7. In Gods hand.mus - Mannenzang Katwijk aan Zee

In Gods hand
1
D/D/Es
Jaap van Rijn, Mannenzag april 2015
TS
## c
Ó
&
Œ
#
& # c Ó
Œ
1.
2.
3.
Orgel
? ## c Ó
6
TS
&
6
&
Orgel
##
œ
j
œœ œ
œ . œj œ œ
˙.
œœ .. œj œ œ
œ œ
œœ .. œœ œ œ
J œ œ
˙˙ ..
˙˙ ..
j . j
j
œœ .. œ œœ . œœ œœ . œ œ œ
œ
œ .. œ œ . œ œ œ œ
œ œ œ. œ œ #œ œ
J
J
œ
Œ œœ
j
œ œ.
j
œ œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
zij.
We
den van
ik zelf
ge- luk
en vreugd, van die- pe smart en
hoop;
geen uit- komst zag, op't zwaar- ste deel van 't pad.
j
œ œœ ..
œ œ.
œ œ
J .
œ œ
J
œ
## œ .
& œ.
j
œ œ
œ œ
œ
œ
lie- pen saam het
als
ik goed
het
Heer keek toen vol
œœ œœ
J
de
Heer liep aan mijn
j
œœ œœ . œ œj œ œ
œ œ
œ #œ œ œ #œ
œ œ œ œ œ
J
#
& # œ.
? ## œ .
want ook
œ
œœ
œ.
lespoor
liefd'
œ.
œ.
œ.
œ
J œ
œ
ven door en
be- keek zag
mij aan, ant-
j
œ œ
œ œ
œ œ
J œ
œ
œ
œ
œ.
œœ
œ
œ
œœ # œœ
œ œ
œ œ
œ œ
J
ten in
œ
j
œ œœ
œ
œ œœ
J
œœ
œ
œ
liehet
ik
langs heel de
woor- de op mijn
œœ
œœ
Jaap van Rijn
œ.
œ.
œ.
œ
œœ
œ
tijtoen
œ
ik
in
juist
˙.
daar niet
##
œ
Ik droom- de eens en zie
ik liep aan't strand bij la- ge
tij;
Ik stop- te en keek ach- ter mij en zag mijn le- vens- loop,
Ik zei toen: Heer, waar-om dan toch? Juist toen 'k U no- dig had,
was
œœ ..
? # # œœ ..
10
Orgel
j
œ. œ œ. œ œ.
J
œ œ.
Jal- leen,
œ.
10
TS
In Gods hand
˙.
˙.
˙
˙.
˙.
zand
baan,
vra- gen:
˙˙ ..
˙˙ ..
maar
De
œ
œœ
œœ
œ
een
daar
Mijn
œœ
œœ
2
14
TS
&
spoor
waar
lie-
## .
& œœ .
14
Orgel
## œ .
? ## œ .
œ œ
J
œ
j
œ œœ
œ
œœ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œœ
œ.
van stap- pen twee aan twee, de
Heer
het juist het
moei- lijkst was, maar één
ve kind, toen 't moei-lijkst was, toen heb
œœ œœ
J
œ
œ
œœ
œ
œ
œœ
œœ
œ
œ
œœ ..
œ.
œ.
j
œ œ
œ
liep aan mijn
paar stap- pen
ik jou ge-
j
œœ
j
œ
œ
œœ
œ
œ
œœ
œ
œ
˙.
hand.
staan.
dargen!
˙˙ ..
˙˙ ..
Œ
Œ
Œ