Rebekka De Wit Suzanne Grotenhuis Heimat is een voorstelling gemaakt door vijf jonge mensen die zich afvragen of ze iets kunnen leren Heimat van vorige generaties. Schrijver Rebekka De Wit en regisseur Freek Vielen stelden een vragenlijst op waarmee zijzelf en de andere spelers (Tom Struyf, Suzanne Grotenhuis en Harald Austbø) naar hun ouders en grootouders trokken. Met vragen zoals “waar heb je spijt van?” of “wat heeft de liefde je geleerd?” gingen ze de zware thema’s niet uit de weg. — Stefan Moens en Filip Tielens “Het is een taboe in onze generatie om toe te geven dat je foute keuzes hebt gemaakt” 6 Jullie gaan met grote levensvragen over geluk en spijt te rade bij vorige generaties, maar kan je van vorige generaties überhaupt iets leren? Moet niet elke generatie gewoon leren van haar eigen stommiteiten? Suzanne Grotenhuis: “Ik denk dat we zeker iets van vorige generaties kunnen leren. Hoe we de maatschappij organiseren moeten we zelf met vallen en opstaan uitzoeken, maar als het gaat over liefhebben, kunnen we wel degelijk lessen trekken uit hoe je ouders elkaar graag zien en hoe ze jou graag zien. De invloed die je ouders op je leven hebben, is altijd heel duidelijk aanwezig in je, ook als je dat niet zou willen.” Rebekka De Wit: “Het is niet zo dat we echt op zoek waren naar concrete tips die we zelf konden gebruiken. We waren vooral nieuwsgierig naar wat zij van hun leven gemaakt hebben en welke tips ze ons zouden kunnen geven. Voordat we aan de voorbereiding van Heimat begonnen, had ik nog nooit zulke gesprekken gehad met mijn vader of grootouders.” Zijn er antwoorden die vaak terugkwamen in de verschillende gesprekken? Rebekka: “Velen vonden dat ze te hard gewerkt hadden in hun leven. “Hoe komt dat dan toch?”, vroeg ik me af. Mijn vader vindt familie erg belangrijk, maar heeft toch zijn hele leven lang hard gewerkt en weinig tijd voor ons gehad. Zelf geloofde ik in het idee dat je eerst jezelf moet liefhebben alvorens je een ander graag kan zien, maar mijn vader vertelde me in het interview helemaal het tegenovergestelde: door de liefde voor zijn vrouw had hij geleerd om van zichzelf te houden. Dat vind ik best een grappige omkering en eigenlijk ook een openbaring, want mijn vader is best wel een autoritaire man. Het meest opvallend vond ik hoe mensen zich van hun meest kwetsbare kant durven laten zien in zo’n interviews. Je kan aan mensen onmogelijke vragen stellen en toch gaven ze er – soms onbedoeld – ontzettend mooie antwoorden op. Toen ik mijn oma vroeg of ze ergens spijt van had, zei ze droogweg: ‘Vroeger werd er niet zo veel gepraat.’ Dat vond ik zo’n mooi antwoord. Als je minder keuzes hebt, zoals zij vroeger, dan valt er natuurlijk ook minder te praten. Op een ander moment vond ze bijvoorbeeld dat ze ‘te netjes’ had geleefd en te veel opruimde. Dat is toch een heel mooi, grappig antwoord? Ik denk dat weinig mensen echt durven toegeven dat ze ergens spijt van hebben. Spijt is in onze generatie een taboe. Toegeven dat je foute keuzes hebt gemaakt, wordt niet geaccepteerd.” Klopt het dat de jonge generatie meer wil dan vorige generaties en daarom ook sneller ontevreden is? Suzanne: “De wereld van onze ouders en grootouders was natuurlijk iets kleiner. Dan heb je gemakkelijker een doel om op te richten in je leven. Wij hebben tegenwoordig zoveel mogelijkheden, dat is een verpletterende veelheid.” Rebekka: “Ja, die keuzemogelijkheden leiden bij ons vaak tot keuzestress. Mijn oma was best wel jaloers op onze generatie want in haar tijd was de enige optie snel trouwen en kinderen krijgen. Zij heeft het gevoel dat ze in de verkeerde tijd heeft geleefd!” Hoe reageerden je ouders en grootouders op jullie vragen? Waren ze niet te terughoudend? Suzanne: “Tijdens het gesprek stelden ze zich helemaal open. Ik had hen de vragen niet op voorhand opgestuurd. Mijn moeder heeft geen affiniteit met theater, maar ze was wel mee met het onderzoek dat we wilden voeren.” Rebekka: “Dit project heeft wel wat in beweging gezet. Mijn vader belde me vroeger nooit, maar na de première heeft hij me drie maanden elke dag gebeld!” Suzanne: “Die diepte-interviews vonden we echt fantastisch. Wanneer heb je als dochter eens de kans om je ouders zulke pertinente vragen te stellen? Dit was echt een once in a lifetime experience. Veel mensen komen ons na de voorstelling vertellen dat dit vragen zijn die ze dringend ook eens aan hun ouders moeten stellen.” Hoe vermijd je de valkuil van het melige of clichématige? Sommige toeschouwers gaven aan dat ze de voorstelling op bepaalde punten wat sentimenteel vinden. Rebekka: “De voorstelling zit op een gevaarlijk snijvlak, maar zo lang we aan de goede kant van de lijn blijven, is dat sentiment geen probleem. We nemen natuurlijk wel een risico. Mensen zijn tegenwoordig al snel bang voor sentiment. Voor sommige toeschouwers gaat het er misschien wat over. Maar dat is een risico dat we niet willen vermijden.” Suzanne: “Je zou kunnen kiezen om ironie aan de voorstelling toe te voegen, maar het gaat tenslotte over liefde, leven en geluk. En over supersympathieke oma’s (lacht). Regisseur Freek Vielen koos ervoor om dit niet te doen. Het is toch gek dat we bang zouden moeten zijn om het over essentiële zaken te hebben? Het is ook een kunst om deze thema’s gewoon te formuleren zoals ze zijn, zonder franjes of ironie.” Rebekka: “Ik denk dat we in een tijd leven waarin er best veel ironie is. Daar valt ook niet zo gemakkelijk aan te ontsnappen. Enerzijds hebben we nood aan grote verhalen, maar anderzijds ben ik die meteen weer aan het deconstrueren. Heel dubbel allemaal. Wanneer ik naar de Zomergastenaflevering met David Van Reybroeck kijk, vind ik wat hij zegt allemaal zo ernstig, er is helemaal geen tijd voor enige relativering – hoe boeiend het ook is wat hij allemaal vertelt.” Zou je Heimat ook vijf jaar geleden gemaakt kunnen hebben of is het een typische voorstelling voor bijnadertigers? Rebekka: “We hadden het verlangen om een voorstelling te maken waarna je denkt ‘shit, ik moet dringend aan mijn leven beginnen’. En naakt in de zee moet gaan zwemmen ofzo, omdat dat toch een symbool is van iets dat je altijd maar uitstelt. Als je dertig wordt, ben je hier meer mee bezig dan wanneer je twintig bent en je nog heel veel richtingen uit kan.” 7 Beschouwen jullie theater maken als hard labeur? Suzanne: “Ik kan wel doodop zijn wanneer ik lange dagen moet draaien en op zich vind ik het wel hard werken, maar omdat ik mijn werk zo graag doe, denk ik niet dat ik er een burn-out van zou kunnen krijgen. Stel dat je een artistiek leider van een groot gezelschap bent en drie voorstellingen op een jaar moet maken en subsidiedossiers moet schrijven, dan kan ik me dat wel inbeelden.” Rebekka: “Ik hoorde onlangs iemand zeggen dat mensen die heel erg houden van hun werk, sneller een burnout kunnen hebben. Net omdat ze zo hard moeten werken, gaan ze plots niet meer houden van het werk dat ze zo graag doen en vallen ze in een gat.” Suzanne: “Mijn agenda heeft gelukkig geen monotoon ritme dat maar door en door gaat.” Rebekka: “Soms plan ik voor mezelf wel een vakantie wanneer ik heel hard gewerkt heb en dan tel ik de dagen af tot het zo ver is.” In het interview dat we met Freek hadden voor de eerste dagkrant, vertelde hij al over Heimat 2, het vervolg op deze eerste voorstelling. Waarover zou die gaan? Suzanne: “We zullen zeker niet meer te rade gaan bij onze familie zoals in dit project (lacht). We willen het graag hebben over de ontwortelde samenleving waarin we momenteel leven. Heimat 2 zal dus niet over onze familiale afkomst zijn, maar wel over een plek waar we ons thuisvoelen en waar onze roots liggen – zonder dat we hiermee een specifiek land bedoelen. We denken aan een roadmovie, waarbij we onderzoeken wat het is om op een bepaalde plek te leven. Momenteel hebben we hiervoor Denemarken in gedachten. We zullen niet meteen personages gaan spelen, maar opnieuw als onszelf op het podium staan.”
© Copyright 2024 ExpyDoc