Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Artsenfederatie KNMG dhr. V. d. G. Postbus 20051 3502 LB UTRECHT J NVT Bezoekadres Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 98 34 www. rijksoverhe id.nl - 8 DEC. 2014 Datum Betreft Reactie op voorstel voor onderzoek naar aanpak van kindermishandeling door artsen Kenmerk 696891-130457 -J Uw brief Ydr/13-14322 Bijlage(n) Geachte heer V. d. G., Dank voor uw brief van 4 november jongstleden waarin u aangeeft graag een onderzoek te willen naar de handelingsbereidheid van (huis)artsen bij vermoedens van kindermishandeling. Uw wens ligt in lijn met hetgeen het ministerie van VWS in het kader van de meldcode wil doen. In de tweede helft van volgend jaar is een onderzoek gepland naar het gebruik van de meldcode door professionals. Het lijkt mij goed om uw vragen te bezien in het kader van dit onderzoek. Gelet op het feit dat artsen al langer werken met de meldcode van de KNMG (eerder dan 1juli 2013, de inwerkingtreding van de wet verplichte meldcode), en de behoefte om snel inzicht te krijgen in het gebruik van de meldcode door (huis)artsen, stel ik voor de mogelijkheid te bespreken om de quick scan voor deze groep professionals te versnellen zodat het ook door u gewenste onderzoek in de eerste helft van 2015 uitgevoerd kan worden. Momenteel wordt een afspraak met uw medewerkers gepland over het onderzoek. In de midterm review van het actieplan Kinderen Veilig, die onlangs aan de Tweede Kamer is gezonden, heb ik melding gemaakt van het onderzoek. Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief. Er lopen ook andere activiteiten gericht op de rol van huisartsen en de aanpak van kindermishandeling. Met NHG, LHV, InEen en de Augeo Foundation zijn afspraken gemaakt om huisartsen te ondersteunen in het beter signaleren van kindermishandeling. Deze afspraken zien op instrumentele zaken als aanpassing van de LESA, bijscholing, een praktijkwijzer en implementatie van de instrumenten in de regio. Maar het aanbieden van instrumentarium is niet voldoende: aandacht van huisartsen voor kindermishandeling is onontbeerlijk. Wat dat betreft wil ik het volgende onder uw aandacht brengen. In november zijn onder leiding van de vertrouwensartsen vijf bovenregionale bijeenkomsten georganiseerd in het kader van de implementatie van de afspraken rond de inzet van forensisch-medische expertise voor kinderen (FMEK). Voor deze bijeenkomsten zijn vanuit de vertegenwoordigers in de landelijke werkgroep FMEK, waar ook de KNMG in vertegenwoordigd is, artsen uitgenodigd van Pagina 1van 2 verschillende specialismen. Naast de vertrouwensartsen gaat het om forensisch artsen, kinderartsen, jeugdartsen en huisartsen. Helaas zijn bij sommige van deze bovenregionale bijeenkomsten huisartsen niet of nauwelijks aanwezig geweest. Diverse vertrouwensartsen, jeugdartsen en kinderartsen hebben aangegeven dat huisartsen zich onvoldoende verdiepen in het aanpakken van kindermishandeling. De geringe aanwezigheid van huisartsen bij een aantal van de vijf bovenregionale bijeenkomsten lijkt dit te onderstrepen. Dit vind ik zorgelijk, ondanks het begrip dat ik heb voor de werkdruk en de vele belangrijke taken van huisartsen. Juist de goede (behandel)relatie tussen huisarts en gezin biedt huisartsen de mogelijkheid om alert te zijn op het signaleren van kindermishandeling en kinderen en hun ouders te (laten) helpen de nagenoeg altijd daaraan ten grond liggende opvoedonmacht aan te pakken. Kenmerk 696891- 130457-J Flankerende activiteiten om huisartsen ertoe te bewegen hun inzet te vergroten, bijvoorbeeld in communicatieve en appelerende zin, zijn naar mijn mening nodig. Ik doe hiervoor ook een beroep op u om zich hiervoor in te zetten. Mijn medewerkers zullen dit punt ook nader bespreken met de vertrouwensartsen, die de komende periode het voortouw hebben in het versterken van de samenwerking tussen artsen in de AMHK/Veilig Thuis-regio's bij de inzet van forensisch-medische expertise. Ook wil ik dit signaal graag bespreken met de KNMG, de Landelijke Huisartsenvereniging en het Nederlands Huisartsengenootschap. Ik zal hiervoor contact met u op nemen. Hoogachtend, de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, drs. M.J. van Rijn Pagina 2van 2
© Copyright 2024 ExpyDoc