ORDE van DIENST van de morgendienst op 1 maart 2015 waarin Ruben Hendrik Izaak Weekhout en Joël Cornelis Gerard van den Bogaard worden gedoopt. Voorganger Ouderling Organist ds. G.J. Krol uit Geldermalsen A. Geurtsen Egbert van der Beek Aanvang 10.00 uur Welkom en mededelingen Psalm 116: 1, 3 en 4 1. God heb ik lief, want die getrouwe Heer nam, toen ik riep, met toegenegen oren mijn woorden aan. Hij zal mij blijven horen en levenslang ben ik niet eenzaam meer. 3. Hij is goedgunstig in gerechtigheid, Hij wil zich altijd over ons ontfermen. Zijn kracht kwam mij, eenvoudige, beschermen. Rust nu, mijn ziel, de Heer heeft u bevrijd. 4. O God, mijn God, die van de dood mij redt, mijn tranen afwist! Voor het oog des Heren mag ik weer vrij in 's levens land verkeren, geen steen die stoot waar ik mijn voeten zet. De gemeente gaat staan Stil gebed Votum en groet Psalm70: 5 5 O Heer, wij zijn het volk door U verkoren, wij zijn de schapen die uw roepstem horen, Gij, onze herder, zult ons veilig leiden aan stille waatren en in groene weiden. Geslacht meldt aan geslacht uw goedheid en uw kracht, de grootheid van uw daden. Zo gaat een blinkend spoor van lof de eeuwen door. Wij prijzen uw genade. De gemeente gaat zitten Het gebod van de Heer uit Deuteronomium 6: 4-9 en Matteüs 22: 37-40 Gezang 334: 1, 3 en 4 Tijdens het zingen worden de kinderen binnengedragen. 1 Here Jezus, wij zijn nu in het heiligdom verschenen, met ons kind gaan wij tot U, wil uw zegen ons verlenen, waar de roepstem wordt vernomen: laat de kindren tot Mij komen. 3 Niemand, die ons helpen kan, niemand kan ons kind beschermen. Wie zijn wij? Neem Gij het dan, draag het in uw groot erbarmen. Dat het vroeg U in dit leven ja voorgoed zijn hart mag geven. 4 Herder, neem uw schaapje aan. Hoofd, maak het een van uw leden. Wees zijn weg, wijs het zijn baan. Vredevorst, wees Gij zijn vrede. Wijnstok, laat dit rankje bloeien, dat er eens veel vruchten groeien. Formulier voor de doopbediening Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Presentatie Casper en Jaukje Weekhout en Ruben en Judith van den Bogaard hebben te kennen gegeven dat zij hun zonen willen laten dopen. Onderwijs Wanneer in de Gemeente van Christus de Doop wordt bediend, gebeurt dat naar het Woord van onze Heer Jezus Christus. Hij heeft zijn apostelen de opdracht gegeven om alle volken tot zijn leerlingen te maken en hen te do- pen in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, en hen te leren onderhouden al wat Hij geboden had. In de brieven van de apostelen wordt ook over de doop gesproken. Zo zegt Paulus, dat wie in Christus Jezus gedoopt is, in zijn dood gedoopt is. Met Hem zijn we dan begraven door de doop in de dood, opdat gelijk Christus uit de doden is opgewekt door de majesteit van de Vader zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen. Ook de kinderen mogen delen in de geheimenissen van het koninkrijk van God, overeenkomstig het Woord van Jezus: Laat de kinderen bij me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij. Het volk Israël trok met zijn kinderen uit Egypte, het land van duisternis en slavernij, door de Schelfzee en de woestijn op weg naar het beloofde land. Dus stonden ook de kinderen onder Gods belofte en opdracht. Al sinds Abraham, de vader van alle gelovigen, wordt het verbond ingescherpt door het teken van de besnijdenis aan jongens, op de achtste dag na de geboorte. Overeenkomstig het woord van de apostel Paulus zijn de gelovigen besneden in Christus met een besnijdenis die geen werk van mensenhanden is, daar zij met Hem begraven zijn in de doop. Zo heeft de kerk sinds de dagen van de apostelen ook aan de kinderen de doop bediend. De doop laat ons ook zien dat wij algehele reiniging nodig hebben, aangezien de schriften ons leren dat wij in zonde ontvangen en geboren zijn. Wij kunnen Gods rijk niet binnengaan tenzij wij wedergeboren worden. Nu wil God ons geven wat Hij van ons vraagt. Daarvan is de doop in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest het teken en zegel. In de Naam van de Vader gedoopt worden, is een teken en zegel dat God de Vader voor eeuwig zijn genadeverbond met ons sluit. Hij geeft daarmee te kennen dat Hij ons tot zijn kinderen aanneemt en maakt tot zijn erfgenamen. Hij zet Zich voor ons in ten goede. In de Naam van de Zoon gedoopt worden is een teken en zegel dat de Heer Jezus al onze zonden afwast op grond van zijn lijden en sterven. Wij mogen met Hem opstaan in een nieuw leven, bevrijd van zonde en schuld. In de Naam van de Heilige Geest gedoopt worden is een teken en zegel dat Hij vast en zeker in ons wil wonen en werken. Hij verbindt ons aan Christus en doet ons delen in het heil dat Christus voor ons verworven heeft. De schatten van Christus maakt Hij ons eigen: de afwassing van onze zonden en de dagelijkse vernieuwing van ons leven totdat wij eenmaal met alle heiligen God zullen loven in de wereld die komt. Doopgedachtenis. Op grond van het verbond roept en verplicht de doop ons tot een nieuwe gehoorzaamheid. Laten wij toegewijd zijn aan de ene God: Vader, Zoon en Heilige Geest. Laten we Hem vertrouwen en liefhebben met heel ons hart, met heel onze ziel, met heel ons verstand en met al onze krachten. Loslaten moeten we al wat onheilig is. Afsterven moet ons oude, zondige leven, opdat we geheel en al een nieuw leven leiden in dienst van God. En als wij in zonden vallen – we zijn en blijven immers zwak – dan moeten we niet aan de genade van God twijfelen en niet blijven doorgaan met zondigen, want de doop is een zegel en een vast teken dat het verbond met God eeuwig is. Samengekomen rond de doopvont worden wij allen getuigen van de doop van deze kinderen en gedenken wij onze eigen doop. Laten wij ons dan niet schamen om Christus openlijk te erkennen, want het evangelie is Gods reddende kracht voor allen die geloven. In gemeenschap met de kerk van alle tijden en alle plaatsen spreken wij openlijk uit: Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde. En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Heer, die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, is neergedaald in het rijk van de dood, op de derde dag opgestaan van de doden, opgevaren naar de hemel en zit aan de rechterhand van God, de Almachtige Vader, vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest. Ik geloof de heilige katholieke Kerk, de gemeenschap der heiligen, de vergeving van de zonden, de opstanding van het lichaam en het eeuwige leven. Amen. Doopgebed Almachtige, eeuwige God, U hebt door de zondvloed de ongelovige wereld gestraft, maar Noach en de zijnen hebt U gered. U hebt de Farao van Egypte, die zo verhard was dat hij zich niet aan U wilde onderwerpen, met heel zijn leger in de Rode Zee doen omkomen, maar uw volk Israël hebt U droogvoets door diezelfde Rode Zee geleid. In deze redding door het water heen laat U ons zien wat de doop ten diepste is. Hoe groot is uw ontferming. Wij bidden U op grond van uw oneindige barmhartigheid, dat U dit kind genadig wilt zijn en door uw Heilige Geest wilt opnemen in het lichaam van Jezus Christus, uw Zoon. Laat het met Hem in zijn dood worden begraven en met Hem opstaan in een nieuw leven. Laat het zijn kruis dagelijks blijmoedig dragen in de navolging van Christus en Hem aanhangen met een echt geloof, vaste hoop en vurige liefde. Geef dat het dit leven – dat aan het sterven is prijsgegeven – door uw genade getroost zal verlaten en zonder angst zal verschijnen voor Jezus Christus, uw Zoon, die Rechter en Redder is. Hoor ons in de Naam van Jezus Christus, uw Zoon, die met U en de Heilige Geest, één enig God, leeft en regeert in eeuwigheid. Amen. Vragen aan doopouders Opdat het openbaar wordt dat u de heilige doop voor uw kinderen verlangt, zult u in oprechtheid op de volgende vragen antwoorden: Gelooft u dat het evangelie van Gods genade in Jezus Christus, in de schriften van het Oude en Nieuwe Testament vervat, het verlossende woord van God is, zoals de kerk dat ook openlijk in haar geloofsbelijdenis uitspreekt en erkent en zoals dat ook in de kerk alhier wordt verkondigd? Erkent u dat ook uw kinderen in de macht van de zonde zijn en aan het eeuwig oordeel onderworpen, maar dat zij in Christus geheiligd zijn en daarom als leden van zijn gemeente behoren gedoopt te zijn? Belooft u uw kinderen op te voeden naar het evangelie en hen getrouw te onderwijzen en te laten onderwijzen opdat zij hun doop leren verstaan, en belooft u uw kind voor te gaan in een christelijke levenswandel? Wat is daarop uw antwoord? Casper: Jaukje: Ruben: Judith: God onze hemelse Vader geve u de kracht om deze belofte te houden. Hij schenke u de vreugde uw kinderen op te zien groeien tot Zijn eer. Amen Vraag aan de Gemeente: Wilt u deze kinderen ontvangen in uw midden, om hen in woord en daad te bewaren bij het hartsgeheim van de gemeente van Jezus Christus opdat zij hun doop leren beämen? De kinderen komen naar voren Bediening van de heilige doop De gemeente gaat staan Psalm 134: 3 (berijming 1773) 3 Dat ‘s Heren zegen op u daal’, zijn gunst uit Sion u bestraal’. Hij schiep ’t heelal, Zijn naam ter eer. Looft, looft dan aller heren Heer! De gemeente gaat zitten. Overhandiging doopkaarten en –geschenken door de ouderling van dienst. De kinderen gaan naar de bijbelklas. Daar wordt verteld over de opwekking van Lazarus uit de dood. Gebed om verlichting met de Heilige Geest Schriftlezingen uit de herziene statenvertaling door Corrie Kamerbeek Exodus 28: 9-12, 15-21 en 29.30 9 Neem twee onyxstenen en graveer daarin de namen van Israëls zonen: 10 zes in de ene steen en zes in de andere, in de volgorde van hun geboorte. 11 Dat graveren moet door een kundig vakman gebeuren, hij moet de namen in de stenen snijden zoals men zegelstenen snijdt. Vat beide stenen in gouden kassen 12 en zet ze op de schouderstukken van de priesterschort: wanneer Aäron voor de HEER verschijnt en de namen van de Israëlieten op zijn schouders draagt, zal de HEER aan de Israëlieten herinnerd worden. 15 Maak een borsttas voor de orakelstenen. Deze moet even vakkundig geweven worden als de priesterschort, van gouddraad, blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en getwijnd linnen garen. 16 Dubbelgeslagen moet het weefsel vierkant zijn, een span lang en een span breed. 17 Zet er vier rijen stenen op: de eerste rij wordt gevormd door een robijn, een topaas en een smaragd; 18 de tweede rij door een granaat, een saffier en een aquamarijn; 19 de derde door een barnsteen, een agaat en een amethist, 20 en de vierde door een turkoois, een onyx en een jaspis, allemaal in gouden kassen gevat. 21 Er moeten twaalf stenen zijn, zoals er twaalf namen zijn van Israëls zonen: in elke steen moet de naam van een van de twaalf stammen gegraveerd worden, zoals men zegelstenen snijdt. 29 Zo draagt Aäron telkens als hij het heiligdom binnengaat, de namen van Israëls zonen op zijn hart, op de borsttas voor de orakelstenen, om de HEER steeds opnieuw aan hen te herinneren. 30 Leg in de borsttas de twee orakelstenen, zodat Aäron ze op zijn hart draagt wanneer hij voor de HEER verschijnt; in de tegenwoordigheid van de HEER moet hij de stenen voor de orakels over de Israëlieten altijd op zijn hart dragen. Efeziërs 6: 10-19A 10 Ten slotte, zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van zijn macht. 11 Trek de wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel. 12 Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. 13 Neem daarom de wapens van God op om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaad, om goed voorbereid stand te kunnen houden. 14 Houd stand, met de waarheid als gordel om uw heupen, de gerechtigheid als harnas om uw borst, 15 de inzet voor het evangelie van de vrede als sandalen aan uw voeten, 16 en draag bovenal het geloof als schild waarmee u alle brandende pijlen van hem die het kwaad zelf is kunt doven. 17 Draag als helm de verlossing en als zwaard de Geest, dat wil zeggen Gods woorden. 18 Laat u bij het bidden leiden door de Geest, iedere keer dat u bidt; blijf waakzaam en bid voortdurend voor alle heiligen. 19 Bid ook voor mij, dat mij de juiste woorden gegeven worden wanneer ik verkondig Gezang 409: 1 Laat ons de Heer lofzingen, juicht, al wie bij Hem hoort! Hij zal met trouw omringen wie steunen op zij woord. Al moet ge hier ook dragen veel duisternis en dood, gij hoeft niet te versagen, Hij redt uit alle nood. 3 Zou ooit een vrouw vergeten 't kind dat zij in zich droeg, er niet van willen weten, wanneer het naar haar vroeg? Al zou u ook begeven uw moeder vroeg of laat, de Heer zweert bij zijn leven, dat Hij u niet verlaat. 2 God heeft u uitverkoren en uw geloof gebouwd, Hij heeft een eed gezworen aan elk die Hem vertrouwt: dat Hij hen zal omgeven met sterkte als een wal, dat Hij wie met Hem leven de zege schenken zal. 4 Daarom dan niet versagen, maar moedig verder gaan! De Heer doet redding dagen, Hij trok uw lot zich aan. Wie lijdt, God zal het merken, 't is alles Hem bekend; Hij zal zijn kindren sterken met woord en sakrament. 5 Daarom lof zij de Here, in wie ons heil bestaat, Hem die ons toe wou keren zijn liefelijk gelaat. Hij moge ons behoeden, elkander toegewijd, en schenke ons al 't goede nu en in eeuwigheid. Preek over Efeziërs 6: 10 Word gesterkt in de Heer en in de sterkte van Zijn macht. Thema: ‘De doop als merk- en veldteken’. Psalm 72: 1 en 4 1 Geef, Heer, de koning uwe rechten en uw gerechtigheid aan 's konings zoon, om uwe knechten te richten met beleid. Dan ruist op alle bergen vrede, heil op der heuvlen top. Hij zal geweldenaars vertreden, maar armen richt hij op. 4 Hij zal de redder zijn der armen, hij hoort hun hulpgeschrei. Hij is met koninklijk erbarmen hun eenzaamheid nabij. Hij helpt, met hun bestaan bewogen, die zijn in vrees verward. Hun bloed is kostbaar in zijn ogen. Hij draagt hen in zijn hart. Gebeden De kinderen komen terug Collectes 1. Pastoraat aan varenden 2. Kerk Gezang 446: 1, 3, 6 en7 1 O Jezus, hoe vertrouwd en goed klinkt mij uw naam in 't oor, uw naam die mij geloven doet: Gij gaat mij reddend voor. 3 Mijn herder en mijn held, mijn vriend, mijn koning en profeet, mijn priester die mijn schuld ontbindt, mijn weg waarop ik treed. 6 O Jezus, hoe vertrouwd en goed klinkt mij uw naam in 't oor, als ik van alles scheiden moet gaat nog die naam mij voor. 7 O naam, eeuwige ademtocht, een sterveling ben ik, als eens mijn eigen adem stokt dan draagt mij uw muziek. Zegen te beantwoorden met Na afloop van de dienst is er gelegenheid de doopouders alle goeds en Gods zegen toe te wensen.
© Copyright 2024 ExpyDoc