ECLI:NL:RBMNE:2015:742 1 Het onderzoek ter terechtzitting 2

ECLI:NL:RBMNE:2015:742
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummers: 16/700281-14; 16/662119-14 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 10 februari 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1993],
wonende te [woonplaats], [adres].
1 Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 19 januari en 20 januari 2015. De
verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door
mr. J.P.M. Denissen, advocaat te Utrecht. Op 27 januari 2015 is het onderzoek gesloten. Eerder
hebben er op 19 juli 2014 en 14 oktober 2014 zogenaamde pro-formazittingen plaatsgevonden.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde
parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat
verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
2 Tenlastelegging
De tenlastelegging is op de zitting van 14 oktober 2014 gewijzigd. De tenlastelegging is, met
wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk
weergegeven, op neer dat verdachte:
16/700281-14
feit 1 : in de periode van ongeveer 1 augustus 2013 tot en met 22 januari 2014 samen met (een)
ander(en) ten aanzien van [slachtoffer] (geboren [1996]), die de leeftijd van 18 jaren nog niet had
bereikt, zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel;
feit 2 : in de periode van ongeveer 1 augustus 2013 tot en met 22 januari 2014 vier
kinderpornografische afbeeldingen en 2 kinderpornografische films heeft verspreid, aangeboden,
openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in zijn
bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft;
feit 3 : in de periode van ongeveer 1 augustus 2013 tot en met 22 januari 2014 [slachtoffer]
(meermalen) opzettelijk heeft mishandeld;
feit 4 : in de periode van ongeveer 1 augustus 2013 tot en met 22 januari 2014 [slachtoffer]
(meermalen) heeft bedreigd.
16/662119-14:
Op 21 november 2014 een elektronische enkelband en/of bijbehorende apparatuur, toebehorende
aan het Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, heeft vernield.
3 Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot
kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er
geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 Waardering van het bewijs
4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten bewezen
kunnen worden, met dien verstande dat er ten aanzien van de onder 1 (mensenhandel) en 2
(kinderporno) ten laste gelegde feiten geen sprake is geweest van een nauwe en bewuste
samenwerking met (een) ander(en) en verdachte derhalve van het onderdeel ‘medeplegen’
vrijgesproken dient te worden. De officier van justitie acht bewezen dat de ten laste gelegde
mensenhandel is aangevangen ongeveer vanaf 1 augustus 2013.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte, met uitzondering van het bezit
van de ten laste gelegde kinderporno, vrijgesproken dient te worden van de ten laste gelegde
feiten.
Hiertoe heeft de raadsman aangevoerd dat de verdediging heeft verzocht om [slachtoffer]
onbelemmerd en als reguliere getuige te kunnen ondervragen. Aan dit ondervragingsrecht is
volgens de raadsman niet onbelemmerd tegemoet gekomen, daar de verdediging het haar
toekomend recht, niet ten volle heeft kunnen uitoefenen. Enige geboden compensatie is
onvoldoende om de verklaringen van [slachtoffer] te gebruiken voor het bewijs, aangezien de
belastende informatie in de onderhavige zaak doorslaggevend althans in beslissende mate op de
verklaringen van [slachtoffer] berust. Op essentiële punten van de tenlastelegging ontbreekt het
aan, los van die verklaring van [slachtoffer], op zichzelf staand relevant en redengevend ander
bewijs. Gelet hierop dienen de verklaringen van [slachtoffer] uitgesloten te worden van het
bewijs. Als gevolg hiervan is er een gebrek aan bewijs en dient vrijspraak te volgen, aldus de
raadsman.
In het geval de rechtbank voorbij gaat aan voornoemde grond voor bewijsuitsluiting heeft de
raadsman aangevoerd dat de verklaringen van [slachtoffer] dermate onbetrouwbaar zijn, dat deze
uitgesloten te worden van het bewijs. Als gevolg hiervan is er dan wederom een gebrek aan
bewijs en dient vrijspraak te volgen.
Mocht de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer] echter wel betrouwbaar achten, dan dient
vrijspraak te volgen omdat haar verklaringen op essentiële onderdelen aangaande de
mensenhandel niet worden ondersteund door andere bewijsmiddelen. Ook met betrekking tot de
ten laste gelegde mishandeling en bedreiging kan de enkele belastende verklaring van
[slachtoffer] een bewezenverklaring niet dragen.
Het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen/films kan, anders dan het bezit van de
bedoelde afbeeldingen/films, niet bewezen worden.
Met betrekking tot de enkelband heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat er geen
sprake is geweest van het opzettelijk vernielen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Feiten blijkend uit de bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 1
De rechtbank merkt op dat in diverse verklaringen en telefoongegevens de namen [bijnaam] en
[bijnaam] voorkomen. Na lezing van het dossier stelt de rechtbank vast dat dit bijnamen zijn van
verdachte.
4.3.1.1 Aanleiding van het onderzoek
Op zaterdag 18 januari 2014 werd de wijkagent van [plaats] benaderd door [meldster], zijnde de
moeder van [slachtoffer]. Zij maakte melding van het feit dat haar zeventienjarige dochter,
[slachtoffer], geboren op [1996], slachtoffer was geworden van een loverboy. Deze jongen zou
zijn genaamd [bijnaam], woonachtig zijn in [plaats] en [slachtoffer] gedwongen hebben tot seks
met zijn familieleden en door hem geworven klanten. Ook zou hij een advertentie op de website
[website] hebben geplaatst met foto’s van [slachtoffer]. Hierbij werd haar werknaam ‘[A]’ of
‘[A]’ genoemd. De advertentie zou volgens de meldster beheerd worden door [bijnaam] en
voorzien zijn van het telefoonnummer [telefoonnummer]. [bijnaam] zou ook gebruik maken van
het telefoonnummer [telefoonnummer]. [slachtoffer] had tegenover meldster aangegeven dat ze
in de problemen zat, maar dat zij geen aangifte wilde toen tegen [bijnaam] omdat zij van hem
hield. Meldster overhandigde aan de politie twee telefoons die bij [slachtoffer] in gebruik zouden
zijn. Deze zijn voor nader onderzoek door de politie inbeslaggenomen. 2 Vier dagen later, op 22
januari 2014, heeft [meldster] aangifte gedaan van mensenhandel en mishandeling over de
periode van eind augustus 2013 tot 18 januari 2014. 3
Uit een akte van geboorte blijkt dat deze [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] of [slachtoffer]) is
geboren op [1996]. 4
Uit een later door de moeder overgelegd psychodiagnostisch onderzoek d.d. 22 januari 2013
betreffende [slachtoffer] komt naar voren dat [slachtoffer] een kwetsbaar en laagbegaafd meisje
is. Het verbaal vermogen ligt op licht zwakzinnig niveau. Zij kan moeilijk haar grenzen bewaken
en heeft moeite ‘nee’ te zeggen tegen anderen. Daarnaast zou er sprake zijn van een depressieve
stoornis. 5
4.3.1.2 Verklaringen van [slachtoffer]
Tijdens het intakegesprek op 21 januari 2014 heeft [slachtoffer] verklaard dat zij eind augustus
2013 via een gezamenlijke vriend een jongen had leren kennen. Deze jongen woont bij zijn
ouders in [plaats] en werkt bij een autobedrijf. Hij beloofde haar woonruimte samen met hem en
daarvoor hadden zij geld nodig. Het zou handig zijn om in korte tijd veel geld te verdienen en hij
vroeg haar, nadat zij elkaar één maand kenden, om seks te hebben met mannen. Hierna had zij
ook daadwerkelijk tegen betaling seks gehad met mannen, waarbij zij door haar vriend naar de
klanten werd gebracht en haar vriend het geld van de klanten incasseerde. Deze vriend had ook
een advertentie over haar geplaatst op de website [website]. Als zij klanten weigerde werd haar
vriend boos en agressief. 6
Op 6 februari 2014, 13 februari 2014, 10 april 2014 en 27 mei 2014 hebben er zogenaamde
studioverhoren met [slachtoffer] plaatsgevonden. Later is zij onder regie van de rechtercommissaris nogmaals gehoord. Zij heeft tijdens deze verhoren verklaard dat zij via haar
klasgenoot [medeverdachte 1], naar zij later begreep heet hij [medeverdachte 1] (de rechtbank
begrijpt, het dossier lezende: [medeverdachte 1]), in september 2013 verdachte heeft leren
kennen. Op een gegeven moment werd zij door [medeverdachte 1] gevraagd of ze wilde gaan
‘chillen’. Ze gingen naar een afgelegen plek achter het ziekenhuis in [plaats]. 7 Daar ontmoette
zij [bijnaam], naar zij later begreep zou zijn echte naam [verdachte] zijn (de rechtbank begrijpt,
het dossier lezende: verdachte). [bijnaam] en [medeverdachte 1] zijn goede vrienden.
Tijdens een ontmoeting in het bos met onder andere [bijnaam] en [medeverdachte 1], gebruikten
ze drugs en alcohol. [slachtoffer] was dronken en stoned en vroeg aan hen of er een manier was
om veel geld te verdienen. De jongens hielden zich namelijk bezig met criminele activiteiten en
hadden veel geld. [slachtoffer] was daar wel geïnteresseerd in. Zij wisselde vervolgens met
[bijnaam] telefoonnummers uit en korte tijd later ontving zij van hem een bericht via whatsapp
(hierna ook wel: app). In deze app stond iets van “hee tijgertje wou je nog voor me werken?” 8
[slachtoffer] begreep dat zij dan als hoer moest gaan werken. 9 Zij had [bijnaam] verteld dat zij
17 jaar was.
De eerste keren had zij onbetaalde seks met vrienden en familieleden van [bijnaam] (waaronder
een man waarvan zij denkt dat het een oom van [bijnaam] is en deze zou volgens [slachtoffer]
rond de 30 jaar oud zijn 10 ). [bijnaam] had tegen haar gezegd dat deze seks bedoeld was om er
even in te komen en deze seks bestond meestal uit vaginale, maar een enkele keer ook uit anale
seks. 11 De seks met deze vrienden en familieleden vond plaats in een autogarage of in en flat.
Eén neef van [bijnaam] wilde altijd anale seks. 12 [bijnaam] belde ook vrienden en zei dan ik
heb iemand voor je. Hij bracht [slachtoffer] dan naar die vrienden van hem. 13 Meestal was de
seks met een condoom, maar ook een aantal malen zonder. 14
Na deze inwerkperiode zei [bijnaam] dat zij ook op een ander manier geld konden verdienen en
vroeg [bijnaam] aan haar of zij op [website] wilde. 15 Eerst was het idee dat zij achter de ramen
zou werken. Hij zei over [website] dat ze dan goed geld kon verdienen en haalde haar over. Een
vriendin van [bijnaam] stond al op deze website en hij vroeg [slachtoffer] of zij dit voor hem zou
willen doen. [bijnaam] was ook een beetje dwingerig en zei dat ze het gewoon moesten doen
omdat ze dan sneller klaar waren. Hierna heeft [bijnaam] haar op de genoemde website geplaatst.
[slachtoffer] maakte foto’s van zichzelf en moest deze opsturen naar [bijnaam]. Deze foto’s
werden door [bijnaam] bij de advertentie op [website] geplaatst. [bijnaam] had het wachtwoord
van de advertentie en in de advertentie werd zij [B] genoemd. Later heeft hij deze naam
aangepast naar [A]. Klanten belden naar het in de advertentie genoemde telefoonnummer.
[bijnaam] regelde de afspraken en bracht haar naar de klanten. De seksafspraken vonden plaats
in hotels, woningen van klanten, ergens buiten en in de auto. [slachtoffer] heeft verklaard over
locaties in [plaats] en [plaats]. [bijnaam] zei haar voor de afspraken met de klanten sexy te
kleden. Bij de eerste klant had [bijnaam] de afspraak gemaakt en moest de klant vooraf het geld
aan hem overhandigen. 16 In totaal heeft ze misschien 70 euro van haar verdiende geld
gekregen. 17
[slachtoffer] heeft verklaard dat ze dit werk eigenlijk van begin af aan niet leuk vond om te doen.
Op de vraag waarom zij er dan mee doorging heeft zij geantwoord dat zij verliefd was op
[bijnaam], dat hij niet vaak lieve dingen zei, maar als zij dan iets deed wat hij leuk vond dan zei
hij dat hij trots op haar was, dat zij zijn vrouwtje was en dat hij het heel knap van haar vond. Op
momenten dat zij [bijnaam] aangaf niet door te willen met het werk zei hij dat het nog maar heel
even was en dat zij dan genoeg geld hadden voor een huisje. 18 Ook kon hij op zulke momenten
best wel boos en moeilijk doen en ook een beetje dreigend. [slachtoffer] kon dan geen nee meer
zeggen.
In de periode dat [slachtoffer] met [bijnaam] omging gebruikte zij veel drugs. Voor deze periode
gebruikte ze al wel wiet, maar nu begon ze ook aan pep, snuiven en pilletjes. 19 Ze gebruikte
drugs om zich te verdoven als ze met klanten naar bed moest. 20 Door het gebruik van deze
drugs verklaart [slachtoffer] zich met betrekking tot bijvoorbeeld het aantal klanten en de
pleegplaatsen niet alles meer goed te kunnen herinneren. “Klanten die ik me echt nog steeds heel
goed kan herinneren, wat terug komt zijn 1, 2, 3, 4, 5 ik denk 6 die ik me echt kan herinneren en
wat er allemaal is gebeurd”. 21
Eén van de klanten die zij zich goed kan herinneren is een man (de rechtbank begrijpt het dossier
lezende: [medeverdachte 2]) waarmee zij samen was geweest in het [hotel] in [plaats]. Deze
klant had daar een kamer geboekt en toen zij daar met hem aankwam had hij de kamer met pin
betaald. In de hotelkamer heeft zij samen met de man in de aanwezige jacuzzi gezeten. De man
zat toen achter haar en gaf haar een massage. Hierna heeft zij met de man in de jacuzzi geneukt.
22 Eerder had zij ook al met deze man in [plaats] afgesproken, maar toen was het niet tot seks
gekomen. Zij had bij deze eerdere ontmoeting, op het moment dat zij bij de klant in zijn bus zat,
huilend verteld dat ze nog geen 18 jaar was en dat zij werd gedwongen om dit werk te doen. De
klant had op dat moment al € 500,- aan [bijnaam] betaald voor de door haar te verrichten
seksuele handelingen. Deze klant heeft haar vervolgens gezegd dat hij zijn geld terug wilde en
haar ergens in [plaats] afgezet. Ook zou hij hierover nog gebeld hebben met [bijnaam]. Hierna
was door [bijnaam] een vervolgafspraak met deze klant gemaakt omdat [slachtoffer] het van
[bijnaam] met de klant goed moest maken. Deze vervolgafspraak heeft volgens [slachtoffer]
geleid tot het masseren van haar rug en het neuken in de in de hotelkamer aanwezige jacuzzi. 23
[slachtoffer] heeft ook verklaard dat [medeverdachte 1] op een gegeven moment wilde dat zij
zich voor hem ging prostitueren. Via [medeverdachte 1] heeft ze één klant gehad, namelijk een
Chinese man. Deze man heeft ze gepijpt en hiervoor € 50,- ontvangen. Hiervan heeft zij € 40,gedeeld met [medeverdachte 1]. 24 [bijnaam] wilde niet dat zij voor [medeverdachte 1] werkte.
Toen [medeverdachte 1] haar benaderd had om voor hem te werken, was [bijnaam] heel boos
geworden. 25
[slachtoffer] heeft verder verklaard dat [bijnaam] haar meermalen aan haar haren heeft getrokken
en dat het de laatste vrijdag echt uit de hand was gelopen. Ze weet niet meer waarom maar
[bijnaam] sloeg haar op haar hoofd in de auto. Soms pakte hij haar ook bij de keel en ging haar
dan wurgen, terwijl hij dan zei: “oh ik kan je wel wat aandoen”. Ook heeft [bijnaam] gezegd: “ik
sla je tanden uit je bek”. 26 [bijnaam] heeft haar gedreigd voor de trein te gooien en op het
moment dat zij in het bos waren tegen haar gezegd dat hij haar daar zou vermoorden en dat
niemand haar daar zou zien. 27
4.3.1.3 Onderzoek naar [website] en paallocaties
Na onderzoek werd op de site [website] een advertentie aangetroffen voorzien van het nummer
[nummer] met de koptekst “[A] – heet en zin in sekss d.d. 15 januari”. In deze advertentie stond
het telefoonnummer [telefoonnummer] vermeld met daarbij de opmerking “het kan zijn dat mijn
vriend opneemt dan geeft die mij door datje hebt gebeld, dan bel ik je zo snel mogelijk trug!” Bij
de tekst stond onder meer leeftijd 19 jaar en lengte 170 cm vermeld. Ook werd een oudere
advertentie, zoals die erop 11 januari 2014 had uitgezien, onder hetzelfde nummer [nummer]
aangetroffen. Deze advertentie had de titel “[B]”. Hierbij stond eveneens het telefoonnummer
[telefoonnummer] vermeld. Beide advertenties zien op [slachtoffer] en hebben bijna dezelfde
tekst. Uit nader onderzoek bleek dat de advertentie op [website] op 4 december 2013 om 22.26
uur was aangemaakt via een IP-adres dat op naam stond van [E ], zijnde een neef van verdachte
en woonachtig aan de [adres] te [plaats]. Als emailadres werd opgegeven [emailadres]. Uit
telecomgegevens blijkt dat het telefoontoestel [telefoonnummer] die dag om 22.18 uur contact
heeft met het telefoontoestel [telefoonnummer], zijnde een nummer in gebruik bij [F],
woonachtig aan de [adres].
Op 11 december 2013 om 22.38 uur is de advertentie bezocht door een gebruiker met het IPadres dat gekoppeld kan worden aan het GBA-adres van verdachte. Op 12 december 2013 om
00.05 uur werd de advertentie aangemaakt en is er door de belcomputer omstreeks dat tijdstip
contact opgenomen met het nummer [telefoonnummer] en is de advertentie die dag om 08.38 uur
online gezet. Uit telecomgegevens blijkt dat tijdens dat telefooncontact het nummer
[telefoonnummer] een paal aanstraalde in de nabije omgeving van het GBA-adres van verdachte.
Voor en na het tijdstip van aanmaken van de advertentie straalt de telefoon van [slachtoffer] een
paal aan te [plaats].
Op 18 januari 2014 te 11.52 uur is de advertentie vanaf het IP-adres dat hoort bij [garage],
gelegen aan de [adres] te [plaats] voor het laatst bezocht. Deze garage is te linken aan [D], zijnde
een oom van verdachte. Verdachte is eigenaar van een garage aan de [adres]. 28 Om 12.56 uur is
de advertentie door verdachte offline gezet. 29
Uit een ‘proces-verbaal van aanvullende info [website]’ blijkt dat op 15 januari 2014 van het IPadres aan de [adres] bij de advertentie een foto werd geupload, dat de naam ‘[B]’ gewijzigd is in
‘[A]’ en dat op 16 januari 2014 twee foto’s werden geupload vanaf het IP-adres behorende bij
het GBA-adres van verdachte. 30
4.3.1.4 Telefoongegevens en berichten aangetroffen op telefoons aangetroffen Fuutstaat 33
Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte zijn er diverse telefoons inbeslaggenomen.
Zo werden in de slaapkamer van verdachte een viertal telefoons aangetroffen, te weten een
Blackberry 9300, een Alcatel, een Samsung GT-S5300 en een Nokia 1662. Op deze telefoons is
door de politie onderzoek verricht. 31
Enkele appberichten uit de Blackberry naar het telefoonnummer van [slachtoffer] luiden als
volgt:
d.d. 17 november 2013
[medeverdachte 1] Lullt kkkr veel Hij wilt jou Voorhem Late werken 32
Je moet gwn mijn vriendin worden en alle jongens laten Dan ga k je behandelen als prinsesje
En gaan we samenwerken
Als je naar iemand anders gaat word k dan kkkr boos opje
K geef je een telefoontje waarop ik jou kan bellen voor zaken 33
Je gaat niet meer chillen met [medeverdachte 1] of wie dan ook 34
K ben zuinig opjou en we gaan samen veel verdienen 35
d.d. 18 november 2013
Dan ben je perfect alsje 18 bent Zonder gezeik thuis Zonder uithuis geplaats Zonder gesstalk
Lekker met mij zijn en geld verdienen
Ik wil dat je van mij bent Alleen van mij En samen gaan werken 36
d.d. 23 november 2013
Je moet snel 18 worden dn komt alles goed. Elke week gaanwe 3 dagen naar Amsterdam elke
dag geefje me alles wat je hebt verdiend en eind van de week krijg je dikke pak 37 .
Maar je gaat zoveel verdienen en op gegeven moment vindje het niet erg maar normaal je gaat
leven
Als je een jaartje doet zit je goed 38
Op de Blackberry zijn ook twee filmpjes aangetroffen. Op de filmpjes staan twee mannen
afgebeeld die kennelijk seks hebben met [slachtoffer] 39 .
Uit de browsergeschiedenis van de Alcatel telefoon bleek dat [website] vanuit deze telefoon 144
keer werd bezocht, al dan niet in combinatie met advertentienummer [nummer]. 40
Door [slachtoffer] werden op 15 januari 2014 omstreeks 23.017 uur via whattapp twee foto’s
gestuurd naar de Samsung GT-S5300.Deze foto’s waarop [slachtoffer] staat afgebeeld, maakten
deel uit van de fotoserie op [website]. Uit onderzoek is gebleken dat er twee foto’s geupload
werden bij genoemde advertentie op 16 januari 2014 omstreeks 00.20 uur. 41
Uit de opgevraagde historische telecomgegevens bleek dat het telefoonnummer
[telefoonnummer] opgegeven bij de advertentie op [website] gebruikt werd in combinatie met
het imeinummer van de aangetroffen Nokia 1662. Uit een aantal inkomende smsberichten
aangetroffen op deze telefoon bleek dat er een klant voorstelde om een of meerdere afspraken te
maken met “[B]”. 42
4.3.1.5 Telefoongegevens en berichten aangetroffen op telefoons [slachtoffer]
De telefoons Iphone 4s en LG zijn door de moeder van [slachtoffer] overhandigd aan de politie.
De Iphone was voorzien van het telefoonnummer [telefoonnummer]. In de contacten stond bij de
naam ‘[bijnaam]’ het nummer [telefoonnummer] vermeld. Dit nummer staat volgens de Kamer
van Koophandel vermeld bij [garage]. Als eigenaar wordt verdachte genoemd. Bij [bijnaam]
stond een afbeelding van verdachte weergegeven. 43 In de telefoon zijn ook sms-berichten
aangetroffen met [telefoonnummer].
In de Iphone staan onder meer de volgende berichten:
[bijnaam] ([telefoonnummer]) aan [slachtoffer] d.d. 23 december 2013
Als k zoiets nog een keer hoor sla k echt je voortanden dr uit k meen het je bent van mij, van mij
alleen 44
[slachtoffer] aan [bijnaam] ([telefoonnummer]) d.d. 9 januari 2014:
Je bent 20 k 17 en k moet voor jou werken en geld verdienen
Drm is dit de laatste x k voel me verschrikkelijk k wil dit helemaal niet doen 45
[bijnaam] ([telefoonnummer]) aan [slachtoffer] d.d. 9 januari 2014:
Hoe laat benje apie..oke..ma dan ga je tot 11met die klant goed?Andrs zijn we em kwijt. Zie je
kwartbovr 8zorg datj r echt staat dan
[slachtoffer] aan [bijnaam] ([telefoonnummer]) d.d. 14 januari 2014:
Omdat k jou kan als een Pooier k werk voor jou, t doet je niks als ik met ander lig…
[bijnaam] aan [slachtoffer] d.d. 14 januari 2014:
Je ewerkt voormij ma k. hou van jou en dat moetje weten 46
In de LG telefoon van [slachtoffer] staan onder meer de volgende berichten. Op 9 oktober 2013
heeft de LG een whatsappgesprek met een nummer [telefoonnummer] dat op naam staat van [G].
In het politiesysteem komt als gebruiker van dit nummer naar voren [H]. 47
[telefoonnummer] aan LG: wat kost het me dan
LG aan [telefoonnummer]: 3 tientjes, zegt [bijnaam]
[telefoonnummer] aan LG: Duur
LG aan [telefoonnummer]: Ja kdoe wat [bijnaam] zegt voor mij ben jij uitzondering en mag
goedkoper maar dan moet je bij [bijnaam] zijn 48
In de periode van 3 oktober 2013 tot en met 10 oktober 2013 heeft de LG contact met een
nummer dat staat opgeslagen als [bijnaam], nr. [telefoonnummer]. In de politiesystemen BHV
komt als gebruiker van dit telefoonnummer verdachte naar voren. 49
d.d. 4 oktober 2013
LG aan [telefoonnummer] Hoeveel verdien ik aan die mensen
[telefoonnummer] aan LG Iedereen ga je laten neuke met condoom 50
d.d. 9 oktober 2013
LG aan [telefoonnummer] Vanaaf Ga ik met die jonge die maandag mee was in de auto ja?
[telefoonnummer] aan LG S goed
LG aan [telefoonnummer] Moet hij ook gratis
[telefoonnummer] aan LG Ja 1 x gratis Luister schat K moet metje praten Er valt veel geld te
verdienen
[telefoonnummer] aan LG Ik ga met hem mee Jou ophalen Ga je snel je ding doen met em Dn
gaan we langs iemand anders Met oudere mannen vinjde dat erg? K sommige die zijn wel wat
ouder maar die betalen 100 euro ofzo. In de 30
LG aan [telefoonnummer] Ooh Hmm Kweetniet, ik probeer wel
[telefoonnummer] aan LG Gewoon schijt Alles aannemen
LG aan [telefoonnummer] Ja maar dat moet zeler ook gratis Ik ga niet alles bij iedereen gratis
doen, want dan kan k net zo goed stoppen
[telefoonnummer] aan LG Nee schat Die s niet gratis Alleen als k tege jou zeg die s gratis Dn
moet je dat doen
[telefoonnummer] aan LG Opp gegeven moment verdien je 1000 of 2000 in de maand Komt
helemaal goed 51
Als [slachtoffer] aangeeft dat ze misselijk is en dat het wel volwassene zijn, stuurt
[telefoonnummer]: Als ddr wat gebeurd schiet k diegene zn knieschijven kapot 52
LG aan [telefoonnummer] Die jonge vraagt wat t m kost Hij wilt nog x
[telefoonnummer] aan LG Zegmaar 3 tientjes 53
[telefoonnummer] aan LG K ga binnekort mooie kleertjes voorje kopen Komt allemaal goed je
gaat goed verdienen 54
4.3.1.6 De verklaring van [medeverdachte 2] en zijn contact met verdachte en [slachtoffer]
Naar aanleiding van de verklaringen van [slachtoffer], waarin zij verklaarde seks te hebben
gehad met een klant in het [hotel] in [plaats], werd nader onderzoek ingesteld. Uit analyse van de
opgevraagde historische telecomgegevens en verstrekte gegevens van het [hotel] kon de klant
geïdentificeerd worden als [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] had op maandag 13 januari
2014 om 19.48 uur ingecheckt en om 21.37 uur uitgecheckt in voornoemd hotel. 55
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij via [website] een meisje in [plaats] had gevonden die
zich aanbood om met haar tegen betaling seks te hebben. Hij belde naar het opgegeven nummer
en kreeg een jongen aan de lijn. Telefonisch had [medeverdachte 2] met de jongen besproken
wat hij met het meisje zou gaan doen. Het meisje zou met hem meegaan om te vrijen enzo. Met
de jongen werd afgesproken bij het station in [plaats]. Deze afspraak leidde echter niet tot
contact met het meisje of haar vriend. [medeverdachte 2] verklaarde dat een paar dagen later
door de jongen contact met hem werd opgenomen en wederom werd afgesproken bij het station
in [plaats]. Nadat het bij het station wederom niet tot een ontmoeting kwam hebben zij die dag
afgesproken bij een bouwmarkt in [plaats]. [medeverdachte 2] verklaarde over die ontmoeting
dat een jongen uit een auto, een zwarte Volkswagen, stapte en tegen hem zei dat hij aan hem
moest betalen. Daarna zou de meid bij [medeverdachte 2] in de auto stappen en zouden
[medeverdachte 2] en de meid naar een hotel gaan. [medeverdachte 2] heeft toen 200 of 300 euro
aan de jongen betaald. Op het moment dat de meid bij [medeverdachte 2] in het busje zat
vertelde ze dat ze onder dwang dit moest doen en begon ze te huilen. Ze zei dat ze dit niet wilde
en het ook niet met [medeverdachte 2] wilde doen. Ze vertelde dat ze onder dwang werd gezet.
[medeverdachte 2] verklaarde ook dat het meisje hem zei dat er al voor duizenden euro’s was
geïnd, dat zij daar niets van zag. Hierna heeft [medeverdachte 2] het meisje afgezet achter het
station in [plaats]. Een week of twee weken later werd er weer contact met [medeverdachte 2]
opgenomen. Het klonk als dezelfde jongen als de eerste keer, waar hij zaken mee had gedaan. De
jongen vertelde dat hij met haar had gesproken, ze had problemen, het had niets met
[medeverdachte 2] te maken, ze wilde hem nog eens spreken, eerst gezellig eten en daarna naar
het hotel. Hierop heeft [medeverdachte 2] wederom met hen afgesproken en is het meisje bij hem
ingestapt. [medeverdachte 2] heeft toen een hotelkamer geboekt waar hij met het meisje heen is
gegaan. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij steeds met dezelfde jongen telefonisch contact
heeft gehad over de afspraken en dat deze jongen bij beide ontmoetingen de bestuurder van de
auto was en degene was aan wie hij het geld heeft overhandigd. 56
Aan [medeverdachte 2] is een foto getoond met een afbeelding van verdachte. [medeverdachte 2]
verklaarde over deze persoon dat dit de jongen is aan wie hij het geld heeft overhandigd en dat
dit de jongen is met wie hij telefonisch contact heeft gehad. De keer bij de bouwmarkt kwam
deze jongen volgens [medeverdachte 2] al bellend aanrijden terwijl [medeverdachte 2] hem aan
de lijn had. Hij vroeg toen aan [medeverdachte 2] of hij daar met zijn bus bij de bouwmarkt
stond. Op het moment dat [medeverdachte 2] bevestigde dat hij daar inderdaad stond zag
[medeverdachte 2] de jongen uit de auto stappen en borg deze jongen zijn telefoon op. Ook werd
aan [medeverdachte 2] een foto getoond van [slachtoffer]. Hij herkende haar als het bedoelde
meisje dat hij tweemaal ontmoet had. 57
Uit onderzoek is gebleken dat tussen het nummer in gebruik bij [medeverdachte 2],
[telefoonnummer] en de nummer [telefoonnummer] (genoemd in de advertentie) 306 keer
telefonisch of sms contact is geweest. Dit contact had plaats op 19 en 31 december 2013 en op 1,
2, 3, 5, 6, 8, 9 en 13 januari 2014. 58
4.3.1.7 De verklaring van [medeverdachte 1]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij [slachtoffer] op school heeft leren kennen en dat zij via
hem met [bijnaam]/[bijnaam] in contact is gekomen. Bij dit contact gingen ze chillen in een bos
of een park. [bijnaam] is een slechte jongen en zou volgens [medeverdachte 1] in de
mensenhandel zitten. Van [slachtoffer] had hij gehoord dat [bijnaam] haar dingen liet doen die ze
niet wilde. Zij moest van [bijnaam] seks hebben voor geld, ook met vieze oude mannen. Hij had
ook van haar gehoord dat [bijnaam] haar sloeg. 59
4.3.1.8 De verklaring van [I]
[I], bij haar verhoor 17 jaar, heeft verklaard dat zij, nadat zij een foto van [slachtoffer] op
[website] had zien staan, aan [slachtoffer] heeft gevraagd waar zij mee bezig was. Van
[slachtoffer] heeft zij gehoord dat zij van [bijnaam] met oude mannen naar bed moest, dat hij
[slachtoffer] sloeg, dat hij [slachtoffer] bedreigde en dat [slachtoffer] haar verdiende geld aan
hem moest geven.
Ook heeft zij verklaard dat zij door [bijnaam] is gevraagd om voor hem te werken als hoer. Dit is
door [bijnaam] via whatsapp aan haar gevraagd. Uit uitgeprinte schermafbeeldingen blijkt dat zij
onder meer de volgende berichten heeft ontvangen van het telefoonnummer [telefoonnummer]
60 :
Heey mop i ben [bijnaam] een vriend van [slachtoffer], ze zei datj mis wel wou wrken..dr valt
veel te verdiene,heb je vanavond tijd schat dan roken we een jointje en praten we even xxx 61
Aha oke k zag je foto vondje el een leuke meid.1000 perweek zou makelijk lukken,belme als je
je bedenkt x 62
4.3.1.9 De verklaringen van [J]
[J] heeft verklaard dat zij een keer bij [bijnaam] en [slachtoffer] in de auto zat en dat zij richting
[plaats] reden. [slachtoffer] wilde dat echter niet en ze zijn toen teruggegaan richting de Albert
Heijn in [plaats]. In de auto werd [slachtoffer] gebeld en na dat gesprek vroeg [bijnaam] wie zij
aan de lijn had gehad. Hierop zei [slachtoffer] dat zij een vriendin had gesproken waarna
[bijnaam] zei: “het zijn jongens, als je liegt sla ik je tanden er uit”. Op een gegeven moment is [J]
uit de auto gestapt. Na ongeveer 10 minuten of een kwartier zag [J] ook [slachtoffer] uit de auto
stappen. [slachtoffer] vertelde haar dat [bijnaam] haar een klap had gegeven. [J] zag op
[slachtoffer] gezicht een rode veeg. 63
4.3.1.10 De bevindingen met betrekking tot de aangetroffen kinderporno
De aangetroffen advertentie van ‘[B]’ op [website], waarbij een viertal foto’s waren afgebeeld
werd ter beoordeling aangeboden aan het Team Kinderpornografie van de politie Midden
Nederland. Op deze foto’s stond, naar later bleek [slachtoffer] afgebeeld.
Op de Blackberry 9300, aangetroffen op de slaapkamer van verdachte, werd onder meer een
tweetal filmpjes aangetroffen. Op deze filmpjes staan twee volwassen mannen, die kennelijk
orale en vaginale/anale seks hebben met [slachtoffer]. 64
Gelet op de minderjarigheid van [slachtoffer] werden de foto’s evenals de 2 aangetroffen
filmpjes geclassificeerd als kinderporno. 65
Uit onderzoek is gebleken dat de afgebeelde mannen familieleden van verdachte betreffen,
namelijk [K] en [L]. 66 [K] heeft bekend dat hij seks heeft gehad met de vriendin van [bijnaam].
Op dat moment zou hij samen zijn geweest met [L], [bijnaam] en het meisje, in de garage van
zijn vader in [plaats]. De filmpjes moeten volgens [K] gemaakt zijn door [bijnaam], omdat er
naast de mensen die seks hadden één ander persoon aanwezig was, te weten [bijnaam]. 67
Uit het opnemen van vertrouwelijke informatie (OVC) in een vervoermiddel d.d. 15 juli 2014
blijkt met betrekking tot de filmpjes het volgende (de stemmen van [K] ([K]) en [L] ([L]) zijn
voor 100% herkend):
[L]: Ze hebben die film ook/filmpje
[K]: Je hebt gezien he, jij deed het ook en ik deed het ook
[L]: Ja
[K]: dat zal erg vernietigend voor ons zijn vriend, weet je wat ik tegen de politie heb gezegd, ik
heb haar niet verkracht zij heeft mij onderaan gezuigd.
[L]: Ik heb gezegd dat ik niks heb gedaan
[K]: Ja maar op de film ben je van achteren te zien mongool
[K]: Ja jij,…voor jou wordt zwaar trouwens. Weet je waarom? Omdat die wijf ook hebt gezegd
dat jij haar ook anaal hebt geneukt.
[L]: Ja dat is ook zo
[K]: Je moet niet aan hun vertellen dat ik haar geneukt heb 68
4.3.1.11 De verklaring van verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [slachtoffer] via [medeverdachte 1] heeft
leren kennen en dat zij toen zijn wezen chillen in een park in [plaats]. Verdachte heeft verklaard
dat het zou kunnen dat hij [slachtoffer] eenmaal geslagen heeft. 69
4.3.2
Overwegingen ten aanzien van 16/700281-14
4.3.2.2 De telefoons van verdachte
De rechtbank is van oordeel dat waar hier in de hiervoor genoemde telefoongesprekken dan wel
(app)berichten gesproken wordt over verdachte/[bijnaam]/[bijnaam], dat deze gesprekken en
chat/appgesprekken ook daadwerkelijk door verdachte zijn gevoerd. Hierbij wijst de rechtbank
onder meer op de verklaring van [medeverdachte 2] die met verdachte telefoneert bij een
afspraak met [slachtoffer], op de inhoud van de gesprekken waarin onder meer de persoon met
wie het gesprek wordt gevoerd [bijnaam] en [verdachte] wordt genoemd en waarbij onder meer
de naam [bijnaam] genoemd wordt als afzender, en het feit dat op de slaapkamer van verdachte
een groot aantal van deze telefoons is aangetroffen. De rechtbank acht het in het licht van alle
bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, ongeloofwaardig dat verdachte de
telefoons waarop deze belastende gesprekken zijn aangetroffen zou hebben uitgeleend aan
[slachtoffer], en dat [slachtoffer] deze telefoons mogelijk weer aan een nader in gebruik heeft
gegeven, zoals verdachte heeft aangevoerd.
4.3.2.1 Betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer]
Ten aanzien van de waarde en de bruikbaarheid van de verklaringen van het [slachtoffer]
overweegt de rechtbank als volgt.
[slachtoffer] is een viertal malen uitvoerig door de politie gehoord. Het verzoek van de
verdediging tot het horen van [slachtoffer] door de rechter-commissaris is toegewezen. Dit
verhoor heeft, gelet op de kwetsbaarheid van de toen net 18-jarige [slachtoffer], onder leiding
van de rechter-commissaris plaatsgevonden in een kindvriendelijke verhoorstudio. De
verdediging heeft bij dit verhoor de gelegenheid gehad om via de rechter-commissaris aan de
getuige vragen te stellen en ook in een tweede ronde is de verdediging in de gelegenheid gesteld
de getuige op deze wijze te bevragen. Gelet op de ontkenning van de verdachte(n) dient er
kritisch gekeken te worden naar de door [slachtoffer] afgelegde belastende verklaringen.
Op 14 oktober 2014 heeft de rechtbank een verzoek van de verdediging tot een
betrouwbaarheidsonderzoek aangaande de verklaringen van [slachtoffer] toegewezen. De
rechter-commissaris heeft hierna dr. G. Wolters benoemd als deskundige. Deze deskundige heeft
in een rapport van 4 december 2014 geconcludeerd dat de verklaringen van [slachtoffer] in hoge
mate consistent zijn. Daarbij geeft rapporteur aan dat kleine tegenstrijdigheden niet te vermijden
zijn, gezien (a) de lange tijd die is verstreken tussen het ervaren van de gebeurtenissen en het
afleggen van de verklaringen hierover en (b) de vele, langdurige en gedetailleerde verhoren
waarin deze verklaringen van haar worden gevraagd. De consistentie over de tijd is een
aanwijzing voor betrouwbaarheid en laat tevens zien dat de verklaringen niet zijn beïnvloed door
aanwijzingen of suggestie uit andere bronnen, aldus de rapporteur. Naast dat de verklaringen
consistent zijn geeft rapporteur nog aan dat waar een vergelijking mogelijk is de verklaringen
van [slachtoffer] praktisch zonder uitzondering worden bevestigd door verklaringen van getuigen
en verdachten en door onderzoek van de (tele)communicatie tussen betrokken. Aanwijzingen dat
[slachtoffer] redenen zou hebben om onjuiste verklaringen af te leggen heeft rapporteur niet
gezien. Rapporteur heeft geconcludeerd dat de verklaringen van [slachtoffer] in hoge mate
betrouwbaar en waarheidsgetrouw zijn (90-100% waarheidsgetrouw). Met betrekking tot de
verdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] wordt de verklaring van [slachtoffer] door
rapporteur in aanzienlijke mate betrouwbaar geacht (70-90% waarheidsgetrouw). Deze lagere
betrouwbaarheidswaardering heeft te maken met het feit dat deze verdachten op het cruciale punt
van het daadwerkelijk seks hebben gehad met [slachtoffer] ontkennen zonder dat er voor de
verklaringen van [slachtoffer] aanvullende ondersteuning is. Niet geheel kan worden uitgesloten
dat [slachtoffer] zich hier vergist, of gebeurtenissen of personen verwart, aldus de rapporteur.
Met rapporteur is de rechtbank van oordeel dat er in de verklaringen van [slachtoffer] weliswaar
kleine discrepanties zitten, maar dat [slachtoffer] op essentiële punten, zoals de ontmoetingen
met (mede)verdachte(n), het benaderen van verdachte om voor hem te werken, de
‘inwerkperiode’ met familieleden en vrienden van verdachte, de locaties, de manier van
benaderen van klanten en het betalen van klanten, het plaatsen van de advertentie op [website]
gedetailleerd en consistent verklaard. Van groot belang is dat voor een groot aantal essentiële
punten aangaande de ten laste gelegde mensenhandel steunbewijs gevonden is in de verklaringen
van getuigen en verdachten, in de in het dossier opgenomen sms- en whatsappberichten, in de
bevindingen met betrekking tot de website [website], alsmede in de aangetroffen afbeeldingen en
filmpjes aangaande de kinderporno.
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer] betrouwbaar
en bruikbaar voor het bewijs en geeft zij hieraan een zwaarwegende betekenis. De door de
verdediging gestelde situatie dat het bewijs in overwegende mate op de verklaring van
[slachtoffer] berust is gelet op hetgeen hiervoor is weergegeven met betrekking tot het
steunbewijs niet aan de orde. Bovendien is de verdediging voldoende gecompenseerd. Weliswaar
heeft de verdediging de getuige niet zelf kunnen ondervragen, maar tijdens het verhoor onder
regie van de rechter-commissaris in een kindvriendelijke verhoorstudio is de raadsman aanwezig
geweest en heeft hij door tussenkomst van de ondervragers vragen en nadere vragen kunnen
stellen. Bovendien heeft de rechtbank op verzoek van de verdediging onderzoek laten verrichten
naar de betrouwbaarheid van de afgelegde verklaringen van [slachtoffer].
4.3.2.2 De enkelvoudige fotoconfrontatie
De verdediging heeft aangevoerd dat de enkelvoudige fotoconfrontatie, uitgevoerd met
[medeverdachte 2], niet voor het bewijs gebruikt mag worden. De rechtbank overweegt
hieromtrent dat de enkele omstandigheid dat een herkenning heeft plaatsgevonden op basis van
een enkelvoudige fotoconfrontatie er niet toe leidt dat dat die herkenning om die reden buiten
beschouwing van het bewijs dient te worden gelaten. Nu de herkenning van verdachte door
[medeverdachte 2] niet op zichzelf staat maar aansluit bij de eveneens voor het bewijs gebezigde
verklaring van [slachtoffer], de verklaring van [medeverdachte 2] en hetgeen is weergegeven
over de telecommunicatie met [telefoonnummer] en het berichten/telefoonverkeer tussen
[medeverdachte 2] en verdachte, alsmede gelet op het feit dat [medeverdachte 2] verdachte op
twee verschillende momenten heeft gezien acht de rechtbank de fotoconfrontatie betrouwbaar en
bruikbaar voor het bewijs. Het verweer dat de fotoconfrontatie niet mag worden gebruikt wordt
dan ook verworpen.
4.3.2.3 Het wettelijk kader
Een wezenlijk bestanddeel van mensenhandel is dat er sprake moet zijn van uitbuiting en dat het
oogmerk van de verdachte daarop gericht was. Conform hetgeen in de jurisprudentie is bepaald
kan van een uitbuitingssituatie worden gesproken als een betrokkene in een situatie verkeert die
niet gelijk is aan (i.c.) een situatie waarin een mondige prostituee in Nederland verkeert.
Voornoemde uitbuitingssituatie veronderstelt het ontbreken van vrijwilligheid. Dit houdt in dat
de persoon die prostitutiewerkzaamheden verricht niet of slechts in verminderde mate de
mogelijkheid heeft een bewuste keuze te maken met betrekking tot het al dan niet voortzetten
van de relatie met degene die haar tot die prostitutiewerkzaamheden heeft aangezet. Indien het
slachtoffer minderjarig is, is het gebruik van de in artikel 273f van het Wetboek genoemde
dwangmiddelen niet verreist voor strafbaarheid. Er kan voor wat betreft de minderjarigheid van
het slachtoffer geen beroep worden gedaan op verontschuldigbare dwaling, daar de
minderjarigheid een geobjectiveerd bestanddeel betreft.
In het geval sprake is van een minderjarig slachtoffer is er altijd sprake van een beperking van
keuzevrijheid, zodat in het geval van minderjarige slachtoffers de eventuele omstandigheid dat
het slachtoffer heeft ingestemd met de prostitutiewerkzaamheden dan wel met de omstandigheid
dat het slachtoffer reeds eerder in de prostitutie heeft gewerkt, nimmer in de weg kan staan aan
een bewezenverklaring. 70
4.3.2.4 De handelingen
Werven, vervoeren, overbrengen en ertoe brengen tegen betaling seksuele handelingen te
verrichten (sub2 en 5)
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte [slachtoffer] na het gezamenlijk chillen heeft
benaderd met de vraag of zij voor hem zou willen werken. Hierna heeft zij als zogenaamde
inwerkperiode seksuele handelingen verricht met familieleden en vrienden van verdachte. Het
benaderen en het ‘inwerken’ valt naar het oordeel van de rechtbank onder het werven . Voorts is
gebleken dat verdachte [slachtoffer] heeft vervoerd en overgebracht naar de klanten, hetgeen
volgt uit zowel de verklaring van [slachtoffer], de verklaring van [medeverdachte 2] en de
diverse verstuurde berichten. Daarnaast heeft verdachte een seksadvertentie betreffende
[slachtoffer] aangemaakt op [website], hier foto’s van [slachtoffer] bij geplaatst en was hij
degene die de advertentie beheerde en de contacten onderhield met de klanten. Voorts beloofde
hij [slachtoffer] een mooie gezamenlijke toekomst en zeer goede verdiensten. Voornoemde
handelingen vallen onder het ertoe brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
seksuele handelingen met/of voor een derde tegen betaling.
Oogmerk van uitbuiting (sub 2)
De rechtbank stelt hierbij voorop dat het hebben van een oogmerk tenminste een
noodzakelijkheidsbewustzijn ten aanzien van het gevolg veronderstelt. Het oogmerk van
uitbuiting is in het onderhavige geval gelegen in het verkrijgen van eigen financieel gewin. Uit
de verklaring van [slachtoffer], de verklaring van [medeverdachte 2] en de diverse berichten
maakt de rechtbank op dat verdachte voor ogen had om zoveel mogelijk geld te verkrijgen uit de
door [slachtoffer] te verrichten prostitutiewerkzaamheden. De overtuiging van de rechtbank dat
verdachte het oogmerk had zichzelf te verrijken, wordt nog gesterkt door dat verdachte aan een
ander meisje, [I], voorstelt om ook voor hem te gaan werken en ook haar daarbij hoge
verdiensten voorspiegelt.
opzettelijk voordeel trekken (sub 8)
De rechtbank is tevens van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte opzettelijk voordeel
heeft getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer]. Ook op dit punt vindt de verklaring van
[slachtoffer] steun in andere bewijsmiddelen.
4.3.2.5 De pleegperiode
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij aan het begin van het schooljaar [medeverdachte 1] heeft
leren kennen en dat hij haar tijdens het ‘chillmoment’ achter het ziekenhuis in contact bracht met
verdachte. Korte tijd hierna werd zij door verdachte benaderd om voor hem te werken en ging dit
over in het hebben van seksuele handelingen met zijn familieleden en vrienden, de zogenaamde
inwerkperiode. De rechtbank kwalificeert deze handelingen, zoals hiervoor reeds weergegeven,
als werven en zal derhalve 1 september 2013 als begindatum nemen van de pleegperiode.
4.3.2.6 Geen sprake van medeplegen
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs
oplevert om te concluderen dat er tussen verdachte en één of meer andere personen sprake is
geweest van een nauwe en bewuste samenwerking gericht op de mensenhandel. De rechtbank zal
verdachte dan ook van het onderdeel ‘medeplegen’ vrijspreken.
4.3.2.7 Conclusie ten aanzien van 16/700281-14 feit 1
Op grond van de hiervoor genoemde feiten, omstandigheden en overwegingen acht de rechtbank
wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste
gelegde voor zover hieronder bewezen is verklaard.
4.3.2.8 Conclusie ten aanzien van 16/700281-14 feit 2, 3 en 4
De rechtbank acht op grond van vorenstaande bewijsmiddelen en hetgeen hiervoor is overwogen
het onder 16/700281-14 feit 2, 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals een
en ander hieronder bewezen is verklaard.
4.3.3
Feiten blijkend uit de bewijsmiddelen ten aanzien van 16/662119-14 71
4.3.3.1 De bevindingen van verbalisant [verbalisant 1]
Op 21 november 2014 omstreeks 11.50 uur werd verbalisant [verbalisant 1] gebeld door de heer
[M] van de reclassering. [M] vertelde dat betreffende [verdachte] (verdachte), wonende aan de
[adres] te [plaats], ten aanzien van een bij hem aangelegde enkelband een sabottagemelding was
binnengekomen. Ter plaatse hoorde [verbalisant 1] van zijn collega’s dat de vader van verdachte
1-1-2 had gebeld omdat hij zijn zoon niet meer onder controle had. Van de vader hoorde
[verbalisant 1] dat verdachte zijn enkelband en het kastje volledig had vernield. 72
4.3.3.2 De bevindingen van verbalisant [verbalisant 2]
Verbalisant [verbalisant 2] zag dat de elektronische enkelband volledig kapot was en dat de band
waarmee de enkelband wordt bevestigd doormidden was. Het gehele apparaat was volledig in
stukken. 73
4.3.3.3 De aangifte van [N]
Namens de Dienst Justitiële Inrichtingen heeft [N] aangifte gedaan van vernieling van een
elektronische enkelband, welke op 17 oktober 2014 bij verdachte was aangelegd. 74
4.3.3.4 De verklaring van verdachte
De verdachte heeft verklaard dat hij in de ruzie met zijn vader riep: “Ik trek de enkelband wel
los, dan ben ik af van al dat gezeik”. Hierop pakte hij de enkelband vast en trok er aan. 75
4.3.5
Overwegingen ten aanzien van 16/662119-14
De rechtbank acht de ten laste gelegde vernieling wettig en overtuigend bewezen. Na de
sabotagemelding blijkt de enkelband in zijn geheel vernield te zijn. De vader van verdachte heeft
verklaard dat verdachte zowel de enkelband als het kastje geheel vernield heeft. Ook verdachte
heeft verklaard dat hij aan de enkelband getrokken heeft en dat deze toen stuk is gegaan. Dat
verdachte de apparatuur op straat heeft laten vallen en dat daar een auto overheen is gereden en
dat hij de enkelband per ongeluk heeft losgetrokken acht de rechtbank, mede gelet op de
verklaring van zijn vader, niet aannemelijk geworden. Hierbij heeft de rechtbank ook in
ogenschouw genomen dat verdachte al bij de telefonische melding volledig uit zijn dak ging en
duidelijk geïrriteerd was.
5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
in of omstreeks de periode van ongeveer 01 september 2013 tot en met 22
januari 2014 te [plaats] en [plaats] en/of
elders in een of meer plaats(en) in Nederland,
A) een ander, te weten [slachtoffer] (geboren [1996]
[1996]),
(telkens)
- heeft geworven, vervoerd en overgebracht met het
oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] (sub 2°)
en
- ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling
dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] (telkens) enige handeling(en) heeft
ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden
dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten
van die seksuele handelingen (sub 5°)
en
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen
van die ander, te weten die [slachtoffer], met en/of voor een derde
tegen betaling (sub 8°),
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, hebbende hij,
verdachte,
een relatie met die [slachtoffer] aangegaan en onderhouden en tegen die [slachtoffer] gezegd dat
zij (verdachte en die [slachtoffer]) samen zouden gaan wonen en een gezin zouden gaan stichten
en dat ze zouden sparen voor een gezamenlijk huis en
die [slachtoffer] gezegd om seks te hebben met zijn, verdachtes vrienden en
familie om "er even in te komen" en
aan die [slachtoffer] gevraagd seks voor geld te hebben met klanten en
tegen die [slachtoffer] gezegd dat dat geld nodig was voor hun gezamenlijke
toekomst en
een advertentie op de website [website] gezet waarin die [slachtoffer]
prostitutiewerkzaamheden (als ware zij 19 jaar oud) aanbood en
die [slachtoffer] gezegd (naakt- en/of erotische) foto's van zichzelf te maken
en die foto's op de website [website] gezet en
die [slachtoffer] instructies gegeven dat ze zich voor prostitutieklanten sexy
moest kleden en
prostitutieklanten en prostitutie-afspraken voor die [slachtoffer] geregeld en
die [slachtoffer] (telkens) naar de diverse prostitutiewerkplekken gebracht en
aldaar weer opgehaald en
ten behoeve van die prostitiewerkzaamheden van die [slachtoffer] een of meermalen
een hotelkamer geboekt en
die [slachtoffer] laten verblijven in een hotelkamer en
whatsapp en/of sms-berichten aan die [slachtoffer] gestuurd waarin haar werd
duidelijk gemaakt dat zij toch door moest gaan met prostitutiewerkzaamheden
ook al gaf zij hem verdachte te kennen dit niet te willen en
een groot deel van de, opbrengsten van die prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer]
afgepakt en/of door die [slachtoffer] af laten geven aan hem, verdachte.
2.
hij in of omstreeks de periode van ongeveer 01 augustus 2013 tot en met 22
januari 2014 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of
elders in een of meer plaats(en) in Nederland, vier afbeeldingen en twee filmpjes en/of
gegevensdragers bevattende vier abeeldingen en twee filmpjes heeft
verspreid en
aangeboden en
openlijk tentoongesteld en
vervaardigd en
in bezit gehad,
terwijl op die afbeeldingen en op die filmpjes (een) seksuele
gedraging(en) zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] (geboren [1996]
[1996]) was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen
bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer],
en/of waarbij door het camerastandpunt nadrukkelijk de (geheel of gedeeltelijk ontblote)
geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
en
het anaal en/of vaginaal penetreren met de penis van het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (te
weten die [slachtoffer]) en het tegelijkertijd oraal penetreren met de penis van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (te weten die
[slachtoffer]),
althans
het (tegelijkertijd) betasten en/of aanraken (met de penis) van de
geslachtsdelen en/of de mond en/of het gezicht van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (te weten die [slachtoffer]),
in elk geval
het wekken van de indruk dat een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaren nog niet heeft bereikt (te weten die [slachtoffer]) tegelijkertijd anaal
en/of vaginaal en oraal werd gepenetreerd door twee (volwassen) personen;
3.
in de periode van ongeveer 01 september 2013 tot en met 22
januari 2014 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of elders in
Nederland, meermalen opzettelijk mishandelend [slachtoffer]
(telkens meermalen althans eenmaal)
op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of geschopt
en/of die [slachtoffer] (met kracht) aan haar haar heeft getrokken,
waardoor voornoemde [slachtoffer] (telkens) letsel heeft bekomen en/of (telkens)
pijn heeft ondervonden.
4.
in de periode van 01 september 2013 tot en met 22 januari
2014, te [plaats] en/of [plaats] en/of elders in Nederland, [slachtoffer] meermalen heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte telkens opzettelijk voornoemde
[slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd:
"ik sla je tanden uit je bek en
moet ik je voor de trein duwen of zo, wil je dat soms? en
moet ik je echt hier (in het bos) vermoorden, niemand hoort je niemand ziet
je", althans telkens woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
16/662119-14
hij op of omstreeks 21 november 2014 in de gemeente [plaats] opzettelijk en
wederrechtelijk een elektronische enkelband en/of bijbehorende apparatuur, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Ministerie van
Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte, heeft vernield , door toen aldaar opzettelijk en wederrechtelijk die
enkelband kapot te trekken en/of de bijbehorende apparatuur kapot te maken;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is
hierdoor niet in de verdediging geschaad.
6 De strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
16/700281-14:
feit 1 : mensenhandel, meermalen gepleegd;
feit 2 : een afbeelding -of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding- van een seksuele
gedraging, waarbij iemand die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of
schijnbaar is betrokken, verspreiden, openlijk ten tentoonstellen, vervaardigen en in bezit
hebben, meermalen gepleegd;
feit 3 : mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 4 : bedreiging met zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven
gericht.
16/662119-14:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort,
vernielen.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
7 De strafbaarheid van verdachte
Omtrent de persoon van verdachte hebben drs. M.E. Bredero, GZ-psycholoog en drs. H.A.
Gerritsen, forensisch psychiater, een rapport opgemaakt. Uit deze rapportages is gebleken dat
zowel de psycholoog als de psychiater tot de conclusie komen dat er bij verdachte sprake is van
een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van zwakbegaafdheid. De
psychiater maakt er voorts melding van dat er sprake is van een zich ontwikkelende
persoonlijkheidsstoornis NAO met narcistische en antisociale trekken. Van de genoemde
zwakbegaafdheid was volgens beide gedragsdeskundigen ook sprake ten tijde van de feiten.
Aangezien verdachte de feiten ontkent en er geen zicht is op de delictdynamiek kan er volgens de
psychiater geen uitspraak gedaan worden over de relatie stoornis en delict. Hij heeft zich dan ook
onthouden van een advies omtrent de toerekenbaarheid. De psycholoog heeft in zijn rapport
weergegeven wat de gebrekkige ontwikkeling voor verdachte in het algemeen betekent en
vervolgens geadviseerd om verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
De rechtbank neemt het advies van de psycholoog over en maakt deze tot de hare. De rechtbank
zal verdachte dan ook licht verminderd toerekeningsvatbaar achten. Derhalve is geen
omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluit.
Verdachte is dan ook strafbaar.
8 Motivering van de straffen en maatregelen
8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door de officier van justitie
bewezen geachte zal worden veroordeeld tot:
- een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden
voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en de bijzondere voorwaarden -kort gezegd-:
reclasseringscontact, een ambulante behandeling bij De Waag, elektronisch toezicht en een
contactverbod met aangeefster.
De officier van justitie heeft gevorderd de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht
dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, zoals reeds hiervoor weergegeven, op het standpunt gesteld dat
verdachte integraal vrijgesproken dient te worden. Voor zover de rechtbank wel tot een
bewezenverklaring komt, heeft de raadsman verzocht om het advies van zowel de psycholoog als
de psychiater te volgen en toepassing te geven aan het jeugdstrafrecht. Met betrekking tot de
strafmaat heeft de raadsman gewezen op een aantal uitspraken van andere rechterlijke colleges
ter zake mensenhandel. De raadsman heeft verzocht, met uitdrukkelijke verwijzing naar de
persoonlijke omstandigheden van verdachte, en rekening houdend met het advies om verdachte
als licht verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen, om geen langere onvoorwaardelijke
gevangenisstraf op te leggen dan de duur van de thans ondergane voorlopige hechtenis. Voorts
dient er volgens de raadsman rekening mee gehouden te worden dat verdachte inmiddels
gedurende 3 maanden onder elektronisch toezicht staat en dit ook een punitief karakter heeft.
Naast deze onvoorwaardelijke gevangenisstraf kan de rechtbank volgens de raadsman nog een
fors voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, met daaraan gekoppeld de door de reclassering
geformuleerde voorwaarden. In het geval elektronisch toezicht wordt opgelegd heeft de
raadsman, gelet op het punitieve karakter en op verdachte perspectief te bieden, verzocht dit voor
een specifieke tijd te doen. Verdachte heeft zich ter terechtzitting bereid verklaard tot nakoming
van de door de reclassering geadviseerde voorwaarden.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
8.3.1
Het oordeel omtrent het jeugdstrafrecht/volwassenstrafrecht
De hiervoor genoemde gedragsdeskundigen hebben evenals de reclassering allen de wegingslijst
adolescentenstrafrecht toegepast. Wat betreft toepassing van wegingsfactoren en conclusies
lopen de adviezen uiteen.
De rechtbank is na afweging van de indicaties en contra-indicaties van oordeel dat toepassing
van het jeugdstrafrecht in casu niet opportuun is. Daarvoor overweegt de rechtbank dat
uitgangspunt is dat bij een volwassene het volwassenstrafrecht van toepassing is. Van dat
uitgangspunt kan worden afgeweken indien daartoe grond is in de persoonlijkheid van de
verdachte of de omstandigheid waaronder het feit is begaan.
De rechtbank heeft oog voor de door de gedragsdeskundigen genoemde indicaties voor
toepassing van het jeugdstrafrecht, met name de beperkte handelingsvaardigheden die
voortkomen uit de verstandelijke beperking en het feit dat verdachte (iets) jonger overkomt dan
zijn kalenderleeftijd. De pedagogische mogelijkheden schat de rechtbank echter laag in: uit de
beschikbare informatie kan niet worden afgeleid dat verdachte als het ware gewoon meedraait in
het gezinsleven. Van (continuering van) schoolgang/stage is geen sprake. De rol van de vader is
dubbel: naast beschermend (in de zin van het bieden van kaders voor een dagbesteding) wordt
zijn houding (zoals beschreven door de psychiater) ook als risicofactor gezien, daar hij naast een
kritisch oordeel (te) veel nadruk legt op de factoren die buiten zijn zoon liggen. Nu verder sprake
is van contra-indicaties voor toepassing van het jeugdstrafrecht, te weten het strafblad van
verdachte en de beschreven psychopatische trekken en nu de gedragsdeskundigen ook geen
bijzondere uit het jeugdstrafrecht afkomstige maatregelen adviseren, zal de rechtbank het
volwassenstrafrecht toepassen.
Daarbij komt nog dat verdachte blijkens het verhandelde ter terechtzitting tijdens de schorsing
van zijn voorlopige hechtenis goed reageert op de begeleiding die door de jong-volwassenen
reclassering wordt geboden.
8.3.2
Ernst van de feiten, persoon verdachte en strafoplegging
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen
geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan
ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft een minderjarig en kwetsbaar meisje in de prostitutie gebracht, haar daar enkele
maanden in gehouden en van haar geprofiteerd. Verdachte had in die periode een relatie met het
slachtoffer en heeft als een zogenaamde loverboy gebruik gemaakt van het feit dat zij erg
verliefd op hem was. Gebleken is dat verdachte op manipulatieve wijze, door onder meer een
mooie, gezamenlijke toekomst voor te spiegelen en haar seksuele handelingen te laten verrichten
met familieleden, oftewel het zogenaamde ‘inwerken’ ertoe over heeft gehaald zich tegen
betaling te prostitueren. Verdachte heeft met dit feit het slachtoffer op een vergaande en
ontluisterende manier uitgebuit, waarbij op een grove wijze de lichamelijke en geestelijke
integriteit van het slachtoffer geheel ondergeschikt is gemaakt aan verdachtes zucht naar
geldelijk gewin.
Na de periode van zogenaamd ‘inwerken’ heeft verdachte ten behoeve van klantenwerving foto’s
van het minderjarige slachtoffer op een website geplaatst. Bij deze foto’s heeft verdachte de tekst
geplaatst dat het slachtoffer overal voor in was, noemde hij een prijsindicatie en vermeldde hij
zijn telefoonnummer. Deze foto’s zijn gelet op de aard van de afbeeldingen en de
minderjarigheid van het slachtoffer te kwalificeren als kinderporno.
Daarnaast werden op een telefoon van verdachte een tweetal filmpjes aangetroffen waarop twee
mannen seksuele handelingen verrichten met het minderjarige slachtoffer. Ook dit betrof
derhalve kinderpornografisch materiaal.
Het handelen van verdachte, waarbij ook sprake was van geweld en bedreiging, moet worden
beschouwd als een volstrekte minachting en volledig gebrek aan respect voor het minderjarige en
kwetsbare slachtoffer.
De impact die het gebeurde op het slachtoffer heeft gehad blijkt onder meer uit haar schriftelijke
slachtoffer verklaring, welke namens haar ter terechtzitting van 19 januari 2015 is voorgelezen.
In deze verklaring is te lezen dat zij door verdachte al haar dierbaren is verloren, zij dacht dat zij
alleen verdachte had, en oprecht verliefd op hem was. Door de handelwijze van verdachte is zij
haar vertrouwen in andere mannen verloren en gelooft zij niet meer in de liefde. Niet alleen haar
geld heeft verdachte afgenomen, maar ook heeft hij haar in zowel fysiek als mentaal opzicht
kapot gemaakt.
Na 6 maanden in voorlopige hechtenis te hebben doorgebracht is de voorlopige hechtenis van
verdachte met ingang van 15 oktober 2014 geschorst. Aan deze schorsing waren diverse
voorwaarden verbonden, waaronder reclasseringstoezicht, een contactverbod met het slachtoffer
en elektronisch toezicht. De enkelband en de bijbehorende apparatuur die in het kader van het
elektronisch toezicht waren aangelegd zijn door verdachte tijdens die schorsing geheel vernield.
De rechtbank rekent de verdachte de door hem gepleegde delicten zwaar aan.
Uit een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie (strafblad) is gebleken
dat verdachte in 2011 een strafbeschikking heeft betaalde ter zake mishandeling. Verdachte is
niet eerder voor mensenhandel of kinderporno met justitie in aanraking gekomen.
Voornoemde psycholoog heeft de kans op recidive als hoog/gemiddeld ingeschat, met name
ingezoomd op de agressiebeheersing en geadviseerd om een ambulante behandeling bij De Waag
op te leggen. Daarnaast dient verdachte volgens de psycholoog onder toezicht van de
reclassering te worden gesteld. De psychiater heeft zich, gelet op de ontkennende houding van
verdachte, op het standpunt gesteld dat hij formeel geen advies kan geven.
De reclassering schat -gelet op verdachtes beperkte probleembesef, zijn houding ten opzichte van
het slachtoffer en zijn beperkte coping om zich op reguliere wijze staande te houden- de kans op
recidive als hoog gemiddeld in. De indruk bestaat bij de reclassering dat een pedagogische
aanpak tot op heden niet heeft geleid tot risicovermindering. De reclassering heeft dan ook
geadviseerd om de lopende schorsingsvoorwaarden bij een deels voorwaardelijke
gevangenisstraf te handhaven. Ter terechtzitting heeft mw. H. Wiebe, reclasseringswerker, te
kennen gegeven dat verdachte de thans opgelegde voorwaarden goed naleeft en het contact met
hem goed verloopt. Zij heeft geadviseerd indien elektronisch toezicht wordt opgelegd dit, gelet
op de vrijheidsbeperking hiervan, te doen voor de duur van 4 maanden.
Ten nadele van verdachte heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte door zijn
houding ervan blijk heeft gegeven het laakbare van zijn handelen niet in te (willen) zien.
Verdachte heeft namelijk een beeld van de gebeurtenissen geschetst dat in schril contrast staat
met hetgeen de rechtbank bewezen acht.
Gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde acht de rechtbank een gevangenisstraf
op zijn plaats, waarbij zij gelet op de persoon van verdachte en het belang van het slachtoffer een
deel van de straf in voorwaardelijke zin op zal leggen en daaraan de door de reclassering
geadviseerde voorwaarden zal verbinden.
Rekening houdend met het feit dat de uitbuiting een maand minder heeft geduurd dan waar de
officier van justitie van uit is gegaan, dat verdachte met uitzondering van de eerdere
mishandeling een nagenoeg blanco strafblad heeft en hij als licht verminderd
toerekeningsvatbaar wordt beschouwd, acht de rechtbank ruimte aanwezig om de door de
officier van justitie gevorderde straf te matigen. Hierbij speelt tevens mede dat verdachte in het
kader van zijn schorsing inmiddels 4 maanden elektronisch toezicht heeft gehad en de rechtbank
dit toezicht ook zal verbinden aan de hierna te noemen straf. Een dergelijk elektronisch toezicht
wordt door verdachten als zwaar ervaren omdat het onder meer een vrijheidsbenemend karakter
heeft.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 20 maanden moet
worden opgelegd. De rechtbank bepaalt dat een gedeelte van 8 maanden vooralsnog niet ten
uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd van 3 jaren verbinden, opdat verdachte
onderzocht, zo nodig behandeld en zo optimaal mogelijk begeleid kan worden en hij ervan wordt
weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een nieuw strafbaar feit.
Daarnaast acht de rechtbank een contactverbod met [slachtoffer], alsmede de in het dictum
genoemde voorwaarden noodzakelijk.
9 Het Beslag
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de op de beslaglijst vermeldde goederen te onttrekken
aan het verkeer.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangegeven dat hij geen opmerkingen heeft ten aanzien van het beslag.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
In de onderhavige zaak zijn op het GBA-adres van verdachte diverse telefoons en een computer
inbeslaggenomen. Op deze telefoons en computer zijn, evenals op de aan [slachtoffer]
toebehorende Iphone 4 en LG-telefoon, kinderpornografische afbeeldingen/filmpjes
aangetroffen. Nu met betrekking tot deze voorwerpen het onder 16/700281-14 bewezen geachte
is begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in
strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
De twee onder [slachtoffer] inbeslaggenomen Blackberry’s konden niet door de politie
onderzocht worden. Niet valt uit te sluiten dat ook op deze telefoons de kinderpornografische
afbeeldingen staan die ook op de andere telefoons van [slachtoffer] zijn aangetroffen. Om die
reden zal de rechtbank ook deze twee telefoons onttrekken aan het verkeer.
10 Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer]
De benadeelde partij heeft een schadebedrag gevorderd van in totaal € 36.304,-. Dit bedrag is
opgebouwd uit de kostenposten: gederfde inkomsten (€ 21.750,0), reiskosten (€ 580,-), schade
kleding en telefoons (€ 500,-), studievertraging (€ 12.974,-) en immateriële schade
(€ 10.000,-).
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de kosten met uitzondering van de
gederfde inkomsten integraal toegewezen dienen te worden. De gederfde inkomsten dienen
volgens de officier van justitie gematigd te worden naar € 2.000,-. De vordering dient voor het
overige niet-ontvankelijk verklaard te worden.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat onvoldoende kan worden vastgesteld dat de
opgevoerde kostenposten ten aanzien van gederfde inkomsten, van kosten aan telefoons/kleding,
van studievertraging en van immateriële kosten rechtstreeks zijn voortgevloeid uit het ten laste
gelegde. Subsidiair levert het vaststellen van deze schadeposten een te zware belasting voor het
strafproces op, aldus de raadsman. De reiskosten die reeds afzonderlijk kunnen worden vergoed
zijn volgens de raadsman niet toewijsbaar.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van de kosten met betrekking tot de
studievertraging en de gederfde inkomsten, met uitzondering van de € 300,- door
[medeverdachte 2] aan verdachte betaalde vergoeding, een onevenredige belasting van het
strafgeding opleveren. De verdediging heeft de reiskosten onvoldoende gemotiveerd betwist en
de rechtbank acht deze derhalve toewijsbaar. Met betrekking tot de schadepost kleding/telefoons
overweegt de rechtbank dat er een viertal telefoons van [slachtoffer] inbeslaggenomen zijn en
deze zullen, zoals hiervoor onder 9.3 is overwogen, worden onttrokken aan het verkeer. De
schade die dit voor benadeelde heeft opgeleverd schat de rechtbank op € 500,-. De immateriële
schade wordt door de rechtbank in ieder geval geschat op € 5.000,-. Voor het overige levert de
behandeling van deze schadepost een onevenredige belasting van het strafproces op.
De rechtbank acht, gelet op het vorenstaande, een bedrag van € 6.380,- toewijsbaar. De
vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, met dien verstande dat dit bedrag
vermeerderd dient te worden met de wettelijke rente berekend van 18 januari 2014 tot de dag der
algehele voldoening. De vordering zal voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaard worden.
De benadeelde partij kan dat deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en
ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van [slachtoffer] voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de
schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
11 De benadeelde partij Dienst Vervoer en Ondersteuning
De benadeelde partij heeft een schadebedrag gevorderd van in totaal € 907,-. Dit bedrag is
opgebouwd uit de kostenposten: apparatuur (€ 900,-) en riem enkelband (€ 7,-).
11.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat vordering integraal toegewezen
kan worden.
11.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de vordering niet betwist.
11.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat vast is komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het
onder 16/662119-14 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank
waardeert dit deel, zoals gevorderd en niet betwist, op € 907,-. De vordering zal dan ook tot dat
bedrag worden toegewezen, met dien verstande dat laatstgenoemd bedrag vermeerderd dient te
worden met de wettelijke rente berekend van 21 november 2014 tot de dag der algehele
voldoening.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en
ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
12 Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 36f, 57, 273f, 285, 300, 350 van het
Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
13 Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is
vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is
bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
16/700281-14
feit 1 : mensenhandel, meermalen gepleegd;
feit 2 : een afbeelding -of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding- van een seksuele
gedraging, waarbij iemand die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of
schijnbaar is betrokken, verspreiden, openlijk ten tentoonstellen, vervaardigen en in bezit
hebben, meermalen gepleegd;
feit 3 : mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 4 : bedreiging met zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven
gericht.
16/662119-14
Opzettelijke en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort,
vernielen.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 20 maanden .
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in
verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in
mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 8 maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer
gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd
niet aan de volgende voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van
een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de
identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de
medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de
hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft;
Stelt als bijzondere voorwaarden:
4. veroordeelde moet zich onmiddellijk onder toezicht en leiding van de
Reclassering Nederland (blijven) stellen. Vervolgens moet hij zich gedurende de proeftijd onder
toezicht en leiding van de Reclassering Nederland blijven stellen en zich naar de door of namens
die instelling te geven aanwijzingen gedragen, zolang deze instelling dat nodig vindt;
5. veroordeelde moet zich binnen één werkdag volgend op de onherroepelijkheidsdatum van dit
vonnis melden bij de reclassering, Reclassering Nederland, Vivaldiplantsoen 200, 3353 JE
Utrecht en zich gedurende de proeftijd van drie jaren blijven melden, zolang de reclassering dit
noodzakelijk acht;
6. de veroordeelde dient mee te werken aan diagnostisch onderzoek en eventueel daaruit
voortvloeiende behandelingen bij een forensische polikliniek of soortgelijke ambulante
forensische zorg, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het
kader van die behandeling door of namens de behandelaar zullen worden gegeven;
7. veroordeelde dient zich gedurende de eerste 4 maanden na onherroepelijk worden van dit
vonnis onder elektronisch toezicht te stellen van de reclassering;
8. veroordeelde mag op geen enkele wijze contact hebben met [slachtoffer] (niet direct, niet
indirect en ook niet als die persoon zelf contact zoekt).
Geeft aan genoemde instelling opdracht veroordeelde toezicht te houden op de naleving van de
voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beslag
Verklaart onttrokken aan het verkeer de genoemde goederen op de aan dit vonnis gehechte
beslaglijst.
Benadeelde partij [slachtoffer]
Wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 6.380,-., te vermeerderen met de
wettelijke rente daarover vanaf 18 januari 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van
de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt
dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer], € 6.380,- aan de Staat te betalen,
bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 66 dagen. De toepassing van
die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Laatstgenoemd bedrag dient
vermeerderd te worden met de wettelijke rente daarover berekend vanaf 18 januari 2014 tot aan
de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen
heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Benadeelde partij Dienst Vervoer en Ondersteuning
Wijst de vordering van Dienst Vervoer en Ondersteuning toe tot een bedrag van € 907,-, te
vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 november 2014 tot aan de dag van de
algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan Dienst Vervoer en
Ondersteuning voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van
de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Voorlopige hechtenis
Heft op het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, voorzitter, mrs. P.J.M. Mol en J.P.H. van Driel van
Wageningen, rechters, in tegenwoordigheid van J.J. Veldhuizen, griffier en uitgesproken op de
openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 februari 2015.
BIJLAGE : De tenlastelegging
1.
hij in of omstreeks de periode van ongeveer 01 augustus 2013 tot en met 22
januari 2014 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of
elders in een of meer plaats(en) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A) een ander of anderen, te weten [slachtoffer] (geboren [1996]
[1996]),
(telkens)
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het
oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] (sub 2°)
en/of
- ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling
dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] (telkens) enige handeling(en) heeft
ondernomen
waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of
redelijkerwijs moest(en) vermoeden
dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten
van die seksuele handelingen (sub 5°)
en/of
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen
van die ander of anderen, te weten die [slachtoffer], met en/of voor een derde
tegen betaling (sub 8°),
terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
een relatie met die [slachtoffer] aangegaan en/of onderhouden en/of
tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij (verdachte en die [slachtoffer]) samen zouden
gaan wonen en/of een gezin zouden gaan stichten en/of dat ze zouden sparen
voor een gezamenlijk huis en/of
die [slachtoffer] gezegd om seks te hebben met (zijn, verdachtes) vrienden en/of
familie om "er even in te komen" en/of
aan die [slachtoffer] gevraagd seks voor geld te hebben met klanten en/of
tegen die [slachtoffer] gezegd dat dat geld nodig was voor hun gezamenlijke
toekomst en/of tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij 1000-3500 euro per week moest
verdienen en/of
een advertentie op de website [website] gezet waarin die [slachtoffer]
prostitutiewerk-zaamheden (als ware zij 19 jaar oud) aanbood en/of
die [slachtoffer] gezegd (naakt- en/of erotische) foto's van zichzelf te maken
en/of die foto's op de website [website] gezet en/of
die [slachtoffer] instructies gegeven dat ze zich voor prostitutieklanten sexy
moest kleden en/of
prostitutieklanten en/of prostitutie-afspraken voor die [slachtoffer] geregeld en/of
die [slachtoffer] (telkens) naar de diverse prostitutiewerkplekken gebracht en/of
aldaar weer opgehaald en/of
ten behoeve van die prostitiewerkzaamheden van die [slachtoffer] een of meermalen
een hotelkamer geboekt en/of
die [slachtoffer] laten verblijven in een of meer hotelkamer(s) en/of woning(en)
en/of
whatsapp en/of sms-berichten aan die [slachtoffer] gestuurd waarin haar werd
duidelijk gemaakt dat zij toch door moest gaan met prostitutiewerkzaamheden
ook al gaf zij hem (verdachte) te kennen dit niet te willen en/of
alle, althans een (groot) deel van de, opbrengsten van die
prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer] afgepakt en/of door die [slachtoffer] af
laten geven aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s);
art 273f lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 8° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 4 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van ongeveer 01 augustus 2013 tot en met 22
januari 2014 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of
elders in een of meer plaats(en) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een of meermalen vier, althans een of meer afbeelding(en) en/of
twee althans een filmpje(s) en/of
(een) gegevensdrager(s) bevattende vier, althans een of meer afbeelding(en)
en/of twee althans een filmpje(s) heeft
verspreid en/of
aangeboden en/of
openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of
ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of
uitgevoerd en/of
verworven en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) en/of op die filmpje(s) (een) seksuele
gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, te weten [slachtoffer] (geboren [1996]
[1996]) was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer], althans
(een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet
heeft/hebben bereikt, en/of waarbij door het camerastandpunt nadrukkelijk de
(geheel of gedeeltelijk ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in
beeld gebracht worden
en/of
het anaal en/of vaginaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (te
weten die [slachtoffer]) en/of
het (tegelijkertijd) oraal penetreren (met de penis) van die persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (te weten die
[slachtoffer]),
althans
het (tegelijkertijd) betasten en/of aanraken (met de penis) van de
geslachtsdelen en/of de mond en/of het gezicht van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (te weten die [slachtoffer]),
in elk geval
het wekken van de indruk dat een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaren nog niet heeft bereikt (te weten die [slachtoffer]) tegelijkertijd anaal
en/of vaginaal en oraal werd gepenetreerd door twee (volwassen) personen;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van ongeveer 01 augustus 2013 tot en met 22
januari 2014 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of elders in
Nederland,
(meermalen althans eenmaal)
opzettelijk mishandelend [slachtoffer]
(telkens meermalen althans eenmaal)
op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of geschopt
en/of die [slachtoffer] (met kracht) aan haar haar heeft getrokken,
waardoor voornoemde [slachtoffer] (telkens) letsel heeft bekomen en/of (telkens)
pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2013 tot en met 22 januari
2014, te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of elders in Nederland,
[slachtoffer] (meermalen althans eenmaal) heeft bedreigd met enig
misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de
woorden toegevoegd:
"ik sla je tanden uit je bek en/of
moet ik je voor de trein duwen of zo, wil je dat soms? en/of
moet ik je echt hier (in het bos) vermoorden, niemand hoort je niemand ziet
je",
althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
16/662119-14
hij op of omstreeks 21 november 2014 in de gemeente [plaats] opzettelijk en
wederrechtelijk een electronische enkelband en/of bijbehorende apparatuur, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Ministerie van
Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte, heeft vernield en / of beschadigd en / of
onbruikbaar gemaakt, door toen aldaar opzettelijk en wederrechtelijk die
enkelband kapot te trekken en/of de bijbehorende apparatuur in stukken te
slaan/schoppen/trappen/gooien, in elk geval kapot te maken;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
1 Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar
bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier,
dossiernummer2014014857D, onderzoek Waterhoen, bevinden, volgens de in dat dossier
toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de
wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Voor zover het gaat
om geschriften als bedoeld in artikel 344.1.5° Wetboek van Strafvordering, worden deze alleen
gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
2 Proces-verbaal van bevindingen van [O], pag. 806 en 807.
3 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [meldster], pag. 450 t/m 453.
4 Akte van geboorte [slachtoffer], pag. 679.
5 Psychodiagnostisch onderzoek d.d. 22 januari 2013, pag. 668 e.v.
6 Proces-verbaal van bevindingen van [P] en [Q], pag. 459 en 460.
7 Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer], pag. 465.
8 Idem, pag. 472.
9 Idem, pag. 475.
10 Idem, pag. 479.
11 Idem, pag. 477.
12 Idem.
13 Idem, pag. 475 en 476.
14 Idem.
15 Idem, pag. 480.
16 Idem, pag. 480.
17 Idem, pag. 479.
18 Idem, pag. 476 en 478.
19 Idem, pag. 487.
20 Idem, pag. 488.
21 Idem, pag. 487.
22 Idem, pag. 516.
23 Idem, pag. 647 t/m 652.
24 Idem, pag. 542.
25 Idem, pag. 653 t/m 655.
26 Idem, pag. 495 en 545.
27 Idem, pag. 496 en 497.
28 Proces-verbaal van bevindingen ‘historische gegevens versus [naam]’, pag. 938 t/m 944
29 Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
30 Proces-verbaal van bevindingen ‘aanvullende info [website]’, pag. 949.
31 Proces-verbaal bevindingen ‘Blackberry 9300’, pag. 1029, Proces-verbaal van bevindingen
‘Alcatel’, p. 1109 e.v., proces-verbaal van bevindingen ‘Samsung’ pag. 1134 e.v. en procesverbaal van bevindingen Nokia pag. 1216 e.v. .
32 Idem, pag. 1034.
33 Idem, pag. 1035.
34 Idem, pag. 1036.
35 Idem, pag. 1039.
36 Idem.
37 Idem, pag. 1053.
38 Idem, pag. 1054.
39 Proces-verbaal van bevindingen ‘sexfilmpjes Blackberry’, pag. 1084.
40 Proces-verbaal van bevindingen ‘Alcatel’, pag. 1116 en 1117.
41 Procesverbaal van bevindingen ‘Samsung’, pag. 1134.
42 Proces-verbaal ‘Nokia’, p. 1212 e.v.
43 Proces-verbaal van bevindingen, pag. 875.
44 Proces-verbaal van bevindingen ‘Iphone 4s [slachtoffer], pag 832
45 Idem, pag. 830.
46 Idem, pag. 829.
47 Proces-verbaal van bevindingen ‘onderzoek LG’, pag. 888.
48 Idem pag 889.
49 Idem, pag. 889.
50 Idem, pag. 892.
51 Idem, pag. 894 t/m 896.
52 Idem, pag. 898.
53 Idem, pag. 900.
54 Idem, pag. 900.
55 Proces-verbaal van bevindingen ‘identificatie [medeverdachte 2], pag. 1011 t/m 1014.
56 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 2], pag. 236
57 Idem, pag. 240
58 Proces-verbaal van bevindingen ‘belcontacten [telefoonnummer] en [telefoonnummer] versus
[telefoonnummer]’, pag. 1681 en 1682 (aanvullend op einddossier)
59 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1], pag. 167 t/m 169.
60 Proces-verbaal van verhoor [I], pag. 701 t/m 715.
61 Idem, pag. 714.
62 Idem, pag. 712.
63 Proces-verbaal van verhoor [J], pag. 720.
64 Proces-verbaal beschrijving filmpjes, pag. 1007 en 1008.
65 Proces-verbaal classificeren kinderpornografie, pag. 1001 t/m 1005.
66 Processen-verbaal van bevindingen, pag. 1095 t/m 1097.
67 Proces-verbaal van verhoor [K], pag. 356 t/m 360.
68 Proces-verbaal van bevindingen OVC, pag. 1386 t/m 1390.
69 De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 januari 2015.
70 Kamerstukken II 1990/1991, 21, 027, nr 5 blz 4 en 11 en nr. 8 blz. 2.
71 Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar
bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, dossiernummer
PL0900-2014336353 z, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders
vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe
bevoegde opsporingsambtenaren. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel
344.1.5° Wetboek van Strafvordering, worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van
andere bewijsmiddelen.
72 Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1], pag. 11 en 12.
73 Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2], pag. 26.
74 Proces-verbaal van verhoor van [N], pag. 20 en 21.
75 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 29.