Vlaanderen is landbouw & visserij VOORLICHTINGSPLAN 2015 29/01/2015 Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ WWW.VLAANDEREN.BE/LANDBOUW ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// VOORLICHTINGSPLAN 2015 29.01.2015 ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Colofon Samenstelling Departement Landbouw en Visserij Verantwoordelijke uitgever Jules Van Liefferinge, secretaris-generaal Depotnummer D/2015/3241/044 Foto’s Departement Landbouw en Visserij INHOUD 1 2 Voorwoord ............................................................................................................................................................................1 algemeen ................................................................................................................................................................................ 4 2.1 2.2 terugblik naar 2014 Nieuwe uitdagingen 3 Horizontale thema’s ........................................................................................................................................................ 5 3.1 Het nieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) 6 3.2 3.3 Bodem Een nieuw mestactieprogramma (map5) 7 8 3.3.1 3.3.2 Voorlichters van het departement CVBB 8 9 3.3.3 3.3.4 Bedrijfsadvies van VLM-Mestbank Praktijkgids Bemesting 9 9 3.4 3.4.1 erosie Demonstratieprojecten 10 10 3.4.2 3.4.3 Katern Erosie in de Praktijkgids Water Studiedagen 10 11 3.4.4 3.5 Demovelden IHD en PAS 11 11 3.5.1 3.5.2 Helpdesk Voordrachten op vraag van derden 11 11 3.5.3 3.5.4 Studiedagen Praktijkgids Landbouw en Natuur 12 12 3.6 3.6.1 Integrated Pest Management (IPM) Demonstraties, studiedagen, voordrachten, opleidingen 12 12 3.6.2 3.7 Praktijkgids Gewasbescherming Klimaat en energie 12 13 3.7.1 3.7.2 EPB-regelgeving voor landbouwgebouwen Aparte rubriek ‘energie en klimaat’ op website 13 13 3.8 3.8.1 actieplan eiwitten Evaluatie en vervolgtraject 13 13 3.8.2 3.8.3 Vergroening GLB en vlinderbloemigen Soja telen in Vlaanderen 14 14 3.8.4 3.8.5 Studie Insecten 14 14 3.9 3.9.1 Biologische landbouw Demonstratieprojecten 15 16 3.10 Korte keten 16 4 Voorlichtingsacties plantaardige productie ...................................................................................................17 4.1 4.1.1 Aardappelen, bieten, cichorei Studiedagen en bedrijfsbezoeken 17 18 4.1.2 Publicaties 19 4 4 4.1.3 Voordrachten op vraag van derden 19 4.1.4 4.1.5 Demonstratieprojecten Contactgegevens 19 21 4.2 4.2.1 Granen en energieteelten Studiedagen en bedrijfsbezoeken 22 23 4.2.2 4.2.3 Publicaties Voordrachten op vraag van derden 24 25 4.2.4 4.2.5 Demonstratieprojecten Contactgegevens 25 26 4.3 4.3.1 Voedergewassen Studiedagen en bedrijfsbezoeken 27 28 4.3.2 4.3.3 Publicaties Voordrachten op vraag van derden 29 29 4.3.4 4.3.5 Demonstratieprojecten Contactgegevens 30 31 4.4 4.4.1 Openluchtgroenten Studiedagen en bedrijfsbezoeken 32 33 4.4.2 4.4.3 Publicaties Voordrachten op vraag van derden 35 36 4.4.4 4.4.5 Demonstratieprojecten Contactgegevens 36 39 4.5 4.5.1 Glasgroenten Publicaties 40 40 4.5.2 4.5.3 Voordrachten op vraag van derden Demonstratieprojecten 41 41 4.5.4 4.6 Contactgegevens Sierteelt 42 44 4.6.1 4.6.2 Studiedagen en bedrijfsbezoeken Publicaties 45 46 4.6.3 4.6.4 Voordrachten op vraag van derden Demonstratieprojecten 48 48 4.6.5 4.7 Contactgegevens Fruitteelt 50 52 4.7.1 4.7.2 Studiedagen en bedrijfsbezoeken Publicaties 53 54 4.7.3 4.7.4 Voordrachten op vraag van derden Demonstratieprojecten 55 56 4.7.5 Contactgegevens 58 5 Voorlichtingsacties dierlijke productie............................................................................................................ 60 5.1 5.1.1 Dierenwelzijn en stallenbouw Publicaties 60 61 5.1.2 5.1.3 Voordrachten op vraag van derden Demonstratieprojecten 61 61 5.1.4 Andere 63 5.1.5 Contactgegevens 64 5.2 5.2.1 Melkvee Studiedagen en bedrijfsbezoeken 65 66 5.2.2 5.2.3 Publicaties Demonstratieprojecten 67 67 5.2.4 5.3 Contactgegevens Vleesvee 69 70 5.3.1 5.3.2 Studiedagen en bedrijfsbezoeken Publicaties 71 72 5.3.3 5.3.4 Demonstratieprojecten Contactgegevens 72 74 5.4 5.4.1 Varkens Studiedagen en bedrijfsbezoeken 75 75 5.4.2 5.4.3 Cursussen Demonstratieprojecten 76 77 5.4.4 5.5 Contactgegevens Pluimvee 78 80 5.5.1 5.5.2 Studiedagen en bedrijfsbezoeken Demonstratieprojecten 80 81 5.5.3 5.6 Contactgegevens Kleine herkauwers 82 83 5.6.1 5.6.2 Studiedagen en bedrijfsbezoeken Demonstratieprojecten 83 84 5.6.3 5.7 Contactgegevens Paarden 85 86 5.7.1 5.7.2 Studiedagen en bedrijfsbezoeken Contactgegevens 86 88 5.8 5.8.1 Bijen Studiedagen en bedrijfsbezoeken 89 90 5.9 Fokkerij 91 6 voorlichters tot uw dienst! ..................................................................................................................................... 92 6.1 6.2 Hoofdbestuur Plantaardige productie 92 93 6.3 Dierlijke productie 98 7 praktijkcentra ................................................................................................................................................................. 101 7.1 7.2 Praktijkcentrum plant Praktijkcentrum dier 101 101 1 VOORWOORD Met passie en inzet staan de voorlichters van het Departement Landbouw en Visserij op elk moment van de dag klaar om de volgende strategische doelstelling mee te realiseren: ‘Een communicatieve overheid zorgt voor kennis en draagvlak’. De overheid speelt een sleutelrol om als onpartijdige speler in het werkveld informatie te verstrekken aan de land- en tuinbouwsector. De voorlichting van het departement bereikt de land- en tuinbouwsector met diverse vormen van informatie, zowel beleidsinformatie als technische informatie. Deze informatie is erop gericht om de land- en tuinbouwers te ondersteunen in hun bedrijfsvoering en de implementatie van het beleid in de praktijk te bevorderen, en dat met de best beschikbare technieken. De overheid moet bedrijven kunnen sensibiliseren op het vlak van nieuwe ontwikkelingen, opportuniteiten en problemen met aandacht voor de toekomst. Sensibilisering is meer dan kennisoverdracht, want het mobiliseert ook. Op die manier kunnen we een brede groep van bedrijven kritisch laten nadenken en aanzetten tot actie, al dan niet met steun van de overheid. Betrokkenheid en het leveren van kwalitatief hoogstaande, objectieve informatie staan voorop. Door hun voeling en ervaring met de praktijk dragen de voorlichters immers bij aan een geloofwaardig en realistisch landbouwbeleid. Het blijft voor de toekomst noodzakelijk dat de sector voor objectieve informatie bij het Departement terecht kan. Met trots stellen wij u ons nieuwe Voorlichtingsplan 2015 voor, meteen de zesde editie van het voorlichtingsplan. Sensibilisering van land- en tuinbouwers gebeurt niet van de ene dag op de andere maar is een proces. Een proces waarbij de land- of tuinbouwer verschillende stadia doorloopt, van eerste kennismaking, kritische benadering en bewustwording tot blijvende verandering van zijn bedrijfsvoering. Herhaling is een wezenlijk onderdeel van goede voorlichting. Bijgevolg komen heel wat thema’s uit het Voorlichtingsplan 2014 ook aan bod in het Voorlichtingsplan 2015. Met het nieuwe GLB en MAP5 in aantocht, de intrede van de geïntegreerde gewasbescherming (IPM) vanaf 1 januari 2014, de nakende afschaffing van het melkquotum, de strenger wordende eisen op het vlak van dierenwelzijn en de gefaseerd strenger wordende erosiewetgeving staat de landbouwsector in 2015 en de komende jaren voor heel wat uitdagingen. Het risicobestendiger maken van de Vlaamse landbouw, het aanscherpen van het kostprijsbewustzijn en rendabiliteit vereisen bijzondere aandacht in de voorlichtingsacties. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 1 van 106 Dat 2015 door de Verenigde Naties is uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Bodem is geen toeval. Bodem is een kostbare, beperkt beschikbare grondstof. Zowel onze landbouw en voedselvoorziening, ons drinkwater, als onze leefruimte en gezondheid zijn afhankelijk van een gezonde bodem. Door in te zetten op bodembescherming worden problemen zoals bodemerosie, bodemverdichting en -afdichting, verdroging, verlies aan bodemleven, organische stof en structuur aangepakt. Zo vrijwaren we de productiviteit van de bodem die van levensbelang is voor de voedselvoorziening en voor een rendabele landbouw. Om dit bewustzijn aan te scherpen, zijn voorlichtingsacties over deze thematiek zo belangrijk. In 2015 wordt in het kader van European Innovation Partnerships of EIP’s ook een eerste oproep gelanceerd voor het oprichten van operationele groepen. Dit is een totaal nieuwe benadering voor het onderzoeks- en innovatiebeleid, gelanceerd door de Europese Commissie. Een EIP wordt uitgevoerd door operationele groepen waarin land- en tuinbouwers, onderzoekers, adviseurs, bedrijven en andere actoren bij elkaar worden gebracht. Ze werken samen en wisselen kennis uit met het oog op implementatie van onderzoeksresultaten en om eventuele kennishiaten weg te werken. Onderzoek en praktijk worden op een slimme manier samengebracht. Ik verwacht hier veel van. Nieuwe kennis zal benut worden en niet op de plank blijven liggen. In de praktijkgidsen ‘Water in de land- en tuinbouw’, ‘Landbouw en natuur’, ‘Bemesting’ en ‘Gewasbescherming’ vindt de land- en tuinbouwer alles terug rond regelgeving en antwoorden op praktische vragen over implementatie op zijn bedrijf. Deze gidsen worden in 2015 verder aangevuld met bijkomende modules. Neem zeker eens een kijkje in de praktijkgidsen op de website van Landbouw en Visserij. Steeds meer landbouwers maken gebruik van het internet om gericht informatie op te zoeken. Om in te spelen op deze trend, maar ook als positieve actie om het digitaal raadplegen van informatie te bevorderen en in het licht van kostenbesparingen, wordt er meer en meer voor gekozen om publicaties enkel online uit te brengen. Voor studiedagen werd in 2014 de techniek van live streaming getest. Het is de bedoeling deze techniek in 2015 nog meer te benutten. Via live streaming kan de land- en tuinbouwer studiedagen van thuis uit op zijn PC volgen. Hierdoor kan aanzienlijke tijdswinst geboekt worden, niet alleen voor de land- en tuinbouwers maar ook voor de voorlichters. Op die manier krijgen nieuwe communicatietechnieken binnen het departement hun plaats naast studiedagen, voordrachten, brochures, demonstraties, enzovoort. Ook dit Voorlichtingsplan wordt enkel digitaal ter beschikking gesteld. Ook in 2015 werken we waar dat mogelijk en nuttig is samen om voorlichtingsacties te organiseren. We doen dat met verschillende afdelingen en diensten binnen het Departement. En ook buiten het Departement, onder meer met andere overheden en het ILVO. Om het draagvlak te vergroten en de naleving van door het beleid gewenste praktijken te bevorderen, werken we ook nauw samen met beroepsorganisaties, producentenorganisaties, praktijkcentra, … ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 2 van 106 Aangezien de land- en tuinbouw voortdurend in beweging is en er zich onverwachte situaties kunnen voordoen, is het zeer waarschijnlijk dat er nog bijkomende voorlichtingsactiviteiten worden georganiseerd. Daarom houden wij u via de website van het beleidsdomein Landbouw en Visserij en via de landbouwpers op de hoogte van onze activiteiten. Jules Van Liefferinge Secretaris-Generaal Departement Landbouw en Visserij ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 3 van 106 2 ALGEMEEN 2.1 TERUGBLIK NAAR 2014 Het jaar 2014 was, net zoals de voorgaande jaren, een bewogen jaar op het vlak van de voorlichting. Met nieuwe uitdagingen zoals IPM vanaf 2014 en het nieuwe GLB en MAP5 in het verschiet, was actuele informatie vanuit het Departement Landbouw en Visserij gewenst én noodzakelijk om de land- en tuinbouwers te sturen in de praktische toepassing van beleidsbeslissingen. In de loop van 2014 organiseerde het departement tal van traditionele voorlichtingsactiviteiten zoals studiedagen, al dan niet gecombineerd met bedrijfsbezoeken, brochures, voordrachten, demonstratieprojecten, artikels, demonstratie- of praktijkproeven en online informatie via de website en de online praktijkgidsen. In totaal organiseerden de voorlichters van het departement in 2014 ongeveer 115 studiedagen in samenwerking met verschillende partners zoals praktijkcentra, landbouworganisaties, onderwijsinstellingen en andere overheidsdiensten. Daarnaast werden 63 artikels gepubliceerd, 8 nieuwe/herwerkte brochures gepubliceerd en 2 nieuwe praktijkgidsen bemesting en gewasbescherming gelanceerd. Verdere sensibilisering gebeurde via een 90-tal voordrachten en cursussen en een tiental veld- en bedrijfsbezoeken. Naast de traditionele informatieverstrekking maakt het departement eveneens gebruik van nieuwe communicatietechnieken zoals live streaming: Hierbij kunnen sprekers en presentaties op studiedagen rechtstreeks gevolgd worden via internet, zonder dat dit gedownload moet worden. Ook achteraf kan de gehele opname of delen ervan nog bekeken worden op de website. Dat dit een succes was, bewees het aantal inschrijvingen en kijkers op de live streaming tijdens 2 studiedagen (zie voorbeeld). Enkele studiedagen werden eveneens in een nieuw kleedje gestoken door deze interactiever en meer bottomup te maken. Hierbij werden de land- en tuinbouwers, begeleid door moderatoren, zelf aan het werk gezet in verschillende werkgroepen. Ook op het vlak van onderzoek en de link met de praktijk zorgde het departement, in nauwe samenwerking met de praktijkcentra dier en plant, voor een brugfunctie zodat innovatieve technieken sneller ingang vinden in de dagdagelijkse praktijk. Ook de demoproeven worden in samenwerking met de praktijkcentra opgevolgd en uitgevoerd. Dit versterkt niet alleen de link tussen onderzoek en praktijk, maar eveneens tussen beleid en praktijk. Door hun voeling en ervaring met de praktijk dragen de voorlichters immers bij aan een geloofwaardig en realistisch landbouwbeleid. 2.2 NIEUWE UITDAGINGEN Het regeerakkoord hecht veel belang aan innovatie en doorstroming van resultaten vanuit het onderzoek naar de praktijk. Ook in haar beleidsnota onderstreept minister Schauvliege het belang van ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 4 van 106 goede samenwerking en afspraken tussen de onderzoeksinstellingen, het ILVO, de universiteiten en de praktijkcentra, “… en vooral een betere doorstroming van de onderzoeksresultaten naar de landbouwers zelf. Want het uiteindelijke doel is om het concurrentievermogen van de Vlaamse landbouwbedrijven te waarborgen, doordat ze beschikken over actuele en bedrijfsgerichte kennis.” Door hun nauwe betrokkenheid bij de werking van de praktijkcentra spelen de voorlichters van het departement een belangrijke rol bij de doorstroming van onderzoeksresultaten. De minister stelt ook dat de overheid via voorlichting een belangrijke rol vervult bij het aanreiken van zowel beleidsinformatie als technische informatie met als doel de landbouwer te ondersteunen in zijn bedrijfsvoering. Ook inzake beleidsadvisering vervullen de voorlichters een belangrijke rol door hun kennis van en voeling met de praktijk. Voorlichting blijft dan ook een kerntaak van het Departement Landbouw en Visserij. De sector staat in 2015 voor de uitdaging om heel wat nieuwe regelgeving te implementeren in de praktijk. Denken we maar aan de invoering van het nieuwe GLB, een nieuw mestactieprogramma (MAP5), de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming (IPM), de instandhoudingsdoelstellingen (IHD), de afschaffing van de melkquotaregeling … We staan ongetwijfeld weer voor een jaar vol nieuwe uitdagingen. 3 HORIZONTALE THEMA’S Het is eigen aan horizontale thema’s dat ze van toepassing zijn op meer dan één sector. Het is dan ook evident dat ze, afhankelijk van hun actuele belang, in meerdere sectoren aan bod zullen komen tijdens voorlichtingsacties. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 5 van 106 3.1 HET NIEUW GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID (GLB) Met een jaar vertraging treedt in 2015 het nieuwe GLB in werking. Voor veel bedrijven zal de rechtstreekse inkomenssteun dalen terwijl de voorwaarden voor het ontvangen van die steun veeleer toenemen. Het zal van de meeste ondernemers een grote aanpassing vragen om aan de nieuwe vergroeningsvoorwaarden te voldoen (behoud van blijvend grasland, aanleg van ecologisch aandachtsgebied, gewasdiversificatie). Voor akkerbouwers zal de teeltdiversificatie meestal geen probleem opleveren en via groenbedekkers kunnen ze deels aan hun EAG-verplichting voldoen. Voor gespecialiseerde rundveebedrijven echter zijn de noodzakelijke aanpassingen zeker niet evident en moet de landbouwer zoeken naar een gepast en haalbaar nieuw teeltplan. In veel gevallen zal men genoodzaakt zijn om een gewas, waarvan men de techniek onvoldoende beheerst, te kiezen als derde teelt. Zal het mogelijk zijn om via de teelt van stikstofbindende gewassen een hogere graad van zelfvoorziening te bereiken op vlak van eiwitbehoefte? Op dat vlak biedt het nieuwe GLB zeker ook opportuniteiten. Vorig najaar werden al een aantal studiedagen georganiseerd om de landbouwers een globaal overzicht te geven van wat het nieuwe GLB te bieden heeft. Tijdens sommige studiedagen werd ook dieper ingegaan op enkele deelaspecten. Maar niet alles was toen al definitief en duidelijk uitgeklaard. Om die reden, maar ook vanwege de complexiteit van het geheel, zullen deelaspecten nog vaak aan bod komen tijdens studiedagen, voordrachten en proefveldbezoeken in de loop van 2015. Gewassen die in aanmerking komen als derde teelt, zullen extra in beeld worden gebracht via demonstratieproeven. U kunt ook steeds meer info vinden op http://lv.vlaanderen.be/nl/landbouwbeleid/landbouwbeleideu/gemeenschappelijk-landbouwbeleid-glb-2020. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 6 van 106 3.2 BODEM Bron: Departement Leefmilieu, Natuur en Energie De Verenigde Naties hebben 2015 uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Bodem. Voldoende beschikbaarheid en toegang tot vruchtbare grond is een ‘conditio sine qua non’ voor een duurzame landbouw, voedselzekerheid en –veiligheid. Zeker voor de plantaardige, maar ook voor de dierlijke sectoren is het de belangrijkste productiefactor naast arbeid en kapitaal. Vlaanderen is één van de weinige regio’s in de wereld die beschikt over een geschikte bodemkwaliteit gekoppeld aan een gematigd klimaat met voldoende vochtvoorziening om goede producties te bekomen zonder toepassing van irrigatie. Het is dan ook evident dat we zuinig moeten omspringen met elke vierkante meter beteelbare grond. Het moet bovendien voor elke gebruiker een basishouding zijn om er zorg voor te dragen dat de bodem een hoge graad van vruchtbaarheid behoudt voor de volgende generaties. Elke vorm van verontreiniging en/of verschraling moet voorkomen worden. Het is dan ook erg belangrijk om bodem integraal te benaderen en in al zijn aspecten blijvend onder de aandacht te brengen. In dit internationaal jaar van de bodem zal hieraan extra aandacht worden besteed. Via bemesting grijpt een teler rechtstreeks in op de vruchtbaarheid van het perceel. Het is dan ook vanzelfsprekend dat het nieuw Mestactieprogramma niet los kan gezien worden van bodemkwaliteit. Op dat vlak is het bemoedigend dat in het nieuw actieprogramma (MAP5), naast waterkwaliteit, voor het eerst ook de bodemkwaliteit expliciet naar voren wordt geschoven als doelstelling. Maar ook het voorkomen van erosie is natuurlijk essentieel voor het behoud van de bodem. Voor deze thema’s, bemesting en erosie, zullen in 2015 elk 2 demonstratieprojecten worden opgestart, en zullen tal van voorlichtingsactiviteiten georganiseerd worden. Deze items zijn belangrijk genoeg om er in dit voorlichtingsplan een apart hoofdstuk aan te wijden, en ook bij de verschillende sectoren komen ze aan bod. Hoger werd reeds het belang van het nieuw GLB benadrukt. Met de vergroening (EAG, teeltdiversificatie en blijvend grasland) wordt daarbij ook impliciet aandacht besteed aan het vrijwaren van een kwaliteitsvolle bodem. 2015 is het Internationaal jaar van de Bodem. De bodem en aanverwante thema’s zullen daarom extra in de kijker gezet worden door de voorlichters van het departement en andere overheidsdiensten. Neem zeker ook een kijkje op www.bodembewust.be. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 7 van 106 3.3 EEN NIEUW MESTACTIEPROGRAMMA (MAP5) In MAP4 werden duidelijke doelstellingen geformuleerd. In het laatste jaar van de looptijd was het uitkijken of de gestelde doelen bereikt zouden worden. Ondanks veel inspanningen en een duidelijk positieve trend werd het strakke doel van maximaal 16% rode MAP meetpunten niet volledig gehaald. Oorzaken van een overschrijding van de norm van 50 mg nitraat per liter zijn vaak moeilijk te achterhalen en zijn mogelijk afhankelijk van toevalligheden. Maar er is duidelijk een groeiend bewustzijn bij de landbouwers dat een betere waterkwaliteit, gecombineerd met rendabele gewasopbrengsten, enkel verkregen kunnen worden met een oordeelkundige bemesting. En dat is meteen ook één van de hoofdlijnen van MAP5. Het laatste en moeilijkste traject kan immers enkel succesvol afgelegd worden als elke teler meststoffen oordeelkundig inzet, gericht naar de behoefte van het gewas en het perceel, en niet op basis van het voortdurend aanscherpen van bemestingsnormen voor stikstof. Ook de algemene toepassing van het systeem van werkzame stikstof en de bedrijfsbenadering steunen op het vakmanschap van elke teler. Dat vakmanschap zal enkel succesvol ingeschakeld kunnen worden met voldoende ondersteuning, begeleiding en bijscholing. Hierin zullen de adviseurs en voorlichters zowel van het Departement LV, als die van het CVBB, het Bedrijfsadvies van VLM, de praktijkcentra, landbouworganisaties en andere intermediairs, hun beste beentje moeten voorzetten. 3.3.1 Voorlichters van het departement Tijdens studievergaderingen, voordrachten en bezoekdagen aan demovelden zal ruime aandacht gaan naar de concrete toepassing van MAP5 en de mogelijkheden die het biedt om goede gewasopbrengsten te kunnen combineren met het behalen van goede milieuresultaten. Hiervoor wordt maximaal samengewerkt met het CVBB en de dienst bedrijfsadvies (BA) van de Mestbank. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 8 van 106 3.3.2 CVBB Het Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting werd herbevestigd in het Vlaams Regeerakkoord, en de verdere werking is verzekerd voor een nieuwe periode van 4 jaar. Meer nog dan voorheen zal de focus liggen op intensieve begeleiding van bedrijven in afstroomgebieden van rode MAP meetpunten met een duidelijke invloed vanuit landbouw. 3.3.3 Bedrijfsadvies van VLM-Mestbank De Vlaamse Landmaatschappij zal in 2015 over gans Vlaanderen studievergaderingen over MAP5 organiseren. Experten van de Mestbank zullen de nieuwe regels en concrete toepassing van MAP5 toelichten. De adviseurs van de dienst Bedrijfsadvies zullen met de land- en tuinbouwers zoeken naar een voor hun bedrijf optimale bemestingsstrategie in functie van de water – en bodemkwaliteit. 3.3.4 Praktijkgids Bemesting 3.3.4.1 Nieuwe modules Een nieuwe module ‘Grasland en Voedergewassen’ zal in het voorjaar van 2015 online worden gezet. Verder zullen nog andere sectorgerichte modules worden uitgewerkt voor de akkerbouw, sierteelt, “volle grond”-groenten en vruchtgroenten onder afdekking. Ook het opnemen van de module rond algemene bodemvruchtbaarheid in de Praktijkgids Bemesting krijgt in 2015 een hoge prioriteit. 3.3.4.2 Actualisering De dienst Bedrijfsadvies (BA) van de VLM Mestbank zal de module ‘Wettelijk Kader’ van de Praktijkgids Bemesting actualiseren in overeenstemming met de nieuwe regelgeving die voortvloeit uit MAP5. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 9 van 106 3.4 EROSIE In het internationaal jaar van de bodem is een adequate aanpak van de erosieproblematiek zeker op zijn plaats. De gefaseerde invoering van verscherpte verplichtingen inzake de aanpak van erosie om te voldoen aan de randvoorwaarden en zo rechtstreekse inkomenssteun te verkrijgen, loopt door tot in 2018. Het is dan ook van groot belang om landbouwers te informeren welke maatregelen ze moeten/kunnen nemen, en welke nieuwe technieken er daartoe voorhanden zijn. Voor een aantal teelten is bijkomend praktijkgericht onderzoek noodzakelijk. Dit geldt in het bijzonder voor de strip-till techniek bij maïs en bieten, en voor niet-kerende bodembewerking bij fijnzadige groenten. 3.4.1 Demonstratieprojecten In 2015 worden enkele demonstratieprojecten opgestart om landbouwers kennis te laten maken met de nieuwe technieken ter voorkoming van erosie. Ook eventuele moeilijkheden zullen daarbij aan bod komen.. 3.4.2 Katern Erosie in de Praktijkgids Water Een nieuwe katern erosie in de Praktijkgids Water komt digitaal ter beschikking op de website van Landbouw en Visserij. Hierin worden landbouwers wegwijs gemaakt in de verplichte maatregelen, maar ook in de ingrepen die ze vrijwillig kunnen doen om de meest prangende problemen rond erosie te voorkomen. Machines en technieken die ze daarbij kunnen inzetten, worden beschreven en toegelicht. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 10 van 106 3.4.3 Studiedagen Tijdens de beurs Agriflanders (januari 2015) wordt een studiedag Erosie ingericht. Tijdens dit event wordt ook de nieuwe katern erosie aan de pers en het brede publiek voorgesteld. Ook op tal van andere studiedagen en bij voordrachten zal het thema erosie uitvoerig aan bod komen. 3.4.4 Demovelden Tijdens wandelvoordrachten op proefboerderijen zullen aan landbouwers de resultaten van verschillende bodembewerkingstechnieken in het kader van erosiebestrijding getoond en besproken worden. 3.5 IHD EN PAS De afgelopen maanden werd voor iedereen duidelijk dat de realisatie van de vooropgestelde natuurdoelen in Vlaanderen, de zogenaamde instandhoudingsdoelstellingen (IHD), zware inspanningen zullen vergen van zowel de landbouwsector als van de overheid. De geplande inname van percelen in landbouwgebruik en vooral het terugdringen van de depositie van stikstof in de Speciale Beschermingszones (SBZ) in het kader van het PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) is voor vele Vlaamse veehouders een moeilijk te nemen hindernis. De confrontatie met de brief die hen vanwege de overheid werd bezorgd, en die een kleur toekent (rood, oranje of groen) aan hun bedrijf in functie van de impact op nabij gelegen natuurgebied, roept bij veel veehouders de levensbelangrijke vraag op: “Wat zijn de toekomstkansen voor mij, mijn gezin en mijn onderneming?”. 3.5.1 Helpdesk Er werden afspraken gemaakt tussen verschillende overheidsdiensten en landbouworganisaties om elk vanuit de eigen bevoegdheid en expertise landbouwers te informeren, begeleiden en individuele vragen te beantwoorden. De voorlichting van het Departement Landbouw en Visserij richt zich op groepen van landbouwers en niet op individuele voorlichting en begeleiding. Binnen dit kader zal het departement er aandacht voor hebben om dit actuele thema aan bod te laten komen op geplande studiedagen en in andere voorlichtingsinstrumenten. De meest actuele informatie m.b.t. IHD en PAS kunt u vinden op http://www.natura2000.vlaanderen.be/. 3.5.2 Voordrachten op vraag van derden Er werd in dit kader een voordracht uitgewerkt over IHD en PAS en de gevolgen voor de landbouw. Die zal gebruikt worden in de externe communicatie, maar ook om de eigen personeelsleden van het departement te informeren. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 11 van 106 3.5.3 Studiedagen Tijdens lessenreeksen voor varkenshouders zal de emissieproblematiek en de mogelijkheden tot het beperken ervan, aan bod komen. Indien zich in het dossier van IHD/PAS nieuwe ontwikkelingen voordoen die extra aandacht en communicatie verantwoorden, zal het Departement LV in samenwerking met ANB overwegen om daarover specifieke voorlichtingsactiviteiten en –instrumenten op te zetten. 3.5.4 Praktijkgids Landbouw en Natuur De Praktijkgids Landbouw en Natuur zal geactualiseerd en aangevuld worden in functie van de ontwikkelingen en regelgeving met betrekking tot IHD en PAS. 3.6 INTEGRATED PEST MANAGEMENT (IPM) Eind 2014 keurde de Vlaamse Regering definitief het besluit goed dat de toepassing van IPM voor professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen oplegt. Veel professionele gebruikers zijn zich nog onvoldoende bewust van de maatregelen die van hen worden verwacht. 3.6.1 Demonstraties, studiedagen, voordrachten, opleidingen De voorlichters van het departement zullen ook in 2015 veel aandacht besteden aan IPM en elke gelegenheid aangrijpen om professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen te wijzen op hun verantwoordelijkheden. Dit zullen ze doen tijdens proefveldbezoeken, studiedagen, lezingen en tijdens opleidingen om het attest voor professioneel gebruiker en erkend verkoper te behalen. 3.6.2 Praktijkgids Gewasbescherming De Praktijkgids Gewasbescherming is zowel online als in gedrukte vorm beschikbaar. De gedrukte versie wordt vooral gebruikt als handleiding bij lessenreeksen voor erkend gebruiker. De digitale versie wordt regelmatig bijgewerkt en geactualiseerd. Voor de actualisering van de richtlijnen IPM wordt er intens overlegd met de sectorwerkgroepen. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 12 van 106 3.7 KLIMAAT EN ENERGIE 3.7.1 EPB-regelgeving voor landbouwgebouwen Vanaf 1 januari 2015 zullen bepaalde landbouwgebouwen moeten voldoen aan de zogenaamde EPBeisen. EPB staat voor energieprestatie en binnenklimaat: dit zijn isolatie- (U-waarden) en ventilatievereisten waaraan de buitenschil van het gebouw moet voldoen bij nieuwbouw of grondige renovatie. Deze normen gelden al sinds 2006 voor alle gebouwen waarin energie verbruikt wordt om ten behoeve van mensen een specifieke binnentemperatuur te verkrijgen. Deze zullen vanaf 2015 uitgebreid worden naar energiebehoeftige landbouwgebouwen. Voor deze landbouwgebouwen (serres, bewaar-/productieloodsen, varkens-/pluimveestallen) werd per gebouwtype gekeken welke eisen technisch, functioneel of economisch haalbaar zijn. Op basis daarvan werden, in overleg met de landbouwsector, algemeen haalbare en aanvaardbare EPB-eisen vastgesteld. Deze regelgeving is zeer flexibel en laat, mits een geldige argumentatie wordt opgegeven, ruimte voor individuele afwijkingen en toekomstige bijsturing als gevolg van technische evoluties. Hierover zal in het voorjaar 2015 specifiek naar de landbouwsector breed gecommuniceerd worden d.m.v. een persbericht en/of een folder. Ook bij uw stallenbouwer kunt u steeds terecht voor meer informatie. 3.7.2 Aparte rubriek ‘energie en klimaat’ op website Recent werden twee brochures m.b.t. klimaat (‘Goed geboerd? Ook het klimaat is u dankbaar!’) en energie (‘Energieke landbouw: Watt brengt dat op?!’) uitgegeven. Het beleid en de technische evoluties rond deze thema’s staan evenwel niet stil. Daarom wordt gedacht aan een digitale en steeds actuele webpagina energie en klimaat op de nieuwe website van het Departement LV. Deze zal in de loop van 2015 online komen en u de meest recente informatie bezorgen over de thema’s energie en klimaat in relatie tot landbouw. 3.8 ACTIEPLAN EIWITTEN 3.8.1 Evaluatie en vervolgtraject 2015 is het vijfde en laatste jaar van de looptijd van het huidige Actieplan Alternatieve Eiwitbronnen (AAE). Het actieplan schrijft voor dat een evaluatie wordt opgemaakt en een vervolgtraject wordt uitgetekend. Dit zal gebeuren in nauw overleg tussen de hoofdrolspelers en ondertekenaars van de engagementsverklaring voor Maatschappelijk Verantwoorde Diervoederstromen (MVD) en de trekkers van het AAE, met name de minister voor Landbouw, de Vlaamse overheid en de vereniging van Belgische Mengvoederfabrikanten (BEMEFA). Voor het uittekenen van een vervolgtraject zullen ook andere belangrijke spelers in het werkveld betrokken worden. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 13 van 106 3.8.2 Vergroening GLB en vlinderbloemigen Ondersteunen en subsidiëren van de teelt van vlinderbloemigen is één van de hefbomen van het AAE. Dit wordt nog versterkt door de vergroeningsmaatregelen in het nieuwe GLB. De teelt van stikstofbindende gewassen als Ecologisch Aandachtsgebied (EAG), en een verhoogde premie voor de teelt van vlinderbloemigen binnen PDPO III zullen voor veel landbouwers een bijkomende stimulans zijn om met deze teelten aan de slag te gaan. 3.8.2.1 Studiedagen en demovelden Vooral tijdens de studiedagen voor rundveehouders, maar ook voor akkerbouwers zullen deze maatregelen uitgebreid aan bod komen. In samenspraak met de betreffende praktijkcentra zullen de voorlichters van het Departement LV demovelden met deze teelten aanleggen en de teelttechniek uitleggen tijdens wandelvoordrachten en proefveldbezoeken. 3.8.3 Soja telen in Vlaanderen Momenteel voert het ILVO een IWT-onderzoeksproject uit met als doel de teelt van soja in Vlaanderen praktijkrijp en rendabel te maken. De resultaten van 2014 zijn alvast bemoedigend. Het is echter nog te vroeg om landbouwers aan te moedigen dit gewas op grote schaal te gaan telen. Voorlichting hierrond zal voorlopig dan ook beperkt blijven tot rapportering en persartikels over de resultaten van het onderzoek, maar het is evident dat dit onderzoek een belangrijk onderdeel zal vormen van het vervolgtraject van het AAE. 3.8.4 Studie In het kader van het AAE zal het Departement Landbouw en Visserij een studie uitvoeren naar de netto afhankelijkheid van de Vlaamse veehouderij van de import van plantaardige eiwitten. De resultaten hiervan zullen eveneens gecommuniceerd worden naar de sector. 3.8.5 Insecten Het kweken van insecten komt al geruime tijd voor in Vlaanderen en dit in diverse vormen die afhangen van de verschillende doelstellingen. Zo worden insecten gekweekt als voeder voor gezelschapsdieren of voor dierentuinen, als aas voor het vissen, of in functie van plaagbestrijding. Minder algemeen maar steeds actueler is de kweek van insecten als eiwitleverancier voor veevoeder, al dan niet gecombineerd met mestverwerking. Hoewel er nog verschillende lacunes in de wetgeving zijn, staat praktijkonderzoek en de markt rond insectenkweek niet stil. Naar analogie van de rondetafel “insecten” die het departement in 2013 organiseerde, wordt in de loop van 2015 een gelijkaardig overleg georganiseerd. Doelgroep zijn alle stakeholders actief in het beleid, de kweek, de verwerking, het onderzoek, … van en rond insecten. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 14 van 106 3.9 BIOLOGISCHE LANDBOUW De ambities en kerndoelstellingen voor de biologische landbouw staan in het Strategisch Plan Biologische Landbouw. De nieuwe reglementering inzake bedrijfsadvisering die vorig jaar in werking trad, laat toe om nog beter in te spelen op de noden. Landbouwers kunnen beroep doen op erkende bedrijfsadviseurs in de biologische landbouw. Met dit biobedrijfsadvies kunnen gangbare landbouwers en tuinbouwscholen kennis opdoen inzake de biologische landbouwproductie en nagaan of de biologische productie al dan niet in hun bedrijfsvoering zou passen. Ook biologische landbouwers kunnen hiermee verder geadviseerd worden over hun productiemethode. Zowel teelttechnisch als bedrijfseconomisch advies komt hierbij aan bod. Het project Bio zoekt Boer, dat door de Vlaamse overheid wordt gesubsidieerd, organiseert voorlichting voor zowel gangbare als biologische landbouwers. Zo wil Bio zoekt Boer via bedrijfsbezoeken de praktijk van biologische teelten concreet voorstellen. Resultaten van studies, praktijkinformatie, … worden via artikels verspreid. Naast eigen informatiemomenten wordt samengewerkt met de voorlichters van het Departement LV om het biologische aspect van bepaalde sectoren op studiedagen te brengen. Het onderzoek moet voldoende afgestemd worden op de noden van de sector, maar de opgebouwde kennis moet ook terecht komen bij diegene die het nodig heeft. Hiertoe werden drie netwerken opgericht: Netwerk Onderzoek Biologische Landbouw en voeding (NOBL), Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting voor de Biologische Teelt vzw (CCBT) en Biobedrijfsnetwerken (BBN). ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 15 van 106 3.9.1 Demonstratieprojecten 3.9.1.1 NIEUW: Bioroots: Biologische gewasbestrijdingsstrategieën demonstreren onder reële omstandigheden op vraag van biologische tuinbouwsector Het gebruik van biologische beheersmaatregelen ter bestrijding of beheersing van ziekten en plagen is een belangrijk basisprincipe voor de biologische teelt. Door middel van sensibilisering en demonstratie, verschaft dit project inzicht in monitoring en beredeneerde gewasbeschermingsstrategieën voor de betreffende plagen/ziekten op de biologische (en gangbare) bedrijven. Voornamelijk ziekten of plagen waarmee de biofruittelers en de biogroentetelers op dit moment onvoldoende vertrouwd zijn, vanwege nieuwe plaaginsecten of omdat er nog geen algemeen gekende beheerstrategieën bestaan, worden hierbij geselecteerd. Begindatum: 1 januari 2015 Einddatum: 31 december 2016 Uitvoerders: CCBT, PCG, PCFruit, Inagro, Proefcentrum voor Kleinfruit Pamel (PPK) 3.10 KORTE KETEN Het Strategisch Plan Korte Keten ondersteunt en stimuleert de korte keten met veel aandacht voor voorlichting. Belangrijke doelstellingen zijn het informeren en sensibiliseren van zowel producent en consument over de korte keten, het realiseren van professionele begeleiding voor producenten, het bevorderen van kennisuitwisseling en het stimuleren van onderzoek. Het strategisch plan wordt uitgevoerd in samenwerking met volgende partners: Steunpunt Hoeveproducten, ABS, BioForum, Boerenbond, ILVO, Innovatiesteunpunt, VLAM, Voedselteams, de Vlaamse provincies en het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, De partners organiseren verschillende voorlichtingsactiviteiten voor de landbouwer. In 2015 zal daarbij de focus liggen op innovatie, duurzaamheid, etikettering en promotie. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 16 van 106 4 VOORLICHTINGSACTIES PLANTAARDIGE PRODUCTIE 4.1 AARDAPPELEN, BIETEN, CICHOREI Aardappelen, cichorei en suikerbieten zijn belangrijke teelten op de gespecialiseerde akkerbouwbedrijven. Verbetering van het rendement kan door een doordachte en bewuste rassenkeuze en aangepaste duurzame teelttechniek. Het wegvallen van het suikerbietenquotum vanaf 2017 vormt een bijkomende uitdaging. Door de inlevering van quotum in het kader van de suikerhervorming worden er vanaf 2008 minder suikerbieten uitgezaaid. Het areaal suikerbieten bedroeg in 2004 nog meer dan 33.000 ha t.o.v. 21.713 ha in 2009 en 21.054 ha in 2013. Sindsdien is het areaal op hetzelfde niveau gebleven. Om de juiste beslissingen te kunnen nemen voor de toekomst, moet de akkerbouwer zeer goed geïnformeerd zijn. Het GLB en de nieuwe GMO voor de suikerbieten zijn dan ook belangrijke thema’s in de voorlichting. Op het gebied van bemesting, gewasbescherming en erosiebestrijding zijn er belangrijke beleidsveranderingen. MAP 5, IPM, nieuwe erosiewetgeving zullen een grote impact hebben op de akkerbouw. Op alle voorlichtingsactiviteiten zal aan deze elementen veel aandacht besteed worden. Wat dit betekent in de praktijk, wordt op de proefboerderijen concreet gedemonstreerd. In persartikels, brochures en studievergaderingen zal er ruim aandacht besteed worden aan deze uitdagingen. Bieten en cichorei zijn erosiegevoelige teelten. Onderzoek uitgevoerd door het Bieteninstituut in verschillende projecten heeft aangetoond dat niet-kerende bodembewerkingen in de bietenteelt mogelijkheden bieden om erosie brongericht aan te pakken. Voor de cichoreiteelt is dit minder evident en zal er met de steun van de Vlaamse overheid een demonstratieproject starten om de mogelijkheden voor de cichorei aan te tonen. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 17 van 106 4.1.1 Studiedagen en bedrijfsbezoeken 4.1.1.1 Studiedagen ‘Actualiteiten en proefresultaten in de akkerbouw’ Op de studiedagen aardappelen-suikerbieten komen naast een aantal specifieke teelttechnische aspecten ook een aantal algemene onderwerpen voor de akkerbouw aan bod. Er zal veel aandacht besteed worden aan het nieuwe GLB en de verstrengde erosiewetgeving in het kader van de randvoorwaarden. De nieuwe wetgeving en de resultaten van de machinedemo erosiebestrijding zullen besproken worden. De bemestingsproblematiek en vooral de kritische nitraatresidu’s na de teelt van aardappelen blijven aanhoudende aandacht vragen. Een algemeen overzicht van de situatie van de nitraatresidu’s in het najaar 2014 geeft de vorderingen in het kader van de nitraatproblematiek weer. De toekomst van de bietenteelt zonder quotum houdt zowel kansen als bedreigingen in. Teelttechniek zoals een geschikte rassenkeuze en de toepassing van IPM met verantwoord gebruik van herbiciden en fungiciden moeten de rendabiliteit van de suikerbietenteelt garanderen. Als algemene thema’ s komen de fytolicentie, de maïswortelboorder en vruchtafwisseling en de bestrijding en herkenning van knolcyperus aan bod. In samenwerking met: PCA/Inagro, BDB, KBIVB en Boerenbond. Waar en wanneer? Op 13 januari 2015 in Ninove en op 20 januari 2015 in Bierbeek. 4.1.1.2 Bezoek proefboerderijen in de akkerbouw Op de proefboerderijen akkerbouw worden naast teelttechnische aspecten een aantal algemene onderwerpen gedemonstreerd. Gezien de verstrengde erosiewetgeving worden erosiebeperkende technieken zoals aardappeldrempels, strip-till en mulchzaai bij suikerbieten en cichorei en niet-kerende bodembewerking gedemonstreerd. Innovatie in aardappelteelt hangt sterk samen met rassenvernieuwing, waarbij gezocht wordt naar valabele alternatieven voor Bintje als industrieaardappelras. Voor suikerbieten worden teelttechnische proeven getoond, zoals rassenkeuze, IPM en onkruidbestrijding. De onkruidbestrijding in de cichoreiteelt blijft een aandachtspunt, zeker naar moeilijk te bestrijden probleemonkruiden zoals varkenskers en bingelkruid. Het doel van deze demo is om tot een bestrijding met minimale inzet van herbiciden te komen en de mogelijkheden van nieuwe herbiciden aan te tonen. De aanwezigheid van Diabrotica, opnieuw vastgesteld in 2014, vraagt een geïntegreerde aanpak. Op percelen waar het in 2014 vastgesteld werd, zal een proef met een IPM aanpak aangelegd worden. Knolcyperus vraagt vernieuwde aandacht in de demonstraties, zeker gezien de recente meldingen van besmetting in aardappel- en bietenpercelen. Bij de demonstratie zal ook de nodige aandacht gaan naar correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en het gebruik van vul- en spoelplaatsen uitgerust met bioremediëringssystemen om de kwaliteit van het oppervlaktewater te garanderen. In samenwerking met: PCA/Inagro, KBIVB, BDB, LCG Waar en wanneer? Op 5 juni in Huldenberg en op 12 juni in Nieuwenhoven. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 18 van 106 4.1.2 Publicaties 4.1.2.1 Praktijkgids Bemesting: module akkerbouw Het deel van de praktijkgids bemesting over aardappelen en suikerbieten wordt uitgewerkt. 4.1.3 Voordrachten op vraag van derden 4.1.3.1 Actualiteiten en proefresultaten in de akkerbouw Op vraag van derden kunnen naast een aantal teelttechnische aspecten ook een aantal algemene onderwerpen voor de akkerbouw gebracht worden zoals: het nieuwe GLB en gevolgen voor de akkerbouw, de verstrengde erosiewetgeving in het kader van de randvoorwaarden en de resultaten van de machinedemo erosiebestrijding, de bemestingsproblematiek en vooral de kritische nitraatresidu’s na de teelt van aardappelen, het verhogen van de rendabiliteit door een aangepaste teelttechniek vooral bij suikerbieten en cichorei, het toepassen van IPM in diverse teelten, de fytolicentie, de maïswortelboorder en vruchtafwisseling, de bestrijding en herkenning van knolcyperus. 4.1.4 Demonstratieprojecten 4.1.4.1 Diffuse vervuiling door gewasbeschermingsmiddelen in de akkerbouw beperken: hoe praktisch aanpakken? De oorzaken van diffuse vervuiling door gewasbeschermingsmiddelen zijn enerzijds drift en anderzijds afspoeling. Het project focust zich op deze twee bronnen van diffuse vervuiling. Begindatum: 1 maart 2014 Einddatum: 29 februari 2016 Uitvoerders: Inagro, PCA, PIBO, ILVO 4.1.4.2 Sensibilisering rond puntvervuiling en bio-zuiveringssystemen in alle land- en tuinbouwsectoren in West en Oost-Vlaanderen (Bioremediatie West) Alle land- en tuinbouwers in West- en Oost-Vlaanderen worden via dit project grondig geïnformeerd en gesensibiliseerd over het belang van het beheersen van puntvervuiling en krijgen praktisch werkbare tools aangereikt om deze puntvervuiling effectief te beheersen. Begindatum: 1 maart 2014 Einddatum: 29 februari 2016 Uitvoerders: Inagro, PCG, PCS, PCA ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 19 van 106 4.1.4.3 Een geïntegreerde aanpak in de akkerbouw: de weg naar duurzame landbouw verder zetten! Thans is de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming (IPM) op bedrijfsniveau verplicht. Dit project wil landbouwers ondersteunen om IPM toe te passen op een manier die voor hen geschikt en haalbaar is. Een voorwaarde is dat de telers over de nodige informatie en kennis beschikken. In het project wordt daarom ook aandacht besteed aan de herkenning van ziekten en plagen. Begindatum: 1 maart 2013 Einde: 28 februari 2015 Uitvoerders: Inagro, LCG , PCA, KBIVB, LCV, Hooibeekhoeve, HoGent 4.1.4.4 NIEUW: Bieten en maïs in strepen: introductie van strip-till in Vlaanderen Vanaf 2018 worden landbouwers die maïs willen telen, verplicht mulchzaai of strip-till toe te passen op de meest erosiegevoelige (paarse) percelen. Via dit project maken de landbouwers kennis met de techniek van strip-till bij de teelt van bieten en maïs. De focus in het project ligt op de toepassing van strip-till in de erosiegevoelige gebieden. In deze gebieden worden demoplatforms aangelegd. Het project beoogt aanpassing en optimalisatie van strip-till aan de Vlaamse omstandigheden en demonstratie van het erosievoorkomend effect. Aspecten die in het project aan bod komen, zijn: groenbedekkers, grondbewerking na de oogst van de voorvrucht, werkdiepte van de strip-till, effect van bredere strook (meer dan 15 cm), toepassing dierlijke mest en/of kunstmeststoffen, grasland als voorvrucht voor de maïsteelt, invloed op de opbrengst, … Begindatum: 15 februari 2015 Einde: 14 februari 2017 Uitvoerders: LCV, KBIVB, Hooibeekhoeve, BDB, PIBO, VTI Poperinge 4.1.4.5 NIEUW: Evaluatie van de mogelijkheden en demonstratie erosiebestrijding in fijnzadige teelten en andere groenten van nuttige Dit project heeft als doelstelling de groente-, witloof- en cichoreiteelt te laten slagen binnen de nieuwe maatregelen voor erosie op rode en paarse percelen. Er wordt gedemonstreerd welke technieken voor de verschillende teelten best toegepast worden, om enerzijds te voldoen aan de randvoorwaarden voor erosie en anderzijds een verantwoorde opbrengst en kwaliteit garanderen. Volgende aspecten komen aan bod: het aanleggen van erosiebestrijdende drempeltjes in ruggenteelten, niet-kerende bodembewerking, mulchzaai en strip-till. Begindatum: 1 januari 2015 Einddatum: 31 december 2016 Uitvoerders: Inagro, PCG, KBIVB, NPW, ILVO ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 20 van 106 4.1.5 Contactgegevens Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) Karreweg 6, 9770 Kruishoutem, tel. 09 381 86 86, fax 09 381 86 99 Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (KBIVB) Molenstraat 45, 3300 Tienen, tel. 0496 55 75 04, fax 016 82 04 68 Departement Landbouw en Visserij Annie Demeyere Tel. 016 66 61 21 Gsm: 0473 83 70 45 [email protected] Eugeen Hofmans Tel. 016 66 61 24 Gsm: 0473 83 70 11 [email protected] Voor meer informatie kunt u terecht op de website landbouw en visserij. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 21 van 106 4.2 GRANEN EN ENERGIETEELTEN De markt voor graan is een internationale markt. Wat op de Vlaamse of Belgische markt gebeurt, wordt rechtstreeks of onrechtstreeks beïnvloed door de markttendensen in de ons omringende landen. De graanmarkt is ook zeer cyclisch. Perioden van aanbodkrapte en hoge prijzen wisselen af met perioden met productoverschotten en lage prijzen. Een jaarlijks toenemende kostprijs voor gewasbescherming weegt door in de verzwakkende marktpositie van de Vlaamse akkerbouwer, die nog slechts ‘price-taker’ is op de graanmarkt. Binnen de kostenmarge van wintertarwe heeft de akkerbouwer wel nog wat speelruimte om met de juiste teelttechniek deze kosten te beperken. Vanuit het beleid komt de akkerbouwer steeds meer onder druk te staan bij de uitoefening van zijn bedrijfsleiderschap. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid bijvoorbeeld, verplicht de graanteler om mee te gaan in het verhaal van vergroeningsmaatregelen. De graanteelt vormt naar de toeleverende industrie toe nog steeds een voldoende grote afzetmarkt, wat maakt dat voldoende erkende middelen beschikbaar zijn om in te zetten bij de gewasbescherming. De laatste jaren heeft het onderzoek vanuit de fyto-industrie zich toegespitst op veilige lage dosismiddelen. In het kader van IPM zal de akkerbouwer zich immers meer en meer moeten focussen op teeltregistratie en duurzame teelttechnieken. Graan is een ideale grondstof voor de productie van bio-ethanol. Granen zullen in de toekomst niet enkel meer geteeld worden voor menselijke en dierlijke voeding, maar ook voor de productie van biobrandstoffen. In 2020 moet immers 20% van alle in Europa geconsumeerde energie (elektriciteit, warmte en transport) van hernieuwbare oorsprong zijn. Voor België is dit vertaald in een verplichting ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 22 van 106 om tegen 2020 13% van de energiebehoefte uit hernieuwbare bronnen te halen. Bovendien moet 10% van de transportbrandstoffen hernieuwbaar zijn. Dit houdt een verplichte bijmenging in tot 10% van PPO (Puur Plantaardige Olie) in diesel en ethylalcohol in benzine tegen 2020. Aangezien de mogelijkheden om energie uit zon, wind of water te winnen relatief beperkt zijn in ons land, wordt veel van biomassa verwacht om onze doelstellingen te halen. Biomassa kan ingezet worden voor productie van elektriciteit en warmte, maar is ook een grondstof voor biobrandstoffen. In dit kader komen volgende thema’s aan bod in de voorlichtingsactiviteiten voor 2015: economie: graanmarkt en daaraan gelinkt de veevoeders, duurzame gewasbescherming: IPM, rendabiliteitsvergelijking van verschillende teeltstrategieën (rassenkeuze, fyto, …), beleidsprioriteiten (MAP, erosie, IHD, nieuwe GLB, ...), biobased: alternatieve mogelijkheden voor inkomensvorming. 4.2.1 Studiedagen en bedrijfsbezoeken 4.2.1.1 Teelttechniek graangewassen: voorjaarsstudiedagen Deze studiedagen bieden een platform voor voorlichting rond teelttechniek (rassen, gewasbescherming, …) vanuit privé-instellingen en de overheid. In samenwerking met: ILVO, praktijkcentra, BDB, Landbouwscholen Oudenaarde en Tongeren, Phytofar, Semzabel,… Waar en wanneer? Op 17 februari in Huldenberg, op 24 februari in Ninove en op 26 februari in Oudenaarde. 4.2.1.2 Bezoek proefboerderijen in de akkerbouw Het programma van deze namiddagrondgangen wordt ingevuld met voordrachten en veldbezoeken die de complete rotatie van een praktijkbedrijf bestrijken. Ook de teelttechniek van graangewassen komt aan bod. In samenwerking met: ILVO, PCA/Inagro, KBIVB, BDB, LCG Waar en wanneer? Op 5 juni in Huldenberg en op 12 juni in Nieuwenhoven. 4.2.1.3 Teelttechniek graangewassen: najaarstudiedagen Deze studiedagen bieden een platform voor voorlichting rond teelttechniek (rassen, gewasbescherming, …) en het communiceren van de proefresultaten vanuit privé-instellingen en de overheid. In samenwerking met: ILVO, praktijkcentra, BDB, Landbouwscholen Oudenaarde en Tongeren, Phytofar, Semzabel,… Waar? In Ninove, Lubbeek, Oudenaarde en Poperinge. Wanneer? Periode 15-17 september. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 23 van 106 4.2.1.4 Veldbezoek Energieteelten, Alternatieve Teelten, Duurzame Landbouwtechnieken In 2015 wordt het proefplatform ‘Energieteelten’ op het bedrijf te Paulatem verder opgevolgd. Bedoeling is een platform te bieden aan verschillende actoren binnen het speelveld van de energieteelten. Verdere teeltopvolging van Miscanthus, Igniscum, Sylphie en korte omloophout zal de basis vormen van een vijfde (jaarlijks) proefveldbezoek rond eind september, steeds met de verwerking en het gebruik van miscanthus als ankerpunt. Er wordt gezocht naar mogelijke nieuwe alternatieve groene energieteelten. Thema’s: teelttechniek van nieuwe (nog onbekende) energieteelten, verwerkingsmogelijkheden, marktontwikkeling, praktijkervaringen: kansen en valkuilen, alternatieve teelten als mogelijkheid voor een alternatieve inkomensvorming. Op het jaarlijkse veldbezoek worden verder ook duurzame landbouwtechnieken gedemonstreerd die aansluiten bij de beleidsprioriteiten. In samenwerking met: ILVO en andere partners. Waar? Proefplatform Zwalm (Paulatem). Wanneer? Eind september. 4.2.2 Publicaties 4.2.2.1 Praktijkgids bemesting: module akkerbouw Het deel van de praktijkgids bemesting over granen wordt uitgewerkt. In samenwerking met: BDB, LCG. 4.2.2.2 Publicaties ‘Granen - Oogst 2015’ LCG maakt in samenwerking met de partners en het departement jaarlijks een aantal artikels en een brochure over allerlei teeltaspecten (rassenkeuze, gewasbescherming, economische beschouwingen, …) van granen op basis van de proefwerking 2015. Deze verschijnen in de vakpers en op de LCG-website. In samenwerking met: LCG, Phytofar. Wanneer? Eind 2015. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 24 van 106 4.2.3 Voordrachten op vraag van derden Op vraag van derden kunnen naast teelttechnische aspecten van granen en energiegewassen ook algemene onderwerpen voor de akkerbouw gebracht worden: duurzame gewasbescherming: IPM, rendabiliteitsvergelijking van verschillende teeltstrategieën (rassenkeuze, fyto, fytolicentie, …), teelttechniek en verwerkingsmogelijkheden van nieuwe energieteelten, economie: graanmarkt en daaraan gelinkt de veevoeders, beleidsprioriteiten (MAP, erosie, IHD, nieuwe GLB, ...), biobased: alternatieve mogelijkheden voor inkomensvorming. 4.2.4 Demonstratieprojecten 4.2.4.1 Een geïntegreerde aanpak in de akkerbouw: de weg naar duurzame landbouw voortzetten! Vanaf 1 januari 2014 is de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming (IPM) op bedrijfsniveau verplicht. Dit project wil landbouwers ondersteunen om IPM toe te passen op een manier die voor hen geschikt en haalbaar is. Een voorwaarde is dat de telers over de nodige informatie en kennis beschikken. In het project wordt daarom ook aandacht besteed aan de herkenning van ziekten en plagen. Begindatum: 1 maart 2013 Einde: 28 februari 2015 Uitvoerders: Inagro, LCG , PCA, KBIVB, LCV, Hooibeekhoeve, HoGent ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 25 van 106 4.2.5 Contactgegevens Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen (LCG) Ieperseweg 87, 8800 Roeselare (Rumbeke-Beitem), tel. 051 27 32 41, fax 051 24 00 20 Departement Landbouw en Visserij Jean-Luc Lamont Tel. 02 552 78 92 Gsm: 0473 83 70 57 [email protected] Yvan Lambrechts Tel. 011 74 26 91 Gsm: 0473 83 70 13 [email protected] Voor meer informatie kunt u terecht op de website landbouw en visserij. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 26 van 106 4.3 VOEDERGEWASSEN Met een nieuw GLB, een nieuw mestactieplan (MAP5) en de afschaffing van het melkquotum kondigt 2015 zich aan als een jaar met heel wat veranderingen. Deze belangrijke uitdagingen zullen de krijtlijnen vormen van de voorlichtingsactiviteiten. Daarnaast zal er ruim aandacht besteed worden aan het duurzame en milieuvriendelijke gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, de nieuwe erosiewetgeving en de nieuwe wetgeving rond knolcyperus en de maïswortelboorder. Het nieuwe GLB zal vooral van de rundveehouders veel inspanningen vergen. Heel wat rundveehouders hebben tot op vandaag slechts twee teelten (gras en maïs). Het nieuwe GLB eist dat elke landbouwer die meer dan 30 ha bouwland heeft, minstens drie teelten heeft. Daarnaast wordt de landbouwer verplicht om 5% van het bouwland als ecologisch aandachtgebied te voorzien. Er zijn wel keuzemogelijkheden, maar voor de gespecialiseerde rundveehouder is het toch een uitdaging om te voldoen aan deze twee vergroeningsmaatregelen. In 2015 wordt eveneens een nieuw MAP van kracht. Uiteraard zal hier de nodige aandacht aan besteed worden. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 27 van 106 Bij de voorlichtingsactiviteiten wordt sterk ingezet op het duurzaam telen van voedergewassen. Het is echter onvoldoende om enkel te focussen op een optimale rassenkeuze; ook een oordeelkundige bemesting, duurzame gewasbescherming en een doordacht management zijn belangrijk. Kortom, een integrale benadering is meer dan ooit van cruciaal belang. Op al deze aspecten wordt dieper ingegaan tijdens de voorlichtingsactiviteiten in 2015. Daarnaast worden landbouwers voorgelicht over nieuwe of wijzigende reglementeringen, onder andere rond erosie, knolcyperus en de maïswortelboorder. Deze thema’s hebben een belangrijke invloed in gebieden die geconfronteerd worden met deze problematiek. Het is onze opdracht om de landbouwers hierover te informeren om tijdig de nodige maatregelen te kunnen nemen, en zo mogelijk proactief in te grijpen, bv. via een doelgerichte teeltrotatie. 4.3.1 Studiedagen en bedrijfsbezoeken 4.3.1.1 Wintervergaderingen ‘Duurzame voederwinning’ In januari en februari vinden 13 studievergaderingen plaats, verspreid over heel Vlaanderen. Deze studievergaderingen handelen over duurzame ruwvoederwinning, maar ook andere thema’s zoals actuele ontwikkelingen binnen de sector komen aan bod. De thema’s variëren naargelang de vergadering: LCV-actueel (actuele proefresultaten en aandachtspunten, onder andere maïswortelboorder, erosiewetgeving, fytolicentie, knolcyperus, nieuwe GLB, Rassenkeuze maïs op basis van praktijkproeven, Gras/maïs onder derogatievoorwaarden, Belang van vruchtwisseling, Grassoortenkeuze in combinatie met klaver, Antibioticagebruik en resistentieproblematiek in de rundveehouderij, Onkruidbestrijding en duurzame gewasbescherming, Economisch verantwoorde teelt van eiwitgewassen op rundveebedrijven. In samenwerking met: LCV en de partners van LCV. Waar en wanneer? Op 26 januari in Bekkevoort, 27 januari in Tongeren, 28 januari in Poperinge, 29 januari in Sint-Niklaas en Bocholt, op 2 februari in Eeklo, op 3 februari in Roosdaal, op 4 februari in Oostkamp, op 5 februari in Hoogstraten en Oudenaarde, op 10 februari in Geel, op 11 februari in Waarloos en op 19 februari in Ingelmunster. 4.3.1.2 Bezoek proefboerderijen in de akkerbouw In 2015 zullen er 2 proefveldbezoeken op de 2 demobedrijven, in Nieuwenhove en Huldenberg, plaatsvinden. Dit jaar kunnen naast de traditionele akkerbouwteelten ook de demovelden gras/grasklaver en de erosiebestrijdingsproef maïs bezocht worden. Het demoveld gras/grasklaver is aangelegd om na te gaan hoe de afhankelijkheid van de eiwitimport kan worden teruggedrongen. In 2015 krijgen landbouwers een premie van 450 euro/ha indien ze grasklaver, luzerne of gras-luzerne ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 28 van 106 aanleggen en 600 euro/ha indien ze voedererwten of tuin- en veldbonen telen. Vlinderbloemigen halen een hoger eiwitgehalte en er kan aanzienlijk bespaard worden op chemische N-meststoffen. Er zal ook een demoveld aangelegd worden waar verschillende zaaitechnieken in de maïsteelt gedemonstreerd worden om erosie zo veel mogelijk te voorkomen. Daarnaast zal er ook een maïsonkruidbestrijdingsproef aanliggen in het kader van IPM. In samenwerking met: PCA/Inagro, KBIVB, BDB, LCG, LCV Waar en wanneer? Op 5 juni in Huldenberg en op 12 juni in Nieuwenhoven. 4.3.1.3 Studiedagen ‘Melkveehouderij van de toekomst: grondgebonden of zonder grond’ Traditioneel organiseren de voorlichters melkvee en voedergewassen van het departement en de Beroepswerking Boerenbond hun studiedagen samen. In 2014 werd een nieuw interactief concept voor deze studiedag geïntroduceerd. Vanaf april 2015 wordt er gemolken zonder quotum. Melkveehouders hebben een toekomstbeeld voor ogen en maken plannen. Die plannen zijn divers voor de verschillende bedrijven. Als rundveehouders willen groeien in melkproductie, moet dan de beschikbare grond evenredig toenemen? Deze vraag en argumenten pro en contra zullen op deze studiedagen, naar analogie van 2014, besproken worden. Deze studiedagen zijn een wisselwerking tussen sprekers en landbouwers. Inbreng van landbouwers is onontbeerlijk bij deze studiedagen. In samenwerking met: leden van Praktijkcentrum Rundvee (Boerenbond, Hogeschool Gent, Inagro) Waar en wanneer? Op 30 juni te Ieper en 2 juli te Geel. 4.3.2 Publicaties 4.3.2.1 Praktijkgids Bemesting: module ‘Grasland en Voedergewassen’ De Praktijkgids Bemesting wordt aangevuld met de sectormodule ‘Grasland en voedergewassen’. 4.3.2.2 Publicaties ‘Duurzame ruwvoederwinning’ LCV schrijft in samenwerking met zijn partners en het departement Landbouw en Visserij jaarlijks een aantal artikels/brochures/ … over allerlei teeltaspecten (bemesting, rassenkeuze, onkruidbestrijding, …) van voedergewassen. Deze verschijnen dan in de vakpers en op de LCV-website. Deze artikels kunnen geschreven worden op basis van de eigen demoveldervaringen of op basis van wijzigende beleidsveranderingen. In samenwerking met: LCV 4.3.3 Voordrachten op vraag van derden Op vraag van derden kunnen voordrachten worden gegeven over erosiewetgeving, fytolicentie, IPM en MAP5. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 29 van 106 4.3.4 Demonstratieprojecten 4.3.4.1 Een geïntegreerde aanpak in de akkerbouw: de weg naar duurzame landbouw voortzetten! Vanaf 1 januari 2014 is de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming (IPM) op bedrijfsniveau verplicht. Dit project wil landbouwers ondersteunen om IPM toe te passen op een manier die voor hen geschikt en haalbaar is. Een voorwaarde is dat de telers over de nodige informatie en kennis beschikken. In het project wordt daarom ook aandacht besteed aan de herkenning van ziekten en plagen. Begindatum: 1 maart 2013 Einde: 28 februari 2015 Uitvoerders: Inagro, LCG , PCA, KBIVB, LCV, Hooibeekhoeve, HoGent 4.3.4.2 NIEUW: Bieten en maïs in strepen: introductie van strip-till in Vlaanderen Vanaf 2018 worden landbouwers die maïs willen telen, verplicht mulchzaai of strip-till toe te passen op de meest erosiegevoelige (paarse) percelen. Via dit project maken de landbouwers kennis met de techniek van strip-till bij de teelt van bieten en maïs. De focus in het project ligt op de toepassing van strip-till in de erosiegevoelige gebieden. In deze gebieden worden demoplatforms aangelegd. Het project beoogt aanpassing en optimalisatie van strip-till aan de Vlaamse omstandigheden en demonstratie van het erosievoorkomend effect. Aspecten die in het project aan bod komen, zijn: groenbedekkers, grondbewerking na de oogst van de voorvrucht, werkdiepte van de strip-till, effect van bredere strook (meer dan 15 cm), toepassing dierlijke mest en/of kunstmeststoffen, grasland als voorvrucht voor de maïsteelt, invloed op de opbrengst, … Begindatum: 15 februari 2015 Einde: 14 februari 2017 Uitvoerders: LCV, KBIVB, Hooibeekhoeve, BDB, PIBO, VTI Poperinge 4.3.4.3 NIEUW: Toepasbaarheid van vlinderbloemigen bij de invulling van vergroening met focus op rundveebedrijven met nauwe vruchtwisseling Algemene doelstelling van dit project is de bewustmaking van de mogelijkheden van vlinderbloemigen, geteeld onder de vergroeningsvoorwaarden, en dit op een manier die het best geschikt is binnen de individuele bedrijfsvoering. De focus ligt op rundveebedrijven met een nauwe vruchtwisseling. Door middel van demonstratie en sensibilisering zal de gebundelde informatie kenbaar gemaakt worden aan de doelgroep. Begindatum: 1 maart 2015 Einddatum: 28 februari 2017 Uitvoerders: Inagro, Hooibeekhoeve, Provinciaal Instituut Biotechnisch Onderwijs Tongeren (PIBO), HoGent, ILVO, Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL) ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 30 van 106 4.3.5 Contactgegevens Landbouwcentrum voor Voedergewassen (LCV) Hooibeeksedijk 1, 2440 Geel, tel. 014 85 27 07, fax 014 85 36 15 Departement Landbouw en Visserij Mathias Abts Tel. 016 66 61 35 Gsm: 0491 86 85 59 [email protected] Voor meer informatie kunt u terecht op de website landbouw en visserij. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 31 van 106 4.4 OPENLUCHTGROENTEN MAP5 is voorzien om van start te gaan in 2015. De mestwetgeving heeft een grote impact op de sector van openluchtgroenten. De specifieke situatie van diverse groenteteelten, waarbij het oogsten vaak pas in het late najaar of in de winter gebeurt en in volle vegetatieve groeifase verloopt, de beworteling van bepaalde groenten eerder ondiep is en heel wat groene oogstresten achterblijven, leidt ertoe dat het behalen van de gestelde nitraatresidunormen in het najaar niet altijd evident is. De sectoruitdaging blijft het uitvoeren van een correcte bemesting, waarbij een voldoende rendabele productie behaald wordt en de gestelde milieunormen gerespecteerd worden. Via voorlichtingsactiviteiten wordt, naast de nieuwe regelgeving, ook praktisch geduid waar nog verdere stappen gezet kunnen worden in de bemestingsstrategie. Vanaf 2015 treedt ook het nieuwe GLB in werking. Deze grote wijzigingen zorgen ervoor dat nu ook de openluchtgroentesector voor het eerst kan deelnemen aan het systeem van betalingsrechten. Deze wijziging beïnvloedt, in combinatie met de gewijzigde VLIF-steun en agromilieumaatregelen in het kader van PDPOIII, de toekomstige bedrijfsvoering op heel wat tuinbouwbedrijven. Duidelijke informatie over voorwaarden en mogelijkheden zorgen voor minder zorgen achteraf. Op erosiegevoelige percelen zullen nieuwe maatregelen van kracht zijn. Belangrijke aspecten of nieuwigheden in de wetgeving over het nieuwe GLB worden in diverse voorlichtingsactiviteiten meegenomen als een belangrijke actualiteit. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 32 van 106 Het produceren van kwaliteitsvolle groenten houdt ook in dat gewasbescherming zorgvuldig toegepast wordt. De IPM-regelgeving legt daar nog een extra focus op. Op diverse voorlichtingsactiviteiten wordt dieper ingegaan op de aandachtspunten van IPM. Zowel binnen het toepassen van de mestwetgeving, het nieuwe GLB als binnen het realiseren van IPM, spelen groenbedekkers een belangrijke rol. De mogelijkheden en de aandachtspunten van diverse groenbedekkers zullen via demonstraties toegelicht worden in 2015. De rendabiliteit van openluchtgroenten komt op meerdere momenten onder druk te staan. Inzicht in de kostprijs op het bedrijf is cruciaal om de rendabiliteit te kunnen bepalen. Door de grote diversiteit aan teelten, teeltwijzen, teeltperiodes en afzetkanalen is het niet evident om steeds goede referenties te hebben waar de teler zich naar kan richten. Het correct bepalen van de bedrijfsspecifieke kostprijs is belangrijk om keuzes te kunnen maken in de bedrijfsvoering. De publicatie ‘kostprijsanalyse van diverse openluchtgroenten’ is een aanzet om hier aandacht aan te besteden. Na de geslaagde demonstratiedag over de oogsttechnieken bij industriebloemkool wordt in 2015 verder gefocust op het correct afstellen van de oogstmachines om de kwaliteit te verbeteren en zodoende ook de rendabiliteit van de teelt. 4.4.1 Studiedagen en bedrijfsbezoeken 4.4.1.1 Actualiteiten bij openluchtgroenten Op deze studiedagen worden groentetelers in verschillende groenteregio’s in Vlaanderen ingelicht over de actualiteiten die belangrijk zijn voor de sector. Items die hierbij aan bod kunnen komen, zijn IPM, MAP5, GLB, erosie, rendabiliteit, enz. In samenwerking met: praktijkcentra, landbouworganisaties, … Waar en wanneer? Januari – juni, op verschillende locaties (groenteregio’s) ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 33 van 106 4.4.1.2 Studiedag bemesting Gebundelde informatie over alle aspecten van bemesting (wetgeving, technieken, proefresultaten, …) aanreiken aan de telers op verschillende locaties, gerelateerd aan de productieregio’s, worden studiedagen met betrekking tot beredeneerde bemesting van openluchtgroenten georganiseerd. Tijdens deze studiedagen wordt de link met de geldende wetgeving (MAP5) gemaakt en wordt de invulling van de bemesting op teeltniveau praktisch geduid. In samenwerking met: praktijkcentra (PSKW, PCG, Inagro), producentenorganisaties Waar? regio Mechelen, regio Roeselare-Tielt, regio Roeselare-Ieper Wanneer? Januari – maart CVBB, landbouworganisaties, 4.4.1.3 Proefveldbezoek: demonstratie van de mogelijkheden van groenbedekkers Zowel binnen de mestwetgeving als binnen het nieuwe GLB en de realisatie van IPM spelen groenbedekkers een belangrijke rol. De mogelijkheden en de aandachtspunten van diverse groenbedekkers worden tijdens dit proefveldbezoek via demonstraties toegelicht. In samenwerking met: praktijkcentra (PSKW, PCG, Inagro), CVBB, landbouworganisaties, producentenorganisaties Waar en wanneer? Op een nog te bepalen locatie, in het najaar (oktober-november) 4.4.1.4 Studiedag: Kwaliteit bij industriebloemkool De kwaliteit van industriebloemkool is een belangrijk item geworden. Dit bleek ook uit de druk bijgewoonde demodag innovatieve oogsttechnieken in juni 2014. Hieruit bleek dat de afstelling van de bloemkooloogstmachine een belangrijke schakel is om tot een kwalitatief goed product te komen. Op de studieavond willen we alle bloemkooltelers informeren over het belang om alle processen te optimaliseren om de kwaliteit te verbeteren waardoor dit kan bijdragen tot een betere rendabiliteit. De resultaten van de testen tijdens de demodag van juni 2014 worden gepresenteerd en duiden het belang van een goed afgestelde oogstmachine. In samenwerking met: Inagro, TACO, producentenorganisaties, zaadbedrijven Waar? Staden Wanneer? 9 februari 2015 4.4.1.5 Demodag: Oogsttechniek bij bloemkool optimaliseren Op de demodag innovatieve oogsttechnieken in juni 2014 bleek dat de afstelling van de bloemkooloogstmachine een belangrijke schakel is om tot een kwalitatief goed product te komen. Als vervolg hierop willen we aan alle bloemkooltelers via een interactieve demodag tonen hoe en waarom ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 34 van 106 de afstelling van de oogstmachine moet gebeuren. Tezelfdertijd wordt ook het aspect veilig omgaan met machines meegenomen. Door de oogsttechniek te optimaliseren, kan de kwaliteit van geoogst product bij industriebloemkool immers verbeteren, waardoor ook de rendabiliteit van de sector zal vergroten. In samenwerking met: Inagro, landbouworganisaties, producentenorganisaties, Vegebe Waar? Nog nader te bepalen Wanneer? Juni 2015 4.4.2 Publicaties 4.4.2.1 Artikel: Aanpak van erosie bij groenteteelten In het voorjaar 2015 (april – juni) zal de voorlichting een artikel leveren aan de vakpers met betrekking tot de regelgeving rond erosiebestrijding bij groenteteelten. 4.4.2.2 Artikel: demonstratie van de mogelijkheden van groenbedekkers Zowel binnen de mestwetgeving als binnen het nieuwe GLB en de realisatie van IPM spelen groenbedekkers een belangrijke rol. In dit artikel worden de mogelijkheden en de aandachtspunten van diverse groenbedekkers, en de resultaten van de proefvelden toegelicht. 4.4.2.3 Praktijkgids bemesting: module openluchtgroenten Voor de module openluchtgroenten binnen de praktijkgids bemesting zullen in de loop van 2015 de eerste tekstvoorstellen aangemaakt worden, zodat deze voor het einde van het jaar online kunnen worden gezet. Hiervoor zal samengewerkt worden met verschillende organisaties, zoals de praktijkcentra en de Bodemkundige Dienst van België. Zie de eerdere verwijzing naar de praktijkgids bemesting. 4.4.2.4 Brochure ‘Kostprijsanalyse van openluchtgroenten’ Deze brochure is een aanzet voor verdere inzichten in de rendabiliteit bij diverse openluchtgroenten. De rendabiliteit van openluchtgroenten komt immers op meerdere momenten onder druk te staan. Inzicht in de kostprijs op het bedrijf is cruciaal om de rendabiliteit te kunnen bepalen. Door de grote diversiteit aan teelten, teeltwijzen, teeltperiodes en afzetkanalen is het niet evident om steeds goede referenties te hebben waar de teler zich naar kan richten. Het correct bepalen van de bedrijfsspecifieke kostprijs is dan ook belangrijk om keuzes te kunnen maken in de bedrijfsvoering. In samenwerking met: producentenorganisaties. praktijkcentra (PSKW, PCG, Inagro), landbouworganisaties en ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 35 van 106 4.4.3 Voordrachten op vraag van derden Op vraag van derden kunnen naast een aantal teelttechnische aspecten ook een aantal algemene onderwerpen voor de akkerbouw gebracht worden zoals: het nieuwe GLB en gevolgen voor de openluchtgroenten, de nieuwe erosiewetgeving in het kader van de randvoorwaarden en de beste aanpak om erosie tegen te gaan, de bemestingsproblematiek en –mogelijkheden bij openluchtgroenteteelten, de mogelijkheden van groenbedekkers zowel binnen nieuwe GLB als bij IPM, aandacht voor de rendabiliteit van diverse teelten op het bedrijf, het toepassen van IPM in diverse teelten, de fytolicentie 4.4.4 Demonstratieprojecten 4.4.4.1 Ergonomie in de tuinbouw Het project wenst praktijken te demonstreren die de ergonomie en de gezondheid in de tuinbouw verbeteren. Begindatum: 1 maart 2014 Einddatum: 29 februari 2016 Uitvoerders: PCG, Inagro, PSKW 4.4.4.2 Arbeidsveiligheid in de tuinbouw De hoofddoelstelling is het aantal dodelijke en ernstige arbeidsongevallen in de tuinbouwsector te doen dalen. Zowel groenteteelt, fruitteelt, sierteelt als tuinaanleg zijn de beoogde doelgroepen. Begindatum: 1 januari 2014 Einddatum: 31 december 2015 Uitvoerders: Boerenbond, PreventAgri, IDEWE 4.4.4.3 Sensibilisering rond puntvervuiling en bio-zuiveringssystemen in alle land- en tuinbouwsectoren in West en Oost-Vlaanderen (Bioremediatie West) Alle land- en tuinbouwers in West- en Oost-Vlaanderen worden grondig geïnformeerd en gesensibiliseerd omtrent het belang van het beheersen van puntvervuiling. Hiernaast zullen ze praktisch werkbare tools aangereikt krijgen om deze puntvervuiling effectief te beheersen. Begindatum: 1 maart 2014 Einddatum: 29 februari 2016 Uitvoerders: Inagro, PCG, PCS, PCA ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 36 van 106 4.4.4.4 Sensibilisering omtrent puntvervuiling en bio-zuiveringssystemen in alle land- en tuinbouwsectoren in het Oostelijke deel van Vlaanderen (Bioremediatie Oost) Alle land- en tuinbouwers in Limburg, Vlaams-Brabant en Antwerpen worden grondig geïnformeerd en gesensibiliseerd omtrent het belang van het beheersen van puntvervuiling. Hiernaast zullen ze praktisch werkbare tools aangereikt krijgen om deze puntvervuiling effectief te beheersen. Begindatum: 1 maart 2014 Einddatum: 29 februari 2016 Uitvoerders: Pcfruit, NPW, PCH, PSKW, LCV, Hooibeekhoeve, PIBO 4.4.4.5 Integratie van IPM in de vollegrondsgroenteteelt in Vlaanderen De doelstelling van het demonstratieproject is de telers te ondersteunen om IPM toe te passen op een manier die voor hun bedrijf geschikt en haalbaar is. In het eerste jaar komen vooral spruitkool en sluitkool of prei aan bod. In het tweede jaar wordt gefocust op prei enerzijds en sla of erwt en wortel anderzijds. Dit project draagt bij tot het verspreiden van nieuwe inzichten in de gewasbescherming van diverse teelten: doordachte keuze van de cultivar, methodes om de gebruikte hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen te reduceren, belang van nuttige insecten, herkennen van plagen en nuttige insecten, waarnemings- en waarschuwingssystemen, plantversterkende middelen. Begindatum: 1 maart 2013 Einddatum: 28 februari 2015 Uitvoerders: Inagro, PSKW, PCG 4.4.4.6 NIEUW: Openluchtgroenteteelt: verhogen van de rendabiliteit door inzicht in de kostenstructuur Via dit project wordt aan de groentetelers meer inzicht verschaft in de kostenstructuur om zo de rendabiliteit van de sector op korte en lange termijn te verhogen. Dit gebeurt via vier stappen: inzicht in de kostenstructuur van economisch belangrijke teelten, info verzamelen over de kostprijs van economisch minder belangrijke, alternatieve teelten, aanleren van managementtechnieken zoals kas- en risicoplanning, kennis, besproken in studieclubs per teelt, laten doorstromen naar de volledige sector. Begindatum: 1 maart 2015 Einddatum: 28 februari 2017 Uitvoerders: PCG, Inagro, PSKW, ISP ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 37 van 106 4.4.4.7 NIEUW: Evaluatie van de mogelijkheden en demonstratie erosiebestrijding in fijnzadige teelten en andere groenten van nuttige Dit project heeft als doelstelling de groente-, witloof- en cichoreiteelt te laten slagen binnen de nieuwe maatregelen voor erosie op rode en paarse percelen. Er wordt gedemonstreerd welke technieken voor de verschillende teelten best toegepast worden, om enerzijds te voldoen aan de randvoorwaarden voor erosie en anderzijds een verantwoorde opbrengst en kwaliteit garanderen. Volgende aspecten komen aan bod: het aanleggen van erosiebestrijdende drempeltjes in ruggenteelten, niet-kerende bodembewerking, mulchzaai en strip-till. Begindatum: 1 januari 2015 Einddatum: 31 december 2016 Uitvoerders: Inagro, PCG, KBIVB, NPW, Ilvo 4.4.4.8 NIEUW: Oplossingen voor bodemvruchtbaarheid en nutriëntenverlies a.d.h.v. risicoanalyse op groentebedrijven De doelstelling van het project is het demonstreren dat alle maatregelen, methoden en technieken moeten geëvalueerd worden op hun bruikbaarheid, om enerzijds het nutriëntenverlies te beperken en anderzijds de bodemvruchtbaarheid te verhogen. Op praktijkbedrijven zal getoond worden hoe er voor probleemteelten ook oplossingen zijn. Een risicomatrix moet zowel telers als adviseurs in staat stellen om te evalueren of bepaalde maatregelen voldoende zijn om het nutriëntenverlies te beperken en/of er kansen zijn de bodemvruchtbaarheid te verhogen. Begindatum: 1 januari 2015 Einddatum: 31 december 2016 Uitvoerders: Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW), PCG, Inagro 4.4.4.9 NIEUW: Bioroots: Biologische gewasbestrijdingsstrategieën demonstreren onder reële omstandigheden op vraag van biologische tuinbouwsector Het gebruik van biologische beheersmaatregelen ter bestrijding of beheersing van ziekten en plagen is een belangrijk basisprincipe voor de biologische teelt. Door middel van sensibilisering en demonstratie verschaft dit project inzicht in monitoring en beredeneerde gewasbeschermingsstrategieën voor de betreffende plagen/ziekten op de biologische (en gangbare) bedrijven. Voornamelijk ziekten of plagen waarmee de biofruittelers en de biogroentetelers op dit moment onvoldoende vertrouwd zijn, vanwege nieuwe plaaginsecten of omdat er nog geen algemeen gekende beheerstrategieën bestaan, worden hierbij geselecteerd. Begindatum: 1 januari 2015 Einddatum: 31 december 2016 Uitvoerders: CCBT, PCG, PCFruit, Inagro, Proefcentrum voor Kleinfruit Pamel (PPK) ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 38 van 106 4.4.5 Contactgegevens Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) Karreweg 6, 9770 Kruishoutem, tel. 09 381 86 86, fax 09 381 86 99 Inagro Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke-Beitem, tel. 051 27 32 00, fax 051 24 00 20 Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) Duffelsesteenweg 101, 2860 Sint-Katelijne-Waver, tel. 015 30 00 60, fax 015 30 00 61 Nationale Proeftuin voor Witloof (NPW) Blauwe Stap 25, 3020 Herent, tel. 016 29 01 74, fax 016 22 06 92 Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten (VCBT) Willem de Croylaan 42, 3001 Leuven (Heverlee), tel. 016 32 27 32, fax 016 32 29 55 Departement Landbouw en Visserij Bart Debussche (Open luchtgroenten) Tel. 050 24 77 11 Gsm: 0473 82 70 14 [email protected] Henkie Rasschaert Tel. 09 276 28 54 Gsm: 0473 83 70 35 [email protected] Voor meer informatie kan u terecht op de website landbouw en visserij. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 39 van 106 4.5 GLASGROENTEN De rendabiliteit van de glasgroentesector blijft een belangrijk aandachtspunt. Inzicht in de kostprijs is cruciaal om de rendabiliteit van het bedrijf te kennen, en om keuzes te maken in het soort bedrijfsvoering. In de meer energie-intensieve glasgroenteteelt zijn de energieprijzen en de wetgeving rond groene stroom mede bepalend voor de rendabiliteit. Dit bepaalt ook de keuze voor de teelt. Naast het aspect kostprijs staan glasgroenten, net als andere land- en tuinbouwproducten, onder een grote prijsdruk. De Ruslandcrisis heeft dit, zeker voor de op exportgerichte glasgroentesector, opnieuw aangetoond. Kostprijs, energie en teeltkeuze zijn belangrijke items binnen de voorlichting. Vanaf 2015 treedt het nieuwe GLB in werking. Vooral de wijzigingen in het VLIF-steunbeleid kunnen bepalend zijn voor de investeringsbereidheid van de bedrijven, een grote noodzaak voor deze sector. MAP5, dat van start gaat in 2015, heeft ook een grote impact op deze sector. Voor alle glasteelten ligt de uitdaging in het zo gesloten mogelijk telen. Geïntegreerde gewasbescherming wordt reeds enige tijd toegepast in de glasgroentesector. De IPMregelgeving geeft hieraan een nieuwe focus. In de voorlichtingsactiviteiten wordt hier aandacht aan besteed. 4.5.1 Publicaties 4.5.1.1 Praktijkgids Bemesting: module glasgroenten Voor de module glasgroenten (vruchtgroenten) binnen de praktijkgids bemesting worden de eerste tekstvoorstellen aangemaakt om in de online praktijkgids onder te brengen. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 40 van 106 4.5.2 Voordrachten op vraag van derden Op vraag van derden kan informatie verschaft worden aan glastelers over actualiteiten in de glasgroenteteelt over nieuwe regelgeving en andere beleidsrelevante onderwerpen: duurzame gewasbescherming (IPM, …), bemesting (MAP4 en MAP5), economische aspecten, rendabiliteit, diversificatie, energie, arbeidsveiligheid. 4.5.3 Demonstratieprojecten 4.5.3.1 Ergonomie in de tuinbouw Het project bevat een demonstratie van praktijken die de ergonomie en de gezondheid van werknemers in de tuinbouw verbeteren. Begindatum: 1 maart 2014 Einddatum: 29 februari 2016 Uitvoerders: PCG, Inagro, PSKW 4.5.3.2 Arbeidsveiligheid in de tuinbouw De hoofddoelstelling is een daling van het aantal dodelijke en ernstige arbeidsongevallen in de tuinbouwsector. Zowel groenteteelt, fruitteelt, sierteelt als tuinaanleg zijn de beoogde doelgroepen. Begindatum: 1 januari 2014 Einddatum: 31 december 2015 Uitvoerders: Boerenbond, PreventAgri, IDEWE 4.5.3.3 Sensibilisering rond puntvervuiling en bio-zuiveringssystemen in alle land- en tuinbouwsectoren in West en Oost-Vlaanderen (Bioremediatie West) Alle land- en tuinbouwers in West- en Oost-Vlaanderen worden grondig geïnformeerd en gesensibiliseerd omtrent het belang van het beheersen van puntvervuiling. Hiernaast zullen ze praktisch werkbare tools aangereikt krijgen om deze puntvervuiling effectief te beheersen. Begindatum: 1 maart 2014 Einddatum: 29 februari 2016 Uitvoerders: Inagro, PCG, PCS, PCA ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 41 van 106 4.5.3.4 Sensibilisering omtrent puntvervuiling en bio-zuiveringssystemen in alle land- en tuinbouwsectoren in het Oostelijke deel van Vlaanderen (Bioremediatie Oost) Alle land- en tuinbouwers in Limburg, Vlaams-Brabant en Antwerpen worden grondig geïnformeerd en gesensibiliseerd omtrent het belang van het beheersen van puntvervuiling. Hiernaast zullen ze praktisch werkbare tools aangereikt krijgen om deze puntvervuiling effectief te beheersen. Begindatum: 1 maart 2014 Einddatum: 29 februari 2016 Uitvoerders: Pcfruit, NPW, PCH, PSKW, LCV, Hooibeekhoeve, PIBO 4.5.3.5 NIEUW: Monitoring in de glastuinbouw: Hét instrument voor efficiënte geïntegreerde bestrijding De doelstelling van het project is het overtuigen van telers van het belang van monitoringssystemen als basis voor een goede geïntegreerde gewasbescherming. Er wordt ingegaan op het herkennen van plagen en nuttigen, efficiënt monitoren, een visuele voorstelling van de monitoringsresultaten via gridcharts en technieken voor het uitzetten en bijvoederen van natuurlijke vijanden. De demonstraties gebeuren in groente- en sierteeltgewassen. Begindatum: 1 januari 2015 Einddatum: 31 december 2016 Uitvoerders: PCS, PCG, PSKW, PCH 4.5.4 Contactgegevens Proefcentra Proefcentrum Hoogstraten (PCH) Voort 71, 2328 Meerle, tel. 03 315 70 52, fax 03 315 00 87 Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) Duffelsesteenweg 101, 2860 Sint-Katelijne-Waver, tel. 015 30 00 60, fax 015 30 00 61 Inagro Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke-Beitem, tel. 051 27 32 00, fax 051 24 00 20 Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) Karreweg 6, 9770 Kruishoutem, tel. 09 381 86 86, fax 09 381 86 99 Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten (VCBT) Willem de Croylaan 42, 3001 Leuven (Heverlee), tel. 016 32 27 32, fax 016 32 29 55 ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 42 van 106 Departement Landbouw en Visserij Marleen Mertens (Glasgroenten en teelten onder beschutting) Tel. 09 276 28 47 Gsm: 0496 58 18 34 [email protected] Henkie Rasschaert Tel. 09 272 23 06 Gsm: 0473 83 70 35 [email protected] Voor meer informatie kunt u terecht op de website landbouw en visserij. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 43 van 106 4.6 SIERTEELT Ook in 2015 wordt de sierteeltsector geconfronteerd met de toepassing van heel wat wet- en regelgeving, zowel op teelttechnisch (IPM, erkende gewasbeschermingsmiddelen, MAP5) als op bedrijfseconomisch en administratief (nieuw GLB en randvoorwaarden, fytolicentie, …) vlak. Bij de hervorming van het GLB zijn er ook wijzigingen op het vlak van betalingsrechten, VLIF-steun, agromilieumaatregelen, … die een impact hebben op de bedrijfsvoering binnen de sierteeltsector. Managementbeslissingen worden hierdoor zowel op korte als op middellange termijn beïnvloed. Via een aantal voorlichtingsactiviteiten begin 2015 zal hier ruime aandacht aan besteed worden. Belangrijke wijzigingen binnen het hernieuwde GLB dat vanaf 1 januari 2015 van start gaat, zijn de bepalingen die in de randvoorwaarden opgenomen zijn rond het vermijden van erosie op sterk en zeer sterk hellende percelen. Ook voor sierteeltgewassen geteeld op dergelijke percelen worden extra maatregelen opgelegd. Hoe hieraan voldaan kan worden, zal via demonstraties toegelicht worden in de loop van 2015. In de diverse sierteeltsectoren blijft de beschikbaarheid van een voldoende groot gamma erkende gewasbeschermingsmiddelen een heikel punt. Vanuit het departement wordt hier op twee manieren rond gewerkt. Enerzijds zal, zoals in het verleden, via het demoproefplatform ‘Sierteelt’ actief gescreend worden naar middelen die potentieel hebben om problematische plagen en/of ziekten in sierteeltgewassen te bestrijden binnen het IPM-kader. Identificatie van dergelijke middelen maakt dat de daaruit voortvloeiende GEP (Good Experimental Practices)-proeven door het Proefcentrum voor Sierteelt een veel hogere kans op slagen hebben. Anderzijds zal toelichting over het correcte en milieuverantwoord gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (IPM, bufferstroken en andere drift ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 44 van 106 beperkende maatregelen, verwerken van spuitresten, ...) en/of mogelijke alternatieven (mechanische onkruidbestrijding, biologische en fysische bestrijding, …) ruim aan bod komen in de geplande voorlichtingsactiviteiten voor 2015. Wat het gebruik van meststoffen betreft, zullen de siertelers bij de start van het bemestingsseizoen in 2015 moeten voldoen aan de normen en regels vastgelegd binnen MAP5. Vooral aangaande de bemestingsvoorwaarden en de mogelijkheden inzake het op peil houden van de bodemvruchtbaarheid nemen de sierteeltgewassen een aparte plaats in, opnieuw vanwege hun specifieke teeltwijze (bv. meerjarige teelten, vele gewassoorten, groeistadia en –fases op één perceel, zeer late oogstomstandigheden, …). Ook de sierteeltsector moet zijn verantwoordelijkheid dragen om de minimale waterkwaliteitseisen inzake nitraat te respecteren. Dit thema zal dan ook aan bod komen tijdens diverse voorlichtingsactiviteiten, ook en vooral in nauwe samenwerking met het voorlichtingsproject ‘Bemesting in de vollegrondsierteelt het totaalconcept gedemonstreerd’. 4.6.1 Studiedagen en bedrijfsbezoeken 4.6.1.1 Studiedagen subsectoren knolbegonia, azalea, kasplanten en potchrysanten De bedoeling van deze studiedagen is het informeren van specifieke telersgroepen over actuele thema’s, knelpunten, wet- en regelgevingen die van belang zijn voor hun sector en/of bedrijf. Traditioneel worden deze studiedagen op het PCS te Destelbergen georganiseerd maar er zal worden naar gestreefd dit meer op de bedrijven te doen, aangezien dit de voorkeur van de telers wegdraagt. Lopende onderzoeks- en voorlichtingsprojecten in deze specifieke teelten komen zeker aan bod tijdens deze studiedagen. Op deze studiedagen worden zowel door externen als door de voorlichters sierteelt, vooral over onderwerpen en thema’s die vanuit het beleid belangrijk zijn, voordrachten gegeven. Er wordt ook telkens een brochure voorzien als naslagwerk. Een verslag van de studiedagen wordt opgenomen in de AKSENT-bijdrage van het vakblad Sierteelt&Groenvoorziening. In samenwerking met: telers, AVBS, PCS, BDB, HoGent, UGent, VMS, VLM. Waar en wanneer? Studiedag knolbegonia: op 14 januari, PCS-Destelbergen Studiedag azalea: op 26 februari, PCS-Destelbergen Studiedag boomkwekerij: op 20 februari, PCS-Destelbergen Studiedag kasplanten: op 23 juni, PCS-Destelbergen Studiedag potchrysant: november-december, PCS-Destelbergen ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 45 van 106 4.6.1.2 Infovergadering voor vollegronds sierteler: Wat kan u met het nieuwe VLIF en GLB in de praktijk? Op twee avonden in februari worden, specifiek voor boomtelers en vollegronds siertelers, twee infovergaderingen georganiseerd. Doelstelling is om een op deze sector afgestemde toelichting te geven over de nieuwe randvoorwaarden en premies binnen het nieuwe GLB enerzijds, en over de nieuwe VLIF-regelgeving, anderzijds. In samenwerking met: SBB, AVBS Waar en wanneer? 9 februari te Lochristi 23 februari te Geel 4.6.1.3 Geleide bezoeken aan het demonstratieplatform gewasbescherming sierteelt Volgende aspecten worden tijdens deze proefveldbezoeken toegelicht: Stimuleren van een duurzame onkruidbestrijding in (bos)boomkwekerij binnen de IPM-krijtlijnen, Geïntegreerde aanpak van insecten en mijten met belangrijke economische impact in boomteelten, Ecologisch en economisch afstemmen van chemische en biologische bestrijdingsmiddelen en – technieken in de aanpak van verhoogde schimmeldruk in de teelt van boomkwekerijgewassen. In samenwerking met: PCS, AVBS, ILVO, telersverenigingen (WEBOS, Vereniging Vlaamse Bosboomtelers, Studiekring Boomkwekerijschool Wetteren). Wanneer? Periode april-september. 4.6.2 Publicaties 4.6.2.1 Brochure kostprijsberekening Met de publicatie van de brochure ‘Meer vat op rendabiliteit van het sierteeltbedrijf door kostprijsberekening’ wordt aandacht besteed aan de economische component van een duurzame bedrijfsvoering. Kostprijsberekening, zeker in de sierteeltsector met zijn grote verscheidenheid aan gewassen en bedrijfsstructuren, is niet eenvoudig. Bovendien is een kostprijsberekening sowieso bedrijfsspecifiek en is het niet haalbaar/realistisch om een specifieke kostprijsberekening van bv. een azaleakweker of een boomkweker te vergelijken met die van de collega’s. Iedere individuele teler dient de oefening voor zijn/haar bedrijf afzonderlijk te maken. Wel kan een gelijkaardige opbouw qua structuur gevolgd worden. Deze brochure moet de Vlaamse siertelers een geactualiseerd referentiewerk verschaffen die beschrijft hoe een kostprijsberekening op bv. een potchrysanten- of boomkwekerij moet worden uitgewerkt. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 46 van 106 Dit thema zal ook op (eigen) studiedagen/infomomenten gepresenteerd worden. De belangrijkste items kunnen eveneens in een later stadium in een artikel via AKSENT-bijdrage in Sierteelt & Groenvoorziening gepubliceerd worden. In samenwerking met: AVBS, Innovatiesteunpunt, PCS, … 4.6.2.2 Praktijkgids Bemesting: module sierteelt Voor de module sierteelt in de Praktijkgids Bemesting zullen de eerste teksten uitgewerkt worden. Binnen de module sierteelt worden drie submodules voorzien: vollegrond sierteeltgewassen, containerveld sierteeltgewassen, substraat sierteeltgewassen. Dit thema zal ook op (eigen) studiedagen/infomomenten gepresenteerd worden. De belangrijkste items kunnen eveneens in een later stadium in artikel via AKSENT-bijdrage in Sierteelt & Groenvoorziening gepubliceerd worden. In samenwerking met: AVBS, PCS, meststoffabrikanten en leveranciers sierteeltsector, VLM, UGent, … Wanneer? einde 2015-begin 2016 4.6.2.3 Praktijkgids Natuur: module sierteelt De module sierteelt van de Praktijkgids Natuur zal online beschikbaar zijn tegen juni 2015. Dit thema zal ook op studiedagen/infomomenten gepresenteerd worden. De belangrijkste items kunnen eveneens in een later stadium in artikel via AKSENT-bijdrage in Sierteelt & Groenvoorziening gepubliceerd worden. In samenwerking met: ILVO, HoGent, Eco² Wanneer? Juni ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 47 van 106 4.6.3 Voordrachten op vraag van derden Op vraag van derden worden telers via cursussen, voordrachten en artikels in de vakpers ingelicht over nieuwigheden en actuele knelpunten inzake gewasbeschermingsmanagement in sierteeltgewassen: de resultaten van de demonstratieproeven, fytolicentie, IPM, nieuwe middelen en bestrijdingstechnieken, actuele ziekten en plagen, erkenningsproblematiek, waarnemings- en waarschuwingssysteem, gewasbeschermingsmiddelen en water. Ook over volgende onderwerpen kunnen voordrachten/demonstraties gegeven worden: technieken (bv. groenbedekkers, grasstroken laanboomteelt, …) die passen onder beredeneerde bemesting in vollegrond sierteeltgewassen, met link naar het demoveldplatform sierteelt en het nieuw demonstratieproject ‘Bemesting in de vollegrondsierteelt het totaalconcept gedemonstreerd’, wetgeving en technieken erosiebestrijdingsmaatregelen op sterk en zeer sterk erosiegevoelige percelen aangeplant met sierteeltgewassen, het nieuwe GLB. 4.6.4 Demonstratieprojecten 4.6.4.1 Arbeidsveiligheid in de tuinbouw De hoofddoelstelling is een daling van het aantal dodelijke en ernstige arbeidsongevallen in de tuinbouwsector. Zowel groente-, fruit- en siertelers als tuinaanleggers zijn de doelgroep. Begindatum: 1 januari 2014 Einddatum: 31 december 2015 Uitvoerders: Boerenbond, PreventAgri, IDEWE 4.6.4.2 Sensibilisering rond puntvervuiling en bio-zuiveringssystemen in alle land- en tuinbouwsectoren in West en Oost-Vlaanderen (Bioremediatie West) Alle land- en tuinbouwers in West- en Oost-Vlaanderen worden grondig geïnformeerd en gesensibiliseerd over het belang van het beheersen van puntvervuiling. Hiernaast zullen ze praktisch werkbare tools aangereikt krijgen om deze puntvervuiling effectief te beheersen. Begindatum: 1 maart 2014 Einddatum: 29 februari 2016 Uitvoerders: Inagro, PCG, PCS, PCA ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 48 van 106 4.6.4.3 NIEUW: Bemesting in vollegrondsierteelt: het totaalconcept gedemonstreerd De bedoeling van dit project is de vollegrondsiertelers nog sterker te sensibiliseren om hun bemesting op een oordeelkundige, voldoende onderbouwde manier toe te passen. Daartoe zal een totaalconcept van beïnvloedende factoren gedemonstreerd worden. Volgende aspecten komen aan bod: mineralisatie, bekalking, plaatsspecifieke toediening van meststoffen, gefractioneerde toediening van organische bemesting, gebruik van groenbedekkers, … Begindatum: 1 januari 2015 Einddatum: 31 december 2016 Uitvoerders: PCS en BDB 4.6.4.4 NIEUW: Monitoring in de glastuinbouw: Hét instrument voor efficiënte geïntegreerde bestrijding De doelstelling van het project is om telers te overtuigen van het belang van monitoringssystemen als basis voor een goede geïntegreerde gewasbescherming. Er wordt ingegaan op het herkennen van plagen en nuttigen, efficiënt monitoren, een visuele voorstelling van de monitoringsresultaten via gridcharts en technieken voor het uitzetten en bijvoederen van natuurlijke vijanden. De demonstraties gebeuren in groente- en sierteeltgewassen. Begindatum: 1 januari 2015 Einddatum: 31 december 2016 Uitvoerders: PCS, PCG, PSKW, PCH ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 49 van 106 4.6.5 Contactgegevens Proefcentrum voor Sierteelt (PCS) Schaessestraat 18, 9070 Destelbergen, tel. 09 353 94 94, fax 09 353 94 95 Departement Landbouw en Visserij Pascal Braekman Tel. 09 276 28 43 Gsm: 0474 72 00 49 [email protected] Yvan Cnudde Tel. 09 276 28 50 Gsm: 0473 83 70 63 [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 50 van 106 Yves Marcipont Tel. 03 224 92 72 Gsm: 0499 86 50 40 [email protected] Henkie Rasschaert Tel. 09 276 28 54 Gsm: 0473 83 70 35 [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 51 van 106 4.7 FRUITTEELT De fruitsector is een gevarieerde sector met enerzijds het hardfruit, namelijk appelen en peren, en anderzijds het zacht fruit, zoals aardbeien, frambozen, bessen, bramen, kiwibes, kersen, druiven, … In 2015 moet de fruitsector naast de economische uitdagingen naar aanleiding van de Ruslandcrisis rekening houden met een aantal wet- en regelgevende aspecten. Vanaf 2015 treedt het nieuwe GLB in werking. Vooral de wijzigingen in de VLIF-reglementering kunnen bepalend zijn voor de nieuwe investeringen. Ook zijn er de gewijzigde randvoorwaarden en de hernieuwde PDPO III-maatregel feromoonverwarring in de fruitteelt. Innovatie blijft voor de fruitteelt een belangrijke uitdaging. De noodzaak om te heroriënteren werd in 2014 door de appel- en perencrisis extra benadrukt. Voor appelen is er Europees een overaanbod en voor de Vlaamse peren nam Rusland een te groot markaandeel voor zijn rekening. Voor elk individueel bedrijf zal de weg verschillend zijn om voldoende inkomsten te kunnen garanderen. Is schaalvergroting de piste die bewandeld moet worden of kan diversificatie soelaas brengen? De rentabiliteit tussen de bedrijven is erg verschillend. In 2015 wordt een studie uitgevoerd om de rentabiliteit in het pitfruit na te gaan. De verdere stappen in de geïntegreerde gewasbescherming blijven een uitdaging. Het waarnemen van ziekten, plagen en natuurlijke vijanden, en gerichte waarschuwingen zijn cruciaal voor een efficiënt gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in alle teelten. Voor een rendabele onderneming zijn deze parameters onontbeerlijk om goed en efficiënt kwaliteitsfruit te telen. De telers worden geïnformeerd over de toegelaten gewasbeschermingsmiddelen binnen de geïntegreerde teelt. Wat gewasbeschermingsmiddelen betreft, denken we ook aan residu op het fruit, in het milieu en in het water. In de fruitaanplantingen is dit een aandachtspunt voor elke teler. De telers moeten rekening houden met puntvervuiling. Driftreducerende maatregelen moeten nauwlettend toegepast worden. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 52 van 106 Deze maatregelen zijn niet enkel voor gewasbeschermingsmiddelen van toepassing, maar ook voor de bemesting. De nieuwe MAP5-wetgeving, rode MAP-meetpunten en de focusgebieden vormen in sommige regio’s ook een uitdaging voor de sector. Voor de nieuw geïntroduceerde plaag in het zachtfruit, namelijk de Aziatische fruitvlieg, Drosophila suzukii, dringen zich voor 2015 risicobeheersende maatregelen op, aangezien er momenteel geen sluitende chemische bestrijding voorhanden is. Het Little Cherry virus kan roet in het eten strooien in de verdere professionalisering van de kersenteelt in Vlaanderen; deze situatie wordt van nabij opgevolgd. Bij de druiventeelt is het belangrijk om de ingeslagen weg van de integratie van de teelt in de Vlaamse praktijkcentra voort te zetten. De items van gewijzigde wetgeving, gewasbescherming, biodiversiteit, bemesting, erosiemaatregelen, veiligheid, commercialisatie en export zijn belangrijke onderwerpen in de voorlichting aangezien ze invloed hebben op de efficiënte productie van kwaliteitsvol lekker fruit. 4.7.1 Studiedagen en bedrijfsbezoeken 4.7.1.1 Studiedagen pit- en steenfruit, aardbeien en houtig kleinfruit inclusief druiventeelt De bedoeling van deze studiedagen is informatie te verschaffen aan telers over actualiteiten in de fruitteelt over nieuwe regelgeving, beleidsrelevante onderwerpen, toepassingen in de gewasbescherming en actuele thema’s. De resultaten van praktijkproeven en studies worden toegelicht. Volgende thema’s komen aan bod: wijzigingen in het VLIF voor de fruitteelt, arbeidsveiligheid, efficiënt en rendabel bemesten in de toekomst (MAP5, referentiepercelen en rode MAPmeetpunten), promotieacties als gevolg van de Ruslandcrisis, bewaring van fruit, het aantrekken van nuttigen in de boomgaard, vermijden van verontreiniging van water door gewasbeschermingsmiddelen, bestrijding van vruchtrotschimmels met nuttige organismen (BCO’s), nieuwe variëteiten bij het pitfruit en resultaten van de smaaktest. Op de aardbeien studiedag wordt de vooruitgang in de tripsbestrijding belicht, er wordt een stand van zaken gegeven van de nieuwe plaag Drosophila suzukii. MAP5 en de toestand van de nitraatresidu’s worden behandeld. Het nieuwe KNS-adviessysteem voor de bemesting van aardbeien in vollegrond wordt als oplossing gepromoot, gekoppeld met de uitdagingen voor irrigatie in de aardbeienteelt. Er wordt een overzicht van 30 jaar gewasbescherming gebracht. Verder wordt een toelichting gegeven over de huidige exportvooruitzichten voor aardbeien in functie van de Ruslandcrisis. Op de druivenstudiedag geeft men de nodige aandacht aan de technische aspecten van het productief telen van de druiven, in combinatie met de aandacht voor IPM. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 53 van 106 In samenwerking met: VLAM, (Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing), praktijkcentra (PCFruit, Proefcentrum Hoogstraten, Inagro en VCBT), Fruitteeltcentrum KULeuven, beroepsorganisaties (Belgische Fruittelers Organisatie, Boerenbond en VBT), VLM, telersverenigingen, Nationale Proeftuin voor Witloof, onafhankelijke voorlichters en Phytofar. Waar? VAC Hasselt Wanneer? 16 januari: Voorlichtingsdag pitfruit, 23 januari: Nationale studiedag Aardbeien, 30 januari: Studiedag druiventeelt. 4.7.1.2 Opendeurdag fruitteelt in het Hageland: bezoek demobedrijf Op deze opendeurdag worden de resultaten van de praktijkproeven te velde besproken en wordt er toelichting gegeven bij beleidsrelevante onderwerpen. De praktijkproeven staan in het kader van de oogstzekerheid bij appel en peer, onkruidbestrijding en het aantrekken van nuttige bestrijders. Ook de thema’s bemesting en arbeidsveiligheid worden onder de aandacht gebracht. De Belgische oogstprognoses 2015 worden bekendgemaakt en er worden adviezen voor de oogst geformuleerd. In samenwerking met: PCFruit, werkgroep Hageland, provincie Vlaams-Brabant en beroepsorganisaties. Waar? Bedrijf Hupko, Ransberg-Kortenaken Wanneer? Eind juli-begin augustus 4.7.2 Publicaties 4.7.2.1 Lijst van gewasbeschermingsmiddelen pit- en steenfruit, aardbeien en houtig kleinfruit inclusief subsector druiventeelt De bedoeling van deze publicatie is informatie te verstrekken over de nieuwe regelgeving en toepassingen in de gewasbescherming. Het gaat om een actualisatie van de lijst van toegelaten gewasbeschermingsmiddelen, in de geïntegreerde pitfruitteelt en in de steenfruitteelt (kersen en krieken), in de geïntegreerde houtigkleinfruitteelt (bessen, frambozen en bramen) en in de diverse druiventeelten. Deze lijsten worden opgenomen in de lastenboeken van de verschillende sectoren. Gedurende het jaar worden deze lijsten aangevuld met nieuwe producten of worden de beperkingen en intrekkingen bijgewerkt. In samenwerking met: beroepsorganisaties; Belgische Fruittelers Organisatie, Boerenbond, Telersverenigingen, Controle organismen, PCFruit, Nationale Proeftuin voor Witloof, werkgroep minor uses ’fruit’ (FOD, FAVV, …), werkgroep biopesticiden fruitteelt, onafhankelijke voorlichters en Phytofar. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 54 van 106 4.7.2.2 Ziekten en plagen in aardbeien anno 2015 - overzichtsbrochure Door de jarenlange ervaring van onze voorlichter Frans Meurrens is het gepast om een nieuwe brochure ziekten en plagen in de aardbeienteelt op te stellen. Deze uitgave wordt een sluitstuk op zijn professionele carrière, als voorlichter in de aardbeienteelt. Voortvloeiend uit deze uitgave worden er ook verschillende voordrachten voorzien en toelichtingen gegeven over gewasbescherming, proefresultaten uit de praktijk, … en actualiteiten. In samenwerking met: PCFruit, Proefcentrum Hoogstraten en Inagro, Boerenbond, de provincies, coöperaties Waaslandse aardbeitelers, Koninklijk Nationaal Verbond van Aardbei en houtig kleinfruit telers, Provinciaal Proefcentrum voor Kleinfruit (PPK) 'Pamel', Provincie Vlaams-Brabant 4.7.2.3 Kostprijsanalyse van pitfruit De publicatie ‘Kostprijsanalyse van pitfruit’ is een aanzet voor verdere inzichten in de rendabiliteit van het pitfruit in Vlaanderen. De rendabiliteit van het pitfruit komt in deze periode van crisis zwaar onder druk te staan. Inzicht in de kostprijs op de verschillende bedrijven is cruciaal om de rendabiliteit te kunnen bepalen. Door de grote diversiteit aan telers is het niet evident om steeds goede referenties te hebben, waarop de teler zich kan richten. Het correct bepalen van de bedrijfsspecifieke kostprijs is belangrijk om keuzes te kunnen maken in de bedrijfsvoering. In samenwerking met: praktijkcentra (PCFruit, Proefcentrum Hoogstraten en Inagro), beroepsorganisaties, producentenorganisaties, … 4.7.3 Voordrachten op vraag van derden Op vraag van derden wordt informatie aan telers verstrekt of toelichting gegeven bij beleidsrelevante onderwerpen. Nieuwe regelgeving, toepassingen in de gewasbescherming, teelttechnische aspecten, proefresultaten in de fruitteelt en actuele thema’s komen aan bod. Zo wordt op verschillende plaatsen toelichting gegeven over; gewasbescherming, actuele ziekten en plagen en proefresultaten uit de praktijk, de verstrengde erosiewetgeving op sterk en zeer sterk erosiegevoelige percelen vollegronds aardbeien en resultaten van de proeven erosiebestrijding, het nieuwe GLB, randvoorwaarden en gevolgen voor de fruitteelt, toepassen van IPM in diverse fruitteelten, de fytolicentie, de bemestingsproblematiek en het nieuwe MAP5 ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 55 van 106 4.7.4 Demonstratieprojecten 4.7.4.1 Implementatie van IPM in druiven Aan de telers van druiven (wijndruiven en tafeldruiven) wordt gedemonstreerd dat druiven telen volgens de principes van IPM technisch kan en economisch verantwoord is. De bedoeling is het vermijden van ‘standaard’ gewasbescherming via o.a. kalenderspuiten en telers bewust laten omgaan met monitoring, waarschuwingssystemen en risicobeoordeling. Door het grote aantal startende telers van wijndruiven is begeleiding nodig voor het aanleren van de principes van IPM. In het project wordt voor de wijndruiven (openlucht) gefocust op bonenspint, trosrups, Botrytis en witziekte en voor de tafeldruiven (glas) op trosrups, bladrollers en witziekte. Begindatum: 1 februari 2013 Einddatum: 31 januari 2015 Uitvoerders: Pcfruit en NPW 4.7.4.2 Arbeidsveiligheid in de tuinbouw De hoofddoelstelling is het aantal dodelijke en ernstige arbeidsongevallen in de tuinbouwsector te doen dalen. Zowel groente-, fruit- en siertelers als tuinaanleggers zijn de doelgroep. Begindatum: 1 januari 2014 Einddatum: 31 december 2015 Uitvoerders: Boerenbond, PreventAgri, IDEWE 4.7.4.3 Sensibilisering omtrent puntvervuiling en zuiveringssystemen in alle sectoren van de plantproductie in het Oostelijke deel van Vlaanderen (Bioremediatie Oost) Alle land- en tuinbouwers in Limburg, Vlaams-Brabant en Antwerpen worden grondig geïnformeerd en gesensibiliseerd over het belang van het beheersen van puntvervuiling. Ze krijgen ook praktisch werkbare tools aangereikt om deze puntvervuiling effectief te beheersen. Begindatum: 1 maart 2014 Einddatum: 29 februari 2016 Uitvoerders: Pcfruit, NPW, PCH, PSKW, LCV, Hooibeekhoeve, PIBO ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 56 van 106 4.7.4.4 NIEUW: Aanleren van monitoringstechnieken: de sleutel tot succes van biologische gewasbescherming in aardbei In de aardbeiteelt is er meer dan ooit nood aan monitoring van plagen en bestrijders. Het is van enorm belang om een bepaalde plaag in de vroege fase van zijn ontwikkeling in het aardbeigewas op te merken. Het doel van dit project is om een correcte monitoring te demonstreren van de voornaamste aardbeiplagen. Op basis van deze monitoring kunnen dan de juiste curatieve ingrepen doorgevoerd worden om een hogere plaagdruk onder controle te houden. De plagen die in dit project aan bod komen, zijn Drosophila suzukii, spintmijt (Tetranychus urticae), trips en bladluis. Begindatum: 1 februari 2015 Einddatum: 31 januari 2017 Uitvoerders: PCH, PCF, Inagro, PPK 4.7.4.5 NIEUW: Bioroots: Biologische gewasbestrijdingsstrategieën demonstreren onder reële omstandigheden op vraag van biologische tuinbouwsector Het gebruik van biologische beheersmaatregelen ter bestrijding of beheersing van ziekten en plagen is een belangrijk basisprincipe voor de biologische teelt. Door middel van sensibilisering en demonstratie verschaft dit project inzicht in monitoring en beredeneerde gewasbeschermingsstrategieën voor de betreffende plagen/ziekten op de biologische (en gangbare) bedrijven. Voornamelijk ziekten of plagen waarmee de biofruittelers en de biogroentetelers op dit moment onvoldoende vertrouwd zijn, vanwege nieuwe plaaginsecten of omdat er nog geen algemeen gekende beheerstrategieën bestaan, worden hierbij geselecteerd. Begindatum: 1 januari 2015 Einddatum: 31 december 2016 Uitvoerders: CCBT, PCG, PCFruit, Inagro, Proefcentrum voor Kleinfruit Pamel (PPK) ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 57 van 106 4.7.5 Contactgegevens Proefcentrum Fruitteelt (Pcfruit) Fruittuinweg 1, 3800 Sint-Truiden (Kerkom), tel. 011 69 70 80, fax 011 69 71 10 Proefcentrum Hoogstraten (PCH) Voort 71, 2328 Meerle, tel. 03 315 70 52, fax 03 315 00 87 Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten (VCBT) Willem de Croylaan 42, 3001 Leuven (Heverlee), tel. 016 32 27 32, fax 016 32 29 55 Departement Landbouw en Visserij Hilde Morren Tel. 011 74 26 81 Gsm: 0492 72 29 53 [email protected] Francis Flusu Tel. 011 74 26 92 Gsm : 0473 83 70 44 [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 58 van 106 Frans Meurrens Tel. 016 66 61 23 Gsm : 0473 83 70 08 [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 59 van 106 5 VOORLICHTINGSACTIES DIERLIJKE PRODUCTIE 5.1 DIERENWELZIJN EN STALLENBOUW De omschakeling op het vlak van leghennenhuisvesting en groepshuisvesting voor zeugen is achter de rug. Een nieuwe sector in omschakeling is de konijnenhouderij. Op 19 augustus 2014 werd een KB gepubliceerd dat de geleidelijke overgang naar parkhuisvesting moet structureren. Dit gebeurt in de eerste plaats voor vleeskonijnen, in een latere fase ook voor voedsters. In functie van een verbod op chirurgische castratie van biggen, dat zou ingaan in 2018, zijn de alternatieven nog steeds in volle ontwikkeling. Een aantal knelpunten staan een volledige stopzetting nog altijd in de weg. Het demoproject ’Optimalisatie van het houden van intacte beren en immunocastraten‘ kan bijkomende informatie opleveren voor een succesvolle overgang. Het beperken van de milieu-impact van stalsystemen wordt steeds belangrijker. De generieke regelgeving rond ammoniakemissiereductie bij nieuwe varkens- en pluimveestallen heeft al een belangrijke reductie teweeggebracht. In het kader van IHD en PAS zal een bijkomend gebiedsgericht beleid grote consequenties hebben voor sommige individuele varkens- en pluimveebedrijven en voor rundveebedrijven. Technische informatie over reducerende maatregelen zal worden verspreid via verschillende voorlichtingsacties. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 60 van 106 5.1.1 Publicaties 5.1.1.1 Actualiseren brochure 31 ‘Ontwerp van melkveestallen’ Brochure 31: ‘Ontwerp van melkveestallen’, die een vertaling was van de CIGR-brochure cattle housing, zal naar aanleiding van de nieuwe CIGR-publicatie in 2014 worden geactualiseerd. Op die manier zal de vernieuwde brochure een weerspiegeling zijn van de reële evoluties op vlak van innovatie en rentabiliteit. Wanneer? Juli-september 5.1.2 Voordrachten op vraag van derden 5.1.2.1 Gastlessen huisvesting Op basis van diverse uitgangspunten (dierenwelzijn, leefmilieu, rendabiliteit, arbeidsveiligheid, …) worden de consequenties op het vlak van huisvesting duidelijk gemaakt voor de sectoren rundvee, paarden, pluimvee en varkens. Waar? Op verzoek van verschillende onderwijsinstellingen (hoger en middelbaar onderwijs) Wanneer? O.a.: 24/02: huisvesting rundvee (faculteit Diergeneeskunde Ugent) Maart: huisvesting paarden (faculteit Diergeneeskunde Ugent) Oktober: Huisvesting pluimvee + varkens (faculteit Diergeneeskunde Ugent) 5.1.3 Demonstratieprojecten 5.1.3.1 Verantwoord antibioticagebruik in de intensieve veehouderij Het project demonstreert de mogelijke alternatieven voor het preventief gebruik van antibiotica zoals het optimaliseren van het management en de bioveiligheid, de huisvesting, de voedersamenstelling en voederstrategieën en het verantwoord vaccineren. Begindatum: 1 mei 2013 Einddatum: 30 april 2015 Uitvoerders: Boerenbond, Vives Campus Roeselare, UGent Dierengezondheidszorg Vlaanderen, Proefbedrijf Pluimveehouderij Faculteit Diergeneeskunde, ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 61 van 106 5.1.3.2 Houden van intacte beren en immunocastraten Het project wil de productieomstandigheden voor het houden van intacte beren en immunocastraten optimaliseren. Samen met de praktijkbedrijven uit de sector zal gezocht worden naar managementaanpassingen. Begindatum: 1 juli 2013 Einddatum: 30 juni 2015 Uitvoerders: KATHO Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen, Hogeschool Gent, ILVO Dier, PVL Bocholt, Thomas More Kempen, Boerenbond, Sint-Rembert Torhout, Sint-Isidorus Broederschool Biotechnische Sint-Niklaas 5.1.3.3 Wekensystemen: keuze in functie van rendabiliteit en arbeid Dit project kadert in de oproep rendabiliteit in de varkenshouderij. Het project wil duiden op de vooren nadelen van groepsgewijs management en meer bepaald op gebied van rendabiliteit en arbeid. Begindatum: 1 juni 2014 Einddatum: 31 mei 2016 Uitvoerders: Inagro, KULeuven-Thomas More 5.1.3.4 Gezonde vleeskuikens door een optimale ventilatie Door de demonstratie van goede en vernieuwende ventilatietechnieken in de vleeskuikensector, tracht men deze systemen ingang te doen vinden in de Vlaamse pluimveehouderij. Daarnaast wordt een platform gecreëerd voor discussie en overleg rond het thema klimaatregeling op het pluimveebedrijf. Begindatum: 1 juni 2014 Einddatum: 31 mei 2016 Uitvoerders: Proefbedrijf Pluimveehouderij, KULeuven-Thomas More 5.1.3.5 Goed GeRUND Vlaanderen heeft de opdracht om de zeldzame Europese habitats en soorten duurzaam in stand te houden. Dat wordt een ‘gunstige staat van instandhouding’ genoemd. Met het oog hierop zijn er instandhoudingsdoelstellingen opgemaakt. De realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen zal belangrijke inspanningen vragen van landbouwers die zich met doelstellingen op of in de omgeving van hun percelen geconfronteerd zien. In dit project zal nagegaan worden welke technieken op rundveebedrijven kunnen worden ingezet om de uitstoot van ammoniak terug te dringen. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 62 van 106 Begindatum: 1 juli 2014 Einddatum: 30 juni 2016 Uitvoerders: Innovatiesteunpunt, ILVO 5.1.3.6 NIEUW: Mogelijkheden van parkhuisvesting bij konijnen Dit project heeft als doelstelling het uittesten en implementeren van innoverende parksystemen bij konijnen. Begindatum: 1 februari 2015 Einddatum: 31 mei 2016 Uitvoerders: DGZ, ILVO 5.1.3.7 NIEUW: Gezonde klauwen op stal De doelstelling van dit project is het voorkomen (preventie), signaleren en behandelen van klauwaandoeningen om zo het dierenwelzijn in een melkveebedrijf te optimaliseren. Begindatum: 1 juli 2015 Einddatum: 30 juni 2017 Uitvoerders: KILTO, K.U.Leuven, Hooibeekhoeve, PVL en DGZ 5.1.4 Andere 5.1.4.1 Filmpjes ‘mestgassen’ In het kader van de werkgroep mestgassen (West-Vlaanderen) wordt een meerdelige reeks video’s voorbereid rond veilig mixen van mest en omgaan met problemen hierbij. Via deze filmpjes wordt op interactieve wijze aangetoond hoe u op een veilige manier kunt mestmixen, hoe u problemen bij mestmixen kunt verhelpen en wat u kan doen als er personen door gassen bedwelmd worden. In samenwerking met: Varkensloket, Preventagri, werkgroep mestgassen West-Vlaanderen (o.a. Inagro, VCM). Waar? Online + tijdens studiedagen en ev. op beurzen Wanneer? Januari – juni ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 63 van 106 5.1.5 Contactgegevens Departement Landbouw en Visserij Suzy Van Gansbeke Tel. 09 276 28 48 Gsm: 0473 83 70 58 [email protected] Tom Van den Bogaert Tel. 09 276 28 55 Gsm: 0499 86 50 02 [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 64 van 106 5.2 MELKVEE Het systeem waarmee een hele generatie van melkveehouders is opgegroeid - de melkquota - wordt afgeschaft tegen 1 april 2015. Heel wat bedrijven hebben al geïnvesteerd in groei (nieuwbouw of uitbreiding van bestaande stallen, het aanhouden van meer jongvee, …). De laatste acht jaar is er geen overschrijding van het quotum geweest, dus moest er ook geen superheffing betaald worden. Voor het lopende jaar 2014-2015 lijkt dit - rekening houdend met de leveringsstatistieken - wel het geval te zijn. Daardoor worden ook in het laatste quotumjaar nog melkquota tussen de bedrijven verhandeld, waardoor dit laatste jaar van de melkquotering op veel bedrijven financieel een bittere smaak zal nalaten. Naast de afschaffing van de melkquota, vormt het nieuwe GLB een nieuwe uitdaging voor 2015. De melkveehouderij is een belangrijke ruimtegebruiker. Het aspect vergroening zal daarom van heel wat melkveebedrijven specifieke aandacht vragen. Het gewijzigd GLB zal ook een belangrijke impact hebben op (de inkomensvorming van) de sector. Een derde en heel belangrijke uitdaging voor 2015 zijn IHD en PAS. Rundveebedrijven bevinden zich historisch dicht bij valleigebieden waar speciale beschermingszones (SBZ) zijn afgebakend. Het wettelijk kader voor de IHD en PAS is vastgelegd. De effectieve uitvoering in de praktijk vormt voor verschillende bedrijven een bijkomende factor van onzekerheid. Er worden belangrijke inkomensverschillen vastgesteld tussen gelijkaardige bedrijven, waarbij management een belangrijke rol speelt. Een economisch goede positie is de eerste voorwaarde voor een duurzame sector. In de geplande voorlichtingsacties - studiedagen en brochures - wordt dan ook veel aandacht geschonken aan de belangrijkste managementfactoren (klauwgezondheid, uiergezondheid, arbeidsbehoefte, vervangingsbeleid, ...). Daarnaast moet de melkveesector ook op een maatschappelijk ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 65 van 106 verantwoorde manier produceren. Dit betekent duurzaam produceren, rekening houdend met de kwaliteit van water en lucht, een verantwoorde inzet van gewasbeschermingsmiddelen en geneesmiddelen, … Deze factoren komen o.a. aan bod in de recente brochure Energieke landbouw: Watt brengt het op?, de digitale praktijkgids bemesting en de vernieuwde brochure Uiergezondheid. 5.2.1 Studiedagen en bedrijfsbezoeken 5.2.1.1 Studiedag: Het belang van langleefbaarheid bij melkvee Er is regelmatig overleg met de partners van het Praktijkcentrum Rundvee (PCR). Dit resulteerde o.a. in de organisatie van een reeks van 4 studienamiddagen rond het thema ‘Belang van langleefbaarheid bij melkvee’ in het kader van het thema rendabiliteit. Een reeks van 4 studiedagen zal plaatsvinden in januari en februari. Bij de keuze van de locaties wordt gekeken naar een regionale spreiding (courante locaties zijn Oostmalle, Bocholt, Roeselare en Melle). In samenwerking met: verschillende relevante partners binnen Praktijkcentrum Rundvee (Inagro, VRV) Waar en wanneer? 20/1 Oostmalle; 22/1 Melle; 10/2 Bocholt; 12/2 Beitem 5.2.1.2 Studiedagen ‘Melkveehouderij van de toekomst: grondgebonden of zonder grond’ Traditioneel organiseren de voorlichters melkvee en Voedergewassen van het departement en de Beroepswerking Boerenbond hun studiedagen samen. Vorig jaar werd een nieuw concept op twee locaties geïntroduceerd. Vanaf april 2015 wordt er gemolken zonder quotum. Melkveehouders hebben een toekomstbeeld voor ogen en maken plannen. Die plannen zijn divers voor de verschillende bedrijven. Als rundveehouders willen groeien in melkproductie moet dan de beschikbare grond evenredig toenemen? Deze vraag en argumenten pro en contra zullen op deze studiedagen, naar van met vorig jaar, besproken worden. Deze studiedagen zijn meer een wisselwerking tussen sprekers en landbouwers, waar we graag de mening van de landbouwers zelf horen. Inbreng van landbouwers is dus onontbeerlijk bij deze studiedagen. In samenwerking met: leden van Praktijkcentrum Rundvee (BB, HO Gent, Inagro) Waar en wanneer? 30 juni te Ieper en 2 juli te Geel ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 66 van 106 5.2.1.3 Studiedag ‘Actualiteiten Rundveehouderij’ Jaarlijks is er overleg met de partners van het Praktijkcentrum Rundvee (PCR) om actuele thema’s vast te leggen voor de studienamiddagen rundvee. Dit resulteerde voor 2015 in een reeks van 4 studienamiddagen rond verschillende thema’s, die zowel voor de melk- als vleesveehouders belangrijk zijn. Dit jaar zal de focus o.a. liggen op enkele nieuwe uitdagingen voor de sector zoals het nieuwe GLB, IHD en PAS, maar eveneens op bedrijfsrentabiliteit. In samenwerking met: Praktijkcentrum Rundvee Waar? Op 4 verschillende en nader te bepalen locaties Wanneer? September 5.2.2 Publicaties 5.2.2.1 Actualiseren brochure ‘Uiergezondheid’ Mastitis of uierontsteking is en blijft een belangrijke aandoening bij melkvee, met een belangrijke impact op het antibioticagebruik in de melkveehouderij. De ziekte volledig verbannen is een illusie. Er zijn evenwel belangrijke verschillen tussen de bedrijven. Sensibilisering en voorlichting blijven belangrijke instrumenten om de uiergezondheid te bevorderen. In samenwerking met: MCC, M-team (UGent) Wanneer? April - juni 5.2.2.2 Brochure ‘Belang van het vervangingsbeleid bij melkvee’ Gemiddeld wordt jaarlijks ruim 32 % van de melkveestapel vervangen. Er is evenwel een ruime spreiding tussen de bedrijven. Jongvee opfokken is duur. Op basis van de boekhoudingen van het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN) zal het Departement Landbouw en Visserij onderzoeken of er een verband is tussen het vervangingsbeleid en het economisch resultaat op een melkveebedrijf. De resultaten van de studie zullen verwerkt worden in een brochure. Wanneer? Oktober – december 5.2.3 Demonstratieprojecten 5.2.3.1 Verantwoord gebruik van antibiotica in de Vlaamse melkveehouderij door communicatie, opleiding en begeleiding Het project wil de kennis en informatie over het verantwoord antibioticagebruik in de melkveesector vergroten. De autoregulerende maatregelen, opgelegd door het centrum van expertise over antimicrobiële consumptie en resistentie bij dieren zullen toegepast worden op praktijkbedrijven ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 67 van 106 waarna de resultaten worden gecommuniceerd. Er wordt aandacht besteed aan handige praktijktools, behandelingsprotocols en het opstellen van bedrijfsplannen inzake diergezondheid en bioveiligheid. Begindatum: 1 juli 2013 Einddatum: 30 juni 2015 Uitvoerders: MCC-Vlaanderen, Boerenbond Studiedienst, Hooibeekhoeve, PVL Bocholt, Schoolhoeve Axelwalle, BCZ-CBL, DGZ 5.2.3.2 Goed GeRUND Vlaanderen heeft de opdracht om de zeldzame Europese habitats en soorten duurzaam in stand te houden. Dat wordt een ‘gunstige staat van instandhouding’ genoemd. Met het oog hierop zijn er instandhoudingsdoelstellingen opgemaakt. De realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen zal belangrijke inspanningen vragen van landbouwers die zich met doelstellingen op of in de omgeving van hun percelen geconfronteerd zien. In dit project zal nagegaan worden welke technieken op rundveebedrijven kunnen worden ingezet om de uitstoot van ammoniak terug te dringen. Begindatum: 1 juli 2014 Einddatum: 30 juni 2016 Uitvoerders: Innovatiesteunpunt, ILVO 5.2.3.3 NIEUW: Toepasbaarheid van vlinderbloemigen bij de invulling van vergroening met focus op rundveebedrijven met nauwe vruchtwisseling Algemene doelstelling van dit project is de bewustmaking van de mogelijkheden van vlinderbloemigen, geteeld onder de vergroeningsvoorwaarden, en dit op een manier die het best geschikt is binnen de individuele bedrijfsvoering. De focus ligt hierbij op rundveebedrijven met een nauwe vruchtwisseling. Door middel van demonstratie en sensibilisering zal de gebundelde informatie kenbaar gemaakt worden aan de doelgroep. Begindatum: 1 maart 2015 Einddatum: 28 februari 2017 Uitvoerders: Inagro, Hooibeekhoeve, Provinciaal Instituut Biotechnisch Onderwijs Tongeren (PIBO), HoGent, ILVO, Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL) ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 68 van 106 5.2.4 Contactgegevens Praktijkcentrum Rundvee (PCR) Departement Landbouw en Visserij Ivan Ryckaert Tel. 050 24 77 12 Gsm: 0496 59 63 30 [email protected] Alfons Anthonissen Tel. 03 224 92 75 Gsm: 0473 83 70 47 [email protected] Voor verdere informatie kunt u terecht op de website van landbouw en visserij. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 69 van 106 5.3 VLEESVEE Vanaf 2015 treedt het nieuwe GLB in werking. Dit brengt een aantal belangrijke wijzigingen met zich mee voor de vleesveesector, waaronder de nieuwe vergroeningsmaatregelen. Deze maatregelen zullen een grote impact hebben op de bedrijfsvoering, zeker op bedrijven waar tot op heden enkel grasland en maïs werd geteeld. Om te kunnen voldoen aan de voorwaarden van ecologisch aandachtsgebied, is te verwachten dat heel wat rundveebedrijven zullen inzetten op de teelt van vlinderbloemigen. Echter, de ervaringen en de kennis van deze teelten en de mogelijkheden tot inschakeling in vleesveerantsoenen zijn eerder beperkt. Om deze redenen zullen we in juni studienamiddagen organiseren met als centrale thema ‘mogelijkheden van vlinderbloemigen op vleesveebedrijven’. Maar de wijziging van de zoogkoeienpremieregeling zal ongetwijfeld nog een grotere impact hebben op de rendabiliteit van de vleesveehouderij. Uit een studie van het departement waarvan de resultaten in 2015 gepubliceerd zullen worden, blijkt de zoogkoeienpremie één van de factoren die het meest bepalend is voor het bruto-saldo per zoogkoe. De reële impact van de nieuwe zoogkoeienpremieregeling op zoogkoeienbedrijven zal pas becijferd kunnen worden wanneer de boekhoudkundige cijfers van het productiejaar 2015 beschikbaar zijn. In de loop van 2014 werd het wettelijk kader voor IHD en PAS vastgelegd. Bij de praktische uitvoering van IHD’s en de toepassing van PAS zullen voornamelijk rundveebedrijven getroffen/betrokken worden aangezien hun graslanden en/of bedrijfszetels veelal gelegen zijn in of in de nabijheid van de speciale beschermingszones (SBZ). Ook het nieuwe MAP zal in 2015 in werking treden en een invloed hebben op de ganse land- en tuinbouwsector, inclusief de vleesveesector. In 2015 gaat eveneens het officiële verplichte bestrijdingsprogramma tegen Boviene Virale Diarree (BVD) van start. De sector werd de laatste jaren ruimschoots geïnformeerd over de bestrijding van BVD en ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 70 van 106 heeft zich kunnen voorbereiden op de regelgeving die op 1 januari in werking is getreden. Ook tegen andere ziekten zoals IBR en Neospora lopen bestrijdingsprogramma’s, die al dan niet verplicht zijn. De afgelopen jaren is de rendabiliteit in de vleesveesector eerder zwak en bevindt de sector zich, net als zoveel andere sectoren in de land- en tuinbouw, in crisis. Professionaliteit dringt zich dan ook meer en meer op in de vleesveesector. De voorlichtingsactiviteiten zijn dan ook steeds gericht op het verbeteren van de rendabiliteit en het management op het vleesveebedrijf. Alle aspecten van de vleesveehouderij zoals dierengezondheid, fokkerij, voeding, … komen aan bod en worden uitgewerkt in functie van de nieuwe regelgeving waarmee de vleesveehouderij wordt geconfronteerd. 5.3.1 Studiedagen en bedrijfsbezoeken 5.3.1.1 Studienamiddagen ‘eiwithoudende gewassen op het vleesveebedrijf’ Via deze studienamiddagen worden de mogelijkheden van de teelt van eiwithoudende gewassen en het gebruik van alternatieve eiwitbronnen op vleesveebedrijven geïllustreerd. Deze studienamiddagen worden eveneens gecombineerd met een bedrijfsbezoek, waarbij volgende vragen aan bod zullen komen: Eiwithoudende gewassen telen in het kader van vergroeningsmaatregel (ecologisch aandachtsgebied: N-bindende gewassen) en/of Agromilieumaatregel-Vlinderbloemigen Welke eiwithoudende gewassen zijn economisch gezien interessant om in te schakelen in het teeltplan van een vleesveebedrijf? Hoe kunnen deze eiwithoudende gewassen ingeschakeld worden in het vleesveerantsoen? In samenwerking met: Boerenbond Waar? Oost-Vlaanderen, Vlaams Brabant of Antwerpen Wanneer? Juni 5.3.1.2 Studiedag ‘Actualiteiten Rundveehouderij’ Jaarlijks is er overleg met de partners van het Praktijkcentrum Rundvee (PCR) om actuele thema’s vast te leggen voor de studienamiddagen rundvee. Dit resulteerde voor 2015 in een reeks van 4 studienamiddagen rond verschillende thema’s, die zowel voor de melk- als vleesveehouders belangrijk zijn. Dit jaar zal de focus o.a. liggen op enkele nieuwe uitdagingen voor de sector zoals het nieuwe GLB, IHD en PAS, maar eveneens op bedrijfsrentabiliteit. In samenwerking met: Praktijkcentrum Rundvee Waar? Op 4 verschillende en nader te bepalen locaties Wanneer? September ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 71 van 106 5.3.1.3 Studieavonden/namiddagen ‘Praktijkinformatie voor de vleesveehouder’ Doel is de vleesveehouder te informeren om de rendabiliteit en het management op zijn bedrijf te verbeteren. Jaarlijks worden er in het najaar een drietal studieavonden/studienamiddagen georganiseerd waarbij de gekozen onderwerpen tot doel hebben de rendabiliteit en het management op de vleesveebedrijven te verbeteren. De thema’s hebben betrekking op dierengezondheid, fokkerij, voeding, … maar ook beleidsmatige thema’s kunnen aan bod komen. In overleg met het Praktijkcentrum rundvee worden de thema’s en bijhorende sprekers gekozen. In samenwerking met: Praktijkcentrum Rundvee Waar? Sint-Niklaas, West-Vlaanderen, Vlaams-Brabant Wanneer? Oktober – december 5.3.2 Publicaties 5.3.2.1 Handleiding ‘rantsoenberekeningsprogramma’ Op basis van de verzamelde gegevens en de opgedane ervaring in de demonstratieproef ‘voeding’ zullen praktijkvoorbeelden worden uitgewerkt en aandachtspunten geformuleerd voor het gebruik van het rantsoenberekeningsprogramma. Op die manier zal de handleiding ‘rantsoenberekeningsprogramma’ in 2015 aangevuld worden met actuele praktijkvoorbeelden en aandachtspunten. In samenwerking met: leden van Praktijkcentrum Rundvee Wanneer? Januari – december 5.3.3 Demonstratieprojecten 5.3.3.1 Verantwoord antibioticagebruik in de intensieve veehouderij Demonstratie van de mogelijke alternatieven voor het preventief gebruik van antibiotica zoals het optimaliseren van het management en de bioveiligheid, de huisvesting, de voedersamenstelling en voederstrategieën en het verantwoord vaccineren. Begindatum: 1 mei 2013 Einddatum: 30 april 2015 Uitvoerders: Boerenbond, Vives Campus Roeselare, Universiteit Gent Faculteit Diergeneeskunde, Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw, Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 72 van 106 5.3.3.2 NIEUW: Toepasbaarheid van vlinderbloemigen bij de invulling van vergroening met focus op rundveebedrijven met nauwe vruchtwisseling Algemene doelstelling van dit project is de bewustmaking van de mogelijkheden van vlinderbloemigen, geteeld onder de vergroeningsvoorwaarden, en dit op een manier die het beste geschikt is binnen de individuele bedrijfsvoering. De focus ligt hierbij op rundveebedrijven met een nauwe vruchtwisseling. Door middel van demonstratie en sensibilisering zal de gebundelde informatie kenbaar gemaakt worden aan de doelgroep. Begindatum: 1 maart 2015 Einddatum: 28 februari 2017 Uitvoerders: Inagro, Provinciaal Instituut Biotechnisch Onderwijs Tongeren (PIBO), HoGent, Ilvo, Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL) ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 73 van 106 5.3.4 Contactgegevens Praktijkcentrum Rundvee (PCR) Departement Landbouw en Visserij Laurence Hubrecht Tel. 09 276 28 44 Gsm: 0473 83 70 60 [email protected] Walter Willems Tel. 03 224 92 76 Gsm: 0473 83 70 12 [email protected] Voor verdere informatie kunt u terecht op de website van landbouw en visserij ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 74 van 106 5.4 VARKENS De rendabiliteit van varkensbedrijven blijft sterk onder druk staan. Hoewel in 2014 de voederkosten daalden, leidde dit door de eveneens dalende varkensprijzen niet tot een beter inkomen. Deze situatie dwingt de varkenshouder tot steeds betere technische resultaten. Daartoe werden, in samenwerking met het Praktijkcentrum varkens, studiedagen ingericht rond vlees- en karkaskwaliteit en rendabiliteit van de bedrijven. In het kader van een in 2014 opgestart demoproject wordt verdere aandacht geschonken aan risicobeheersing door gebruik van termijnmarkten. In het kader van IHD en PAS zal een bijkomend gebiedsgericht beleid grote consequenties hebben voor sommige individuele varkensbedrijven. Technische informatie over mogelijke reducerende maatregelen, maar ook informatie m.b.t. de VLAREM-wetgeving, het nieuwe MAP, mestverwerking en –afzet, ammoniak- en andere luchtemissies, … zullen verspreid worden via verschillende voorlichtingsacties. 5.4.1 Studiedagen en bedrijfsbezoeken 5.4.1.1 Studiedag ‘Rendement in de varkenshouderij’ Traditioneel wordt in het voorjaar een studienamiddag gepland rond rendement van varkensbedrijven, waarop de resultaten van de LMN-boekhoudingen besproken zullen worden. Tevens zal een deel van de namiddag gewijd worden aan arbeidsveiligheid in varkensstallen. Waar? Melle Wanneer? Mei ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 75 van 106 5.4.1.2 Studiedagen ‘Varkenshouderij actueel 2015’ Naar analogie van vorige jaren zullen een drietal studiedagen rond actuele thema’s binnen het beleid zoals verzuring, bedrijfsrentabiliteit, nieuwe GLB, arbeidsveiligheid, georganiseerd worden. In samenwerking met: Varkensloket, Praktijkcentrum varkens en andere partners, afhankelijk van het onderwerp Waar? Op 2 of 3 nog nader te bepalen locaties Wanneer? April – juni 5.4.1.3 Studiedagen ‘Praktijkinformatie varkenshouderij PCV 2015’ Op twee of drie locaties worden studienamiddagen georganiseerd rond de (voorlopige) resultaten van lopende demoprojecten en onderzoek, eventuele onderwerpen die voortkomen uit vragen die het Varkensloket ontving, actuele technische thema’s zoals bedrijfsrendabiliteit, arbeidsveiligheid, … In samenwerking met: Varkensloket, Praktijkcentrum varkens, uitvoerders van demoprojecten Waar? Sint-Niklaas, Roeselare en een eventuele derde locatie Wanneer? oktober – december 5.4.2 Cursussen 5.4.2.1 Lessenreeks varkenshouderij ‘Mest en Milieu: problematiek en wetgevend kader in de varkenshouderij’ Deze cursussenreeks heeft als doelstelling een overzicht te geven en indien nodig kennis op te frissen van de verschillende aspecten rond de milieuwetgeving waar varkenshouders in het bijzonder mee te maken zullen krijgen. Thema’s zoals de VLAREM-wetgeving, het nieuwe MAP, mestverwerking en –afzet, ammoniak- en andere luchtemissies, luchtwassers … zullen hierbij aan bod komen. In samenwerking met: Praktijkcentrum varkens en andere partners, afhankelijk van het onderwerp (zie programma) Waar en wanneer? Torhout op woensdag 14, 21 en 28 januari Sint-Niklaas op woensdag 21, 28 januari en 4 februari Geel op woensdag 28 januari, 4 en 11 februari ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 76 van 106 5.4.3 Demonstratieprojecten 5.4.3.1 Verantwoord antibioticagebruik in de intensieve veehouderij Het project demonstreert de mogelijke alternatieven voor het preventief gebruik van antibiotica zoals het optimaliseren van het management en de bioveiligheid, de huisvesting, de voedersamenstelling en voederstrategieën en het verantwoord vaccineren. Begindatum: 1 mei 2013 Einddatum: 30 april 2015 Uitvoerders: Boerenbond, Vives Campus Roeselare, UGent Dierengezondheidszorg Vlaanderen, Proefbedrijf Pluimveehouderij Faculteit Diergeneeskunde, 5.4.3.2 Houden van intacte beren en immunocastraten Het project wil de productieomstandigheden voor het houden van intacte beren en immunocastraten optimaliseren. Samen met de praktijkbedrijven uit de sector zal gezocht worden naar managementaanpassingen. Begindatum: 1 juli 2013 Einddatum: 30 juni 2015 Uitvoerders: KATHO Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen, Hogeschool Gent, ILVO Dier, PVL Bocholt, Thomas More Kempen, Boerenbond, Sint-Rembert Torhout, Sint-Isidorus Broederschool Biotechnische Sint-Niklaas 5.4.3.3 Wekensystemen: keuze in functie van rendabiliteit en arbeid Dit project kadert in de oproep rendabiliteit in de varkenshouderij. Het project wil wijzen op de vooren nadelen van groepsgewijs management en meer bepaald op gebied van rendabiliteit en arbeid. Begindatum: 1 juni 2014 Einddatum: 31 mei 2016 Uitvoerders: Inagro, KULeuven-Thomas More 5.4.3.4 NIEUW: Reductie van het voederverbruik als sleutel tot rendabel varkens produceren Dit project, ingediend door het Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw vzw, heeft als doel het voederverbruik en de impact hiervan op de rendabiliteit op het varkensbedrijf in kaart te brengen en de varkenshouder hierover te informeren en sensibiliseren. Begindatum: 1 april 2015 Einddatum: 30 maart 2017 Uitvoerders: PVL Bocholt, Universiteit Gent, ILVO, Thomas More en VIVES ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 77 van 106 5.4.4 Contactgegevens Praktijkcentrum Varkens (PCV) Varkensloket Departement Landbouw en Visserij Norbert Vettenburg Tel. 016 66 61 22 Gsm: 0473 83 70 61 [email protected] Jan Eskens Tel. 011 74 26 97 Gsm: 0499 94 96 03 [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 78 van 106 Suzy Van Gansbeke (Stallenbouw en dierenwelzijn) Tel. 09 276 28 48 Gsm: 0473 83 70 58 [email protected] Tom Van den Bogaert (Stallenbouw en dierenwelzijn) Tel. 09 276 28 55 Gsm: 0499 86 50 02 [email protected] Voor verder informatie kan u terecht op de website van landbouw en visserij ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 79 van 106 5.5 PLUIMVEE De sector wordt nog steeds gekenmerkt door een hoog antibioticagebruik. Hoewel reeds grote inspanningen werden geleverd, kan dit nog verder gereduceerd worden. Twee studienamiddagen werden samen met het Proefbedrijf Pluimveehouderij ingericht over dit onderwerp. In 2015 zal vooral de nadruk gelegd worden op het sturen van het microklimaat in de kuikens- en hennenstallen om de technische resultaten nog te verhogen in een tijd van kleine winstmarges. In het kader van IHD en PAS zal een bijkomend gebiedsgericht beleid grote consequenties hebben voor sommige individuele pluimveebedrijven. Technische informatie over mogelijke reducerende maatregelen zal verspreid worden via verschillende voorlichtingsacties. 5.5.1 Studiedagen en bedrijfsbezoeken 5.5.1.1 Sectordagen pluimvee Jaarlijks wordt samen met het Proefbedrijf Pluimveehouderij op twee locaties een studienamiddag ingericht. De onderwerpen worden in onderling overleg gekozen. Voor 2015 werd als onderwerp gekozen : ‘Micro-klimaatsturing’ in pluimveestallen. In samenwerking met: Proefbedrijf Pluimveehouderij en Praktijkcentrum Pluimvee Waar? Op twee nader te bepalen locaties Wanneer? Juli-september ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 80 van 106 5.5.2 Demonstratieprojecten 5.5.2.1 Verantwoord antibioticagebruik in de intensieve veehouderij Demonstratie van de mogelijke alternatieven voor het preventief gebruik van antibiotica zoals het optimaliseren van het management en de bioveiligheid, de huisvesting, de voedersamenstelling en voederstrategieën en het verantwoord vaccineren. Begindatum: 1 mei 2013 Einddatum: 30 april 2015 Uitvoerders: Boerenbond, Vives Campus Roeselare, Universiteit Gent Faculteit Diergeneeskunde, Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw, Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw 5.5.2.2 Gezonde vleeskuikens door een optimale ventilatie Door de demonstratie van goede en vernieuwende ventilatietechnieken in de vleeskuikensector wordt geprobeerd deze systemen ingang te doen vinden in de Vlaamse pluimveehouderij. Daarnaast wordt een platform gecreëerd voor discussie en overleg rond het thema klimaatregeling op het pluimveebedrijf. Begindatum: 1 juni 2014 Einddatum: 31 mei 2016 Uitvoerders: Proefbedrijf Pluimveehouderij, KULeuven-Thomas More 5.5.2.3 NIEUW: Een goede start van jonge vleeskuikens, de sleutel voor antibioticagebruik, beter dierenwelzijn en een verhoogd bedrijfsmanagement lager Door middel van monitoring van de wijze waarop vleeskuikenhouders vandaag eendagskuikens opvangen, intense coaching van verschillende pluimveebedrijven en het uitvoeren van praktijkproeven op het Proefbedrijf Pluimveehouderij, wil dit project demonstreren hoe een juist management van jonge vleeskuikens kan leiden tot een lager antibioticagebruik, een beter dierenwelzijn en een verhoogde rendabiliteit. Begindatum: 1 januari 2015 Einddatum: 31 december 2016 Uitvoerders: Proefbedrijf Pluimveehouderij, Boerenbond Vakgroep Pluimvee, Landsbond ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 81 van 106 5.5.3 Contactgegevens Praktijkcentrum Pluimvee Departement Landbouw en Visserij Norbert Vettenburg Tel. 016 66 61 22 (0473 83 70 61) [email protected] Jan Eskens Tel. 011 74 26 97 Gsm: 0499 94 96 03 [email protected] Voor verdere informatie kunt u terecht op de website van landbouw en visserij ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 82 van 106 5.6 KLEINE HERKAUWERS Schapen- en geitenhouderijen situeren zich voornamelijk in de hobbylandbouw. Toch zijn er in Vlaanderen meer dan 18 000 beslagen geregistreerd. Jaarlijks organiseert het departement, in samenwerking met het Praktijkcentrum Kleine herkauwers, verschillende studiedagen om actuele knelpunten en nieuwigheden toe te lichten. In 2014 werden onderwerpen behandeld als het nieuwe GLB, wijzigingen van de transportregels en de regelgeving voor tractoren op hobbybedrijven. Ook dit jaar zullen actuele uitdagingen voor de sector aan bod komen tijdens de sectordagen. 5.6.1 Studiedagen en bedrijfsbezoeken 5.6.1.1 Sectordagen Kleine Herkauwers Samen met de leden van het PC Kleine herkauwers wordt er jaarlijks op vijf locaties een studieavond georganiseerd rond actuele problemen of nieuwe beleidsuitdagingen. In voorkomend geval worden ook de resultaten van uitgevoerde demonstratieprojecten voorgesteld. In samenwerking met: Praktijkcentrum Kleine herkauwers Waar? Op vijf nader te bepalen locaties Wanneer? Oktober – december ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 83 van 106 5.6.1.2 Studiedag hertachtigen met bedrijfsbezoek In juni zal door ABEC, de Belgische vereniging van hertenhouders, en in samenwerking met het praktijkcentrum kleine herkauwers, een studiedag rond herten en hertachtigen georganiseerd worden. Op het programma staat de historiek en de situatie (+evt. knelpunten) van de hertenhouderij vandaag,; de werking van het praktijkcentrum kleine herkauwers en een bezoek aan de professionele hertenhouderij ter plaatse. In samenwerking met: Praktijkcentrum Kleine herkauwers Waar? Eeklo Wanneer? Juni 5.6.2 Demonstratieprojecten 5.6.2.1 NIEUW: Schapenhouder zoekt rendabiliteit Dit project heeft als voornaamste doelstelling het doorlichten van de rendabiliteit van schapenhouderij op eigen gronden/terreinen via bevraging, managementprogramma’s, analyse van de kosten-batenstructuur, actualisering van het rendabiliteitsmodel (1988), ontwikkeling van berekeningstool, discussiesessies en bedrijfsbezoeken, bedrijfsregistraties, digitale nieuwsbrieven, studiedag … Begindatum: 1 mei 2015 Einddatum: 30 april 2017 Uitvoerders: vzw Schapenhouderij, Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ), KULeuven ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 84 van 106 5.6.3 Contactgegevens Praktijkcentrum kleine herkauwers (PCKH) Departement Landbouw en Visserij Norbert Vettenburg Tel. 016 66 61 22 (0473 83 70 61) [email protected] Jan Eskens Tel. 011 74 26 97 Gsm: 0499 94 96 03 [email protected] Voor verdere informatie kunt u terecht op de website van landbouw en visserij ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 85 van 106 5.7 PAARDEN Voor vele (niet-beroeps) paardenhouders is het moeilijk om niet-commerciële informatie te verkrijgen. Daarom organiseert het departement jaarlijks op verschillende locaties in Vlaanderen meerdere studieavonden over actuele vragen in de sector. In 2014 werden onderwerpen als ruimtelijke ordening, omgaan met paarden en gezondheidszorg behandeld. Dit jaar zal de nadruk liggen op voeding, het voorkomen en behandelen van aandoeningen en de keuze van paarden. 5.7.1 Studiedagen en bedrijfsbezoeken 5.7.1.1 Studieavonden ‘Voeding van paarden’ Na de vorige thema’s ‘gezondheidszorg bij paarden’ en ‘ruimtelijke ordening en paardenhouderij’, wordt nu gekozen voor ‘voeding van paarden’. Een onderwerp dat zeker menig paardenhouder bezig houdt en belangrijk is voor zowel de prestaties als het welzijn van de dieren. In samenwerking met: Vives; KAHO Sint-Lieven Waar? Roeselare en Sint Niklaas Wanneer? Oktober – december ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 86 van 106 5.7.1.2 Studieavonden ‘Paarden gezond houden’ Op deze studieavonden zal uitgelegd worden hoe aandoeningen bij paarden te voorkomen, en indien nodig behandeld, kunnen worden. Speciale aandacht gaat naar het beenwerk. In samenwerking met: Ugent – Faculteit Diergeneeskunde Waar? Limburg Wanneer? Juli – september 5.7.1.3 Studieavond ‘Een gepast paard kiezen’ Welk paard men best kiest, is afhankelijk van meerdere factoren. Op deze avond zal uiteengezet worden welke punten hierbij belangrijk zijn, over welke hulpmiddelen men beschikt om de juiste keuze te maken en wat de juridische consequenties zijn bij een aankoop. In samenwerking met: Thomas More (K.U.Leuven) Waar? Geel Wanneer? Oktober - december ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 87 van 106 5.7.2 Contactgegevens Departement Landbouw en Visserij Norbert Vettenburg Tel. 016 66 61 22 (0473 83 70 61) [email protected] Jan Eskens Tel. 011 74 26 97 Gsm: 0499 94 96 03 [email protected] Voor verdere informatie kunt u terecht op de website van landbouw en visserij of op de website van het paardenloket. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 88 van 106 5.8 BIJEN Wereldwijd zijn honingbijen economisch belangrijker als bestuiver dan als honingproducent. Wereldwijd hangt ongeveer 70% van de belangrijkste soorten cultuurplaten voor hun voortbestaan af van bestuiving. In 80% van deze gevallen zijn daarbij de honingbijen betrokken, geleverd door de imkers. De imkerij wordt echter al jaren geconfronteerd met het belangrijke probleem dat de vitaliteit van de bijenvolken afneemt: verdwijnproblematiek, wintersterfte, … De oorzaken van deze bijensterfte zijn niet eenduidig. Het probleem is multifactorieel: ziektes, giften (stof, pesticiden), te weinig voedsel, onaangepaste imkertechnieken … Dit impliceert dat er op verschillende vlakken aan moet gewerkt worden, ieder met zijn eigen verantwoordelijkheid. Zo kan naast de landbouwer, ook de burger zorgen voor meer voedsel (door juiste aanplantingen) en minder giften (minder gebruik van pesticiden). Veel initiatieven worden genomen vanuit de bestaande structuren in de imkerij (imkerverenigingen, bijenstanden, universiteiten, …). De Vlaamse overheid ziet het als haar taak om alle initiatieven en maatregelen op het terrein te coördineren en op elkaar af te stemmen. De voorlichters van het departement zullen hiernaast ook voorlichtingsacties organiseren. Thema’s die hierbij aan bod kunnen komen zijn: Bijensterfte: oorzaken Wilde bij (metselbij) en imkerbij: rol van andere bestuivers (o.a. hommels) Gewasbeschermingsmiddelen en bijenteelt ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 89 van 106 5.8.1 Studiedagen en bedrijfsbezoeken 5.8.1.1 Week van de bij Tijdens de ‘Week van de Bij’ zullen, in samenwerking met het beleidsdomein leefmilieu, verschillende voorlichtings- en promotieactiviteiten plaatsvinden over bijenteelt, de problematiek van de bijensterfte/wintersterfte. In samenwerking met: Landbouwcentra, Praktijkcentrum Bijenteelt, Dept. Leefmilieu, Natuur en Energie Waar? Op een nader te bepalen locatie Wanneer? Half september 5.8.1.2 Demoplatform ‘Energieteelten, Alternatieve Teelten, Duurzame Landbouwtechnieken: eenjarige en meerjarige bloemenranden’ Tijdens het veldbezoek te Paulatem zal een ervaren imker uitleg geven over het belang van de honingbij als bestuiver, en de mogelijkheden om als landbouwer of particulier mee te werken aan de opbouw van de fitness van de bijenvolkeren. In samenwerking met: Landbouwcentra, Praktijkcentrum Bijenteelt, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie … Waar? Paulatem Wanneer? Half september Praktijkcentrum Bijen Departement Landbouw en Visserij Jean-Luc Lamont Tel. 02 552 78 92 Gsm: 0473 83 70 57 [email protected] Voor meer informatie kan u terecht op de website landbouw en visserij. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 90 van 106 5.9 FOKKERIJ In 2015 zal, naar analogie van de voorgaande jaren, de 7de Vlaamse Fokkerijdag plaatsvinden. Dit wordt traditioneel georganiseerd door het Departement Landbouw en Visserij en de K.U.Leuven (onderzoeksgroep Huisdierengenetica). Op dit jaarlijks symposium wisselen onderzoekers, beleidsverantwoordelijken, voorlichters en fokkerij-instanties kennis en standpunten uit over actuele ontwikkelingen en innovaties in de dierlijke genetica. Het programma omvat een vast en een variabel thema: Kennisoverdracht van recente resultaten uit het dier-genetisch onderzoek Kennisdeling over een actueel thema inzake fokkerij In samenwerking met: K.U.Leuven, onderzoeksgroep Huisdierengenetica Waar en wanneer: Leuven, in november. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 91 van 106 6 VOORLICHTERS TOT UW DIENST! 6.1 HOOFDBESTUUR Johan Verstrynge Afdelingshoofd Tel. 02 552 78 73 [email protected] Els Lapage Diensthoofd Tel. 02 552 79 07 [email protected] Geert Rombouts Tel. 02 552 78 83 [email protected] Evelien Decuypere Tel. 02 552 79 70 [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 92 van 106 6.2 PLANTAARDIGE PRODUCTIE Fruit Hilde Morren Tel. 011 74 26 81 (0492 72 29 53) [email protected] Francis Flusu Tel. 011 74 26 92 (0473 83 70 44) [email protected] Frans Meurrens Tel. 016 66 61 23 (0473 83 70 08) [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 93 van 106 Industriële gewassen en gewasbescherming Annie Demeyere Tel. 016 66 61 21 (0473 83 70 45) [email protected] Eugeen Hofmans Tel. 016 66 61 24 (0473 83 70 11) [email protected] Voedergewassen Mathias Abts Tel. 016 66 61 35 (0491 86 85 59) [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 94 van 106 Granen, eiwithoudende teelten, energieteelten en bijenteelt Jean-Luc Lamont Tel. 02 552 78 92 (0473 83 70 57) [email protected] Yvan Lambrechts Tel. 011 74 26 91 (0473 83 70 13) [email protected] Sierteelt (incl. boomkwekerij) en gewasbescherming (sierteelt) Pascal Braekman Tel. 09 276 28 43 (0474 72 00 49) [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 95 van 106 Yves Marcipont Tel. 03 224 92 72 Gsm: 0499 86 50 40 [email protected] Yvan Cnudde Tel. 09 276 28 50 (0473 83 70 63) [email protected] Glasgroenten en biologische landbouw Marleen Mertens Tel. 09 276 28 47 (0496 58 18 34) [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 96 van 106 Henkie Rasschaert Tel. 09 276 28 54 (0473 83 70 35) [email protected] Openluchtgroenten Bart Debussche Tel. 050 24 77 11 (0473 82 70 14) [email protected] Henkie Rasschaert Tel. 09 276 28 54 (0473 83 70 35) [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 97 van 106 6.3 DIERLIJKE PRODUCTIE Stallenbouw, dierenwelzijn Suzy Van Gansbeke Tel. 09 276 28 48 (0473 83 70 58) [email protected] Tom Van den Bogaert Tel. 09 276 28 55 (0499 86 50 02) [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 98 van 106 Melkvee Ivan Ryckaert Tel. 050 24 77 12 (0496 59 63 30) [email protected] Alfons Anthonissen Tel. 03 224 92 75 (0473 83 70 47) [email protected] Vleesvee Laurence Hubrecht Tel. 09 276 28 44 (0473 83 70 60) [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 99 van 106 Walter Willems Tel. 03 224 92 76 (0473 83 70 12) [email protected] Varkens, paarden, kleinvee Norbert Vettenburg Tel. 016 66 61 22 (0473 83 70 61) [email protected] Jan Eskens Tel. 011 74 26 97 (0499 94 96 03) [email protected] ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 100 van 106 7 PRAKTIJKCENTRA De praktijkcentra moeten gezien worden als een overlegplatform waarin de betrokken onderzoeks- en onderwijsinstellingen meewerken aan een overkoepelende coördinatie van hun onderzoeksactiviteiten en de afstemming van hun communicatie naar de sectoren. Het is het Departement Landbouw en Visserij dat de coördinatie van deze praktijkcentra tot nu toe op zich nam. 7.1 PRAKTIJKCENTRA PLANT De Vlaamse overheid heeft een historische band met de praktijkcentra plantaardige productie die sinds 1975 een subsidie ontvangen. In totaal gaat dit om 12 praktijkcentra, met name: KBIVB, PCA, LCG, PCS, PCF, Inagro, PCG, PSKW, PCH, LCV, NPW en VCBT. Door het toekennen van deze jaarlijkse werkingssubsidie aan de praktijkcentra plant voor praktijkonderzoek, kennis doorstromingsactiviteiten en voorlichting, ondersteunt de Vlaamse overheid het collectief van de productiesector naar een toekomstgerichte, innovatieve, concurrentiële en duurzame land- en tuinbouw. Daartoe moeten de praktijkcentra bestaande kennis valoriseren in praktijktoepassingen en geven ze deze kennis op een proactieve wijze door aan de sector. De praktijkcentra fungeren als een belangrijke schakel tussen (toegepast) onderzoek en de productiesector, in de zin van het collectief van bedrijven, en dit met respect voor de beleidskeuzes van de Vlaamse overheid. 7.2 PRAKTIJKCENTRA DIER In januari 2007 werden, op initiatief van de toenmalige minister-president Leterme, vijf praktijkcentra in de dierlijke sector opgericht: de praktijkcentra rundvee, varkens, pluimvee, kleine herkauwers en bijen. Doelstelling hierbij was om te komen tot een betere samenwerking en afstemming in het versnipperde landschap van het praktijkonderzoek en de voorlichting in de dierlijke sector. De intentieverklaring werd ondertekend door verschillende actoren die in Vlaanderen bezig zijn met onderzoek en voorlichting in de dierlijke sector. In 2009 werden dialoogdagen vleesvee gehouden met als resultaat een actieplan vleesvee. In 2011 werden op initiatief van toenmalig minister-president Kris Peeters dialoogdagen ‘De Vlaamse varkenshouderij op weg naar 2020’ georganiseerd. Eén van de conclusies van deze dialoogdagen was dat de varkenshouder nood heeft aan objectieve voorlichting. Als resultaat hiervan werd op 11 april 2012 het Varkensloket opgestart. Dit is een kennisplatform dat deel uit maakt van het Praktijkcentrum Varkens en fungeert als het centrale aanspreekpunt voor varkenshouders en andere betrokkenen (zoals voorlichters, fabrikanten, vakorganisaties en onderzoekers) uit de varkenssector. ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 29.01.2015 Voorlichtingsplan 2015 pagina 101 van 106
© Copyright 2024 ExpyDoc