La France en Chanson

La France en Chanson
Algemeen
Cursuscode
Activiteitnr.
leraarregister
Aantal RU
Doelgroep
Voertaal
Werkvormen
Cursusduur
Start
Cursusavond
Tijdstip
Locatie
Docent
LIT-FRANCE-14
fiQii7deAc
84
Leraren Frans havo/vwo
Frans
Hoor- en werkcollege
7 lesweken, 1 toetsweek en zo nodig 1 herkansingsweek
10 november 2014
Maandag
17.00 – 19.00 uur
Goudse Waarden, Calslaan 100, 2804 RT Gouda
Joran van Hooijdonk
Klik hier om u aan te melden voor deze cursus
Toetsing1
Toets
Toetsvorm
Schriftelijk en mondeling
Schriftelijk dossier met:
1. uitwerkingen van de lesvragen en samenvatting van de geleerde
theorie;
2. Analyse van 3 tot 4 gedichten rondom één thema;
3. Lesplannen met didactisering van 3 tot 4 gedichten.
Het mondeling gedeelte:
1. Presentatie tijdens de les van de close-up analyse van één
gedicht of liedje.
Minimale cijfer
Toetsduur
Herkansingsmogelijkheid
Zie in bijlagen 1 t/m 3 de precieze inhoud van het gevraagde werk en de
evaluatiecriteria.
5.5
Mondeling gedeelte: 20 minuten
Ja
Inhoud
Omschrijving van de cursus
In de bovenbouw kunnen gedichten, poëzie en chansons gebruikt worden voor het verwerven van
Franse literaire begrippen (stijlfiguren, rijmschema, tekstopbouw…) via betrekkelijk korte en
overzichtelijke teksten. Het plaatsen van gedichten en hun auteurs in hun historische context biedt
ook de kans om literaire stromingen en geschiedenis van een bepaalde periode toe te lichten. Het
gebruik van gezongen gedichten helpt de leerlingen om de gedichten beter te onthouden, omdat ze
bereid zijn om het luisteren naar het liedje vaker te willen herhalen en omdat muziek en beelden uit
videoclips andere vormen van intelligentie aanspreken.
1
De cursus kan afgesloten worden met een toets. Indien de toets met voldoende beoordeeld wordt, ontvangt u een
nascholingscertificaat. Iedere cursist die alle bijeenkomsten heeft bijgewoond, heeft recht op het deelnamecertificaat.
© Brands Didactiek 2014
Doelen van de cursus







De cursist kent een aantal belangrijke Franstalige gedichten uit verschillende periodes, in
het bijzonder uit de XXe eeuw;
De cursist kent de basis van poëzieanalyse;
De cursist is in staat zijn leesplezier op anderen over te brengen;
De cursist is in staat te reflecteren op inhoud en op betekenis ervan voor zijn
praktijksituatie;
De cursist is in staat didactisch verantwoorde keuzes te maken voor het gebruik van
gedichten in de les;
De cursist kan kritisch omgaan met secundair literatuur op het terrein van gedichtanalyse;
De cursist kan de verworven vaardigheden en technieken toepassen op andere gedichten
die hij of zij zelf leest of met zijn/haar leerlingen behandelen wil.
Leerstof en werkvormen
In deze cursus bestuderen we eerst een aantal gedichten en liedjes uit verschillende periodes. Dit
onderdeel van de lessen wordt gegeven volgens het dubbele bodem principe: we gaan de teksten
bespreken zoals we dit met een klas zouden doen en verkennen alternatieve manieren van
didactiseren. Vervolgens presenteert en didactiseert iedere deelnemer een aantal liedjes en
gedichten van haar/zijn keuze aan de groep. Aan het einde van de cursus worden alle uitgewerkte
gedichten bij elkaar gebracht, zodat ieder cursist weggaat met een bundel materiaal die klaar is voor
gebruik.
SBL-competenties Master
1 Interpersoonlijk competentie
3 Vakdidactisch / vakinhoudelijke competentie
7 Competent in reflectie en ontwikkeling
Kennisbasis Master
Vakdomein 1 Taalvaardigheid
1.2. De student kan vrijwel alle vormen van de geschreven taal begrijpen, inclusief abstracte,
structureel of linguïstisch complexe teksten, zoals wetenschappelijke artikelen op het gebied
van zijn vak/beroep en literaire werken.
1.4.2. De student kan complexe teksten (bijvoorbeeld gedichten) samenvatten en verschillende
teksten over hetzelfde onderwerp met elkaar vergelijken (synthese).
Vakdomein 3 Literatuur en cultuur
3.1. Het lezen van primaire teksten uit de middeleeuwen tot en met heden en het bestuderen
van de teksten in hun context. Hierbij kunnen bij voorbeeld de volgende stromingen aan
bod komen: romantisme en humanisme, classicisme, verlichting, realisme, existentialisme en
nouveau roman.
3.2. Narratieve teksten, poëzie, drama en de verschillende subgenres ervan
3.3. Het kennen van theorieën, bijvoorbeeld: formalism, structuralisme, new criticism en
deconstructie. Voorbeelden van tekstbenaderingen: historische, biografische, narratologische
en stilistische.
© Brands Didactiek 2014
3.4. Kennis van relevante culturele, artistieke en maatschappelijke stromingen.
Vakdomein 4 Vakdidactiek
4.2. Ontwikkeling, uitvoering van onderwijs (4.2.2.)
Dublin-descriptoren Master
De cursus sluit aan bij de Dublin-descriptoren (kwalificaties Master) in het bijzonder m.b.t. kennis en
inzicht, toepassen kennis en inzicht en oordeelsvorming.
Studiemateriaal
Bundel van gedichten en liedjes, uitgereikt aan de cursisten;
Jean-Louis Joubert, La poésie, 2003, Armand Colin, Paris. ISBN: 2-200-26474-7
© Brands Didactiek 2014
Annexe 1
La présentation – contenu détaillé
1. Présentation à l'oral d’un ou deux poèmes en groupe : 20 minutes
Justification du choix du poème
Présentation poète/contexte
Présentation poème/lecture
Mise en évidence des particularités du poème
2. Critères d’évaluation :
Maîtrise du sujet (bonne connaissance du document et capacité à prendre du recul)
Utilisation des connaissances théoriques
Synthèse et concision (introduire, développer, conclure)
Gestion des supports : tableau, photocopies, photos, films, etc.
Interactivité avec le reste du groupe
Capacité à répondre à une question posée, à convaincre, à écouter et dialoguer
Gestion du temps de parole
Utilisation correcte et claire de la langue française
© Brands Didactiek 2014
Annexe 2
Le dossier personnel – contenu détaillé
1. Dossier personnel :
Partie 1 : Travail de préparation des cours
Résumés des chapitres de Joubert
Développement des questions de cours
Partie 2 : Etude de poèmes
Sélection de poèmes de différentes époques. Corpus autour d’un thème (l’amour, la vie,
la nuit…).
Justification du choix
Etude comparée des poèmes autour d’une problématique centrale et d’axes d’étude.
2. Critères d’évaluation :
Mise en évidence et formulation de l'intérêt du sujet, de la problématique
Logique du sommaire
Richesse de l'information recueillie et cohérence entre le thème et les poèmes
Exactitude dans l’emploi du vocabulaire et des notions théoriques.
Capacité d'analyse et de synthèse, appropriation du contenu.
Originalité de la recherche, de la formulation ou de la réalisation
Personnalisation (ne pas avoir recopié des choses toutes prêtes. Plagiat = éliminatoire)
Appréciation critique, jugement personnel
Présentation, qualité de la mise en forme
Utilisation correcte et claire de la langue française
Niveau exigé pour la rédaction des dossiers : B2+ minimum/ C1.
© Brands Didactiek 2014
Annexe 3
Le dossier didactique – contenu détaillé
1. Contenu
Pour le dossier didactique vous devez choisir une série de poèmes qui vous semblent adaptés aux élèves du
lycée (HAVO/VWO) ou aux étudiants (HBO).
Le dossier doit comporter les points suivants : (10-15 pages)
Introduction sur le choix de l’oeuvre et sur la démarche didactique
Justification du choix didactique par rapport aux critères du lycée et de l’examen (Tweede Fase en
eindtermen)
Fiche pédagogique (élèves et professeur)
Evaluation des élèves
Réflexion et expérience personnelle
2. Critères d’évaluation
Logique du choix
Logique de la démarche
Originalité et créativité de la didactique utilisée
Qualité du matériel pédagogique
Respects des règles de présentation et d’organisation des dossiers
(Cf. SharePoint « conseils généraux »)
Utilisation correcte et claire de la langue française
Niveau exigé pour la rédaction des dossiers : B2+ minimum/ C1.
3. Présentation formelle du dossier :
une couverture (avec nom, prénom, numéro d’étudiant, nom du Module, code, année,
période, titre)
un sommaire avec pagination (annexes comprises)
une introduction (justification du choix du thème et du corpus + problématique clairement
formulée)
un développement organisé autour de grands axes (réponse à la problématique)
une conclusion
une bibliographie (les notes de bas de page renvoient à la bibliographie)
éventuellement des annexes (titrées et numérotées)
© Brands Didactiek 2014