Cultuur voor allen, allen naar cultuur (pdf, 1.53 MB)

+ cul
+ cultuur +
tu
ur +
CULTUUR VOOR ALLEN,
ALLEN NAAR CULTUUR
Dominique Verschuren
Als we de kranten mogen geloven, zijn er steeds
minder mensen die deelnemen aan het culturele
leven. Hoe komt dat toch? Kunnen we daar een
oplossing voor vinden? Een goed beleid rond
cultuureducatie wil nog wel eens helpen. KRAX+
ging langs bij twee experten ter zake voor een
kritische blik. An Van den Bergh is stafmedewerker
sociaal-artistiek werk bij Dēmos vzw. Dēmos is als
kenniscentrum actief in het Vlaams Participatiedecreet en zet in op het vernieuwen en verdiepen
van de participatie van kansengroepen aan cultuur,
jeugdwerk en sport. Iris Verhoeyen is stafmedewerker bij De Ambrassade. Voordien was ze educatief medewerker bij Mooss en Kamo, twee cultuureducatieve organisaties. Bij de Ambrassade richt
zij zich meer op het beleid rond cultuureducatie.
K R AX + I 4
Het brede plaatje van cultuureducatie
An Van den Bergh • Er zijn verschillende perspectieven om
naar cultuureducatie te kijken: het jeugdwerk, de kunsten,
het onderwijs... Binnen welzijn wordt cultuureducatie dan
weer gebruikt als een middel om met kinderen en jongeren
te werken rond hun zelfvertrouwen en ze betekenis te laten
geven aan de wereld rondom hen. Cultuureducatie is dus
heel breed, maar je kunt er wel een kern in ontdekken.
Krax+ • Wat is die kern?
An • Voor mij is die kern via kunst en cultuur betekenis geven
aan de wereld om je heen. Dan bedoel ik: de problemen en
KRAX_21+.indd 4
ontwikkelingen die zich voordoen in je omgeving, de relaties
die je aangaat met andere mensen, en dat kunnen verbeelden en er iets over zeggen via kunst in de breedste zin van
het woord.
Iris Verhoeyen • Wat er concreet gebeurt, moet ter plaatse
in het veld ontstaan, daar moeten de keuzes gemaakt
worden. Dat kan heel breed gaan, zoals werken rond hoe
het plein in je wijk is vormgegeven. Want ook dat is een
vorm van cultuureducatie. Dieren maken immers geen
pleinen, mensen wel. Je definieert dan op basis van de
fundamentele tegenstelling: cultuur versus natuur. Voor
sommige mensen is dat een zinvolle manier om cultuureducatie af te bakenen: hoe gaan wij om met de omgeving
zoals wij die kennen en waarin we leven? Anderen gaan
heel specifiek met één kunstdiscipline aan de slag,
bijvoorbeeld danseducatie. Voor organisaties die aan
cultuureducatie doen is het belangrijk om hier een keuze in
te maken. Maar als beleidsmaker is het niet wenselijk om
te zeggen dat een bepaalde vorm van cultuur niet past in
het brede plaatje van cultuureducatie. Want hierdoor sluit je
een heleboel mensen uit.
An • Ik vind ook dat je het begrip niet moet afbakenen en
verengen. Een beleid met een open visie is essentieel.
Wat is kunst? De valkuil van het nieuwe
kunstendecreet
An • In het nieuwe Kunstendecreet zal ‘kunsteducatie’ geen
aparte categorie meer zijn, zoals nu. Dat biedt heel veel
mogelijkheden, maar houdt natuurlijk ook risico’s in. Door
iets te benoemen, garandeer je dat het blijft bestaan. Als je
dat niet doet, heb je er geen vat meer op.
1/8/14 1:29:14 PM
KRAX_21+.indd 5
An • De discussie over norm- en
kwaliteitsvervaging is heel kenmerkend
voor kunst- en cultuureducatie: is het
kwalitatief voldoende wat daar gebeurt
en is het relevant? Laat die inhoudelijke
norm maar bepaald worden door de
kinderen en jongeren zelf. We zullen
zien wat er komt bovendrijven. Waar de
overheid voor moet zorgen, is dat de
context zo kwaliteitsvol mogelijk
omkaderd is. Wat ben je precies aan het
doen? En hoe pak je dat aan? Dan
hebben we het dus over de omkadering,
en niet over de inhoud.
Iris • De commissie Groeien in cultuur
ontwikkelt momenteel een kwaliteitskader voor cultuureducatie. Dit
kwaliteitskader wil organisaties een
manier aanreiken om de kwaliteit van
hun cultuureducatieve werking te verbeteren. Een organisatie kan op deze
manier haar sterke punten in kaart
brengen, en een aantal groeipaden
formuleren. Zulke kwaliteitskaders en
Krax+ • Waaruit zou goede cultuureducatie moeten vertrekken?
An • Vanuit het leven van kinderen en
jongeren zelf. En dan gaat het over
zowel iemand uit de middenklasse als
iemand die hier net is aangekomen óf
iemand met een beperking. Het gaat
met andere woorden over het recht op
cultuur. En dat recht kan je bekijken in
een continuüm van praktijken. Om te
beginnen zou elk kind geprikkeld
moeten worden en in contact moeten
komen met cultuur zonder dat het
daar zelf voor heeft gekozen. Dan denk
je automatisch aan het onderwijs.
Veranker dat dus in het curriculum. De
volgende stap is dat elk kind in zijn of
haar vrije tijd de keuze moet hebben
om voor het plezier met cultuur bezig
te kunnen zijn. Nóg een stapje verder
is dat kinderen hun talenten kunnen
ontwikkelen en misschien professioneel doorgroeien. Het is dus belangrijk
dat er op elk niveau in dat continuüm
een divers aanbod aan organisaties
bestaat die zich daarmee bezig
houden. Het is de taak van de overheid
om dat landschap in kaart te brengen
en bij te sturen waar nodig. >
© Iris Verhoeyen
An Van den Bergh
De leefwereld van kinderen
en jongeren, uitgangspunt
voor kwaliteit
-instrumenten zetten organisaties op
weg naar nog kwalitatievere activiteiten. Naast de globale werking vestig ik
ook graag de aandacht op de rol van de
cultuureducator zelf. De begeleiders
van het educatieve proces spelen een
sleutelrol in de kwaliteit van het
aanbod, dat blijkt ook uit onderzoek.1
De overheid ontwikkelde om die reden
een competentieprofiel van de
cultuureducator.2 Dat profiel zet
organisaties op weg om een keuze te
maken rond welke competenties zij
belangrijk vinden in hun begeleiders.
5 I K R AX +
“Laat de
inhoudelijke norm
van wat kwalitatief
is maar bepaald
worden door
kinderen en
jongeren zelf.”
Krax+ • Hoe kun je dat relativisme
voorkomen?
An • Het is heel belangrijk dat er een
duidelijke visietekst van de minister
komt, waarin een aantal prioriteiten
worden genoemd. Op basis daarvan
kunnen individuele projecten en
organisaties beoordeeld worden.
Hebben die praktijken een realistisch en
coherent verhaal, en heeft dit verhaal
raakvlakken met de prioriteiten die de
minister legt? Als er adequate antwoorden zijn, dan moet die organisatie
erkend worden.
+ cultuur +
Krax+ • Dan glippen er initiatieven
door de mazen van het net?
An • Inderdaad, door het niet te
benoemen kan het risico ontstaan op
te weinig visie. Dat kan leiden tot een
ontwikkeling van het recht van de
sterkste, waarbij enkel organisaties die
zich het best kunnen profileren zich
staande houden. Je hoeft kunsteducatie op zich niet af te bakenen, maar je
moet wel bewaken dat je kunstenveld
geen elitaire blanke middenklasseveld
wordt. Daar mag je op landschapsniveau best in corrigeren, vind ik. Ik
ben bijvoorbeeld voorstander om
vanuit het beleid te zeggen: minstens
tien procent van het totale budget moet
gaan naar praktijken die werken voor
of creëren met kinderen en jongeren
uit meer kwetsbare milieus. Het gaat
erom een open kader te schetsen, zo
open mogelijk, maar tegelijkertijd de
armslag behouden om bij te sturen als
dat nodig is.
Iris • Het is kwestie van de kwaliteit
van wat er gebeurt op het terrein te
bewaken. Hiervoor zijn er specifieke
beoordelingscommissies, samengesteld met mensen uit het werkveld of
mensen die daar affiniteiten mee
hebben. En die commissies hebben
ook bepaalde beleidsaccenten.
An • Voor de kunsten heb je nu een
speciale commissie Kunsteducatie. Die
gaat verdwijnen. Door het open kader
kan iedere organisatie zelf bepalen
waarop zij het accent legt. Waarschijnlijk komt er een brede poule van beoordelaars die een bepaalde groep
dossiers rond hetzelfde thema
bekijken. Dat breekt alle kaders open,
maar aan de andere kant heb je ook
geen discours meer. Wat is goed
theater bijvoorbeeld? Alles wordt dan
relatief.
1/8/14 1:29:14 PM
© Iris Verhoeyen
+ cultuur +
Cultuureducatie slaat
de brug
K R AX + I 6
Iris • Onderzoeken wijzen uit dat in
Vlaanderen jongeren maar ook
volwassenen in kwetsbare situaties
veel minder participeren aan cultuur
dan de blanke middenklasse .3 Als we
kijken naar het recht op cultuur, dan
moeten we er zeker voor zorgen dat
die groepen ook kansen krijgen.
An • Het gaat om een structurele
ongelijkheid in onze duale samenleving, op alle levensdomeinen, die
steeds toeneemt. Iedere organisatie
wordt daarmee geconfronteerd.
Daartoe moet ook cultuureducatie zich
verhouden. Cultuur heeft natuurlijk het
stigma van elitair te zijn, van veel te ver
van de samenleving af te staan. En te
vaak wordt het probleem bij die
zogenaamde kansengroepen zelf
gelegd. Men vraagt zich nog steeds af
hoe het komt het dat die kansengroepen niet bij ons geraken. Vaak is
het een kwestie van vooroordelen: ze
zullen wel te weinig geld hebben, ze
zullen niet de kaders hebben die wij
wel hebben want ze zijn lager opgeleid.
Maar je kan het ook anders bekijken en
de vraag omkeren. Spreekt wat wij
aanbieden deze groepen aan? Als je
zelf als sector of organisatie zegt dat je
voor iedereen open staat, maar blijkt
dat een groot deel van de bevolking die
drempel niet over komt, dan kun je niet
beweren dat je een aanbod hebt dat
iedereen aanspreekt. Nog al te vaak is
het kader opgesteld door het – steeds
kleiner wordende – deel van de
samenleving dat hoogopgeleid en
blank is.
Krax+ • Is er nood aan een radicale
herziening van hoe je naar cultuureducatie kijkt?
An • Voor sommige cultuureducatieve
organisaties betekent dat zeker een
KRAX_21+.indd 6
“Een brug slaan
met je buurt doe je
niet aan tafel, maar
doe je door in
dialoog te gaan met
de mensen.”
An Van den Bergh
ingrijpende koerswijziging. Zet je stop
waar je nu mee bezig bent? Dat lijkt
mij niet altijd zinvol. Maar het is wel
zinvol om na te denken over hoever je
wil gaan in het betrekken van nieuwe
doelgroepen. Bijvoorbeeld: een
organisatie, gelegen in een multiculturele wijk, bereikt geen Marokkaanse
vrouwen. De organisatie geeft
theaterlessen. Blijkt dat die vrouwen
enkel willen komen naar een aparte
vrouwencursus, wat niet strookt met
de visie van die organisatie. Dan kun je
twee dingen doen: je houdt vast aan je
eigen waardenkader, óf je start toch
die aparte vrouwengroep. Misschien
groeit er na een paar jaar wel iets uit
wat toch dichter bij de aanvankelijke
doelstellingen van die organisatie
staat, maar misschien ook niet. We
moeten met andere woorden fundamenteel anders denken over hoe we
bezig zijn.
Iris • Veel organisaties zeggen: je moet
hen ervan overtuigen dat je voor hen
een meerwaarde biedt. Dan maak ik
me de bedenking: moet je ze daar per
se van overtuigen? De meerwaarde zal
blijken als de aansluiting met die
kansarme doelgroepen er is.
Krax+ • Hoe probeer je als organisatie
dan best de brug te slaan?
An • Er bestaat niet zoiets als een
zaligmakend stappenplan. De hamvraag is: wat hebben wij te bieden?
Organisaties denken nog te vaak dat ze
die vraag zelf kunnen beantwoorden.
Er worden her en der wel eens
zogenaamde stakeholders bevraagd,
maar de meeste organisaties blijven
vanuit hun eigen geschiedenis en
kader denken, en daardoor wordt die
vraag niet fundamenteel opengegooid.
Die stap is niet altijd gemakkelijk.
Museum Wiels in Vorst is een mooi
voorbeeld van een succesvol project.
Ze stelden zich de vraag wat het
museum kon betekenen voor de buurt.
Twee hele belangrijke noden die niets
met cultuur te maken hebben, kwamen
bovendrijven. Ten eerste: nood aan
groene ruimte. Ten tweede: werkgelegenheid. Vanuit hun eigenheid als
museum zochten ze naar creatieve
oplossingen voor de noden van de
buurt. Een deel van de parking heeft
nu plaatsgemaakt voor tuintjes. En de
suppoosten in het museum zijn nu
mensen uit de buurt. Dat zijn weliswaar beperkte antwoorden, je lost
hiermee niet een heel maatschappelijk
probleem plotsklaps op. Maar het is
wel een brug die je niet aan tafel
bedenkt. Uiteindelijk, op termijn,
hebben ze met buurtbewoners ook
culturele projecten opgezet. Dus
eigenlijk is het devies: kijk verder dan
je corebusiness. Durf weg te gaan van
je eigen autonomie en het idee dat je
alles zelf kan oplossen. Deze weg is
volstrekt logisch, want uiteindelijk zijn
het anderen, niet jijzelf, die bepalen
wat de betekenis van jouw organisatie
is, hoe belangrijk jij bent in het leven
van andere mensen. Dat is een
voortdurende dialoog. Dat kan op het
eerste gezicht leiden tot een identiteitscrisis van een organisatie, maar
op lange termijn tot een nieuwe
] adem. ×
‘Kwaliteit en consistentie’, A. Bamford,
2007: http://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/kwaliteit-en-consistentiekunst-en-cultuureducatie-in-vlaanderen
‘Veldtekening cultuureducatie’, L. Vermeersch en Anneloes Vandenbroucke, 2011
1
‘Beroepencluster cultuureducator en het
competentieprofiel begeleider van kunstbeoefenaars’, M. Albertijn en K. Hoefnagels, 2012
2
‘Participatie in Vlaanderen’, Participatiesurvey 2009, J. Lievens en H.Waege,
www.participatiesurvey.be
3
1/8/14 1:29:15 PM