Zet architect op nieuwe boerderij

31 oktober 2014, pag. 12
Zet architect op nieuwe boerderij
Architecten staan buitenspel in de huidige investeringsgolf op het Friese platteland. Jammer, klonk het gisteren op een symposium over agrarische nieuwbouw
in Warten.
De familie Sipma in Engwierum schakelde architect Karin Couwenbergher in na een brand die de boerderij in de as legde. De akkerbouwer gruwt van
hoge aardappelloodsen met een vrijwel plat dak. Er kwamen hellende daken, de gevels werden omkleed met hout. FOTO MARCEL VAN KAMMEN
IRENE OVERDUIN
‘N
ije pleatsen op ’e klaai,
it fean en it sân sjogge
der oeral itselde út.
Der is noch mar ien type’, zei een inspreker op boerderij De
Wartenster. ,,De pleats wurdt in ienheidsprodukt.’’
In de aanloop naar een melkquotavrij Europa hebben honderden
melkveehouders in Friesland hun
boerderijen verbouwd of platgeslagen om ruimte te maken voor
nieuwbouw: grotere stallen, grotere
melkcarrousels, grotere silo’s, grotere mestopslag. De afgelopen vijf jaar
kregen 546 Friese boerenbedrijven
een nieuwbouwvergunning (bron:
CBS). Augustus dit jaar stond de teller alweer op 95.
Honderd van die nieuwbouwers
schakelden Nije Pleats in, een projectteam dat de schaalsprong een
snelle en goede landing moet geven
in het Friese landschap. Die mijlpaal
was aanleiding voor het symposium.
Slechts één van die honderd betrok een architect bij het nieuwbouwontwerp, wist forumlid Greet
Bierema te melden, de familie Sipma
in Engwierum. Bierema is als landschapsarchitect verbonden aan het
team van Nije Pleats. Dit bestaat verder uit een medewerker van welstandsorganisatie Hûs en Hiem, een
gemeenteambtenaar, een stallenbouwer en de betrokken melkveehouder. Ze bekommeren zich bovenal om de situering van de grote volumes op het erf, of, als dat te krap is,
erbuiten.
Waarom architecten, met hun
aandacht voor vormgeving, detaillering en materiaalkeuze, buitenspel
staan? ,,Er moet wel wat te doen wezen’’, zei Bierema.
Eerder op de ochtend had ze uiteengezet dat de organisatie van het
boerenbedrijf als vanzelf antwoor-
‘Met een architect
kunnen we het
streekeigene
uitbouwen’
den oplevert voor ontwerpvraagstukken.
Functionaliteit is al eeuwen vertrekpunt in de agrarische wereld.
Aan de meeste stelpen en kop-halsrompen kwam al geen architect te
pas. Dorpstimmermannen redden
zich ermee. Rijke boeren wilden nog
wel eens een architect engageren
voor het voorhuis of de tuin.
Als het project Nije Pleats aan
waarde wil winnen, en die wens
leeft, is de inzet van een bouwmeester volgens architect en forumlid
Kees de Haan een logische stap. ,,De
kracht van de oude types zat in de samenhang. Alles zat onder dat grote
dak. De huidige boerderijen bestaan
uit veel losse onderdelen. Dat levert
nieuwe vraagstukken op.’’ Hij
smaakte zelf het genoeg een moderne boerderij te mogen ontwerpen.
,,Het was een genot.’’
Voorzitter Albert van der Ploeg
van Nije Pleats zei er wel voor te voelen. ,,We stonden een beetje stil. Dit
idee kan voor een nieuwe impuls
zorgen. Zo kunnen we het streekeigene uitbouwen. We hebben zendingswerk te verrichten.’’ Vooral
buiten zijn eigen gemeente Dongeradeel. Daar zit namelijk liefst een
kwart van de honderd Friese agrariers die de hulp van Nije Pleats inriepen.