IR / Persbericht Amsterdam, 20 februari 2015 ABN AMRO rapporteert onderliggende nettowinst van EUR 1.551 miljoen over 2014 en EUR 400 miljoen over het vierde kwartaal van 2014 • De onderliggende nettowinst over 2014 verdubbelde ten opzichte van 2013 • De onderliggende nettowinst bedraagt EUR 400 miljoen over het vierde kwartaal, inclusief EUR 91 miljoen bankbelasting • De gerapporteerde nettowinst over 2014 is EUR 1.134 miljoen. Dat is inclusief een negatief effect van eenmalige bijzondere posten van EUR 417 miljoen (de verplichte bijdrage voor SNS Reaal en de vergoeding in verband met de nieuwe pensioenregeling) • De onderliggende cost/income ratio verbeterde van 64% voor 2013 naar 60% voor 2014. Het onderliggende rendement op eigen vermogen verbeterde van 5,5% naar 10,9% • De Common equity tier 1 ratio (CET1-ratio) op ‘fully loaded’-basis (bij een volledige toepassing Basel III) verbeterde van 12,2% ultimo 2013 naar 14,1% • Voorgesteld wordt een slotdividend van EUR 275 miljoen uit te keren, waarmee het totale dividend over 2014 zal uitkomen op EUR 400 miljoen Gerrit Zalm, Voorzitter van de Raad van Bestuur van ABN AMRO: “Het jaar 2014 hebben we afgesloten met een sterk vierde kwartaal. Ook hebben we goede vooruitgang geboekt bij het halen van de voor 2017 gestelde financiële doelen. De onderliggende nettowinst steeg van een verlies van EUR 47 miljoen in het vierde kwartaal van 2013 naar een winst van EUR 400 miljoen. Dit was vooral te danken aan een daling van de kredietvoorzieningen en een stijging van de inkomsten. Het herstel van de Nederlandse economie en de huizenmarkt komt in deze cijfers naar voren. De onderliggende nettowinst over 2014 verdubbelde tot EUR 1.551 miljoen, dankzij een toename van het operationeel resultaat en een daling van de kredietvoorzieningen. Dit resulteerde in een rendement op eigen vermogen (ROE) van 10,9% (binnen de voor 2017 gestelde bandbreedte van 9-12%). De cost/income ratio verbeterde naar 60%, en bevindt zich daarmee aan de bovenkant van de voor 2017 gestelde bandbreedte van 56-60%. Ten slotte ligt de CET1 ratio op ‘fully loaded’-basis (bij een volledige toepassing van Basel III) met 14,1% boven de voor 2017 gestelde bandbreedte van 11,5-12,5%. Dit geeft ons een buffer om aan mogelijke veranderende regelgeving te kunnen voldoen. Gegeven deze kapitaalpositie stellen we voor om een slotdividend van EUR 275 miljoen uit te keren, waarmee het totale dividend over 2014 uitkomt op EUR 400 miljoen. In 2014 ontwikkelden we diverse extra initiatieven om het klantbelang verder centraal te stellen. Zo werd in 2014 een brede sectorbenadering bij klanten van Corporate Banking uitgerold. Andere initiatieven betreffen technologische verbeteringen gericht op de steeds sneller groeiende trend naar digitalisering. We zijn tevreden met de vooruitgang die we in 2014 voor onze klanten en onze aandeelhouder hebben geboekt. Kijkend naar de toekomst verwachten we dat de economische groei in Nederland zal doorzetten, waardoor onze kredietvoorzieningen naar verwachting kunnen afnemen en bedrijfsactiviteiten kunnen toenemen. Tegelijkertijd moet de financiële sector echter voldoen aan steeds strikter wordende wet- en regelgeving en dit brengt kosten met zich mee. Diverse verplichte kostenposten zullen in 2015 naar verwachting fors toenemen en de pensioenlasten zullen als gevolg van de huidige lage rentestand stijgen.” Kerncijfers en indicatoren Q4 2014 Q4 2013 Mutatie 2014 2013 Mutatie 2,145 1,397 748 1,849 1,316 533 16% 6% 40% 2,009 1,147 862 7% 22% -13% 8,055 4,849 3,206 7,446 4,733 2,713 8% 2% 18% 181 167 555 25 -67% Belastingen 287 125 -37% 34% 1,171 484 1,667 294 -30% 65% Onderliggende nettowinst/(verlies) over de periode1 400 -47 450 -11% 1,551 752 - - - 67 - 417 408 400 -47 383 1,134 1,160 (in EUR miljoen) Operationele baten Operationele lasten Operationeel resultaat Voorzieningen voor kredieten en overige vorderingen Bijzondere posten en desinvesteringen Gerapporteerde nettowinst/(verlies) over de periode Mutatie Q3 2014 106% Onderliggende cost/income ratio 65% 71% 57% 60% 64% Onderliggend rendement op gemiddeld eigen vermogen 10.9% -1.4% 12.7% 10.9% 5.5% 2 CET1/CT1 ratio 14.1% 14.4% 13.0% 14.1% 14.4% 1 De onderliggende resultaten zijn exclusief bijzondere posten die de onderliggende trend vertekenen. In het kwartaalverslag wordt een uitvoerige uitleg gegeven over de bijzondere posten. 2 De cijfers over 2013 worden gerapporteerd onder Basel II en de 2014 cijfers overeenkomstig het Basel III (CRR/CRD IV) kader. IR / Persbericht 2 of 2
© Copyright 2024 ExpyDoc