Screenplay - Biebtobieb

Leven: kind en iPad
Screenplay
Illustratie Diana Scherer
De iPad is leerzaam voor kinderen
en een goede babysitter ook nog.
Maar hoor ze eens krijsen als de
tablet wordt afgenomen. Journaliste
Nathalie Huigsloot houdt haar
dochtertje zo veel mogelijk bij het
scherm vandaan. Verstandig, of
vergissing?
NATHALIE HUIGSLOOT
Als ik mijn dochtertje met haar tong
uit de mond van houtjes een toren
zie bouwen, verwarmt dat mijn
moederhart. Als ze apathisch
ballonnen kapot zit te schieten op
de iPad, heb ik dat een stuk
minder. Alleen in het weekend wil ik
mijn oogappeltje in de vroege
ochtend nog weleens uit eigen
beweging de duivelse tablet
toeschuiven. 'Hier, ga maar lekker
een filmpje kijken', zeg ik dan,
voordat ik naast haar in de
hoogslaper weer in coma val. Soms
word ik wel even geplaagd door
wat schuldgevoel. Maar dan denk
ik aan schrijfster Heleen van Royen
die in een interview vertelde dat ze
haar kinderen 's ochtends met een
zak chips en een fles cola voor de
buis parkeert. En dan gaat het wel
weer. Verder ben ik geen groot fan
van het mobiele scherm. Ik ben
vooral bang voor de verslavende
werking. Daarom heb ik ook geen
iPhone. Ik ben nogal mateloos in
dingen en ben bang dat ik dan
nooit meer een vogel voorbij zie
vliegen.
Ik zie het overal gebeuren. Ouders
die elke lege minuut opvullen met
het kijken naar hun telefoon,
© de Volkskrant
pubers die vastgeklonken zitten
aan hun mobiel en hun interesse in
echte gesprekken totaal lijken te
zijn verloren. Ukkies die beginnen
te schoppen en krijsen zodra je de
iPad uit hun grijpgrage klauwtjes
trekt. 'Strontvervelend worden mijn
kinderen ervan. Ze mogen maar
een half uur per dag kijken, maar
alles draait om dat ding', hoor ik
een ouder klagen. En een ander:
'Het zijn erg handige oppassers, en
mijn 7-jarige zoontje spreekt
dankzij de iPad al een lekker
mondje Engels, maar ik maak me
ook zorgen. Jongetjes moeten
rennen en geschaafde knietjes
krijgen, geen nekhernia van Angry
Birds.'
Ik wil dat niet voor mijn kind, zou
het vervelend vinden als haar leven
een tweederangsbestaan wordt,
omdat ze liever in de virtuele
wereld vertoeft.
Volgens mijn zwager demoniseer ik
de iPad. Zijn zoontje is er dagelijks
uren zoet mee, maar heeft
daarnaast veel vriendjes, en in het
weekend geniet hij bij de
padvinders volop van de natuur. En
van de vogels. Dus wat maakt het
uit dat hij 's ochtends als hij wakker
wordt het liefst gelijk de iPad grijpt,
al was het maar om te checken bij
welke spelletjes hij 's nachts
automatisch extra punten
verdiende? Zijn moeder vindt al dat
ge-iPad wel eens te gortig worden.
'Ga anders even tv kijken', zegt ze
dan. Vaderlief ziet vooral
voordelen. Het versterkt de vaderzoonband door samen in hetzelfde
spelletje op te gaan, om even hard
mee te juichen als er nieuwe
pionnen worden gewonnen. Daarbij
speelt hij online tegen vriendjes,
ook al zijn ze niet samen; hoe
sociaal wil je je kind hebben?
'Kijk', zegt mijn zwager, 'als jouw
kind de hele dag zit te
ganzenborden, zeg je toch ook niet:
hou daar eens mee op? Hoezo zou
ik dat dan wel doen als hij op de
iPad spelletjes doet die vele malen
zaterdag 25 januari 2014
leerzamer en uitdagender zijn?'
Nee, hij ziet mijn donkere wolken
echt niet. Zelfs zijn poes wordt
vrolijk van de iPad. Die is
verslingerd geraakt aan het virtuele
kat-en-muisspel. Het beestje glijdt
behendiger met zijn voorpootje
over de tablet dan ik.
Toch klinken er ook zorgelijke
geluiden. Zijn zoontje beheerst
weliswaar dankzij allerlei digitale
rekenspelletjes al op uitzonderlijk
jonge leeftijd alle tafels, maar toch
stelt bijvoorbeeld de Duitse
hoogleraar, arts en psycholoog
Manfred Spitzer dat kinderen die
veel met de iPad in de weer zijn
daar vooral dommer van worden.
Digitale dementie, noemt hij dat.
Die ontstaat doordat kleuters niet
de benodigde driedimensionele
ervaringen opdoen, maar
tweedimensionale. Daardoor
verschrompelen de jonge
hersentjes, hebben iPad-kindjes
minder geduld en een veel lager
concentratieniveau. Daarbij raken
ze overprikkeld en geïsoleerd van
het dagelijks leven, waardoor de
sociaal-emotionele ontwikkeling
wordt verstoord.
Maar tegenover elke tegenstander
staat wel iemand die juist lovend is
over alle mogelijkheden die de iPad
biedt. Een kind is nu eenmaal een
spons. Dus als je haar in de waan
kunt laten dat ze speelt, terwijl je
haar ondertussen volstopt met
kennis, is dat toch win-win? Het
zou vooral een kwestie zijn van
selecteren. Want in de appstore is
onmiskenbaar een hoop rommel te
vinden, constateert Remco Pijpers,
directeur van Mijn Kind Online. Hij
gruwt vooral van programma's die
kinderen verleiden om dingen bij te
kopen om verder te kunnen spelen,
al zijn die sinds Apple onlangs 30
miljoen dollar moest betalen aan
ouders wier kinderen zonder hun
medeweten allerlei extra's kochten
(een meisje investeerde zelfs 26
duizend dollar in een virtueel
dierenhotelletje), wel enigszins aan
banden gelegd.
Pagina 7 (1)
'Maar er blijft een enorm aanbod,
ook van educatieve apps als Juf
Jannie, waarmee kinderen
spelenderwijs leren lezen. Dat
moois bevindt zich echter in een
mijnenveld met programma's die
niet goed in elkaar zitten.'
Mijn dochter heeft ook een juf
Jannie. Ze staat bij haar voor de
klas. En is ingehuurd om mijn
dochtertje dat soort dingen te leren.
Waarom zou ik dan de virtuele juf
Jannie nodig hebben? Wordt ze er
gelukkiger van? Is het succes van
mindfulness-, yoga- en
meditatiesessies niet juist te
verklaren doordat mensen anders
niet loskomen van de constante
roep om prestaties? Waarom zou je
die prestatiedrift er dan al zo vroeg
inwrijven?
'Ja precies!', zegt Justine Pardoen,
gespecialiseerd in media en
opvoeding, auteur van het boek
Focus! en hoofdredacteur van
Ouders Online. Er zou niet
gestreefd moeten worden naar
meer prestaties, maar juist naar
meer verveling. 'Dat is de basis
waar de wilsimpuls ontstaat, het
diepe contact met jezelf, wat wil ik?
Ik hoor zo ontzettend veel jongeren
vragen: Wat moet ik nou? Wat wil
ik nou? Of ze zeggen: 'Ik ga een
jaar naar Australië om mezelf te
vinden.' Wij wilden ook naar
Australië. Maar dan om mensen te
ontmoeten, om te neuken haha.'
Pardoen kan zich juist erg vinden in
wat Nicholas Carr - finalist voor de
Pulitzerprijs - schrijft in zijn boek
Het ondiepe: Hoe onze hersenen
omgaan met internet. Namelijk dat
als je een boek leest je een soort
diepzeeduiker wordt, terwijl je op
het net meer een jetskiër bent. 'Je
wilt toch dat je kinderen diepe
concentratie leren en geen
oppervlakkige jetskiërs worden?',
zegt Pardoen. 'Wetenschappers
vrezen dat als kinderen dat niet op
jonge leeftijd ervaren, ze het als
volwassenen vrijwel niet meer
kunnen leren. Je kunt er zelfs adhd
mee kweken.
'Kinderen gaan zich lekker voelen
bij veel prikkels en worden juist
ongedurig bij rust. En als je als
© de Volkskrant
ouder de iPad geregeld als
zoethoudertje inzet, moet je niet
raar opkijken als je kinderen dat
zoethoudende gevoel zelf ook gaan
voelen. En dat ze daar de hele tijd
naar terug willen. Ze zeggen dat
het geen kwaad kan. Net zoals het
geen kwaad kan om even op een
zuurstok te kauwen. Nee, je tanden
vallen daar inderdaad niet meteen
van uit je mond. Maar dat betekent
niet dat het goed is om suikerzucht
te kweken. Vooral kinderen die het
sociaal moeilijker hebben, zullen
snakken naar de verdoving van
mediaprikkels. Het is een soort
zelfmedicatie om je hersenen dat
lekkere gevoel te geven. Die
hyperfocus, die trance. Als ik dit
tegen kinderen zeg, weten ze
allemaal wat ik bedoel. Ze zitten
met open mond te luisteren.'
Helaas is nog niet wetenschappelijk
bewezen welk kamp nu gelijk heeft.
Peter Nikken, bijzonder hoogleraar
mediaopvoeding en specialist
jeugd, media en opvoeding bij het
Nederlands Jeugdinstituut, kiest
daarom voor een positie in het
veilige midden: als de tablets op
verstandige wijze worden gebruikt,
hebben ze positieve effecten. Maar
overdaad schaadt.
'Voor de fantasieontwikkeling en de
creativiteit is het belangrijk dat je af
en toe rust neemt om reflectie in te
kunnen bouwen. Uit onderzoek
blijkt dat zelfs als kinderen naar
een educatief televisieprogramma
keken, het ten koste ging van hun
creativiteit als ze daarna gelijk hun
mentale energie in een volgend
programma staken. Kinderen die
ertussen een rustmoment hadden,
kwamen op originelere oplossingen
en ideeën. Daarnaast is het
belangrijk dat er voldoende tijd
overblijft voor bewegen, en dat de
motorische ontwikkeling van het
kind verder gaat dan alleen maar
op dat platte vlak wat schuiven en
geluidjes produceren. Dat is ook
goed voor het
doorzettingsvermogen. Als een
toren halverwege instort of een
tekening mislukt, moet je weer
helemaal opnieuw beginnen. Dat is
toch een heel andere ervaring dan
een digitaal spel waarbij het is:
hupsakee, even op die knop
zaterdag 25 januari 2014
duwen, en het spel begint weer
opnieuw.'
Volgens Nikken kan een iPad een
kind dus geen kwaad doen, maar
moeten vooral eerst de ouders
worden opgevoed. Want net zoals
het niet zo veel zin heeft om met
een peuk tussen de lippen je kind
te waarschuwen tegen de
schadelijke gevolgen van tabak,
leer je ze ook geen maat houden in
de virtuele wereld als jij zelf
voortdurend je telefoon checkt. En
ouders moeten begrenzen. Net
zoals ze kinderen vroeger niet de
hele dag voor de tv moesten
zetten, moeten ze er nu voor
waken dat er ook in de digitale
wereld grenspaaltjes worden
geslagen.
Volgens biopsycholoog Martine
Delfos, die In 80 dagen de virtuele
wereld rond schreef, moeten we
vooral eens ophouden met de
discussie of de iPad nou goed is of
slecht. 'De iPad is niet of goed of
slecht. Het is én goed én slecht. De
virtuele wereld biedt geweldige
dingen, je moet je kind alleen wel
opvoeden. En zolang we in die
discussie blijven hangen, komen
we maar niet aan opvoeden toe.'
Dat opvoeden houdt meer in dan
alleen maar begrenzen, zoals zo
veel ouders lijken te denken, zegt
ze. 'We accepteren een kolossale
commerciële entiteit in ons leven,
daar moet je ze mee leren omgaan.
Gooi kinderen niet in het diepe.'
Bespreek dat als je de hele tijd
monsters de nek aan het
doorsnijden bent, je daar zelf ook
wel een tikkie agressief van kunt
worden. Maak ze bewust van
waarom het zo zo moeilijk is om er
weer mee te stoppen als je eraan
begonnen bent.
Want ja, schermen zuigen je op.
Delfos: 'Er gebeurt iets in je
centrale zenuwstelsel, er treedt
bewustzijnsvernauwing op. Die
richt zich op dat scherm en de rest
wordt op de achtergrond gezet, dat
komt als het ware in stand-by.
Kinderen van onder de 4 jaar zou ik
er ook zeker nog niet zomaar op
laten. Tot die leeftijd is leren via je
Pagina 7 (2)
zintuigen enorm belangrijk en dat is
in het virtuele milieu uiterst beperkt.
Er is ook nog te weinig bewijs dat
dat geen schadelijke effecten heeft.
Maar daarna zou ik de deur
absoluut open zetten naar de
virtuele wereld en je kind daarin
goed opvoeden. Ze bijvoorbeeld
laten zien dat je er antwoorden kunt
vinden op alle vragen die de 4jarige heeft, maar dat de
antwoorden niet altijd betrouwbaar
zijn. Zorgen dat ze geen porno zien
voordat ze weten wat seks is, geen
levensechte agressie voordat de
morele waarden ontwikkeld zijn.
Ouders hebben nu nog te veel de
neiging om te denken dat er maar
weinig te regisseren valt in de
virtuele wereld.'
Dat valt me ook op als je de
verhalen in de LINDA. leest van
ouders die vertellen over de iPadverslaving van hun 2-jarige
kinderen. 'Soms zie ik Tom in de
hoek van de bank zitten en denk ik:
o jee, ik heb hem weer achter dat
scherm gezet. Ik verstop de iPad
altijd maar zo hoog mogelijk, zodat
hij hem niet kan zien. Want krijgt hij
hem in het vizier, dan wordt het een
drama. Dikke tranen, gillen. Ik vind
het maar een toestand. Ik wil liever
dat hij muziek maakt op een echte
xylofoon in plaats van met de
xylofoon-app.'
Doe daar dan wat aan, denk je dan
al snel vanaf de wal. Maar is mijn
aversie tegen de iPad eigenlijk ook
niet een beetje ingegeven door mijn
angst dat ik als opvoeder de
controle kwijtraak zodra ik haar het
digitale monster in handen geef?
Natuurlijk zal mijn dochtertje ooit de
virtuele wereld betreden. Laat ik
haar dan in godsnaam bij de hand
nemen in dat mijnenveld. Maar hoe
moet ik haar wegwijs maken in een
wereld die ik zelf niet ken? Hoe
moet ik haar leren maat te houden,
als ik die strijd zelf niet eens aan
durf te gaan? Kortom, misschien
moet ik de deur toch maar eens
voorzichtig open gaan zetten. Om
te beginnen bij mezelf. Ik ga een
smartphone kopen.
Vanaf 4 jaar
© de Volkskrant
Kenny: Vogel Kenny wil graag naar
de koekoeksklok, maar kan nog
niet vliegen. Met vier educatieve
spelletjes kun je wolkjes verdienen
om hem naar de klok te brengen.
Zzz: Slaapkamer vol kabouters die
tot leven komt als je het scherm
aanraakt.
Lazoo Squiggles: Alle krabbels die
je tekent komen tot leven. Auto's
rijden, slakken dansen en raketten
schieten de lucht in.
6 tot 8 jaar
Tafelmonsters: In een
woestijnlandschap komen monsters
op je af die antwoorden willen op
hun vraag over een tafel.
Zoek het uit!: Met deze app van het
Klokhuis kun je wetenschappelijke
experimenten doen met gewone
spullen uit je eigen huis. Onderzoek
bijvoorbeeld wat er gebeurt als je
zout op een ijsblokje strooit.
Topo Test Nederland: Leer de
topografie van Nederland.
Boven de 10 jaar
Los in 't bos: Deze app kun je niet
lui vanaf de bank spelen. Je moet
de straat op of het bos in. Je zorgt
voor een aantal jonge dieren en
voert opdrachten uit van een
boswachter. Je moet lopen,
rennen, vuur blussen en intussen
uitkijken voor de stroper.
Hoe overleef ik....: Een meiden-app
vol survivaltips over lastige ouders,
vriendschap, ruzie en zoenen.
Mijn Skills: Een voetbaltruc
bestuderen in een
computeranimatie en dan de
beweging trainen door minstens
twintig minuten te oefenen.
APPS MET LIEFDE
Apps die volgens Mijn Kind Online
met liefde zijn gemaakt, waar
kinderen ook iets van opsteken, en
die verantwoord omgaan met inapp aankopen en reclame. Het
begint bij vier jaar.
zaterdag 25 januari 2014
Pagina 7 (3)