenstraat 39, 3000 Leuven), toont tekeningen die Jozef Raskin (°Stevoort 1892 † Dortmund 1943) maakte van de Duitse voorposten aan het IJzerfront. De Scheutist was vanaf het voorjaar van 1915 als brancardier actief, maar trok met zijn tekentalent de aandacht van de militaire inlichtingendienst. Gewapend met pen, papier en een uitstekend visueel geheugen verschool hij zich in observatieposten in het niemandsland en bracht de Duitse stellingen in beeld. Honderd jaar later resten ons zijn tekeningen, vaak haast kunstwerkjes. Maar wat bleef er bewaard van de landschappen die Jozef Raskin observeerde? Fotograaf Patrick Lagrou trad in de sporen van de pater-spion. Zijn foto’s tonen de ‘vijandige vergezichten’ van toen als vredige landschappen. De tentoonstelling plaatst Raskins spionageactiviteiten ook in een ruimer kader en toont zijn collega’s – pastoors, paters, zusters en broeders – in loopgraven, hospitalen en opvangcentra aan de slag om het oorlogsleed te verzachten. Foto’s, een film, dagboeken, frontblaadjes en sluikpers brengen hun wat verdoken en soms vergeten werk tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het voetlicht. Redactie : Romain Clement, Werner Lesage, Erik Maes, Marcel Peeters, Julien Vandevoorde, Frans Van Oudenhove, Nand Verhoeven Verantwoordelijke uitgever : Erik Maes, Missiehuis van Scheut, Ninoofsesteenweg 548, 1070 Brussel Bankrekening : Missiehuis van Scheut - Brussel, IBAN-code : BE34 4392 1002 4190, BIC-code : KREDBEBB, met de vermelding : “voor Scheutnieuws” Drukkerij-Uitgeverij Jan Verhoeven nv - Sint-Pieters-Leeuw
© Copyright 2024 ExpyDoc