toespraak door kris peeters vlaams minister

TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS
VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN
VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID,
LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID
50 Jaar Proefstation voor de Groenteteelt
4 april 2014
Mijnheer de Gedeputeerde,
Mijnheer de Voorzitter van het PSKW,
Mijnheer de Directeur van het PSKW,
Dames en Heren,
Al 50 jaar lang zorgt dit Proefstation in het hart van de Vlaamse groentestreek, voor innovatie en
vooruitgang. Voor nieuwe producten, methoden en technologieën waarmee onze tuinbouwers nog
hogere kwaliteit kunnen leveren. Dit PSKW zet zich inderdaad al 50 jaar lang in voor de telers. Het is
een toonvoorbeeld van samenwerking tussen onderzoek, bedrijfsleven en overheid.
De praktijkcentra zijn er voor en door de sector, en spelen een sleutelrol in de doorstroming van kennis
en informatie. Ze brengen de kennis op een neutrale, laagdrempelige en open manier tot bij de telers.
De Vlaamse regering ondersteunt de praktijkcentra dan ook met veel overtuiging. In totaal ontvangen
ze elk jaar meer dan 2 miljoen euro van de Vlaamse overheid. Dit Proefstation voor de Groenteteelt is
daarin goed voor meer dan 10%.
Het werk van dit proefstation blijft dan ook broodnodig. De uitdagingen blijven immers groot. Zo heeft
Europa de toepassing van het Integrated Pest Management sinds dit jaar op alle bedrijven verplicht.
Samen met de sector, waaronder de praktijkcentra, heb ik inspanningen gedaan om de principes van
IPM voor iedereen toepasbaar te maken, met een minimum aan bijkomende administratieve en
financiële lasten.
‘Beter voorkomen dan genezen’, is daarbij een basisprincipe. Daarom zijn verschillende
waarschuwingsdiensten uitgebouwd door de praktijkcentra. Zij communiceren op basis van hun
waarnemingen het geschikte moment en de meest duurzame methode van ingrijpen aan de land- en
tuinbouwers. Samen met de producentenorganisaties, financieren wij deze adviesdiensten.
Dit toont overigens nogmaals de waarde van die producentenorganisaties aan. Vlaanderen blijft een
Europese koploper op dit vlak. Nergens anders zijn zoveel telers aangesloten bij een
producentenorganisatie.
1
Onderzoek is een cruciaal onderdeel in de operationele programma’s van de producentenorganisaties.
De producentenorganisaties gebruiken de Europese middelen van de Gemeenschappelijke
Marktordening om het onderzoek en de kennis over bepaalde thema’s te bevorderen en innovatieve
ontwikkelingen te stimuleren.
Met Belorta en Lava als sterke partners, kan het proefstation dan ook maximaal anticiperen op nieuwe
markteisen.
Dames en heren,
In de afgelopen jaren heb ik in mijn beleid gefocust op innovatie, groei, duurzaamheid en
ondernemerschap. Ik blijf volop kansen zien om de land- en tuinbouwsector sterker te maken en klaar
te stomen voor de toekomst. Demonstratieprojecten en operationele groepen zijn twee instrumenten
om dat te kunnen waarmaken.
Door demonstratieprojecten te ondersteunen, geven we een positieve impuls aan de snelle toepassing
van innovaties op land- en tuinbouwbedrijven. Zo ondersteunen we dit Proefstation bijvoorbeeld bij
het uitvoeren van een project rond bioremediëringssystemen, met de bedoeling puntvervuiling te
vermijden.
Daarnaast loopt een project over IPM in de vollegrondsgroenteteelt waarmee aangetoond wordt dat
telen volgens de principes van IPM, technisch kan en economisch verantwoord is.
Maar we moeten nog verder durven gaan. De samenwerking en uitwisseling tussen de kenniswereld
en de praktijk moet nog breder, nog uitgebreider. Daarom zet de Vlaamse overheid haar schouders
onder de zogenaamde Operationele groepen in het kader van de Europese Innovatiepartnerschappen.
Dit werd door de Europese Commissie gelanceerd, en is een totaal nieuwe benadering voor het
onderzoeks- en innovatiebeleid.
De doelstelling is dubbel: we beogen een stijging van de productiviteit en efficiëntie in de landbouw,
én we willen een meer duurzame productie. Binnen een Operationele Groep werken land- en
tuinbouwers, onderzoekers, adviseurs, bedrijven en andere actoren samen. Onderzoek en praktijk
worden op een slimme manier bij elkaar gebracht. Mijn administratie is momenteel bezig met een plan
om operationele groepen zo goed mogelijk te implementeren in Vlaanderen.
De praktijkcentra zullen hierin een belangrijke rol spelen.
Want de praktijkcentra vormen een brug tussen onderzoek en praktijk, en zijn dus ideale partners om
onze land- en tuinbouwers te helpen omgaan met de grote uitdagingen. Uitdagingen zoals de
bemestingsnormen. Het Proefstation en de andere praktijkcentra spelen in het kader van het
flankerende mestbeleid MAP IV, dan ook een grote rol in het Coördinatiecentrum Voorlichting en
Begeleiding Duurzame Bemesting (CVBB) en krijgen daarvoor de nodige extra financiële middelen. En
met succes, want het gaat gestaag de goede kant uit met onze waterkwaliteit.
Die ondersteuning toont eens te meer aan dat de ernst en het nut van onderzoek niet onderschat
worden. De Vlaamse regering neemt hierin haar verantwoordelijkheid op.
Ik heb dan ook alle vertrouwen in de kwaliteit van het onderzoek dat door het Proefstation wordt
uitgevoerd.
2
Het Proefstation staat klaar om ook in de komende 50 jaar een voortrekkersrol in het
groenteteeltonderzoek te blijven spelen. Het staat klaar om mee te werken aan de competitiviteit van
de Vlaamse groentesector.
Het Proefstation heeft bovendien een plaats verworven als bevoorrechte onderzoekspartner van
universiteiten, en andere praktijkcentra en onderzoeksinstellingen. Alles is hier aanwezig om de sector
blijvend te ondersteunen in zijn zoektocht naar een rendabele productie van kwaliteitsgroenten. Het
Proefstation heeft de afgelopen 50 jaar laten zien dat je kansen kunt grijpen door met innovatieve
oplossingen te komen én door met alle partners samen te werken.
Individuele telers zijn aanwezig in het bestuur, in de technische comités, in de verschillende
werkgroepen en op de vele studie- en demodagen. Zo wordt de kennis en innovatie vanuit het
onderzoek doorgegeven aan de telers. Maar omgekeerd worden er ook signalen en knelpunten uit de
praktijk opgepikt en geïntegreerd in het onderzoeksprogramma.
Het ledenaantal bewijst dat deze aanpak gesmaakt wordt.
Onderzoek en innovatie zijn in mijn ogen dan ook dé bepalende factoren voor de toekomst van deze
sector. Een intense samenwerking tussen onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven is daarom een
must. Zo kan de tuinbouwsector verder groeien, innoveren en de concurrentie met het buitenland
aangaan.
Dames en heren,
U merkt dat ik dit Proefstation een warm hart toe draag. Maar eigenlijk hebt u mij niet nodig om te
weten dat hier prachtig werk geleverd wordt. De waardering die het PSKW krijgt van de sector, spreekt
voor zich. Ik zie het aan de vele gezichten hier vandaag: men is trots. En terecht.
Ik wil de medewerkers, het bestuur en alle partners van het PSKW dan ook van harte feliciteren met
dit prachtig jubileum.
En ik hoop dat u met dezelfde gedrevenheid, enthousiasme en toewijding zal blijven werken aan een
prachtige toekomst voor onze groentesector.
Ik dank u.
3