NOTITIE Inzake Datum 1 Internetconsultatie Wijzigingsbesluit Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 arbeidsvoorwaarden maatschappelijke ondersteuning 29 januari 2015 Consultatievraag Met het ambtelijk concept voor een wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt een artikel 5.4 toegevoegd dat luidt: "1. Bij verordening als bedoeld in artikel 2.6.6 van de wet wordt geregeld dat, in het belang van goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een voorziening en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van de voorziening, op dusdanige wijze rekening wordt gehouden met de geldende arbeidsvoorwaarden, waaronder de collectieve arbeidsovereenkomsten van derden als bedoeld in artikel 2.6.4 van de wet, dat deze arbeidsvoorwaarden kunnen worden bekostigd uit de prijs voor de levering van een voorziening. 2. Bij verordening als bedoeld in artikel 2.6.6 van de wet kan worden bepaald dat geen rekening hoeft gehouden te worden met de ontwikkeling van de geldende arbeidsvoorwaarden, bedoeld in het eerste lid, indien deze zich niet binnen de van toepassing zijnde indexeringssystematiek voor de lonen en prijzen ontwikkelen." Het heeft als doel te waarborgen dat de geldende arbeidsvoorwaarden van mensen die de door de gemeente ingekochte maatschappelijke ondersteuning uitvoeren, kunnen worden bekostigd uit de prijs die de gemeente daarvoor betaalt, mits de geldende arbeidsvoorwaarden zich ontwikkelen binnen de daarvoor beschikbaar gestelde financiële kaders. De met de consultatie gestelde vraag is of het voorgestelde besluit het effect bereikt. 2 Reactie 2.1 Een algemene constatering is dat het voorgestelde artikel 5.4 lid 1 geen aanvullende waarborgen lijkt te bieden in aanvulling op het huidige 2.6.6 lid 1 Wmo 2015. 2.2 Immers, het eerste deel van lid 1 staat vrijwel letterlijk artikel 2.6.6 lid 1 Wmo 2015. Het tweede deel van het voorgestelde 5.4 lid 1 regelt dat de vastgestelde tarieven voldoende zijn om de arbeidsvoorwaarden te bekostigen. Dat is blijkens de MvT ook al bedoeld te zijn verankerd met 2.6.6 lid 1 Wmo 2015. Deze is immers bedoeld als opvolger van 21a Wmo, waarin zoveel al was verankerd. 2.3 Bovendien wordt in de toelichting bij 2.6.6 lid 1 Wmo opgemerkt, dat gemeenten tenminste een inschatting van een reële kostprijs moeten maken. De gemeente dient zich daarbij ten minste een beeld te vormen van de vereiste activiteiten en de arbeidsvoorwaarden die daarbij horen.1 1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 841, nr. 3, p. 134-135 Van Doorne N.V. is gevestigd te Amsterdam en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 34199342. Van Doorne N.V. is de enige opdrachtnemer van alle werkzaamheden. Op deze werkzaamheden en alle rechtsverhoudingen met derden zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden van Van Doorne N.V. en haar dochtermaatschappijen, waarin een beperking van aansprakelijkheid is opgenomen. Deze Voorwaarden die zijn gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Amsterdam, kunnen worden geraadpleegd op www.vandoorne.com en worden op verzoek toegezonden. Van Doorne N.V. has its registered offices in Amsterdam and is registered with the Commercial Register under number 34199342. Van Doorne N.V. is the exclusive contracting party in respect of all commissioned work. This work and all legal relations with third parties shall be governed by the General Terms of Van Doorne N.V. and its subsidiaries which include a limitation of liability. These Terms, which have been filed with the District Court at Amsterdam, may be consulted at www.vandoorne.com and will be forwarded upon request. pagina 2 04.02.15 2.4 Daar komt bij dat het gebruik van de term "geldende arbeidsvoorwaarden" leidt tot onduidelijkheid. Deze terminologie komt niet voor in artikel 2.6.6 lid 1 Wmo 2015 en is verder niet gedefinieerd. 2.5 De term laat zich op verschillende manieren uitleggen, omdat niet wordt gespecificeerd aan wie/waaraan de "geldende arbeidsvoorwaarden" worden gekoppeld en wat onder de "geldende arbeidsvoorwaarden" wordt verstaan. Wordt bijvoorbeeld gekeken naar wie het werk nu al doen en welke arbeidsvoorwaarden, leeftijd en opgebouwde rechten zij hebben? Of is maatgevend welk werk gedaan zal worden en hoe dit gewogen/ingeschaald moet worden op grond van de cao? Of een combinatie van deze twee door eerst te kijken naar welk werk gedaan zal worden en hoe dit werk op grond van de cao moet worden ingeschaald én vervolgens te kijken naar de inschaling/anciënniteit en opgebouwde rechten van degenen die dat werk vervolgens gaan uitvoeren? Daarnaast is de vraag wat allemaal beschouwd wordt als "geldende arbeidsvoorwaarden" (in de zin van de cao). Vallen onder de arbeidsvoorwaarden bijvoorbeeld ook de (potentiële) wachtgeldaanspraken/aanspraken op een transitievergoeding? 2.6 Het antwoord op vorenstaande vragen is bijzonder relevant omdat de kosten aan aanbiederszijde voor een voorziening in belangrijke mate worden bepaald door de opgebouwde rechten en anciënniteit van haar werknemers. 2.7 Ook is het antwoord relevant in verband met het bepaalde in de cao VVT met betrekking tot de positie van hulpen bij het huishouden bij overnames in het kader van de Wmo 2015. Met ingang van 1 april 2015 bevat de cao VVT de verplichting voor werkgevers om de arbeidsvoorwaarden waaronder salaris en dienstjaren zoals deze bij de oude werkgever golden bij overname van werknemers te respecteren. Cao partijen hebben het streven deze verplichting avv te laten verklaren. Daar dient rekening mee te worden gehouden. 3 Tussenconclusie 3.1 In de huidige vorm heeft het voorgestelde artikel 5.4 lid 1 geen toegevoegde waarde ten opzichte van artikel 2.6.6 lid 1 Wmo 2015. Het beoogde effect zal daarom niet met de regeling worden bereikt. 3.2 Het beoogde effect zou wel kunnen worden bereikt als meer duidelijkheid wordt gegeven over de inhoud van de term "geldende arbeidsvoorwaarden." In dat geval kan (beter) worden vastgesteld/berekend hoe de "geldende arbeidsvoorwaarden" en het voor de voorziening te betalen tarief zich tot elkaar verhouden. 3.3 Hetzelfde geldt - in mindere mate - voor het begrip "de van toepassing zijnde indexeringssystematiek voor de lonen en prijzen" uit lid 2 van het voorgestelde artikel 5.4. Ook daar is niet duidelijk welke systematiek is bedoeld en ligt verduidelijking van het begrip voor de hand. 4 Mogelijke oplossingsrichting 4.1 Bij het geven van duidelijkheid over de term "geldende arbeidsvoorwaarden" ligt voor de hand aan het voorgestelde artikel 5.4 een lid toe te voegen waarin wordt vastgelegd dat gemeenten in de verordening dienen te regelen hoe bij het vaststellen van de "geldende arbeidsvoorwaarden" (in elk geval) rekening wordt gehouden met: 4.1.1 Welke werknemers maatgevend zijn voor de "geldende arbeidsvoorwaarden" (bijv. een gemiddeld persoon of juist alle personen die de voorziening (gaan) uitvoeren), pagina 3 04.02.15 4.1.2 De eisen die worden gesteld aan de voorziening, 4.1.3 Maatmanfuncties op basis van de eisen die worden gesteld aan de voorziening, 4.1.4 De inschaling van deze maatmanfunctie op basis van de collectieve arbeidsovereenkomsten van derden als bedoeld in artikel 2.6.4 van de wet, 4.1.5 De gemiddelde anciënniteit en leeftijd van de werknemers die de voorziening gaan uitvoeren, 4.1.6 Alle door derden als bedoeld in artikel 2.6.4 van de wet te betalen afdrachten en sociale premies én (potentiële) wachtgeldaanspraken/aanspraken op een transitievergoeding (of andere vergoeding) op basis van de gemiddelde anciënniteit en leeftijd van de werknemers die de voorziening gaan uitvoeren. ****
© Copyright 2024 ExpyDoc