Middagdienst

Liturgie zondagmiddag 1 februari 2015
Ds. H. de Bruijne
Aanvang 17.00 uur
Samenzang: Psalm 116 : 1, 2 en 3 OB
1. God heb ik lief,
want die getrouwe HEER'
Hoort mijne stem,
mijn smekingen, mijn klagen.
Hij neigt Zijn oor,
'k roep tot Hem, al mijn dagen;
Hij schenkt mij hulp,
Hij redt mij keer op keer.
2. Ik lag gekneld
in banden van den dood,
Daar d' angst der hel
mij allen troost deed missen;
Ik was benauwd,
omringd door droefenissen;
Maar riep den HEER'
dus aan in al mijn nood:
3. "Och HEER', och wierd
mijn ziel door U gered!"
Toen hoorde God;
Hij is mijn liefde waardig.
De HEER' is groot,
genadig en rechtvaardig,
En onze God ontfermt zich op 't gebed.
Stil gebed
Votum en groet
Samenzang: Psalm 116 : 5 en 11 OB
5. Gij hebt, o HEER',
in 't doodlijkst tijdsgewricht
Mijn ziel gered,
mijn tranen willen drogen,
Mijn voet geschraagd;
dies zal ik, voor Gods ogen,
Steeds wandelen in 't vrolijk levenslicht.
11. Ik zal met vreugd
in 't huis des HEEREN gaan,
Om daar met lof
Uw groten Naam te danken.
Jeruzalem,
gij hoort die blijde klanken.
Elk heff' met mij den lof des HEEREN aan!
Gebed om de leiding van de Heilige Geest
Schriftlezing: Romeinen 5 : 12 - 6 : 23 NBV
12
Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en zo is
de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd. 13 Er was al zonde
in de wereld voordat de wet er was; alleen, zonder wet wordt er van de zonde geen
rekening bijgehouden. 14 Toch heerste de dood in de tijd van Adam tot Mozes over alle
mensen, ook al begingen ze met hun zonden niet dezelfde overtreding als Adam. Nu is
Adam de voorafbeelding van hem die komen zou. 15 Maar de genade gaat zijn
overtreding verre te boven. Door de overtreding van één mens moesten alle mensen
sterven, maar de genade die God aan alle mensen schenkt door die ene mens, Jezus
Christus, is veel overvloediger. 16 Dit geschenk gaat het gevolg van de zonde van één
mens verre te boven, want die ene overtreding heeft tot veroordeling geleid, maar de
genade die na talloze overtredingen geschonken werd, heeft tot vrijspraak geleid. 17 Als
de dood heeft geheerst door de overtreding van één mens, is het des te zekerder dat
allen die de genade en de vrijspraak in zo’n overvloed hebben ontvangen, zullen heersen
in het eeuwige leven, dankzij die ene mens, Jezus Christus. 18 Kortom, zoals de
overtreding van één enkel mens ertoe heeft geleid dat allen werden veroordeeld, zo zal
de rechtvaardigheid van één enkel mens ertoe leiden dat allen worden vrijgesproken en
daardoor zullen leven. 19 Zoals door de ongehoorzaamheid van één mens alle mensen
zondaars werden, zo zullen door de gehoorzaamheid van één mens alle mensen
rechtvaardigen worden. 20 En later is de wet erbij gekomen, zodat de overtredingen
toenamen; maar waar de zonde toenam, werd ook de genade steeds overvloediger. 21
Zoals de zonde heeft geheerst en tot de dood heeft geleid, zo moest door de vrijspraak
de genade heersen en tot het eeuwige leven leiden, dankzij Jezus Christus, onze Heer.
Met Christus gestorven, dood voor de zonde
1
Betekent dit nu dat we moeten blijven zondigen om de genade te laten toenemen? 2
Dat in geen geval. Hoe zouden wij, die dood zijn voor de zonde, nog in zonde kunnen
leven? 3 Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood?
4
We zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om, zoals Christus door de macht
van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. 5 Als wij delen in zijn
dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding. 6 Immers, we weten dat ons oude bestaan
met hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we
mochten niet langer slaven van de zonde zijn. 7 Wie gestorven is, is rechtens vrij van de
zonde. 8 Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met hem
zullen leven, 9 omdat we weten dat hij, die uit de dood is opgewekt, niet meer sterft. De
dood heeft geen macht meer over hem. 10 Hij is gestorven om een einde te maken aan
de zonde, voor eens en altijd; en nu hij leeft, leeft hij voor God. 11 Zo moet u ook uzelf
zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God. 12 Laat de zonde dus
niet heersen over uw sterfelijke bestaan, geef niet toe aan uw begeerten. 13 Stel uzelf
niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar stel uzelf in
dienst van God. Denk aan uzelf als levenden die uit de dood zijn opgewekt en stel uzelf in
dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid. 14 De zonde mag niet langer over
u heersen, want u staat niet onder de wet, maar leeft onder de genade.
15
Betekent dit nu dat we vrijuit mogen zondigen omdat we niet onder de wet staan,
maar onder de genade leven? Absoluut niet. 16 Wanneer u zich als slaaf in iemands dienst
stelt, weet u toch dat u hem moet gehoorzamen? Wanneer u de zonde dient, leidt dat tot
de dood; wanneer u God gehoorzaamt, leidt dat tot vrijspraak. 17 Maar God zij gedankt:
u was slaven van de zonde, maar nu gehoorzaamt u van ganser harte de leer waaraan u
zich hebt toevertrouwd, 18 en bevrijd van de zonde hebt u zich in dienst gesteld van de
gerechtigheid. 19 Ik druk me zo gewoon mogelijk uit, omdat het anders uw begrip te
boven gaat. Zoals u zich ooit in dienst stelde van zedeloosheid en onrecht om een
wetteloos leven te leiden, zo stelt u zich nu in dienst van de gerechtigheid om heilig te
leven. 20 Toen u nog slaven van de zonde was, was u niet gebonden aan de
gerechtigheid. 21 Wat hebt u daarmee geoogst? Dingen waarvoor u zich nu schaamt,
want ze leiden tot de dood. 22 Maar nu, bevrijd van de zonde en in dienst van God, oogst
u toewijding aan hem en zelfs het eeuwige leven. 23 Het loon van de zonde is de dood,
maar het geschenk van God is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.
Heidelbergse Catechismus : Zondag 16
Vraag 40: Waarom heeft Christus Zich tot in de dood moeten vernederen?
Antwoord: Omdat wegens de gerechtigheid en de waarheid van God niet anders voor
onze zonden voldaan kon worden dan door de dood van Gods Zoon
Vraag 41: Waarom is Christus begraven?
Antwoord: Om daarmee te tonen, dat Hij werkelijk gestorven was.
Vraag 42: Nu Christus dan voor ons gestorven is, hoe komt het dat ook wij moeten
sterven?
Antwoord: Onze dood is geen betaling voor onze zonden, maar alleen een afsterven van
de zonden en een doorgang tot het eeuwige leven.
Vraag 43: Wat verkrijgen wij nog meer de waarde door het offer en de dood van Christus
aan het kruis?
Antwoord: Dat door zijn kracht onze oude mens met Hem gekruisigd, gedood en
begraven wordt, opdat de kwade begeerten van het vlees niet meer in ons regeren, maar
wij onszelf in dankbaarheid aan Hem ten offer brengen.
Vraag 44: Waarom volgt daarop: nedergedaald ter helle?
Antwoord: Opdat ik in mijn hevigste aanvechtingen verzekerd en volkomen getroost
moge zijn, dat mijn Here Jezus Christus door zijn onuitsprekelijke angst, smarten,
verschrikking en helse kwelling, die Hij, ook in zijn ziel, zowel aan het kruis als tevoren,
heeft doorleden, mij van de helse angst en pijn verlost heeft.
Samenzang:O welk een troost : 1
1.De Zoon van God moest sterven aan het kruis,
tot op het diepst vernederd en verguisd,
hoog tussen d’aarde en zijn hemels huis
van God verlaten.
Alleen zijn dood, zo bitter bovenmate,
bracht redding aan voor heel ons zondig leven,
heeft aan Gods recht genoegdoening gegeven,
de schuld voldaan.
preekdeel I
Samenzang: O welk een troost : 2
2.Tot in het stof der aarde ging zijn weg,
want na zijn dood is Hij als Borg ook echt
in onze plaats toen in een graf gelegd.
Hij is gestorven.
Zijn dood alleen heeft redding ons verworven.
Dit is gewis: al moeten wij nog sterven,
wij zullen leven zonder zonde erven,
dat eeuwig is.
Preekdeel II
Samenzang : O welk een troost : 3
3.Wij strijden onze strijd nu in zijn kracht:
ons boos begeren is aan ’t kruis gebracht,
begraven wordt de oude mens, zijn macht
heeft hij verloren.
Wij mogen Christus voortaan toebehoren,
Hem toegewijd zo ons gehele leven
met lichaam, ziel als offer aan Hem geven
uit dankbaarheid.
Preekdeel III
Samenzang: Alle mensen moeten sterven
1.Alle mensen moeten sterven
2.Jezus is voor mij gestorven
alle vlees als gras vergaan,
en zijn dood is mij gewin.
al wat leeft moet eerst verderven,
Hij heeft mij het heil verworven.
om vernieuwd weer op te staan.
Daarom ga ‘k met blijdschap in,
Ook ons lichaam gaat verloren,
van de aarde opwaarts varend,
wil het eenmaal zijn herboren
’t overwinningslied bewarend:
tot de grote heerlijkheid
eer de Vader en de Zoon
die Gods kind’ren is bereid.
met de Geest op ’s hemels troon!
Gebeden
Collecte
1. Kerk
2. Kerkelijke landelijke kassen ( Hulpverlening )
De stem van de zondagsschool
Samenzang : Psalm 124 : 3 NB
3. Lof Hem die ons ter dood niet overgaf,
wij zijn gered, wij zijn gered van 't graf.
De vogelaar, die ons geen vrede liet,
wou toeslaan, maar zijn strik viel van ons af;
wij zijn ontkomen en hij greep ons niet.
Geloofsbelijdenis
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en van de aarde;
En in Jezus Christus, Zijn enig geboren Zoon, onze Heere,
die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria;
die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven,
nedergedaald ter helle, op de derde dag weer opgestaan van de doden, opgevaren ten
hemel, zittende aan de rechterhand van God, de almachtige Vader,vanwaar Hij komen
zal om te oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest;
Ik geloof een heilige, algemene, Christelijke kerk, de gemeenschap van de heiligen;
Vergeving van de zonden;
Wederopstanding van het vlees;
En een eeuwig leven.
Slotzang: Psalm 124 : 4 NB
4. Die onze boeien slaakt, het is de Heer.
Die voor de vrijheid waakt, het is de Heer.
Door zijn verlossing zijn wij vrijgemaakt.
Ons heil is in de naam van God de Heer,
die God, die d' aard en hemel heeft gemaakt
Zegen