Juryrapport Valerie Eyckmans Goedenavond Antwerpen, Welkom. Ik zou willen beginnen met eenieder van jullie te vragen om het bonzen van je hart even uit te schakelen en te genieten van het moment. Kijk om je heen. Hier zit je dan. In DE Studio. Een welhaast mythische plek waar sinds mensenheugenis woorden en zinnen van de groten der aarde – Shakespeare, Claus, Beckett – tot leven worden gesproken, gefluisterd, gezongen. Waar vandaag jong talent gestimuleerd en gevierd wordt. Waar het borrelt en bruist van creativiteit. Waar ideeën als stuiterballetjes van muren en zuilen kaatsen. Waar straks misschien jouw woorden klinken. Hier gebeurt het. Dit is het. Het moment suprême. Het ogenblik waarop jullie – misschien - al weken zitten te wachten, hoopvol, dagdromend, huppelend van ongeduld. Of nagelbijtend, met een brok in de buik en een hoofd vol vraagtekens. Voor we namen gaan noemen, wil ik ieder van jullie feliciteren in naam van mezelf en mijn collega-juryleden, David Troch en Lotte Dodion. Hulde voor de durf die jullie aan de dag legden toen jullie besloten deel te nemen aan deze wedstrijd. Sommigen van jullie zijn tot op het bot gegaan. We kregen poëzie te lezen die zo kwetsbaar was dat we er haast zelf van gingen rillen. Proza in tinten die varieerden tussen gitzwart en aardedonker. Gelooft u ons: als er vijftig tinten grijs zijn, dan zijn er minstens zeventig tinten zwart. ‘Gaat het nog wel goed met onze Vlaamse jeugd?’ hebben we ons soms afgevraagd. Het antwoord is gelukkig ‘ja’. Want wat zijn jullie vindingrijk, slim en geestig. We vierden kerst met een blauwe familie, reisden naar een zinderend Kinshasa en ontdekten een jonge Brusselmans in de Asbak van Duchamps. We lazen een zoete monoloog van een 17-jarig meisje dat zich voorstelt aan de vader die ze nooit gekend heeft. De tekst was knapperig als de zelfgebakken koekjes die erin beschreven werden, maar ontbrak net dat snuifje zout dat je tong even doet krullen van plezier. Nu eens schuddebuikten we van het lachen, dan weer deinsden we onwillekeurig achteruit. ‘Tap er gerust nog eentje uit dat holle vat, barman van de schaduw van mijn hart, want dit glas is alweer volledig leeg’ schreef een van jullie in een langgerekte fuck you waar wij, oude zakken van de jury meewarig om glimlachten. Daarom, een beetje advies. Probeer niet te lopen voor je kan stappen. Leg de in je jeugdig enthousiasme niet te hoog. Hou het klein en schrijf over wat je kent. Wees zuinig met dure woorden en barokke zinsconstructies. En alsjeblieft, sta jezelf geen enkele dt-fout toe. Nu niet, nooit niet. Never ever. Maar goed, genoeg gezeurd nu, en over naar de orde van de dag. De eervolle vermeldingen. De eerste gaat naar een brief. Een brief die het onderwerp werd van een lange, verhitte discussie tussen de juryleden. Enerzijds was er die ongedwongen, poëtische stijl, met beelden en zinnen die lang nazinderen. Anderzijds werd er soms een loopje genomen met de grammatica. Maar over één ding waren we het alle drie roerend eens: de brief had ons vanaf de allereerste zin beet, en die zin ging zo: “Gisteren plooide ik je per ongeluk uit een van mijn lachrimpels vandaan.” Gefeliciteerd, Sara Eelen. De tweede en meteen ook laatste eervolle vermelding is een verzameling van vijf korte schetsen, elke schets een intrigerende ‘tranche de vie’ zoals de Fransen dat zo mooi zeggen. Graag uw applaus voor ‘Het leven van wat je een mens zou kunnen noemen’ van Lynn Elshof. En zo zijn we bij de top-3 aanbeland. Op nummer 3 staat opnieuw een brief. Een brief vol spijt en suggestie, waarin de schrijfster een bevende hand reikt naar een dierbare en die hand vervolgens weer terugtrekt. De jury was onder de indruk van de originele opbouw en knappe structuur van Brief aan mijn Zus, een creatie van Vigdis Hansa Elst . De tweede plaats gaat naar een schrijfster die de metafoor als stijlfiguur tot het allerhoogste niveau tilt. We lazen een hoogst intelligente tekst die zo vol ritme zat, dat we tijdens het lezen spontaan heen en weer wiegden van genot. Een tekst die foutloos was, verzorgd tot in het kleinste detail, en ons van onze sokken blies met zinnen als ‘de oorlog is een rijke man op zijn sterfbed.’ De jury buigt nederig het hoofd voor ‘Grond’ van Mirke Kist. Over het verhaal van de winnaar van vanavond valt heel wat te zeggen. Dat het relevant is. In een origineel jasje werd gestoken. In een geheel eigen stijl is geschreven, dat het eerst kabbelt als een beekje en vervolgens gevaarlijk kolkt, heel eventjes maar. Dat het een verhaal is over afscheid, over leven en overleven. Ontdekt u het zo meteen zelf maar. De titel van het verhaal is ‘Stilte’, maar we vragen niks minder dan een oorverdovend applaus voor de winnaar van Write Now Antwerpen, Lisa Hilte.
© Copyright 2024 ExpyDoc