Tax updates 03-02-2015: - BM

Tax updates 03-02-2015:
Kinderalimentatie na 1-1-2015: schuld in box 3.
Alimentatie betaald aan de ex-echtgenote is voor de betaler (gedurende 12 jaar) aftrekbaar in de
aangifte inkomstenbelasting. Bijdragen in het levensonderhoud van kinderen (tot 21 jaar) konden tot
en met 31-12-2014 in aftrek gebracht worden op grond van een forfaitaire regeling.
Inzake het jaar 2006 oordeelde de Hoge Raad dat de contante waarde van de kinderalimentatie in box
3 als schuld in aanmerking kon worden genomen (Hoge Raad 11 februari 2011, nr. 10/00367).
Met ingang van het jaar 2012 zijn alle persoonlijke aftrekposten door een wetswijziging uitgesloten van
het schuldbegrip in box 3, dus ook kinderalimentatie.
Aangezien de persoonsgebonden aftrek voor kinderalimentatie in box 1 per 1-1-2015 is geschrapt,
komt de onderhavige contante waarde van de kinderalimentatie-schuld weer voor aftrek in box 3 in
aanmerking.
Opmerking BM:
In voorkomende gevallen zal aan de hand van de verschuldigde kinderalimentatie en de resterende
looptijd de contante waarde berekend moeten worden. Dit bedrag kan vanaf de aangifte IB 2015 als
een schuld per 1-1-2015 meegenomen worden.
Aangezien de partneralimentatie in box 1 aftrekbaar is, is er geen mogelijkheid om de contante
waarde in box 3 in mindering te brengen.
Giftenaftrek aan ANBI's.
Op 19 december 2014 heeft Staatssecretaris Wiebes het besluit voor de giftenaftrek aan algemeen
nut beogende instellingen (ANBI’s) en verenigingen in de inkomstenbelasting geactualiseerd
(BLKB2014/1415M). In de Wet Inkomstenbelasting 2001 kennen we voor de aftrekbaarheid van
jaarlijkse (eenmalige) giften aan een ANBI een inkomensdrempel.
Wanneer echter sprake is van een periodieke gift is deze drempel niet van toepassing en kan de gift
jaarlijks tegen maximaal 52% (in box 1) worden afgetrokken. Om de gift te kunnen laten kwalificeren
als periodieke gift in de zin van de Wet Inkomstenbelasting 2001 moet deze aan verschillende
voorwaarden voldoen. In het besluit van 19 december 2014 staan de (nieuwe) standpunten van de
Staatssecretaris inzake deze periodieke gift. Met dit besluit komt het besluit inzake de giftenaftrek van
2010 te vervallen. Naast de overgenomen onderdelen van het vorige besluit is ook een aantal nieuwe
onderdelen toegevoegd. De belangrijkste punten van het nieuwe besluit lichten we hieronder toe.
1. Beëindiging van periodieke giften.
De minimale looptijd van een periodieke gift is vijf jaar, tenzij de schenker eerder komt te overlijden.
Volgens de Staatssecretaris is géén sprake van een periodieke gift wanneer in de overeenkomst
wordt bepaald dat bij overlijden van de schenker binnen deze vijf jaar de resterende uitkeringen in één
keer plaatsvinden. In de ogen van de Staatssecretaris weet de ANBI dat zij in ieder geval de totale
uitkeringen zullen ontvangen, terwijl het onzekerheidsvereiste een van de voorwaarden van de
periodieke gift is. Wel is het mogelijk dat de schenker in zijn/haar testament een legaat opneemt
waarbij wordt bepaald dat de ANBI de resterende uitkeringen ontvangt. Bij het testament is de ANBI
namelijk geen partij en u bent vrij om dit legaat in uw testament naar eigen inzicht op te (laten) stellen
en aan te (laten) passen.
2. Periodieke gift in natura.
Het is mogelijk om de periodieke gift in natura te doen. In het besluit is aangeven dat hieronder ook de
schenking van één enkel voorwerp valt, waarbij het eigendomsrecht in gelijke delen wordt
overgedragen. Een voorbeeld dat wordt genoemd is het schenken van een schilderij. Vanuit praktisch
oogpunt is wel te adviseren in deze situatie in het testament op te nemen dat de resterende termijnen
bij overlijden naar de ANBI gaan. Dit om te voorkomen dat er sprake is van gedeelde eigendom voor
de ANBI en de erfgenamen.
3. Periodieke giften aan ‘loketinstellingen’.
In de praktijk komt het voor dat giften zo worden vormgegeven dat de schenking plaatsvindt aan een
instelling met de verplichting deze door te geven aan een derde begunstigde. Een dergelijke instelling
wordt wel een ‘loketinstelling’ genoemd. Voor de beoordeling of sprake is van een periodieke gift moet
door de loketinstelling heen worden gekeken naar de uiteindelijke derde begunstigde. Is de derdebegunstigde voor de gehele periode dezelfde entiteit, dan is er sprake van een periodieke gift.
Wanneer deze derde begunstigde echter jaarlijks verschilt, is geen sprake van een periodieke gift,
maar van een gewone gift waarvoor de drempel wel geldt.
4. Giften aan instelling na verlies van ANBI-status.
In de praktijk komt het voor dat gedurende de periode van de periodieke gift de ANBI waaraan wordt
geschonken, de ANBI-status verliest. Vanaf 1 januari 2014 kan dit bijvoorbeeld wanneer niet voldaan
wordt aan de publicatieplicht. Na het verliezen van deze status zijn de giften niet meer aftrekbaar. De
Staatssecretaris heeft aangegeven dat een gift aan een instelling die niet meer als ANBI is
aangemerkt, aftrekbaar blijft zolang de ANBI-status in het ANBI-register van de Belastingdienst wordt
vermeld. Dit is anders wanneer sprake is van kwade trouw van de schenker.