“Kinderhuis”, zoals in Dagera - Jeugdzorg Sint

In de Dendermondse cluster van vzw Jeugdzorg Sint-Vincentius bieden we in de
verblijfsafdeling “Kinderhuis”, zoals in Dageraad-Hamme, de modules contextbegeleiding
en verblijf (steeds gekoppeld aan contextbegeleiding) en contextbegeleiding in functie van
autonoom wonen aan. De Dendermondse verblijfstak is wel een bescheidener afdeling
bestaande uit één leefgroep voor 13 jongeren. Het is een gemengde leefgroep voor
jongens en meisjes van verschillende leeftijden, variërend tussen ongeveer 3 en 18 jaar.
Regionale inplanting, bereikbaarheid en accommodatie
Het Kinderhuis bevindt zich in de onmiddellijke nabijheid van het station van Dendermonde,
in het centrum van de stad. Nabijgelegen steden en gemeenten zijn vlot bereikbaar met het
openbaar vervoer.
We zijn gevestigd in een alleenstaande villa met een ruime tuin. De jongeren hebben een
eigen slaapkamer met lavabo en verder is het huis uitgerust met een keuken, twee
badkamers, toiletten, living met aanpalende eet- en speelruimte, gespreks- of
bezoekerskamers en burelen voor de begeleiders. Een bijgebouw in de tuin huisvest
burelen en een vergaderruimte.
Doelgroep
We zijn zoals vermeld een kleine voorziening van één gemengde leefgroep voor dertien
kinderen en jongeren uit de leeftijdsklasse van 3 tot 18 jaar. Voor nieuwe jongens hanteren
we een maximumleeftijd van 14 jaar bij opname.
Vaak hebben we te maken met eerder langer lopende begeleidingen waardoor we een
zekere gezinsvervangende klemtoon leggen in onze werking. We richten ons op een
warme, veiligheid biedende opvang en hechten veel belang aan groepsvorming en het
smeden van een geheel.
In de leefgroep worden zowel jongeren opgenomen met beperkte perspectieven qua
context als jongeren die geregeld contact hebben het hun oorspronkelijke gezin en waar de
doelstelling uitgesproken de terugkeer naar huis is.
In elk geval proberen we, naast de geschetste groepsgerichte werking, de inbreng van de
ouders (en/of andere relevante contextpersonen) in de opvoeding van de kinderen zo
groot mogelijk te houden. De ouders zijn welkom in de voorziening en krijgen inspraak bij
de doelen en de aanpak van de jongere en bij belangrijke keuzes of beslissingen (school,
godsdienst, medische ingrepen…)
Grondslagen van de werking
We willen elke jongere en zijn/haar gezin een hulpverlening op maat aanbieden. Van bij de
aanmelding en intake worden vanuit de verwijzende instantie verwachtingen gesteld en
worden jongere en ouders gevraagd naar wat zij belangrijk vinden en als doelstellingen in
het begeleidingsproces willen voorop stellen. Deze zaken worden vastgelegd in het
individuele handelingsplan van de jongere, dat het vertrekpunt en de leidraad in de
begeleiding wordt. De aanpak en de evolutie van de jongere en zijn problematiek worden
geregeld geëvalueerd in samenspraak met ouders/context, jongere zelf en verwijzende
instantie, waarbij doelen voortdurend kunnen aangepast of geactualiseerd worden.
Binnen het team krijgt de jongere een aandachtsopvoeder toegewezen, die zijn individuele
begeleidingstraject
meer
specifiek
opvolgt
en
die
ook
deelneemt
aan
de
evolutiebesprekingen. De aandachtsopvoeder zal ook de meeste contacten onderhouden of
sturen in andere individuele aspecten van de begeleiding: schoolse opvolging,
vrijetijdsbesteding, eventuele ambulante therapie of revalidatie, contacten met clb, met
eventuele werkgever …
Ouders of andere relevante personen of familieleden worden zo nauw mogelijk bij de
werking betrokken. Enerzijds door contacten met en bezoeken in het ouderlijke milieu zo
veel
mogelijk
te
stimuleren
en
open
te
houden.
Anderzijds
door
huisbezoeken/begeleidingsgesprekken van de contextbegeleider met de context, waar deze
geïnformeerd wordt over de gang van zaken en waar dieper ingegaan wordt op de samen
afgesproken doelstellingen en aandachtspunten. Ook de jongere zelf kan bij deze
gesprekken betrokken worden.
Naast de formele begeleidingsgesprekken zijn er vaak talrijke informele contactmomenten
tussen ouders /context en begeleiders (telefoongesprekken, contact bij afhalen of
terugbrengen van de jongere, bezoeken van ouders in de leefgroep) waar we steeds
zorgvuldig mee proberen om te gaan.
Zoals hoger reeds bleek, neemt ook de leefgroepswerking een belangrijke plaats in in de
begeleiding. We streven ernaar dat de leefgroep een zeker geheel vormt waarin de
jongeren ook rekening houden met elkaar en van elkaar kunnen leren. Dit gebeurt zowel in
gewone dagelijkse situaties, als in gezamenlijke ontspanningsactiviteiten, als in door de
begeleiders
georganiseerde
vormende
of
creatieve
activiteiten,
als
in
de
groepsvergaderingen met de bewoners…
Het dagelijkse leven in de leefgroep is verder gebaseerd op een duidelijke structuur –
dagindeling en afspraken – die een belangrijke houvast biedt maar geen keurslijf mag
worden. In deze zin worden structuur en afspraken voortdurend gehanteerd als
fundamenteel opvoedingsmiddel, waarin jongeren leren dat betrouwbaarheid en nemen van
verantwoordelijkheid kan leiden tot meer vertrouwen en soepelheid.
Om een duidelijke lijn te houden in de individuele begeleidingen plannen we geregeld
casusbesprekingen
binnen
de
leefgroep
(overleg
met
individuele
begeleider,
contextbegeleider, andere leefgroepbegeleiders en directie of stafmedewerker). IB en CB
zijn daarnaast vanuit de voorziening ook de spilfiguren bij evolutiebesprekingen en
eventuele tussentijdse overlegmomenten met consulent en betrokkenen. Voor de bewaking
van
de
globale
groepswerking
organiseren
we
een
tweewekelijks
werkoverleg/teamvergadering.
Doorheen de werking wordt voortdurend bekeken of en op welke manier een terugkeer naar
het natuurlijke milieu van de jongere mogelijk is.
Adolescenten waarbij een terugkeer naar huis niet haalbaar blijkt, begeleiden we verder
naar zelfstandigheid. Zij krijgen geleidelijk meer vrijheden en verantwoordelijkheden en ze
kunnen doorgroeien naar kamertraining en/of begeleid autonoom wonen: de jongere zoekt
een eigen woning en woont zelfstandig maar wordt nog enige tijd ambulant begeleid door
een begeleider van de voorziening. Om deze trajecten te kunnen doorlopen, kunnen
jongeren ervoor kiezen om nog verder in de voorziening te blijven na hun 18 jaar. Ze stellen
dan zelf een uitdrukkelijke vraag tot voortgezette hulpverlening.
Ook in deze trajecten blijven we nog waar mogelijk de ouders betrekken bij de werking en
de begeleiding van hun kind. We proberen altijd jongeren en ouders te duiden dat het
belangrijk is om een zo goed mogelijke verstandhouding na te streven, wat ook de finaliteit
van de begeleiding is.