Werk en participatie

Versie 16 oktober 2014
Veel gestelde vragen over de decentralisaties:
Decentralisatie (Arbeids)Participatie
Vraag
Wat houdt de
Participatiewet in?
Antwoord
Wie kan werken, hoort niet afhankelijk te zijn van een uitkering. Mensen met een
bijstandsuitkering of met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking
kunnen vaak moeilijk werk krijgen. Daarom neemt het kabinet maatregelen om deze
mensen vooruit te helpen. De nieuwe regels hiervoor staan in de Participatiewet.
De Participatiewet voegt de huidige Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Sociale
Werkvoorziening (WSW) en een deel van de Wet Jonggehandicapten (Wajong) samen.
De wet is op 1 juli 2014 door de Eerste Kamer vastgesteld en treedt in werking op 1
januari 2015.
Er is straks dus één regeling voor iedereen die in staat is om te werken. Voor mensen
die niet kunnen werken, blijft er een sociaal vangnet in de vorm van een
(bijstands)uitkering. De Participatiewet moet wel voorkomen dat mensen in dit
vangnet blijven.
Voor welke
onderdelen wordt de
gemeente
verantwoordelijk?
De Participatiewet voegt de huidige Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Sociale
Werkvoorziening (WSW) en een deel van de Wet Jonggehandicapten (Wajong) samen.
Wat gaat er voor mij
veranderen als ik nu
een bijstandsuitkering ontvang?
De Wet werk en bijstand (WWB) gaat op 1 januari 2015 op in de Participatiewet. De
maatregelen moeten mensen aanzetten nog meer en eerder te participeren.
Belangrijke thema’s hierbij zijn onder meer de arbeidsverplichting, de
kostendelersnorm en de tegenprestatie. Hieronder leest u wat er verandert.
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Participatiewet komt bij de
gemeenten te liggen.
 Invoering kostendelersnorm
Als u met meer volwassenen op één adres woont en een WWB-uitkering ontvangt,
krijgt u vanaf 1 januari 2015 te maken met de kostendelersnorm. Hierbij gaat men
ervan uit dat u (vaste) kosten kunt delen met uw medebewoners. Dit kan betekenen
dat u een lagere uitkering krijgt. Studenten en 18- tot en met 20-jarigen tellen niet
mee als kostendeler.
Voor mensen die nu al een WWB-uitkering ontvangen, is er een overgangsperiode van
zes maanden. De kostendelersnorm gaat voor hen in per 1 juli 2015. Ook voor mensen
met een IOAW- en IOAZ-uitkering gaat de kostendelersnorm in per 1 juli 2015. Voor
alle andere gevallen is de ingangsdatum 1 januari 2015.
 Afschaffing alleenstaande-oudernorm
Vanaf 1 januari 2015 vervalt de uitkeringsnorm voor alleenstaande ouders. Hiervoor
in de plaats komt de norm voor alleenstaanden. Als u een alleenstaande ouder bent,
kunt u de norm voor een alleenstaande voor een groot deel aanvullen met regelingen
Versie 16 oktober 2014
voor kinderen (kindregelingen) van de Belastingdienst.
De term ‘alleenstaande ouder’ blijft in de wet bestaan voor bijvoorbeeld de
arbeidsverplichtingen, de inkomensvrijlating, de vermogensgrenzen en de bijzondere
bijstand.
Voor alleenstaande ouders die op 31 december 2014 bijstand ontvangen en volgens de
Belastingdienst een toeslagpartner hebben, geldt een overgangstermijn van 1 jaar.
 Tegenprestatie
Iedereen die een bijstandsuitkering ontvangt, moet nuttige maatschappelijke
activiteiten verrichten, Dit wordt een tegenprestatie genoemd. Dit betekent dat u iets
terug gaat doen voor de samenleving als u een bijstandsuitkering ontvangt. Dat kan
van alles zijn: koffie schenken in een verzorgingshuis, mensen helpen hun
administratie op orde te houden, bardiensten draaien in de kantine van een
sportvereniging of werkzaamheden doen in uw eigen buurt of straat.
Als u een alleenstaande ouder bent met een volledige zorg voor één of meer kinderen
tot vijf jaar kunt u ontheffing van de tegenprestatie krijgen. Ook is ontheffing mogelijk
als er dringende redenen voor zijn.
 Nieuwe arbeids- en re-integratieverplichtingen
Als u een uitkering ontvangt, moet u aan arbeidsverplichtingen voldoen. Hier komen
nieuwe verplichtingen bij. U moet bijvoorbeeld bereid zijn om drie uur per dag te
reizen of eventueel te verhuizen voor een baan. Ook mag u uw kansen op werk niet
belemmeren door hoe u zich kleedt, hoe u zich gedraagt of door een gebrek aan
persoonlijke verzorging. Als u de arbeids- en re-integratieverplichting niet of niet
voldoende nakomt, kan de gemeente uw uitkering verlagen met 100%, voor een
periode van één tot drie maanden.
Ik ben een
alleenstaande ouder
en ontvang nu een
uitkering op grond
van de Wet werk en
bijstand (WWB).
Wat gaat er voor mij
veranderen?
Op 1 januari 2015 gaat de Wet werk en bijstand (WWB) over in de Participatiewet. Dit
betekent dat u vanaf die datum uw uitkering krijgt op grond van deze wet.
Voor de bijstand bent u vanaf 1 januari 2015 een alleenstaande. U krijgt een lagere
bijstandsuitkering. De Rijksoverheid heeft ingeschat dat de bijstandsnorm ongeveer
€ 266,00 netto per maand lager wordt.
De Belastingdienst verstrekt met ingang van 1 januari 2015 een extra toeslag aan
alleenstaande ouders vanuit het kindgebonden budget. Deze extra toeslag zal lager
zijn dan de uitkering die u nu van de gemeente ontvangt. De Rijksoverheid heeft
ingeschat dat deze toeslag ongeveer € 233,00 netto per maand zal bedragen.
Het gevolg van deze maatregel van de Rijksoverheid is dat u vanaf 1 januari 2015
ongeveer € 33,00 netto minder inkomsten per maand gaat ontvangen. De precieze
bedragen die vanaf 1 januari 2015 gaan gelden, zijn nu nog niet bekend bij de
gemeente.
Uitzondering: Deze extra toeslag voor alleenstaande ouders krijgt u niet als u
volgens de Belastingdienst een toeslagpartner heeft. Wat een toeslagpartner is, kunt u
ook nagaan op www.toeslagen.nl met het hulpmiddel “Wie is mijn toeslagpartner?”.
Als u een toeslagpartner heeft volgens de belastingdienst, krijgt u van de gemeente
Versie 16 oktober 2014
tijdelijk (tot 1 januari 2016) een extra toeslag, waarmee uw inkomen op hetzelfde
niveau komt als nu. Na 1 januari 2016 vervalt deze extra toeslag.
In de tweede helft van 2014 ontvangt u een beschikking waarin de normwijziging voor
u specifiek wordt toegelicht. De mogelijkheid bestaat dat u wordt uitgenodigd voor een
persoonlijk gesprek.
Meer informatie over de nieuwe regels voor ouders vindt u op de website
www.rijksoverheid.nl/kindregelingen.
Ik ben een
alleenstaande ouder
en ontvang nu een
uitkering op grond
van de IOAW of
IOAZ. Wat gaat er
voor mij
veranderen?
Voor de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte
werkloze werknemer (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere of gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) bent u vanaf 1 januari 2015 een
alleenstaande. U krijgt daardoor een lagere uitkering. De Rijksoverheid heeft ingeschat
dat de IOAW en IOAZ hierdoor ongeveer € 266,00 netto per maand lager wordt.
De Belastingdienst verstrekt met ingang van 1 januari 2015 een extra toeslag aan
alleenstaande ouders vanuit het kindgebonden budget. Deze extra toeslag zal lager
zijn dan de toeslag die u nu van de gemeente ontvangt. De Rijksoverheid heeft
ingeschat dat deze toeslag ongeveer € 233,00 netto per maand zal bedragen.
Het gevolg van deze maatregel van de Rijksoverheid is dat u vanaf 1 januari 2015
ongeveer € 33,00 netto minder inkomsten per maand gaat ontvangen. De precieze
bedragen die vanaf 1 januari 2015 gaan gelden, zijn nu nog niet bekend bij de
gemeente.
Uitzondering: Deze extra toeslag voor alleenstaande ouders krijgt u niet als u
volgens de Belastingdienst een toeslagpartner heeft. Wat een toeslagpartner is, kunt u
ook nagaan op www.toeslagen.nl met het hulpmiddel “Wie is mijn toeslagpartner?”.
In de tweede helft van 2014 ontvangt u nog een beschikking waarin de
grondslagwijziging voor u specifiek wordt toegelicht. De mogelijkheid bestaat dat u
wordt uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek.
Meer informatie over de nieuwe regels voor ouders vindt u op de website
www.rijksoverheid.nl/kindregelingen.
Ik heb nu een Wswindicatie. Wat gaat
er voor mij
veranderen?
Heeft u een Wsw-indicatie en op 1 januari 2015 een Wsw-dienstverband, dan
verandert er niets. U behoudt dan uw rechten en plichten in het kader van de Wsw.
Vanaf 1 januari 2015 is er geen instroom meer mogelijk in de Wsw. Alle mensen met
een Wsw-indicatie, die nog op de wachtlijst voor de Wsw staan, vallen vanaf dan onder
de Participatiewet. Zij krijgen dan een alternatief aanbod van de gemeente dat is
gericht op re-integratie.
Ik ontvang nu een
Wajong-uitkering.
Wat wijzigt er in
2015 voor mij?
Als u op 1 januari 2015 een Wajong uitkering heeft, behoudt u uw recht op Wajong en
blijft u bij het UWV. Wel beoordeelt het UWV opnieuw of u mogelijkheden heeft om te
werken. U hoeft daarom geen hulp bij werk of een bijstandsuitkering aan te vragen bij
de gemeente.
Vindt het UWV dat u (gedeeltelijk) kunt werken? Dan krijgt u vanaf 2018 een lagere
uitkering van 70% van het minimumloon (dit is nu 75%). Blijkt (ook na de
beoordeling) dat u nooit meer kunt werken? Dan blijft uw uitkering 75% van het
Versie 16 oktober 2014
minimumloon.
Mensen die vanaf 2015 (na 1 september 2014 i.v.m. de wachttijd van 16 weken)
Wajong aanvragen, ontvangen alleen nog Wajong als zij nooit meer kunnen werken.
Wie geen recht heeft op Wajong, kan bij de gemeente vragen om hulp bij het vinden
en behouden van werk en/of om een bijstandsuitkering aan te vragen.
Ik word in 2014 18
jaar en ben van plan
een beroep te doen
op de Wajong. Waar
moet ik dan
opletten?
Om nog aanspraak te maken op de huidige Wajong (Werkregeling) moet jouw
aanvraag uiterlijk 10 september 2014 door UWV ontvangen zijn. Om zeker te zijn dat
je aanvraag echt op deze datum binnen is, raden we je aan om deze op tijd te
versturen. Dit geldt als je u nog naar school gaat. Om in aanmerking te komen voor
Wajong maakt het niet uit of je op school zit of niet. Het kan namelijk zo zijn dat je
hulp nodig hebt als je gaat werken zodra je van school komt. Die hulp kan bestaan uit
ondersteuning en/of een aanvullende uitkering.
Aanvragen voor de Wajong die na 10 september 2014 binnenkomen, worden door
UWV in behandeling genomen en op de gebruikelijke wijze beoordeeld. Het verschil is
dat je dan alleen een Wajong-uitkering krijgt als je volgens UWV volledig en duurzaam
arbeidsgeschikt bent.
Heb je wel mogelijkheden om te werken? Dan kom je niet meer in aanmerking voor de
Wajong. Je zult voor ondersteuning en/of inkomen vanaf 1 januari 2015 een beroep
moeten doen op de Participatiewet – voorheen Wet werk en bijstand (WWB). Deze
wordt uitgevoerd door de gemeente.
Zijn er wel
voldoende banen
beschikbaar?
In Gelderland zijn op dit moment meer werkzoekenden dan vacatures. Ondanks dat
proberen we zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen. Daarnaast hebben
werkgevers en werknemers (in het Sociaal Akkoord) toegezegd dat ze 100.000 banen
realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit zijn de zogenaamde
garantiebanen.
Moet ik
vrijwilligerswerk
gaan doen als ik een
uitkering krijg?
Het doel is dat zoveel mogelijk mensen een werkplek vinden binnen het reguliere
bedrijfsleven. Als dat (nog) niet kan, verwachten we van mensen dat ze een
maatschappelijke tegenprestatie leveren, bijvoorbeeld door middel van
vrijwilligerswerk.
Waar kan ik mijn
vraag stellen?
Heeft u op dit moment vragen? Ons advies is uw vraag te stellen aan uw huidige
consulent. Deze is namelijk dicht bij u in de buurt en kent uw situatie. U kunt uw
vraag ook stellen aan de medewerkers van ons Sociaal Loket via
[email protected] of (026) 33 97 270. Zij doen hun best om uw vraag zo goed
mogelijk te beantwoorden. Zij kunnen echter nog niet alle vragen beantwoorden,
omdat het beleid nog volop in ontwikkeling is.