> ^ provincie groningen Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten 050 316 49 I I 050 316 49 33 Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Antwoord op Bijlage Onderwerp t 1 NOV. 20U 2014-45.550/46/A.6, FC 544829 Oosterling J.A. (050)316 4241 [email protected] Toezegging PS betreffende doorloop van middelen en afwijking van baten en lasten (jaarrekening 2013) Geachte dames en heren, UJ O 1. Samenvatting Bij de bespreking van de Jaarrekening 2013 op de Dag van de verantwoording op 21 mei 2014 hebben uw Staten onder meer opmerkingen gemaakt over het achterblijven van de uitvoering van het voorgenomen nieuw beleid ten opzichte van de oorspronkelijke planning. Hierdoor kan er sprake zijn van grote afwijkingen tussen de gerealiseerde en de geraamde lasten en baten. Gelet op het feit dat de activiteiten in de jaren daarna uitgevoerd zullen gaan worden betekent dit dat het nodig is om middelen door te schuiven naar volgende jaren. In deze brief gaan wij nader in op de mogelijk achterliggende oorzaken en maatregelen die kunnen worden genomen om te komen tot een snellere uitvoering van het voorgenomen beleid en/of realistischer ramingen van lasten en baten in de loop van het begrotingsjaar. 2. Doel en wettelijke grondslag Tijdens de Dag van de verantwoording op 21 mei 2014 (behandeling Jaarrekening 2013 in PS) hebben wij aan uw Staten toegezegd bij de Begroting 2015 terug te komen op de doorloop van middelen en de grote afwijking van baten en lasten. Bij de bespreking van de Begroting 2015 in de Statencommissie Bestuur, Financiën en Economie (BFE) hebben wij u toegezegd deze toezegging mee te nemen in de Integrale Bijstelling 2014. Omdat er onvoldoende tijd was om deze toezegging uit te werken voordat de Integrale Bijstelling 2014 werd opgesteld leggen wij een en ander nu in een afzonderlijke brief aan uw Staten voor. 3. Procesbeschrijving en planning De nu voorliggende brief is een vervolg op de discussie over bovengenoemd onderwerp in uw Staten bij de bespreking van de Jaarrekening 2013. Wij stellen voor het onderwerp te betrekken bij de bespreking van de Integrale Bijstelling 2014 in de Statencommissies en in uw Staten. O 06-HB-SG-001 4. Begroting Dit onderwerp heeft betrekking op alle programma's en thema's van de Begroting. De provincie Groningen werkt volgens normen die zijn vastgelegd in een handvest voor dienstverlening. Pit handvest vindt u op onze website of kunt u opvragen bij de afdeling Communicatie en Kabinet, Publieksvoorlichting: 050 3164160 5. Inspraak/participatie Er is geen sprake van een een formele inspraakprocedure en/of interactieve (externe) beleidsvorming. 6. Nadere toelichting Huidige situatie/proces In het kader van de reguliere Planning & Controlcyclus informeren wij u regelmatig over de uitvoering van het beleid en de daarvoor benodigde inzet van middelen. In principe vindt de afweging van voorstellen nieuw beleid en/of bezuinigingen plaats in de Voorjaarsnota en in mindere mate in de Begroting. In de Voorjaarsnota, de Integrale Bijstelling en de bijbehorende digitale Monitor Groningen rapporteren wij over de uitvoering van het beleid en de inzet van middelen gedurende het begrotingsjaar. Als blijkt dat het tempo van de uitvoering afwijkt van de planning zullen de ramingen van lasten en baten daarop zoveel mogelijk in de loop van het jaar al worden aangepast. Na afloop van het jaar leggen wij in de Jaarrekening verantwoording af over het gevoerde beleid en de daarvoor ingezette middelen. Overboeking kredieten De verwachte ontwikkelingen in de uitvoering van het beleid vertalen zich niet in alle gevallen in een aanpassing van de lopende begroting. Zo kondigen wij - op basis van onze verwachtingen met betrekking tot de uitvoering van het beleid - in de Integrale Bijstelling alvast aan welke middelen in het kader van de Jaarrekening waarschijnlijk naar het volgende jaar zullen moeten worden overgeboekt. In de Integrale Bijstelling 2014 kunt u in bijlage 1.7 zien dat wij verwachten dat in de Jaarrekening 2014 teminste € 9,66 miljoen zal moeten worden doorgeschoven naar het volgende jaar. Het gaat daarbij om middelen voor de uitvoering van zowel het bestaande als het nieuwe beleid. Op basis van de realisatiecijfers worden de kredieten, die niet gekoppeld zijn aan specifieke bestemmingsreserves en waarbij sprake is van vertraging in de uitvoering, pas in het kader van de Jaarrekening daadwerkelijk naar het volgende jaar overgeboekt. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat het hierbij gaat om zowel de aangekondigde overboekingen in het kader van de Integrale Bijstelling als om de overboekingen die voor het eerst zichtbaar worden bij de Jaarrekening. Bij de overboeking van kredieten van 2013 naar 2014 betrof het met name de nog niet bestede middelen die wij in de loop 2013 als een decentralisatie-uitkering via het Provinciefonds hebben ontvangen, de nog niet bestede capaciteiteitskredieten, de nog niet tot besteding gekomen middelen voor het convenant bedrijventerreinen, de subsidieregeling 'Asbest eraf, zonnepanelen erop', uitvoering gebiedenbeleid en de middelen die zijn gereserveerd voor een nieuwe CAO vanaf 2012. In de Jaarrekening 2013 en bij de bespreking daarvan hebben wij de achtergronden van deze overboekingen nader toegelicht. Kredieten gekoppeld aan bestemminasreserves Van kredieten, die zijn gekoppeld aan specifieke bestemmingsreserves, vloeien de in het begrotingsjaar niet tot besteding gekomen middelen aan het eind van het jaar terug in de betreffende bestemmingsreserves. In de Jaarrekening 2013 zijn er relatief veel middelen voor nieuw beleid, dat wordt bekostigd uit bestemmingsreserves, doorgeschoven naar volgende jaren. In 2013 betrof het onder meer het investeringsprogramma Lauwersmeer/ Lauwersoog ten laste van de reserve ESFI, de extra investeringsmiddelen PLG ten laste van de reserve PLG en de nog niet bestede middelen voor uitvoering van het Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid ten laste van de gelijknamige bestemmingsreserve. De doorloop van deze programma's en projecten strekt zich in de meeste gevallen uit tot en met 2020. Omdat met deze programma's en projecten tot en met 2020 veel middelen zijn gemoeid, kunnen eventuele afwijkingen in de uitvoering en de daarmee gemoeide financiële inzet al gauw leiden tot het doorschuiven van grote bedragen naar volgende jaren. Mogelijk te treffen maatregelen Uitgangspunten Het moment van levering of uitvoering, en niet het moment waarop een verplichting wordt aangegaan, is volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bepalend voor het jaar waarin een uitgaaf in de provinciale begroting en rekening moet worden verantwoord (baten-lastenstelsel). Ramingen in Collegeprogramma en Statenvoordrachten Bij de start van een collegeperiode worden de middelen voor nieuw beleid tot nu toe veelal ponds-pondsgewijs over de jaarschijven verdeeld, terwijl in de praktijk blijkt dat het in het collegeprogramma voorgestelde nieuw beleid eerst moet worden uitgewerkt tot een concreet uitvoeringsprogramma, project of activiteit en er daarover met andere betrokken partijen moet worden overlegd voordat met de daadwerkelijke uitvoering kan worden begonnen. Dat betekent dat in de eerste fase(n) waarschijnlijk minder en in de vervolgfase(n) juist meer middelen benodigd zullen zijn. Bij het opstellen van ramingen in het collegeprogramma 2015-2019 zal hiermee uitdrukkelijker rekening moeten worden gehouden. Het bovenstaande geldt natuurlijk ook voor voorstellen die door middel van afzonderlijke voordrachten aan uw Staten worden voorgelegd. Realistische meeriarenramingen en vastleggen verplichtingen Bij het opstellen van plannen voor de verschillende activiteiten en projecten zullen, nog meer dan nu al het geval is, vooraf realistische meerjarenramingen moeten worden opgesteld en tussentijds indien nodig tijdig moeten worden bijgesteld. Daarbij moeten reserveringen en verplichtingen in de administratie zodanig over de jaren worden gefaseerd en vastgelegd dat deze beter sporen met de verwachte momenten van uitvoering van de activiteiten en projecten. Overige administratieve maatregelen Wij verwachten dat een breder gebruik van onze projectadministratie, de inzet van de digitale monitor Groningen, duidelijke interne afspraken over het vastleggen van reserveringen en verplichtingen in de financiële administratie en het scherper toetsen op een juiste toepassing van de voorschriften van het BBV een bijdrage kunnen leveren aan een betere en tijdiger sturing op geld in relatie tot voortgang van beleid/projecten. Het is daarnaast van belang dat projecten tijdig met alle betrokken partijen worden afgerekend en het resultaat daarvan in onze administratie wordt verwerkt. Al deze maatregelen kunnen ertoe bijdragen dat de verschillen tussen de ramingen in de Integrale Bijstelling en de realisatie in de Jaarrekening kleiner worden en er bij Jaarrekening daarom minder grote bedragen hoeven te worden doorgeschoven naar het volgende jaar. Inhoudelijke maatregelen en overleg Willen wij bij de uitvoering van activiteiten en projecten zoveel mogelijk vertragingen voorkomen dan moet er een duidelijke focus worden gelegd, prioriteiten worden gesteld, keuzes worden gemaakt en op de inzet van mensen en financiële middelen worden gestuurd. Overleg en afstemming met de betrokken partijen en subsidieontvangers zai waar nodig verder moeten worden verbeterd, zowel wat betreft de voorbereiding, de uitvoering, de doorloop en afronding van de activiteiten en projecten, als de financiering daarvan. Het gebruik van kengetallen en prestatie-indicatoren met streefwaarden Het werken met vooraf SMART geformuleerde kengetallen en prestatie-indicatoren met bijbehorende streefwaarden kan behulpzaam zijn bij het voorbereiden, uitvoeren en realiseren van programma's, projecten en activiteiten. Deze kengetallen en prestatie-indicatoren met streefwaarden moeten al bij de voorbereiding/uitwerking van een programma, project of activiteit worden geformuleerd en vastgelegd in de bijbehorende Statenvoordrachten. Tot nu toe gebeurt dit meestal wanneer deze programma's, projecten of activiteiten voor het eerst worden opgenomen in de Begroting. Op deze manier kan vanaf de start een heldere relatie worden gelegd tussen beleid, doelstellingen, resultaten, activiteiten en de inzet van financiële en personele middelen. Daardoor kan er bij afwijkingen in de uitvoering van het beleid en/of de inzet van financiële en personele middelen sneller en gerichter worden bijgestuurd. 7. Geheimhouding Niet van toepassing. 8. Afsluiting Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen: , voorzitter. , secretaris.
© Copyright 2024 ExpyDoc