… 1 Zal ik een eitje voor je bakken? 2 Ik wil niks. 1 Is

…
1
Zal ik een eitje voor je bakken?
2
Ik wil niks.
1
Is geen enkele moeite hoor.
2
Nee, echt niet.
1
Een gebakken eitje, dat lust toch iedereen?
2
Heeft u een aspirientje voor me?
1
Heb je hoofdpijn?
2
Een beetje.
1
Maar dan moet je geen aspirientje nemen! Dat is slecht voor je maag. Je moet iets
eten. Je hebt hoofdpijn van de honger. Neem dan gewoon een droge boterham.
2
Als u een aspirientje heeft, graag.
1
Ik ga jou toch geen slechte dingen geven? Ga zitten, dan ga ik jouw hoofd
masseren.
2
Dat helpt niet bij mij.
1
Maar wel als ik het doe.
Tekst naar Alex van Wamerdam