Ondernemen in Duitsland versus Nederland

OndernemeninDuitslandversusNederland
In opdracht en op initiatief van ontwikkelingsmaatschappij Oost NV heeft Loyens & Loeff een
checklist ontwikkeld voor een grondige analyse ter beantwoording van de vraag:
“Wat is voor ondernemers de meest geschikte vestigingsplaats voor hun bedrijf:
Duitsland of Nederland?”
Bij de uitvoering van dit onderzoek zijn specialisten betrokken uit de verschillende disciplines die van
belang zijn voor het maken van een juiste vestigingsplaatsanalyse. Daarbij is er op onderdelen een
secundaire analyse uitgevoerd op de gevonden resultaten. Het onderzoek is opgezet en aangestuurd
door Gert-Jan Hop en Cuno Wittrock van Loyens & Loeff in Arnhem. Beide fiscaal jurist die voor
Loyens & Loeff werkzaam zijn geweest in Duitsland en veel Nederlands-Duitse ondernemingen
hebben begeleid.
De modelmatige opzet is gebaseerd op de bedrijfsdata en cijfermateriaal van twee Nederlandse
bedrijven die recentelijk publiekelijk hebben aangegeven hun besluit nog niet te hebben genomen
om hun bedrijf in de komende jaren te vestigen of uit te breiden in Duitsland (Nordrhein Westfalen
of Niedersachsen) of in Nederland (Twente).
De checklist bestaat uit de volgende onderdelen:





Exploitatie
Subsidies
Belastingen
Juridische aspecten, zoals rechtsvorm, aansprakelijkheden en arbeidsrecht
Bedrijfsspecifieke criteria
ManagementSummary
Conclusiescasestudies
O.b.v. twee praktijkcases van Nederlandse mkb-bedrijven die overwegen zich te (blijven) vestigen in Twente of
NRW/Niedersachsen kunnen we de volgende conclusies trekken:
1.
Exploitatiekosten
a. Grondprijzen
b. Bouwkosten
c. Loonkosten
d. Energiekosten voor het mkb
e. Overige kosten
fors lager in Duitsland
fractie lager in Duitsland
ongeveer gelijk
fractie lager in Nederland
ongeveer gelijk
Afhankelijk van de hoogte van de investering in grond en gebouwen zijn de jaarlijkse extra lasten
(rente) in Duitsland 2.500 en maximaal 10.000 euro lager indien dit in zijn geheel gefinancierd moet
worden, rekening houdend met een lagere rente in Duitsland.
2.
Subsidies
a. EU-subsidies
grotendeels gelijk
b. Overige subsidies
geen significante verschillen
c. Financiering
zachtere financiering mogelijk in Duitsland
Los van eventueel terug te betalen (van reeds ontvangen) EFRO-bijdragen zijn er geen grote
verschillen. Wel lijken de financieringsmogelijkheden en voorwaarden in Duitsland dankzij de KfW
Bank gunstiger.
3.
Belastingen
a. Winstbelasting in Nederland 20-25%. In Duitsland Gewerbe- en Korperschaftsteuer samen
ca. 28%
b. Vermindering loonheffingen in Nederland dankzij WBSO
c. Belastinggrondslag in Nederland verlaagd door zaken als RDA en Innovatiebox. Dit zijn zaken
die Duitsland niet kent
d. Aanloopverliezen kunnen in Nederland (door middel van een fiscale eenheid) met overige
winsten worden verrekend
Zowel het percentage als de grondslag is in Nederland dus lager. In de onderzochte gevallen kan dit
leiden tot een verschil in kosten van 50.000 euro per jaar. De totale belastinglast is in Nederland lager
door de toepassing van de WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelwerk) die de af te dragen
loonbelasting en premie volksverzekering vermindert, RDA (Research- en Development Aftrek, waarbij
R&D-uitgaven in mindering kunnen worden gebracht op het resultaat) en Innovatiebox (winsten uit
innovatieve activiteiten worden belast met 5% i.p.v. 20-25%).
4.
Juridische aspecten, zoals rechtsvorm, aansprakelijkheden en arbeidsrecht
a.
Rechtsvorm bedrijf (B.V. of GmbH) - Een B.V. verdient de voorkeur t.o.v. een GmbH door het
ontbreken van eisen minimumkapitaal en minder vergaande aansprakelijkheid bestuurder
b. Verschillen in arbeidsrechtelijke zaken zoals doorbetaling/uitkering bij ziekte, proeftijd en
ontslagrecht
5.
Bedrijfsspecifieke criteria
a. Belang Duitse rechtsvorm en/of label “made in Germany” voor de afzetmarkt
b. Administratieve lasten
Eindconclusie
Ondernemen in Nederland is per saldo wat betreft cijfermatige indicatoren (zoals algehele exploitatiekosten,
subsidies en belastingen) aantrekkelijker dan in Duitsland. Bedrijfsspecifieke criteria, direct gerelateerd aan
financieringen, arbeids- en afzetmarkt zijn verschillend per bedrijf en kunnen de beslissing voor een
locatiekeuze voor Duitsland dan wel Nederland sterk beïnvloeden.
HET IS EN BLIJFT EEN MODEL EN DUS EEN KWESTIE VAN MAATWERK!
Voor nadere informatie:
Loyens & Loeff NV
Oost NV
Mr. G.J. Hop
Belastingadviseur
Telefoon: 026 3347272
E-mail: [email protected]
J.H. Ligtenberg
Hoofd Investeringsbevordering
Telefoon: 06 53320940
E-mail: [email protected]