Achtergrondinformatie - Bewegen Samen Regelen

Achtergrondinformatie “Bewegingsonderwijs op maat”
Onderwijscentrum de Twijn heeft in dit document algemene achtergrondinformatie beschreven over kinderen met een lichamelijke beperking of chronische
ziekte.
Onderstaande informatie kan van belang zijn ten aanzien van veilige(re) deelname aan de activiteiten uit de methode. Onderstaande informatie is algemeen
en niet volledig!
Neem bij twijfel contact op met Onderwijscentrum de Twijn, zie hiervoor ook de
gegevens verderop in dit document.
Kwetsbare ledematen
Bijvoorbeeld door zenuwbeschadiging (bijvoorbeeld Spina Bifida; dwarslaesie);
minder kracht (bijvoorbeeld een spierziekte); broze botten (bijvoorbeeld Osteogenesis Imperfecta); weinig belasting (rolstoelgebruik) of medicatie (bijvoorbeeld prednison).
Wat weet je / wat zie je?
Het kind heeft een beperkt gevoel
in de benen, waardoor blessures en
wondjes laat worden opgemerkt en
lastig genezen.
Het kind heeft minder kracht, daardoor sneller vermoeid of kans op
overbelasting.
Het kind heeft broze botten: door aanleg (Osteogenesis Imperfecta); weinig
belasting (rolstoelgebruik) of medicatie (o.a. prednison), waardoor sneller
kans op breuken.
Verhoogde spierspanning (bijvoorbeeld spasme), waardoor een slechtere balans; groter valrisico; beperkte
opvang, waardoor meer kans op blessures.
Wat te doen?
• Voorzichtig uit de rolstoel: voorkom dat de benen stoten, draaien
of vallen.
• Voorzichtig met contactsport.
• Controle ledematen einde dagdeel.
• Minder beurten; meer plaatsgebonden werken.
• Geen contactsport.
• Geen (onverwacht) fysiek contact
met personen of materiaal (bijvoorbeeld harde ballen ).
• Steun organiseren: aan materiaal
of medeleerling.
• Op hoogte werken alleen met
leerkracht!
Hét plein voor beweeg-, sport- en spelactiviteiten
www.bewegensamenregelen.nl
1 InleidingGrote(re) kans op wondjes/huidpro-
• Protocol opstellen hoe te handeblemen bij ongelukjes.
len.
Het beweegpakket BSO in beweging bestaat uit een
ingedeeld
• activiteitenmap,
Bijvoorbeeld pleisters
mogen niet
in thema’s. Bij het samenstellen van de activiteiten met
betrekking
tot
BSO
in
gebruikt worden; verband gebruibeweging is zo goed mogelijk getracht deze passend ken.
te maken voor de verschillende soorten BSO-locaties. Begeleiders van de buitenschoolse opvang en
sportbegeleiders, kunnen het pakket goed gebruiken bij het organiseren en
begeleiden van beweegactiviteiten tijdens de naschoolse opvang. Ook kunnen
(oudere) kinderen snel en zelfstandig aan de slag met de verschillende activiteiten in de activiteitenmap door de korte en bondige omschrijvingen van de
opdracht en de foto’s die bij elke activiteit staan.
Activiteitenmap
De activiteitenmap bestaat uit twintig beweegactiviteiten die uitgewerkt zijn op
beweegkaarten en ingedeeld zijn in vijf thema’s met elk vier beweegactiviteiten. De beweegactiviteiten uit de eerste thema’s zijn gericht op spelen en beleven, terwijl de latere thema’s meer gericht zijn op spel en sport. De activiteiten
worden in de eerdere thema’s impliciet aangeboden vanuit de kringopstelling,
verhalen en expressie, terwijl in de latere thema’s de activiteiten expliciet worden aangeboden vanuit spel en sport.
Aan de hand van de beweegkaarten in de map kunnen de activiteiten snel en
eenvoudig worden opgestart en gespeeld. De beweegkaarten bevatten, naast
een omschrijving van de opdracht en regels per activiteit, ook tips die begeleiders kunnen helpen de kinderen tot bewegen te stimuleren en het op gang
houden (reguleren) van de activiteiten. Elke kaart bevat een omschrijving van
de startsituatie voor de jongere kinderen (4-8 jaar) en een korte omschrijving
van de vervolgactiviteit voor oudere kinderen (9-12 jaar). Het sterrensysteem
geeft de moeilijkheidsgraad per activiteit weer met betrekking tot organisatie
en opdracht. De activiteitenmap kan in de toekomst worden aangevuld met
nieuwe activiteiten per thema.
Hét plein voor beweeg-, sport- en spelactiviteiten
www.bewegensamenregelen.nl
Epilepsie
Kan vóórkomen als gevolg van of in combinatie met een hersenbeschadiging
(door bijvoorbeeld een verkeersongeval of geboortetrauma) of ten gevolge van
bepaalde ziektes (hersenvliesontsteking, hersentumor of neurofibromatose).
Wat weet je / wat zie je?
Het kind heeft korte momenten van
afwezigheid/absences.
Wat te doen?
• Vraag na of de opdracht (nog)
duidelijk is.
• Op weg helpen bij het (opnieuw)
voortzetten van de activiteit.
• Protocol opstellen (Hoe te handelen bij een aanval?; Alarmnummers, opvang klas, etc.).
• Niet op hoogte werken (zwaaien,
klimmen, balanceren).
• Rustige overgang van inspanning
naar ontspanning – goede cooling
down (na inspanning is de kans
op een aanval groter dan tijdens
inspanning).
• Alleen met individuele begeleiding
bij of in het water (stadiep).
• Verkeersveiligheid navragen (begeleiding naar gym?).
Het kind is bekend met epilepsie, maar • Bij ouders informeren naar kenheeft het laatste jaar geen toevallen
merken en risico’s – spreek dit
gehad.
duidelijk af.
Er is kans op toevallen (Hoe zien deze
eruit?; Hoe vaak komen ze voor?; Uitlokkende factoren; Medicatie?).
Hét plein voor beweeg-, sport- en spelactiviteiten
www.bewegensamenregelen.nl
1 Inleiding
Visuele beperking
Slechtziendheid komt vaak voor bij een lichamelijke beperking! Informeer hierHet beweegpakket
naar bij de BSO
intern
in begeleider
beweging bestaat
of ouders:
uit Is
een
er activiteitenmap,
gevaar op verdere
ingedeeld
beschadiging?;
in thema’s.
Is er
Bijsprake
het samenstellen
van gezichtsvelduitval?;
van de activiteiten
Is er sprake
met betrekking
van lichtgevoeligheid?;
tot BSO in Welke
beweging
kleur
is zowordt
goedhet
mogelijk
beste getracht
opgemerkt?;
dezeEtc.
passend te maken voor de verschillende soorten BSO-locaties. Begeleiders van de buitenschoolse opvang en
sportbegeleiders,
het organiseren en
Wat weetkunnen
je / wathet
ziepakket
je? goed gebruiken
Wat bij
te doen?
begeleiden van beweegactiviteiten tijdens de naschoolse opvang. Ook kunnen
Het kind kan de instructie moeilijk
• Dichtbij tijdens instructie.
(oudere) kinderen snel en zelfstandig aan de slag met de verschillende activivolgen.
• Voorbeeld/gebeurtenissen/emoteiten in de activiteitenmap door de korte en bondige omschrijvingen van de
ties benoemen.
opdracht en de foto’s die bij elke activiteit staan.
• Leerkracht herkenbaar door (felgekleurd) shirt.
Activiteitenmap
Het kind kan het ruimte moeilijk (over) • Duidelijke zaalindeling/looproutes.
zien.
• Niet-gebruikt
materiaal
De activiteitenmap
bestaat uit twintig beweegactiviteiten
die uitgewerkt
zijnopruimen!
op
•
Voor
de
les
het
speelveld
beweegkaarten en ingedeeld zijn in vijf thema’s met elk vier beweegactivitei- verkennen – leid
ten. De beweegactiviteiten uit de eerste thema’s zijn gericht
op rond.
spelen en bele•
Ruimte
markeren
met pilonnen,
ven, terwijl de latere thema’s meer gericht zijn op spel en sport. De activiteiten
belijning.
worden in de eerdere thema’s impliciet aangeboden vanuit de kringopstelling,
• activiteiten
Werk aan deexpliciet
rand van
de ruimte.
verhalen en expressie, terwijl in de latere thema’s de
wor•
Houd
rekening
met
lichtinval/raden aangeboden vanuit spel en sport.
men.
Het van
kindde
volgt
de tegenstanders
• Felgekleurde
hesjes
Aan de hand
beweegkaarten
in de of
map kunnen
de activiteiten
sneldragen.
en
medespelers
moeilijk.
•
In
kleine
groepjes
spelen.
eenvoudig worden opgestart en gespeeld. De beweegkaarten bevatten, naast
• Vasteook
looprichting
(tikspel)/routes.
een omschrijving van de opdracht en regels per activiteit,
tips die bege•
Oriëntatietijd
geven
(vrijplaats/
leiders kunnen helpen de kinderen tot bewegen te stimuleren en het op gang
time-outplek).
houden (reguleren) van de activiteiten. Elke kaart bevat
een omschrijving van
de startsituatie
voor
dehet
jongere
kinderen
(4-8 jaar)•enFelgekleurd
een korte omschrijving
Het kind
ziet
materiaal
niet goed.
materiaal gebruiken.
van de vervolgactiviteit voor oudere kinderen (9-12
jaar).
Het
sterrensysteem
• Materiaal markeren met tape/pilon
geeft de moeilijkheidsgraad per activiteit weer met betrekking
tot organisatie
(ook uitsteeksels!).
en opdracht. De activiteitenmap kan in de toekomst
worden
aangevuld
met
• Materiaal met geluid
gebruiken
nieuwe activiteiten per thema.
(rinkelbal).
Het kind ziet overgangen niet goed
• Gebruik contrastkleuren.
(bank-mat; mat-vloer).
• Markeer overgang/afzetplaats met
tape of pilonnen.
• Korte(re) aanloop.
Hét plein voor beweeg-, sport- en spelactiviteiten
www.bewegensamenregelen.nl
Rolstoelgebruik
Elektrisch aangedreven (elro) of handbewogen.
Wat weet je / wat zie je?
Het kind kan niet in de gymzaal komen.
Het kind kan niet op of over of vanaf
een matje rijden.
Het kind vangt de bal moeilijk.
Het kind gebruikt een elektrische rolstoel.
• Wat te doen?
• Benader schoolbestuur of gemeente.
• Rijvaardigheidstraining volgen
(www.bosk.nl).
• Oefenen als extra lesonderdeel
(leen een extra rolstoel voor de
anderen).
• Antikiepwieltjes tijdelijk veranderen in overleg met ouders.
• In de richting van de werper gaan
staan.
• Gebruik een zachtere bal.
• Speel aan met een stuit.
• Bal aan koord gebruiken.
• Veel laten rijden.
• Maatje organiseren.
• Veiligheid: andere leerlingen niet
dicht achter of naast de rolstoel
laten lopen/zitten.
• Informeer bij een ambulant begeleider bewegingsonderwijs voor
vervangende activiteiten.
Hét plein voor beweeg-, sport- en spelactiviteiten
www.bewegensamenregelen.nl
1 Inleiding
Verplaatsen gaat moeizaam
Bijvoorbeeld door spasticiteit, Spina Bifida of spierziekte (bijvoorbeeld DuchenHet beweegpakket
ne); hypermobiliteit
BSO in beweging
(bijvoorbeeld
bestaat
Ehlers-Danlos);
uit een activiteitenmap,
gewrichtsproblemen
ingedeeld (bijvoorin thema’s.
beeld
Bij het
jeugdreuma);
samenstellen
amputatie.
van de activiteiten met betrekking tot BSO in
beweging is zo goed mogelijk getracht deze passend te maken voor de verschillendeWat
soorten
Begeleiders van deWat
buitenschoolse
opvang en
weetBSO-locaties.
je / wat zie je?
te doen?
sportbegeleiders, kunnen het pakket goed gebruiken bij het organiseren en
Tempo ligt onder het groepsniveau.
• Verkort de afstand – beperk het
begeleiden van beweegactiviteiten tijdens de naschoolse opvang. Ook kunnen
aantal beurten.
(oudere) kinderen snel en zelfstandig aan de slag met de verschillende activi• Voldoende werktijd – niet opjagen.
teiten in de activiteitenmap door de korte en bondige omschrijvingen van de
kind
is sneller
opdracht Het
en de
foto’s
die bijvermoeid.
elke activiteit staan. • Rekening houden met de volgorde:
wissel inspannende en rustige activiteiten af.
Activiteitenmap
• Spreek een (beperkt) aantal beurten af.
De activiteitenmap bestaat uit twintig beweegactiviteiten
die uitgewerkt zijn op
•
Bouw
in in de actibeweegkaarten en ingedeeld zijn in vijf thema’s met elk vier rustmomenten
beweegactiviteiviteit.
ten. De beweegactiviteiten uit de eerste thema’s zijn gericht op spelen en beleSneller
uit balans
– slechtere
opvang.
• Geen
fysiek
ven, terwijl
de latere
thema’s
meer gericht
zijn op spel
en sport.
Decontact.
activiteiten
• vanuit
Voldoende
werktijd – niet opjagen.
worden in de eerdere thema’s impliciet aangeboden
de kringopstelling,
• activiteiten
Steun organiseren:
verhalen en expressie, terwijl in de latere thema’s de
expliciet met
wor-materiaal of
klasgenoot.
den aangeboden vanuit spel en sport.
• Op hoogte werken alleen met de
Aan de hand van de beweegkaarten in de map kunnenleerkracht.
de activiteiten snel en
eenvoudigBeperkte
wordenbelasting
opgestartmogelijk
en gespeeld. De beweegkaarten
naast
• Voorkombevatten,
verstuiking
of overstrekeen omschrijving van de opdracht en regels per activiteit,
ook
tips
die
begeking van gewrichten.
leiders kunnen helpen de kinderen tot bewegen te•stimuleren
en het op gang
Goede warming-up.
houden (reguleren) van de activiteiten. Elke kaart bevat
een
omschrijving
van niet
• Piekbelasting voorkomen:
de startsituatie voor de jongere kinderen (4-8 jaar) en een
korte lang
omschrijving
springen,
steunen of zwaaien.
van de vervolgactiviteit voor oudere kinderen (9-12•jaar).
Het
sterrensysteem
Verkort loopafstanden en vermingeeft de moeilijkheidsgraad per activiteit weer met betrekking
organisatie
der aantaltot
beurten.
en opdracht. De activiteitenmap kan in de toekomst worden aangevuld met
nieuwe activiteiten per thema.
Hét plein voor beweeg-, sport- en spelactiviteiten
www.bewegensamenregelen.nl
Conditiebeperking
Bijvoorbeeld door ernstige hart- en/of longproblemen; na chemotherapie of
door een neurologische aandoening (bijvoorbeeld neuropathie).
Wat weet je / wat zie je?
Het kind kent een zeer snelle vermoeidheid.
Oververmoeidheid.
Wat te doen?
• Neem de vermoeidheid serieus; geef
gelegenheid om uit te stappen.
• Biedt time-outmogelijkheid (met
zandloper) bij de activiteit: uit- en
instappen ligt meer voor de hand.
• Spreek kleiner aantal beurten/kortere afstanden af.
• Meer plaatsgebonden werken; klein
speelveld.
• Voldoende uitdaging bieden: bewegen is wel belangrijk!
• Op juiste beginniveau starten: in weinig beurten veel leren.
• Gebruik een energiewijzer waarop
het kind in kleur kan aangeven of het
fit, vermoeid of uitgeput is.
• Vertel wat je ziet (gelaatskleur;
gedrag) en wat verstandig is om te
doen (rust nemen).
• Spreek per dag of week een maatje
af voor hulp: steun geven; bal ophalen; samenwerken.
• Protocol opstellen (signalen oververmoeidheid; hoe te handelen; alarmnummers, medicatie, etc.) in verband
met flauwvallen/benauwdheid.
Hartpaspoort?
• Dagindeling met afwisselend in- en
ontspanning.
• Houd contact met ouders en andere
betrokkenen.
Hét plein voor beweeg-, sport- en spelactiviteiten
www.bewegensamenregelen.nl
1 InleidingHet kind heeft een afwijkend looppa-
• Warming-up is belangrijk.
troon
• Vertel wat je ziet (armbeweging;
Het beweegpakket BSO in beweging bestaat uit een activiteitenmap,
ingedeeld
zwalken; gedrag)
en wat verstandig
in thema’s. Bij het samenstellen van de activiteiten met is
betrekking
tot
BSO
in
om te doen (rust nemen).
beweging is zo goed mogelijk getracht deze passend
te
maken
voor
de
ver• Biedt time-outmogelijkheid (met
schillende soorten BSO-locaties. Begeleiders van de buitenschoolse
en uit- en
zandloper) bijopvang
de activiteit:
sportbegeleiders, kunnen het pakket goed gebruiken bij
het
organiseren
en
instappen ligt meer voor de hand.
begeleiden van beweegactiviteiten tijdens de naschoolse
opvang. uitdaging
Ook kunnen
• Voldoende
bieden: bewe(oudere) kinderen snel en zelfstandig aan de slag met de
verschillende
activigen is wel belangrijk!
teiten in de activiteitenmap door de korte en bondige
van de
• omschrijvingen
Houd rekening met
verminderde
opdracht en de foto’s die bij elke activiteit staan.
spierkracht in de armen (niet langdurig hangen of steunen) en benen
Activiteitenmap
(onvoldoende opvang bij diepspringen).
De activiteitenmap bestaat uit twintig beweegactiviteiten die uitgewerkt zijn op
beweegkaarten
en ingedeeld zijn in vijf thema’s met elk vier beweegactiviteiLatexallergie
ten. De beweegactiviteiten
de eerste
thema’s
zijn leeftijd
gericht een
op spelen
en beleKinderen met spinauit
bifida
kunnen
op latere
latexallergie
ontwikven, terwijl
de latere
thema’s
meer gericht
opverstandig
spel en sport.
De activiteiten
kelen.
Om dit
te voorkomen
is hetzijn
vaak
om latexvrij
te werken;
worden in
de eerdere
thema’s
impliciet
vanuit
de kringopstelling,
bespreek
dit met
de ouders.
Alsaangeboden
dit aan de orde
is, werk
dan niet met ballonnen
verhalenof
enander
expressie,
terwijl in de
latere thema’s de
activiteitenEr
expliciet
wor- ballen
latexhoudend
materiaal(ballen,
handgrepen).
zijn latexvrije
den aangeboden
vanuit
spel
en
sport.
verkrijgbaar; bewaar deze apart van de andere ballen.
Aan de hand
de beweegkaarten in de map kunnen de activiteiten snel en
Meervan
informatie
eenvoudig
worden
opgestart
en verdere
gespeeld.
De beweegkaarten
naast
Neem
bij twijfel
of voor
informatie
contact op bevatten,
met een ambulant
begeeen omschrijving
van
de
opdracht
en
regels
per
activiteit,
ook
tips
die
begeleider bewegingsonderwijs van Onderwijscentrum de Twijn in Zwolle
leiders kunnen
helpen de kinderen
totandere
bewegen
te stimuleren
en het
op gangaan leerlin(www.detwijn.nl).
Of van een
school
voor speciaal
onderwijs
houden (reguleren)
van
de
activiteiten.
Elke
kaart
bevat
een
omschrijving
van
gen met een motorische beperking of chronische ziekte bij u in de
buurt.
de startsituatie voor de jongere kinderen (4-8 jaar) en een korte omschrijving
van de vervolgactiviteit
voor oudere kinderen
(9-12 jaar). Het sterrensysteem
Marcel Bouwhuis
[email protected]
geeft de Mieke
moeilijkheidsgraad
per activiteit
weer met betrekking tot organisatie
Steenbruggen
[email protected]
en opdracht. De activiteitenmap kan in de toekomst worden aangevuld met
nieuwe activiteiten per thema.
Hét plein voor beweeg-, sport- en spelactiviteiten
www.bewegensamenregelen.nl