1 4 0 1 5 9 9 ? (HM Inspectie van het Onderwijs M i n i s t e r i e van O n d e r w i j s , C u l t u u r et Wetenschap > Retouradres Postbus 10048 8000 GA Zwolle Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Emmen Postbus 30001 7800 RA EMMEN Locatie Zwolle Hanzelaan 310 Postbus 10048 8000 GA Zwolle www.onderwijsinspectie.nl Contact T (088) 669 65 61 F (088) 669 60 50 [email protected] Onze referentie 17EJ/4247257 Uw referentie Datum 5 februari 2014 Betreft Aanbieding conceptrapport onderzoek vierjaarlijks bezoek Bijlage(n) Conceptrapport van het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek. Geacht bestuur, Hierbij ontvangt u het conceptrapport met de bevindingen van het onderzoek dat ik op 30 januari 2014 heb uitgevoerd op basisschool De Dordtse Til in het kader van het vierjaarlijks bezoek. De inspectie gaat ervan uitrdat u de betreffende school direct na ontvangst op de hoogte stelt van dit rapport. Mocht u naar aanleiding van dit conceptrapport nog opmerkingen hebben over mogelijke onjuistheden, dan hoor ik dat graag binnen vier werkweken van u. Zonder tegenbericht wordt het rapport na deze periode vastgesteld en ontvangt u het definitieve rapport. Tot slot wijs ik u er op dat de inspectie het rapport vier werkweken na de definitieve vaststelling openbaar maakt via de Toezichtkaart op de website van de inspectie www.onderwiisinspectie.nl. Met vn ęndelijke groet y ~Ţ mevr. E.G. Rosema Inspecteur van het onder wijs Pagina 1 van 1 HB2808731/8 Inspectie van het Onderwijs Ministerie van O n d e r w i j s , Cultuur en Wetenschap RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK o.b.s. De Dordtse Til conceptrapport Plaats BPJN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling Nieuw-Dordrecht 17EJ|C1 272677 30 januari 2014 conceptrapport Pagina 2 van 12 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 5 2 BEVINDINGEN 7 3 CONCLUSIE 10 BIJLAGE 1 OORDELEN 11 conceptrapport Pagina 3 van 12 conceptrapport Pagina 4 van 12 1 INLEIDING Op 30 januari 2014 heeft de inspectie o.b.s. De Dordtse Til bezocht. Het bezoek is afgelegd vanwege de verplichting van de inspectie om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de school op belangrijke onderdelen onderwijs van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen, op de zorg en begeleiding en op de kwaliteitszorg. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven is tevens standaard gecontroleerd of de school voldoet aan bepaalde wettelijke voorschriften, waaronder de onderwijstijd. Bijlage 1 bij dit rapport bevat een overzicht van de indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. De bevindingen uit het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek worden gebruikt om te bezien of het reeds aan de school toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: » Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids en het schoolplan bij de inspectie. » Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijk verplichte onderdelen in de schoolgids en het schoolplan. » Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. » Analyse van jaardocumenten en andere documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. » Schoolbezoek, waarbij: schooldocumenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd; enkele groepsbezoeken zijn afgelegd voor het beoordelen van de planmatige uitvoering van de zorg; gesprekken met de directie, de intern begeleider en het bestuur zijn gevoerd. Toezichtkader conceptrapport Pagina 5 van 12 De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2012 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beíde documenten zijn te vinden op www.onderwiisinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek op o.b.s. De Dordtse Til naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. conceptrapport Pagina 6 van 12 2 BEVINDINGEN Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. Uit dit overzicht valt op te maken dat op o.b.s. De Dordtse Til de kwaliteit van het onderwijs voor het merendeel van de onderzochte indicatoren voldoende is. De aspecten Zorg en Begeleiding en Kwaliteitszorg kennen een aantal verbeterpunten: van de vijf indicatoren van Zorg en begeleiding zijn twee van onvoldoende kwaliteit en van het aspect Kwaliteitszorg zijn drie van de zes indicatoren niet op orde. Tijdens het bezoek heeft de inspectie kennis genomen van ontwikkelingen die buiten het beoordelingskader van de inspectie vallen, maar waar de school trots op is. Dit betreft de deelname aan de pilot 'Startgroep peuters' waarmee de school in samenwerking met de peuterspeelzaal een doorgaande leerlijn en een betere aansluiting op de basisschool creëert. Toelichting Opbrengsten De school verantwoordt haar eindopbrengsten met een landelijk genormeerde toets. In de afgelopen driejaren liggen de resultaten tweemaal (2011 en 2013) boven de door de inspectie gehanteerde ondergrens en éénmaal (2012) onder de ondergrens van de inspectie. Om die reden worden de eindopbrengsten als voldoende beoordeeld. De resultaten van de tussentijdse toetsen zijn tevens voldoende. De inspectie beoordeelt daartoe de resultaten van de toetsen technisch lezen in groep 3 en 4, rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 en begrijpend lezen in de groep 6. Hiervan liggen de resultaten van technisch lezen in groep 3 en van rekenen en wiskunde in groep 6 onder de door de inspectie gehanteerde normen. Voor leerlingen die voor één of meerdere vakgebieden maximaal het eindniveau van groep 7 kunnen behalen stelt de school een onderbouwd en realistisch ontwikkelperspectief met daarvan afgeleide tussendoelen op. Uit de tussentijdse evaluaties blijkt dat de desbetreffende leerling zich naar verwachting ontwikkelt. De school volgt de sociaal-emotionele ontwikkeling van haar leerlingen met een landelijk genormeerd instrument. Op basis van de resultaten van de afgelopen drie jaren is vast te stellen dat de leerlingen aan het einde van de schoolperiode over voldoende sociale competenties beschikken. Zorg en begeleiding conceptrapport Pagina 7 van 12 O.b.s. De Dordtse Til volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen met een leerlingvolgsysteem gericht op taal, lezen en rekenen en wiskunde. Ook wordt de woordenschatontwikkeling gevolgd. Daarnaast gebruikt de school een gestandaardiseerd observatie instrument om de ontwikkeling van de kleuters te volgen. De school heeft afspraken gemaakt over de wijze van afname van de toetsen en observaties (7.1). Verder wordt overleg gepleegd over de uitkomsten van de toetsen en stellen de leraren aan de hand van dit overleg een groepsorganisatieplan op. Daarmee wordt duidelijk dat de leraren voldoende vroegtijdig signaleren of leerlingen extra zorg nodig hebben (8.1). In dit groepsplan wordt onderscheid gemaakt door leerlingen in drie subgroepen te plaatsen. Ook de zorgleerlingen zijn geplaatst in een van deze subgroepen. De begeleiding van de zorgleerlingen vindt vervolgens wel plaats aan de hand van een individueel handelingsplan. De leraren leggen de momenten van begeleiding vast in de weekplanning. Ook wordt hiervan een logboek bijgehouden. Hiermee zorgt de school ervoor dat de leerlingen planmatig begeleid worden (8.3). De kwaliteit van individuele handelingsplannen van zorgleerlingen vraagt op een aantal punten verbetering. Zo is de analyse van de problematiek van de individuele leerlingen te weinig specifiek(8.2). Ondanks het feit dat handelingsplannen concrete doelen bevatten, is de omschrijving van de probleemstelling nog te globaal en vooral gericht op het wel of niet behalen van een bepaalde niveauwaarde van methode-onafhankelijke toetsen. Het is van belang dat leraren de gegevens van een foutenanalyse uit de (methodegebonden) toetsen of uit diagnostische gesprekken met leerlingen duidelijker benutten om een scherpe probleemstelling en een passende invulling van de zorg te formuleren. Een ander verbeterpunt betreft de evaluatie van de effecten van de zorg (8.4). Ten eerste hanteren de leraren een individuele planperiode van een jaar. Deze periode is echter te lang om zorgleerlingen adequaat te kunnen volgen en te begeleiden. Daarbij komt het voor dat tussenevaluaties niet zijn uitgevoerd of beschreven. De inspectie gaat uit van een regelmatige evaluatie, dat wil zeggen ongeveer tweemaandelijks, om na te gaan of de gevolgde aanpak nog adequaat is of bijstelling nodig heeft. Ten tweede is de evaluatie in kwalitatieve zin onvoldoende onderbouwd. Door het algemene karakter van de plannen en het ontbreken van specifieke leerdoelen valt uit de evaluatie niet op te maken wat de effecten van de zorg zijn geweest voor het probleem van de leerling en tot welke keuzes de school komt voor een passend vervolgtraject. Kwaliteitszorg De school heeft kennis van de kenmerken van de leerlingenpopulatie en sluit het onderwijs daarbij aan(9.1). Zo is een training ingezet om leerlingen bewuster te conceptrapport Pagina 8 van 12 maken van hun eigen mogelijkheden en kansen en wordt veel aandacht besteed aan de doorgaande leerlijn door de Startgroep Peuters aan de school te verbinden. In het schooljaarverslag evalueert de school de resultaten van de toetsen van het afgelopen jaar en vergelijkt deze met haar eigen doelen, met het gemiddelde van scholen met een vergelijkbare schoolbevolking en met de resultaten van afgelopen jaren door middel van trendanalyses. Aan de hand daarvan worden er conclusies voor vervolgacties getrokken (9.2). Voorts bepaalt de school op planmatige wijze haar verbeteractiviteiten en beschrijft deze in een schooljaarplan en in een jaar-vergaderplanning (9.4) Naast deze positief beoordeelde indicatoren van de kwaliteitszorg vragen een aantal onderdelen om verbetering. Zo is de evaluatie van het onderwijsleerproces van onvoldoende kwaliteit (9.3). De school vermeldt in het schooljaarverslag evaluaties van verbeteractiviteiten die met name zijn gericht op het wel of niet behandeld hebben van het onderwerp. Conclusie voor de schoolontwikkeling worden hierbij echter niet getrokken. Daarbij maakt de school nog geen gebruik van een gestandaardiseerd instrument voor zelfevaluatie. Verder is het bijna zes jaar geleden(2008) dat ouders en leerlingen door middel van een enquête werden betrokken bij het evalueren van het onderwijsleerproces. Om die reden is er onvoldoende sprake van regelmatige, binnen vier jaar, geplande evaluatieactiviteiten. Een ander verbeterpunt is de borging van de onderwijskwaliteit (9,5). Om de kwaliteit van het onderwijs vast te houden worden borgingsdocumenten (o.a. BAS) te weinig ingezet en getoetst. Zo wordt er vooral uit gegaan van vertrouwen en voert de directie bijvoorbeeld geen klassenbezoeken uit als middel om de gerealiseerde verbeteringen te borgen. Het laatste verbeterpunt is de jaarlijkse verantwoording over de resultaten van leerlingen en een interpretatie daarvan naar haar omgeving in de schoolgids. Omdat deze ontbreekt is indicator 9.6 als onvoldoende beoordeeld. mceptrapport Pagina 9 van 12 3 CONCLUSIE Kwaliteit De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op o.b.s. De Dordtse Til op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat op het gebied van Zorg en begeleiding en Kwaliteitszorg enkele onderdelen verbeterd kunnen worden. Het reeds aan de school toegekende basisarrangement wordt gehandhaafd. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw de vraag aan de orde is of het toezichtsarrangement eventueel moet worden aangepast. Naleving De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd. conceptrapport Pagina 10 van 12 BIJLAGE 1 OORDELEN In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwi1sinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'. Opbrengsten 2 3 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. m De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. * 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. * 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. m 1.1* 1.2* Begeleiding 7.1* conceptrapport 1 1 2 4 5 3 4 De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Pagina 11 van 12 Zorg 1 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3* De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. 3 m « 1 2 3 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. m 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. * 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 4 * Kwaliteitszorg 4 m Wet- en regelgeving ptrapport 2 Ja Nee NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO). * NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). * NT4B Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO). m Pagina 12 van 12
© Copyright 2024 ExpyDoc