de onverwachte oliecrisis in het kantoor van de premier

Een hoofdstuk uit Last Light door Alex Scarrow, met
toestemming van de auteur vertaald, ingekort en
van commentaar voorzien door Jan van Arkel, dit
naar aanleiding van het verschijnen van het boek
Uit de olie, door Jeremy Leggett, dat o.a. een oliecrisis
op korte termijn voorspelt, niet zoals hier door
terrorisme, maar door een piek in de oliewinning.*
ALS DE
LICHTEN
BIJNA
UITGAAN
1
de onver wachte oliecrisis
in het kantoor van de premier
Wat vooraf ging:
De Engelse regering wordt geconfronteerd
met een plotselinge totale oliecrisis:
er zijn enorme aanslagen in Saoedi Arabië,
de Straat van Ormoes is versperd.
De premier vergadert met zijn staf.
*)
Dit is fictie afkomstig uit
het alweer zes jaar geleden
verschenen boek Last Light
(we are less than a week away
from the end) van Alex Scarrow.
Het is onthullend en heeft een
mooi ‘Yes Minister’- gehalte.
Jeremy Leggett, Uit de olie
isbn 978 90 6224 530 7
336 p, 19,95 euro
Uitgeverij Jan van Arkel
2
1. De premier (Charles)
‘Deze cijfers kunnen niet kloppen, toch?’ zei hij, terwijl hij rondkeek naar de
aanwezigen om de tafel. ‘Toch?’ vroeg hij nog eens.
‘Het spijt me, maar dit zijn de cijfers, het is onze beste inschatting.’
De premier keek op zijn kladblok. Hij had snel wat notities gemaakt, maar de laatste
vier woorden die hij opschreef vond hij zeer verontrustend.
Reserves voor twee weken.
‘Twéé weken? Onze strategische reserves zijn goed voor niet meer dan twee weken?’
‘Onze strategische reservetanks zijn goed voor niet meer dan de doorsnee consumptie
van een week,’ antwoordde Malcolm Jones, de vaste adviseur van de premier en zijn
vertrouweling. ‘Maar, met wat er over het hele land in de distributieketen zit, in
de terminals, depots en tankstations, is er misschien voor nóg een doorsnee week
aan voorraad. Als we overal de verkoop van benzine direct verbieden, hebben we
nu misschien een reserve voor zes tot negen maanden voor het leger en essentiële
overheidsinstallaties.’
Dus: Een lamgelegde oliewinning heeft direct onverwachte gevolgen.
3
2. Strategische reserves
De premier keek hem een poosje zwijgend aan voor hij reageerde.
‘Jij zegt, dat om het leger en de regering van olie te voorzien om de komende maanden
te kunnen functioneren, we álle benzinestations in het hele land moeten leegpompen?’
Malcolm knikte. ‘Behalve als, natuurlijk, de olietankers uit de Perzische Golf weer
gaan varen.’
‘En die week aan olie van onze strategische reserves?’
‘Als we die uitsluitend reserveren voor het leger en de regering,’ zei de ambtenaar,
‘kunnen we er misschien drie of vier maanden mee toe.’
Dat schreef de premier op en toen keek hij weer op naar zijn staf die hier bijeen
was. Zijn particulier secretaris was er, het hoofd communicatie, Malcolm, zijn
voornaamste adviseur en de assistente van Malcolm. Hij werkte dagelijks met deze
mensen. Zij waren het team dat hij vertrouwde. Geen van hen was partijlid, politicus,
of zat stiekem achter zijn baan aan. Hij was er lang geleden achter gekomen dat de
beste en effectiefste besluiten hier vielen, in dit kantoor, met deze mensen, en niet
rond de lange mahoniehouten tafel waaraan hij vergaderde met zijn kabinet. Op de
vergaderingen van het kabinet werden de besluiten bekend gemaakt, niet genomen.
‘Dus,’ begon hij kalm, ‘hoe hebben we ons in hemelsnaam zo kwetsbaar gemaakt?’
Dus: Wij zijn geheel afhankelijk van just-in-time leveringen.
4
3. We staan er alleen voor
Hij stelde die vraag aan Malcolm. ‘Hoe kon dit gebeuren?’
Malcolm verschoof wat onrustig op zijn stoel, maar behield die waardige rust die
hem altijd aankleefde. ‘Het is ons niet gelukt om genoeg extra olie te kopen om onze
reserves op peil te houden, laat staan ze uit te breiden. Dat is de laatste jaren steeds
al niet gelukt,’ antwoordde hij. ‘Het is een geval van langzaam afkalven, Charles. We
hebben het niet ‘laten gebeuren’. We konden niet anders.’
De premier knikte.
‘En we zitten niet alleen in dit schuitje,’ voegde Malcolm er aan toe. ‘De groeiende
vraag vanuit China en India en het voortdurende gedoe in het Midden-Oosten heeft
ervoor gezorgd dat iederéén moeite had een reserve op te bouwen.’
‘En de Amerikanen? Kunnen die ons niet helpen?’
Malcolm haalde zijn schouders op. ‘Die hebben flinke reserves, maar of ze die met ons
willen delen, weet ik nog zo net niet.’
De premier keek naar zijn particulier secretaris. ‘Nou, laten we het hen dan vragen.
Het is wel het minste wat ze voor ons kunnen doen na alle steun die we hen de
afgelopen tijd gegeven hebben.’
Zijn secretaris maakte hiervan een notitie.
‘Dus, wat doen we nu?’
Malcolm knikte naar zijn assistente, Jane. Zij bekeek wat papieren die ze had
meegebracht. ‘Er komt nog iets aan olie van andere, kleinere olieproducenten zoals
Nigeria, Qatar, Mexico, Noorwegen…’
‘Hoe zit het met Venezuela?’ vroeg de premier. ‘Ze hebben natuurlijk de beste banden
met China, maar in een tijdelijke crisis zal er toch wel wat te onderhandelen zijn? Ik
bedoel, ze zullen veel te veel vragen, maar…’
Dus: Bij een oliecrisis is het elk land voor zich.
5
4. De crisis is alom
‘Meneer de premier, dit kwam een uur geleden binnen,’ zei Jane. Ze las voor uit een
ambtsbericht. ‘Explosie op de Paraguaná raffinaderij, Venezuela. Het brandt nog
steeds, schade nog niet te geven, slachtoffers onbekend.’
‘Venezuela heeft zat ruwe aardolie’ interrumpeerde Malcolm, ‘zat. En ja… en die
zouden ze misschien best even aan ons willen verkopen, maar het is zware olie. Om
het bruikbaar te maken, heb je een speciale raffinaderij nodig, en dat was Paraguaná
nou juist.’
‘Hoe lang blijft die Paraguaná raffinaderij dan buiten gebruik?’
Malcolm haalde weer zijn schouders op. ‘Wie het weet mag het zeggen. We weten
nog niet genoeg.’
‘En die Tengiz olievelden bij de Kaspische Zee dan? Uit die buurt komt toch ook veel
olie?’
Jane knikte. ‘Dat klopt meneer de premier. We kunnen er op hopen dat we daar
wat van krijgen, maar dat hoopt ieder land in Europa. Met de uitschakeling van het
Golfgebied is 60 tot 70 procent van de aanvoer weg. We willen nu allemaal die laatste
30 procent. En wat betreft Tengiz olie zitten wij helemaal achteraan de pijplijn.’
‘Je kunt er donder op zeggen dat al onze Europese broeders daar hun deel van willen,’
zei Malcolm.
De premier keek zijn vergadering aan. ‘Wat dan? Wat zitten jullie me te vertellen?
Zijn we het haasje? Hebben we alleen de olie die in onze reservetanks zit, en die in de
depots en benzinestations in ons eigen land, en meer niet?’
Dus: De ene olie is de andere niet. Je hebt wat je hebt, meer niet.
6
5. Alternatieven?
‘Er komt nog wàt olie uit de Noordzee,’ zei Jane.
‘Maar niet genoeg om ons mee te kunnen redden…?’
‘Bij lange na niet.’
De premier keek weer naar zijn notitieblok. Daar stond niets wat hem kon helpen. Er
stond alleen: Reserves voor twee weken.
‘OK. We hebben dus een olieprobleem. Dat betekent dat de komende weken niemand
mag autorijden. Hoe zit het met de elektriciteit? Die is er toch wel, hè?’
‘Het goede nieuws Charles, is dat we gelukkig niet veel elektriciteit opwekken met
olie. Het is meest gas en kolen, zoals je weet. Het slechte nieuws is, dat we de meeste
kolen en gas invoeren,’ zei Malcolm.
Jane keek in haar papieren. ‘36 procent komt van gas, 38 procent van steenkool.’
Charles keek van de een naar de ander. Hij zag het al aankomen. ‘En onze
gasleveranciers, Rusland zeker…?’
‘En Australië, Colombia, Zuid Afrika en Indonesië voor de steenkool,’ vulde Jane aan.
Malcolm keek de premier aan. ‘Stel dat zij hun eigen kolen willen gebruiken om hun
energiecrisis aan te pakken?’
‘Shit. En kernenergie dan?’
‘Die levert nog maar amper 5 procent van onze behoefte. Je weet dat de oude centrales
zijn stilgelegd.’
Malcolm beduide Jane zich stil te houden. ‘Charles, dit treft ons echt pardoes.’
‘Betekent dat, dat als onze gas- en steenkoolleveranciers besluiten moeilijk te doen,
we het moeten doen met 5 procent van onze normale capaciteit?’
‘Acht procent, als we de biobrandstoffen meetellen,’ zei Jane.
‘Jesus Christus.’ Charles maakte zijn stropdas los. Hij kreeg het benauwd in deze
vergaderzaal.
Dus: Verschillende energiedragers laten zich moeilijk inwisselen.
7
6. Op rantsoen
‘We moeten iets verzinnen om elektriciteit direct op rantsoen te zetten. Dat we het om
de dag mogen gebruiken of zo, of per regio.’
‘Charles?’ zei Malcolm. ‘We moeten ons ook afvragen hoe we onze burgers terug laten
komen, en onze militairen. We kunnen toeristen niet laten stranden omdat er geen
vliegtuigen meer gaan.’
‘Mijn god, dit gebeurt allemaal veel te snel,’ mopperde de premier. ‘Je staat op zonder
noemenswaardige zorgen, en ineens zit je middenin een onvoorstelbare crisis, een
soort einde der dagen.’
Malcolm legde zijn hand op de schouder van de premier. ‘We komen er doorheen.’
Hij draaide zich toen naar Jane en knikte. De jonge vrouw trok een dunne map
tevoorschijn. ‘Meneer de premier, we hebben – als ik het zeggen mag – een paar
protocollen voor noodgevallen opgesteld in het Cassandra Rapport, juist voor zo’n soort
toestand.’ Ze bladerde door pagina’s vol teksten en grafieken.
Charles knikte. Hij herinnerde zich vaag dat de vorige regering een comité van
experts ergens discreet aan het werk had gezet om zich druk te maken over allerhande
olie- en energiesceneraio’s en noodtoestanden, en daar een rapport van had laten
maken.
‘Dit rapport is jaren geleden opgesteld, naar aanleiding van de stakingen van
vrachtwagenchauffeurs die in een paar dagen het land bijna tot stilstand brachten.’
‘Dat weet ik. Ga verder.’
‘Er waren een paar aanbevelingen om het hoofd te bieden aan een middellang
oliestilstandscenario.’
‘Middellang?’
Dus: In tijden van crisis duurt middellang maar heel kort
8
7. Het Cassandra Rapport
‘Middellang is hier van twee tot acht weken.’ Jane schraapte haar keel. ‘Ik zal me
beperken tot de aanbevelingen.’
‘Punt van actie nummer 1: de verkoop van alle olieproducten wordt onmiddellijk
stilgelegd. Benzine en diesel worden gerantsoeneerd voor mensen die wij absoluut
niet kunnen missen, zoals artsen en technici. Punt 2: voedsel gaat op de bon. Winkels
en groothandels van voedsel moeten gedwongen worden hun verkopen aan klanten te
beperken tot wat je nodig hebt om te overleven, totdat er een werkend bonnensysteem
draait…’
‘Jesus. Voedsel rantsoeneren? Nu, op dit moment?’
Jane keek op van haar papieren: ‘Ja meneer, hoe eerder hoe beter.’
‘Ik kan me indenken om mensen te vertellen dat ze geen benzine mogen tanken,
maar…’
‘Charles, denk even na,’ onderbrak Malcolm hem. ‘Verreweg het meeste voedsel in
ons land komt van elders. Het is een feit dat we zelf maar weinig produceren van wat
we eten en dat zijn bijna altijd bijzondere dingen. … spul als biologische perensap en
jam en zo. Alle basisvoeding van tarwe, rijst en groenten komt uit het buitenland, ook
al het veevoer komt uit het buitenland, zoals die soja. We verbouwen zelf hoogstens
nog aardappels. Voedsel is tegenwoordig olie, of het nu voor het verbouwen, vervoeren
of verwerken is, en die olie is er even niet meer.’
Dus: Wie olie zegt, zegt voedsel en al het andere dat belangrijk is.
9
8. Bittere tijden
De premier begroef zijn gezicht in zijn handen.
‘Dus nu moeten we ons ook nog zorgen maken over een strategische voedselvoorraad?’
‘Die we niet hebben, meneer de premier. We hebben alleen het voedsel dat in de
binnenlandse distributieketen zit.’
‘Je bedoelt, dat wat er op het schap in de supermarkt ligt?’
Jane zei verontschuldigend: ‘Zo zou je het kunnen zeggen, ja.’
Malcolm gebaarde naar het rapport. ‘Ga verder, Jane.’
‘Punt 3: onmiddellijke invoering van een staat van beleg en een avondklok, die in elke
belangrijke stad gehandhaafd wordt door gewapende eenheden van de politie en het
leger. Punt 4: het stilleggen van al het openbaar vervoer…’
Charles stak zijn hand op om haar te onderbreken. ‘Dit is echt te gek. Als ik morgen
bij het ontbijt een televisietoespraak houd met die boodschap, is er opstand voor het
lunch is!’
Hij stond op om het raam een beetje open te zetten. Er kwam een zacht briesje naar
binnen.
‘Dit is dag één van de crisis … dag één! Ik kan niet direct met zulke maatregelen
aankomen. Het kan averechts werken. Misschien waait die Golftoestand in een
paar weken over. OK, we moeten de broekriem aanhalen, natuurlijk, maar deze
actiepunten zullen overkomen als een paniekreactie.’
Dus: Een regering kan bij een oliecrisis nog slechts dictatoriaal handelen.
10
9. Een fragiele wereld
Malcolm stond op en liep naar de premier bij het raam.
‘En als het nou eens niet overwaait? Als de zaak escaleert? Als China en Rusland gaan
vechten om de Kaspische olie?’
Malcolm gebaarde naar het rapport. ‘Charles, je moet dat rapport lezen. Ik heb dat
vanmiddag gedaan. Wat zij er in beschrijven, lijkt precies op wat we nu meemaken.’
Hij probeerde zich de precieze formulering te herinneren.
‘Er staat: “De wereld is een oude man met een zwak hart, en olie is zijn bloedtoevoer.”
Er is maar een enkele geblokkeerde ader nodig om hem een hartaanval te bezorgen,
en als die lang genoeg aanhoudt, beginnen de organen af te sterven, Charles, één voor
één.’
Malcolm keek de premier recht in de ogen. ‘Zelfs als de ader niet meer geblokkeerd is
en het bloed weer begint te stromen – als die organen eenmaal beginnen uit te vallen,
komt het niet meer goed.’
Hij keek naar buiten. ‘Het is een heel kwetsbare wereld, Charles, hij is heel fragiel,
gebouwd op zeer kwetsbare onderlinge afhankelijkheden. En iets als dit… wat er nu
gebeurt, dat zou echt de hele zaak kunnen doen instorten.’
Dus: Onze olieverslaving is totaal.
11