Klik hier om het memorandum te openen in pdf

Belastingadviseurs
Standpunt Ministerie van Financiën over gevolgen Skandia-arrest voor Nederlandse praktijk
Op 10 februari 2015 heeft het Ministerie van Financiën (informeel) het standpunt bekendgemaakt dat
Nederland heeft ingenomen over de toepassing van het Skandia-arrest (C-7/13). Het Ministerie van
Financiën acht het Skandia-arrest niet van toepassing in Nederland. Dit geldt zowel in de situatie van
een Nederlands hoofdhuis dat onderdeel uitmaakt van een Nederlandse fiscale eenheid btw als in de
situatie dat een Nederlandse vaste inrichting onderdeel is van een Nederlandse fiscale eenheid btw.
Nederland heeft de Europese Commissie op de hoogte gebracht van dit standpunt.
1.
Standpunt Ministerie van Financiën
Reden dat het Ministerie van Financiën het Skandia-arrest niet toepast, is dat het ‘fiscale eenheid
btw’-regime in Nederland verschilt van het ‘fiscale eenheid btw’-regime in Zweden. In de zaak
Skandia stond vast dat de Zweedse vaste inrichting, los van het Amerikaanse hoofdhuis, onderdeel
was van een fiscale eenheid btw in Zweden. De Hoge Raad oordeelde in 2002 echter over de
Nederlandse fiscale eenheid btw dat het buitenlandse hoofdhuis ook deel uitmaakt van een fiscale
eenheid btw in Nederland. Het buitenlandse hoofdhuis behoort dus met de Nederlandse vaste
inrichting tot dezelfde belastingplichtige.
Het standpunt van het Ministerie van Financiën betekent feitelijk dat de Nederlandse praktijk, zoals
die gold voor het Skandia-arrest, wordt gecontinueerd. Het was de vraag of het arrest ook in
Nederland moest worden toegepast. Dit zou aanzienlijke financiële en praktische gevolgen hebben
gehad voor het Nederlandse bedrijfsleven. De beslissing van Nederland is tot stand gekomen na
intensief overleg met diverse belangenorganisaties. Het standpunt van het Ministerie van Financiën
wordt officieel gepubliceerd door aanpassing van het reeds bestaande beleidsbesluit over vaste
inrichtingen in de btw (mededeling 22). Het aangepaste besluit zal mogelijk in meer detail ingaan op
bepaalde situaties.
2.
Gevolgen voor de praktijk
Diensten tussen een hoofdhuis en een vaste inrichting blijven dus buiten het bereik van de
Nederlandse btw, ook indien het Nederlandse hoofdhuis/de vaste inrichting onderdeel is van een
Nederlandse fiscale eenheid btw. Dit is in overeenstemming met de uitleg die de Hoge Raad aan het
Nederlandse ‘fiscale eenheid btw’-regime heeft gegeven. Zowel vanuit fiscaalinhoudelijk als vanuit
praktisch oogpunt onderschrijven wij de door Nederland gekozen route.
Het blijft van belang om na te gaan wat de btw-behandeling is van diensten tussen hoofdhuis en
vaste inrichting in andere lidstaten. Op 10 februari 2015 heeft de Engelse Belastingdienst (HMRC)
guidance gepubliceerd over de toepassing van het Skandia-arrest in het Verenigd Koninkrijk. Het
standpunt is grotendeels in overeenstemming met het standpunt van Nederland. Anders dan
Nederland kijkt HMRC naar het toepassingsbereik van de buitenlandse fiscale eenheid btw. Is die
Belastingadviseurs
Pagina 2
net als in Zweden beperkt tot de lokale onderdelen van de fiscale eenheid btw, dan acht HMRC het
Skandia-arrest van toepassing. Deze guidance treedt per 1 januari 2016 in werking. Andere lidstaten
stellen zich op het standpunt dat het arrest onverkort van toepassing is.
Eind maart vindt overleg plaats tussen de Europese Commissie en de lidstaten over de toepassing
van het Skandia-arrest. De Commissie lijkt een ruime uitleg van het arrest voor te staan. Wij houden
u uiteraard op de hoogte van de uitkomsten van dit overleg.
Indien u verder van gedachten wilt wisselen over de gevolgen van het Skandia-arrest in Nederland
en in andere lidstaten, dan kunt u contact opnemen met de adviseurs van de Indirect Tax Financial
Services Group van Meijburg & Co, of met uw gebruikelijke adviseur.
Meijburg & Co
Februari 2015
De in dit memorandum opgenomen informatie is van algemene aard en heeft geen betrekking op de specifieke
omstandigheden van een bepaald individu of een bepaalde entiteit. Hoewel bij de totstandkoming van dit
memorandum de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, kunnen wij niet garanderen dat de daarin
opgenomen informatie op de datum van ontvangst juist en volledig is of dat in de toekomst zal blijven. Op grond
van deze informatie dient geen actie ondernomen te worden zonder adequate professionele advisering na een
grondig onderzoek van de specifiek van toepassing zijnde situatie.