Functieprofiel Directeur CB Leyenburg

Functieprofiel Directeur CB Leyenburg
Functienaam:
Organisatie:
Dienstverband:
Salarisschaal:
Directeur
Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden (SCOH)
1,0 WTF
DC
Algemeen
School Leyenburg is een grote basisschool in Den Haag, in de wijk Escamp. De school telt 530
leerlingen, verdeeld over 22 groepen. Het team is enthousiast en gedreven en bestaat uit 43
personeelsleden. De directeur geeft samen met de adjunct directeur leiding aan de school in nauwe
samenwerking met de intern begeleider en de bouwcoördinatoren.
Op school wordt hard gewerkt om het optimale uit leerlingen te halen, zodat zij bij het verlaten van
de school zelfbewust en goed voorbereid kunnen overstappen naar het voortgezet onderwijs.
Er is veel aandacht voor de zorgleerlingen. Naast goed onderwijs streeft de school naar een goede
sfeer en respectvolle omgang met elkaar. In het gebouw is een peuterspeelzaal gevestigd en een
voor- en naschoolse opvang in samenwerking met 2Samen.
Voor meer informatie over de school verwijzen wij naar www.leyenburgschool.nl
SCOH:
School Leyenburg is onderdeel van de SCOH. De SCOH beheert 37 scholen voor christelijk basis- en
speciaal onderwijs en 21 peuterspeelzalen in de gemeenten Den Haag, Rijswijk en Zoetermeer. Op de
scholen en peuterspeelzalen zijn 10.000 leerlingen ingeschreven. Het personeelsbestand bestaat uit
circa 1200 personeelsleden. De SCOH beschikt over een professioneel stafbureau en servicebureau
voor beleidsondersteuning van bestuur en scholen van de SCOH. De SCOH biedt nieuwe directieleden
goede begeleidingsmogelijkheden aan.
Voor meer informatie over SCOH verwijzen wij naar www.scoh.nl
Profiel
De directeur die wij zoeken:
 onderschrijft de beginselen van het Protestants Christelijk onderwijs vanuit een christelijke
achtergrond;
 heeft een afgeronde PABO-opleiding en tenminste een schoolleidersopleiding gevolgd. Het
betreft een schoolleidersopleiding waarmee wordt voldaan aan de vereisten voor registratie in
het Schoolleidersregister PO;
 heeft aantoonbare leidinggevende ervaring in het primair onderwijs;
 staat open voor en kan leiding geven aan onderwijskundige vernieuwingen;
 schept een veilig werkklimaat waarin medewerkers zich gemotiveerd, gestimuleerd en
gewaardeerd voelen;
 geeft vanuit zijn of haar visie coachend leiding en weet zo het team te inspireren;
 is daadkrachtig, consequent, enthousiast en heeft humor;
 kan delegeren, verantwoordelijkheid en vertrouwen geven;
 verbindt team, ouders en leerlingen;
 heeft uitstekende communicatieve vaardigheden, zowel in contacten met alle geledingen
binnen de school als in contacten met personen en organisaties rond de school en in de wijk;
 vindt het een uitdaging leiding te geven aan een grote school met een grote diversiteit binnen
de leerlingpopulatie.
Een assessment kan deel uitmaken van de procedure.
Selectieprocedure
ScoliX begeleidt Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden bij de werving & selectie, zie www.scolix.nl
De openstelling van de vacature eindigt op 15 maart 2015.
Graag ontvangen wij voor die datum uw CV en motivatiebrief op onderstaand mailadres.
Na de brievenselectie op 19 maart volgt de eerste ronde voorgesprekken op woensdag 25 maart 2015
op kantoor van ScoliX te Ouderkerk aan de Amstel.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Mevr. Inge Haan via [email protected] of: 020 – 737 00 61.
(Acquisitie wordt niet op prijs gesteld.)
Bijlage bij functieprofiel School Leyenburg
Kennis en vaardigheden
- brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs;
- kennis van de organisatie van onderwijskundige en bedrijfsvoeringsprocessen;
- inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende
besluitvormingscircuits;
- inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de
jeugdzorg afspelen;
- inzicht in samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde
werkprocessen;
- adviesvaardigheden;
- vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen;
- vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties;
- vaardig in het aansturen van professionals.
Contacten
- met de voorzitter College van Bestuur, de sectordirecteuren en de stafmedewerkers over het
(beleid inzake) het onderwijs op en de organisatie van de school
- met de voorzitter College van Bestuur en collega directeuren over beleidsontwikkeling om te
adviseren;
- met ouders en medezeggenschap over te nemen of genomen beslissingen om relevante
aangelegenheden met hen af te stemmen en/of hierover te onderhandelen;
- met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld (o.a. scholen/(scholings)instellingen)
over politiek-onderwijskundige ontwikkelingen om af te stemmen en tot positiebepaling te
komen;
- met vertegenwoordigers bij gemeenten over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken
te komen;
- met hulpinstanties/specialisten over problemen om tot oplossingen of oplossingsrichtingen
voor leerlingen te komen.
Resultaatgebieden
1. Leiding en sturing onderwijs en organisatie van de school.
- organiseert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school;
- bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden (kwaliteitszorg);
- bewaakt de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van de
school;
- organiseert passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering;
- neemt deel aan schooloverstijgende overlegsituaties, gericht op afstemming van onderwijsen werkprocessen;
- onderhoudt de contacten met relevante scholen/instellingen gericht op afstemming van
onderwijs en leerlingenzorg, o.a. in het samenwerkingsverband;
- onderhoudt de contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school;
- voert het overleg met de medezeggenschapsraad.
2. Beleidsontwikkeling op schoolniveau.
- vertaalt ontwikkelingen binnen de schoolorganisatie en de omgeving van de school
(onderwijs, welzijn, jeugdzorg) naar beleidsvorming en uitvoeringsprogramma’s voor de
school;
- is verantwoordelijk voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van
het onderwijsbeleid binnen de school /c.q. de locaties;
realiseert multidisciplinaire beleidsprojecten;
- adviseert en informeert de voorzitter College van Bestuur over de jaarlijkse en
meerjarenplannen en programma's van de school en legt beleidsvoorstellen voor aan de
voorzitter College van Bestuur;
3. Uitvoering onderwijsproces.
- draagt zorg voor de opstelling van het jaarverslag van de school;
- draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van de voorzitter College van Bestuur;
- beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van
leerlingen;
- beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar hulpinstanties
en specialisten.
4. Personeelsmanagement.
- geeft leiding aan de medewerkers op de school;
- stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van medewerkers;
- voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers;
- is verantwoordelijk voor de personele zorg en het personeelsbeheer op de school;
- is verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel voor de school;
- adviseert de voorzitter College van Bestuur over personele vraagstukken op de school;
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over:
- het organiseren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school;
- het vertalen van ontwikkelingen binnen de schoolorganisatie en de omgeving van de school
(onderwijs, welzijn, jeugdzorg) naar beleidsvorming en uitvoeringsprogramma’s voor de
school;
- het bijdragen aan het opstellen van de begroting en het jaarverslag van de school;
- het leidinggeven aan de medewerkers op de school;
Kader:
- de onderwijswet- en regelgeving;
- het voor de school beschikbare budget en de beleidskaders van het college van bestuur.
Verantwoording:
- aan de voorzitter College van Bestuur over de leiding en sturing aan het onderwijs en de
organisatie van de school;
- het ontwikkeld beleid van de school c.q. het ontwikkeld beleid van de school
- de uitvoering van het onderwijsproces en het personeelsmanagement;
Competenties
A. Visiegericht werken
Definitie: hij/zij geeft leiding aan het ontwikkelen, concretiseren en uitdragen van een gezamenlijke visie op
onderwijs en aan de vertaling van deze visie naar kwaliteitsdoelen, teneinde onderwijsprocessen en
leerresultaten te optimaliseren. .
1. Focus op het primaire proces hij/zij ontwikkelt samen met het team de
N 1 2 3 4
(onderwijs)visie van de school, en stelt op basis daarvan op schoolniveau
strategische doelen op.
2. Competent in onderzoek hij/zij baseert zich op extern en intern onderzoek bij het
formuleren van een visie en doelen voor de school
N 1 2 3 4
B. In relatie staan tot de omgeving
Definitie: hij/zij anticipeert op ontwikkelingen in de omgeving en beïnvloedt deze doelbewust vanuit
ondernemerschap, teneinde onderlinge relaties, onderwijsprocessen en leerresultaten te optimaliseren. Onder
omgeving verstaan we bestuur, wet- en regelgeving, ouders, maatschappelijke omgeving en relevante
organisaties
1. Ondernemerschap hij/zij onderscheidt en creëert kansen, anticipeert op
N 1 2 3 4
bedreigingen en ontwikkelingen in de omgeving en vertaalt dit naar de ontwikkeling
van de school
2. Externe samenwerking hij/zij bouwt netwerkrelaties op, onderhoudt deze en
N 1 2 3 4
opereert daarbij effectief in het krachtenveld van verschillende opvattingen en
belangen
3. Competent in onderzoek hij/zij betrekt kennis uit extern onderzoek en informatie uit N 1 2 3 4
de omgeving bij de aansturing van nieuwe ontwikkelingen in de eigen school ter
verbetering van onderwijsprocessen en leerling resultaten en de positie van de
school
C. Vormgeven aan organisatiekenmerken vanuit een onderwijskundige gerichtheid
Definitie: hij/zij geeft in dialoog met medewerkers vorm aan organisatiekenmerken vanuit kennis van hun
onderlinge samenhang en met het oog op het optimaliseren van leerresultaten van leerlingen
1. Organisatiebeleid- en beheer hij/zij realiseert een optimale inzet van tijd, mensen en N 1 2 3 4
middelen met het oog op beoogde onderwijsprocessen en leerresultaten op
schoolniveau
2. Financieel management hij/zij voert risicoanalyses uit en stelt meerjarige
N 1 2 3 4
begrotingen, formatieplannen, investeringsplannen en investeringsbegrotingen op
en vast, ter goedkeuring door de bestuurder
3. Organisatieontwikkeling hij/zij geeft op cyclische wijze vorm aan de duurzame
N 1 2 3 4
ontwikkeling van de school en borgt, onderhoudt en verbetert de kwaliteit van deze
ontwikkeling
4. Leiding geven aan het onderwijsproces hij/zij geeft in dialoog met medewerkers
vorm en inhoud aan het onderwijsproces, vanuit kennis van onderwijsleerprocessen N 1 2 3 4
5. Personeelsmanagement hij/zij bevordert en houdt zicht op de kwaliteit van het
functioneren van docenten, maakt in dit kader duidelijke werk- en
N 1 2 3 4
professionaliseringsafspraken, ziet toe op het vastleggen, naleven en cyclisch
evalueren van deze afspraken en verbindt er consequenties aan
6. Competent in onderzoek hij/zij verzamelt informatie over de verschillende
N 1 2 3 4
organisatiekenmerken, relateert deze aan extern onderzoek naar
organisatieontwikkeling en baseert beslissingen hierop
D. Hanteren van strategieën t.b.v. samenwerking, leren en onderzoeken op alle niveaus
Definitie: hij/zij hanteert leiderschapsstrategieën die gericht zijn op het bevorderen van samenwerking, leren
en onderzoek op alle niveaus binnen de organisatie teneinde de school- en onderwijsontwikkeling te
bevorderen. Vormen van leiderschap die samenwerking, leren en onderzoek bevorderen zijn transformatief,
moreel, inspirerend, onderzoeksmatig en gedeeld leiderschap.
1. Interpersoonlijke competentie hij/zij heeft kennis van en inzicht in
communicatieprocessen. Hij geeft deze zodanig vorm dat zij de ontwikkeling van het N 1 2 3
onderwijs en de school bevorderen
2. Aansturen van professionals hij/zij zet passende leiderschapsstrategieën in en schept N 1 2 3
daarmee een klimaat waarin medewerkers gestimuleerd worden
verantwoordelijkheid te nemen en waarin zij zich gemotiveerd en gewaardeerd
voelen
3. Competent in onderzoek hij/zij creëert een cultuur waarin docenten bereid en
N 1 2 3
competent zijn om hun eigen onderwijs en de resultaten daarvan te onderzoeken, en
waarin beslissingen over onderwijs, schoolontwikkeling en inzet/professionalisering
van personeel worden gebaseerd op externe en interne onderzoeksgegevens
E. Hogere orde denken
Definitie: hij/zij analyseert zaken diepgaand op basis van adequate informatieverzameling en vanuit
alternatieve denkmodellen, en brengt ze in verband met alle factoren in de bredere organisatie die een rol
spelen bij het leren van leerlingen.
1. Competent in zelfsturing hij/zij reflecteert op het effect van zijn eigen handelen,
treedt hierover in gesprek met teamleden en collega-schoolleiders en neemt deel
N 1 2 3
aan intervisiebijeenkomsten/visitatietrajecten. Op basis van de inzichten die dit
oplevert past hij zijn handelen waar nodig aan.
2. Intrapersoonlijke competentie hij/zij handelt vanuit inzicht in de samenhang tussen
alle factoren (visie, gewenste opbrengsten, omgeving van de school, wettelijke
N 1 2 3
kaders en regelgeving en kenmerken van de schoolorganisatie) die een rol spelen bij
het leren van de leerlingen en leraren
3. Competent in onderzoek hij/zij benadert onderwerpen en problemen vanuit
N 1 2 3
meerdere invalshoeken, verkent meerdere oplossingsrichtingen op basis van interne
en externe onderzoeksresultaten en maakt anderen mede verantwoordelijk
F. Vormgeven protestants-christelijke identiteit
Definitie: Het vermogen om vanuit een protestant- christelijke identiteit invulling te geven aan de grondslag
van de school, normen en waarden, godsdienstige vormgeving, omgaan met en inspelen op pluriformiteit,
eigen mening en reflectie.
1. Weet de grondslag en identiteit van de protestants christelijke school tot uiting te
brengen in activiteiten en werkwijzen
N 1 2 3
2. Overlegt met personeelsleden over de wijze waarop de christelijke identiteit
N 1 2 3
doorwerkt in de school en draagt bij aan de eenheid van de vormgeving van de
identiteit binnen de school
3. Heeft een persoonlijke manier van werken waarin de eigen geloofsovertuiging een
N 1 2 3
rol speelt. Weet deze overtuiging vorm te geven zodat deze past binnen het beleid
en de identiteit van de school
4. Kan aan leerlingen en ouders uitleggen wat de levensbeschouwelijke identiteit van
N 1 2 3
de school inhoudt en wat deze betekent voor de relatie onderling. Kan hierover met
leerlingen en ouders communiceren
5. Kan leermiddelen selecteren op basis van onderliggende waarden en normen en is in
staat deze selectie te relateren aan de identiteit van de school
6. Kan de ontwikkelingen in de samenleving en in de (directe) omgeving van de school
N 1 2 3
beoordelen in relatie tot de identiteit van de school. Kan deze inzichten betrekken in
de wijze waarop de school invulling geeft aan de protestants-christelijke identiteit
7. Onderkent het pluriforme karakter van de samenleving en kent de relevante
aspecten van in onze samenleving aanwezige levensbeschouwingen. Kan daarmee
N 1 2 3
omgaan en op inspelen
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4