ECLI:NL:RBNNE:2014:5620 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 13-11-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Uitspraak RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden parketnummer 18/730749-13 vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 13 november 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], niet als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie en zonder bekende woon- of verblijfplaats, thans gedetineerd in Huis van Bewaring Zwolle, Huub van Doornestraat 15 te Zwolle. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 oktober 2014. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. V.P.J. Tuma, advocaat te Amersfoort. Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.J. Wildeman. Tenlastelegging Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat: 1. hij in of omstreeks de periode van 4 april 2013 tot en met 8 april 2013, te Leeuwarden en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer] (geboren op 30 april 1996) sub 2: - heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] en/of sub 5: - ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen en/of sub 8: (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer] met en/of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer] (telkens) de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, hebbende verdachte en/of (met) zijn mededader(s): - die [slachtoffer] meegenomen naar zijn/hun woning en/of ondergebracht in een hotelkamer, althans (op meerdere plekken) onderdak verschaft aan die [slachtoffer] en/of - aan die [slachtoffer] drugs (te weten hash en/of cocaïne en/of XTC) en/of alcohol verstrekt en/of laten gebruiken en/of - tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij meisjes in de prostitutie aan het werk had en/of dat die meisjes nu voor zichzelf werken en veel geld verdienen en/of - aan die [slachtoffer] gevraagd of zij voor hem wilde werken en/of (daarbij) gezegd dat de vriendin van die [slachtoffer] al "Ja" had gezegd en/of - condooms en/of glijmiddel en/of babydoekjes en/of scheermesjes aan die [slachtoffer] verstrekt en/of (hierbij) gezegd dat zij die nodig had voor het werken in de prostitutie en/of - tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij als escort moest gaan werken en/of - tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij het geld voor de verstrekte drugs moest terug betalen en/of het verdiende geld moest afgeven en/of - een profiel op de website www.kinky.nl aangemaakt voor die [slachtoffer] en/of op voornoemde website een advertentie geplaatst waarin die [slachtoffer] [slachtoffer] zich (onder de naam "[alias 1]") aanbood voor seks tegen betaling en/of (daarbij) een (erotische) foto van die [slachtoffer] geplaatst, waarop die [slachtoffer] was gekleed in een BH en/of string en/of - een werktelefoon aan die [slachtoffer] gegeven, waarop die [slachtoffer] [slachtoffer] kon worden benaderd door klanten voor seks tegen betaling en/of - instructies aan die [slachtoffer] gegeven met betrekking tot het ontvangen van klanten en/of prijsafspraken en/of - die [slachtoffer] geslagen en/of - tegen die [slachtoffer] gezegd dat ze moest luisteren, anders zou(den) hij en/of zijn mededader(s) heel boos worden en/of - die [slachtoffer] (een) (aantal) klant(en) laten ontvangen en/of bij (een) klant(en) gebracht voor seks tegen betaling en/of - ( een deel van) het door die [slachtoffer] met voornoemde prostitutiewerkzaamheden verdiende geld afgenomen en/of ontvangen; 2. hij in of omstreeks de periode van 4 april 2013 tot en met 8 april 2013, te Leeuwarden en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 2] (geboren op [datum] [datum]) sub 2: - heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 2] en/of sub 5: - ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 2] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen en/of sub 8: (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer 2], met en/of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 2] (telkens) de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, hebbende verdachte en/of (met) zijn mededader(s): - die [slachtoffer 2] meegenomen naar zijn/hun woning en/of ondergebracht in een hotelkamer, althans (op meerdere plekken) onderdak verschaft aan die [slachtoffer 2] [slachtoffer 2] en/of - aan die [slachtoffer 2] drugs (te weten hash en/of cocaïne en/of XTC) en/of alcohol verstrekt en/of laten gebruiken en/of - tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij meisjes in de prostitutie aan het werk had en/of dat die meisjes nu voor zichzelf werken en veel geld verdienen en/of - aan die [slachtoffer 2] gevraagd of zij voor hem wilde werken en/of (daarbij) gezegd dat de vriendin van die [slachtoffer 2] al "Ja" had gezegd en/of - condooms en/of glijmiddel en/of babydoekjes en/of scheermesjes aan die [slachtoffer 2] verstrekt en/of (hierbij) gezegd dat zij die nodig had voor het werken in de prostitutie en/of - tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat zij als escort moest gaan werken en/of - tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat zij het geld voor de verstrekte drugs moest terug betalen en/of het verdiende geld moest afgeven en/of - een profiel op de website www.kinky.nl aangemaakt voor die [slachtoffer 2] en/of op voornoemde website een advertentie geplaatst waarin die [slachtoffer 2] zich (onder de naam "[alias 2]") aanbood voor seks tegen betaling en/of (daarbij) een (erotische) foto van die [slachtoffer 2] geplaatst, waarop die [slachtoffer 2] was gekleed in een BH en/of string en/of - een werktelefoon aan die [slachtoffer 2] gegeven, waarop die [slachtoffer 2] kon worden benaderd door klanten voor seks tegen betaling en/of - instructies aan die [slachtoffer 2] gegeven met betrekking tot het ontvangen van klanten en/of prijsafspraken en/of - tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat ze moest luisteren, anders zou(den) hij en/of zijn mededader(s) heel boos worden en/of - die [slachtoffer 2] bij de keel gegrepen en/of gezegd: "Wie is de baas" en/of - die [slachtoffer 2] (een) (aantal) klant(en) laten ontvangen en/of bij (een) klant(en) gebracht voor seks tegen betaling en/of - ( een deel van) het door die [slachtoffer 2] met voornoemde prostitutiewerkzaamheden verdiende geld afgenomen en/of ontvangen; 3. hij in of omstreeks de periode van 5 april 2013 tot en met 8 april 2013 te Leeuwarden, met [slachtoffer 2] (geboren op [datum]), die de leeftijd van twaalf jaren , maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] [slachtoffer 2], hebbende verdachte: - zijn penis in de mond van de [slachtoffer 2] gebracht en/of - zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 2] gebracht. In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad. Vordering officier van justitie De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd: - veroordeling voor het onder 1., 2. en 3. ten laste gelegde; - oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van voorarrest; - hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot een bedrag van € 4.300,00 met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Beoordeling van het bewijs van het onder 1. en 2. ten laste gelegde De officier van justitie heeft aangevoerd dat op grond van de verklaringen van aangeefster [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2]) en [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer]), ondersteund door diverse getuigenverklaringen en telefoon- en internetgegevens de ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden. De raadsman van verdachte heeft gemotiveerd vrijspraak van het onder 1. en 2. ten laste gelegde bepleit. Hiertoe heeft de raadsman onder meer aangevoerd dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer] verdachte op eigen initiatief hebben benaderd en dat verdachte in de veronderstelling verkeerde dat zij meerderjarig waren. Met betrekking tot subonderdeel 5 heeft de raadsman aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte [slachtoffer 2] en [slachtoffer] ertoe heeft gebracht zich tot het verrichten van prostitutiewerkzaamheden beschikbaar te stellen. [slachtoffer 2] en [slachtoffer] waren vrij om te gaan en staan waar ze wilden en verdachte heeft geen enkele handeling verricht om ze ertoe te brengen in de prostitutie te gaan werken, aldus de raadsman. Vaststelling van de feiten De rechtbank gaat bij de vaststelling van de feiten uit van de verklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer]. Deze verklaringen komen in sterke mate overeen en zijn consistent en gedetailleerd. De verklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer] worden - ook op details bevestigd door telefoon- en internetgegevens en verschillende (objectieve) getuigenverklaringen, te weten de verklaringen van de klanten van [slachtoffer] en [slachtoffer 2] en de verklaringen van de medewerkers van het Eurohotel en het Campanile hotel. Bovendien worden de verklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer] op diverse onderdelen ondersteund door de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte]). De rechtbank stelt op grond van de in de voetnoten te noemen bewijsmiddelen 1 die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten, het volgende vast. Op 4 april 2013 liepen [slachtoffer 2] - op dat moment 15 jaar oud - en [slachtoffer] - op dat moment 16 jaar oud - weg uit een instelling van Fier Fryslan in Leeuwarden. 2 [slachtoffer 2] en [slachtoffer] gingen samen op de fiets naar de Weaze in Leeuwarden, alwaar zij verdachte en [kennis] (hierna: [kennis]) troffen in een shoarmazaak. Ze raakten aan de praat en vertrokken samen naar de woning van [kennis] 3 , waar [slachtoffer 2] en [slachtoffer] bier, jointjes en cocaïne kregen en verdachte seks had met [slachtoffer] en [kennis] met [slachtoffer 2]. 4 5 Vervolgens gingen [slachtoffer 2] en [slachtoffer] mee naar de woning van verdachte om daar de nacht door te brengen. Op 5 april 2013 ontmoetten [slachtoffer 2] en [slachtoffer] [medeverdachte] en gingen ze met hem en verdachte mee naar een woning in Oosterwolde waarvan [medeverdachte] de sleutel had. 6 Aldaar kregen [slachtoffer 2] en [slachtoffer] wodka en gebruikten ze cocaïne. [slachtoffer] had seks met verdachte en [slachtoffer 2] had seks met [medeverdachte]. 7 Verdachte en [medeverdachte] vertelden dat ze meisjes voor zich hadden werken. Even later vroeg verdachte aan [slachtoffer] of zij ook voor hem in de prostitutie wilde werken en zei daarbij dat [slachtoffer 2] al had toegezegd. [medeverdachte] vroeg aan [slachtoffer 2] of zij voor hem in de prostitutie wilde werken en zei dat [slachtoffer] al had toegezegd. [slachtoffer 2] en [slachtoffer] gingen hiermee akkoord. 8 9 [medeverdachte] gaf aan dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer] niet achter de ramen konden, maar als escort zouden gaan werken. 10 Op 6 april 2013 reed verdachte met [medeverdachte], [slachtoffer 2] en [slachtoffer] naar het Campanile hotel in Leeuwarden, alwaar verdachte een kamer reserveerde. 11 12 [medeverdachte] betaalde de kamer. 13 Op de hotelkamer moesten [slachtoffer 2] en [slachtoffer] erotisch poseren in lingerie terwijl [medeverdachte] foto's van hen maakte. Met deze foto's maakte [medeverdachte] zowel voor [slachtoffer 2] als [slachtoffer] een advertentie 14 aan op de website www.kinky.nl. [slachtoffer 2] en [slachtoffer] werden in deze advertenties onder de namen[alias 2] ([slachtoffer 2]) en [alias 1] ([slachtoffer]), beiden 19 jaar, aangeboden voor seks tegen betaling. [medeverdachte] voorzag [slachtoffer 2] en [slachtoffer] van condooms, glijmiddel, scheermesjes en babydoekjes en gaf instructies met betrekking tot het ontvangen van klanten en prijsafspraken. 15 [medeverdachte] zei tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer] dat ze goed moesten luisteren, anders zouden verdachte en hij heel boos worden. [slachtoffer 2] en [slachtoffer] kregen een werktelefoon van verdachte en [medeverdachte] en diezelfde avond werd [slachtoffer] gebeld door haar eerste klant. Verdachte bracht [slachtoffer] naar haar klant, waarna de klant met hen meeging om te pinnen. [slachtoffer] bracht vervolgens een uur met de klant door, waarna ze € 200,00 van hem kreeg. Het verdiende geld heeft [slachtoffer] aan verdachte afgegeven. 16 17 De volgende dag, 7 april 2013, reserveerde verdachte een kamer in het Eurohotel in Leeuwarden. 18 Deze kamer werd eveneens betaald door [medeverdachte]. 19 [slachtoffer 2] was inmiddels benaderd door twee klanten. Met de ene klant had ze seks in een auto en met de andere klant in de kamer in het Eurohotel. 20 Van beide klanten kreeg ze € 150,00. [slachtoffer 2] gaf het verdiende geld af aan [medeverdachte]. [slachtoffer] had die dag ook een klant waarmee ze seks had voor € 180,00. Dit geld gaf ze aan verdachte. [slachtoffer 2] en [slachtoffer] moesten het verdiende geld aan verdachte en [medeverdachte] geven omdat ze drugs van verdachte en [medeverdachte] hadden gebruikt. 21 22 Op 8 april 2013 kwamen verdachte en [medeverdachte] erachter dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer] vermist waren, waarop ze hen wegstuurden. Bespreking van de verweren Ten aanzien van de opmerkingen van de raadsman inhoudende dat verdachte in de veronderstelling verkeerde dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer] meerderjarig waren, overweegt de rechtbank dat de minderjarigheid van slachtoffers in mensenhandelzaken - evenals in zedenzaken - een geobjectiveerd bestanddeel vormt. Het opzet van verdachte behoefde derhalve niet op de minderjarigheid van [slachtoffer 2] en [slachtoffer] te zijn gericht en onwetendheid op dit punt staat dan ook niet aan een bewezenverklaring in de weg. De rechtbank verwerpt het verweer. De raadsman heeft met betrekking tot subonderdeel 5 gesteld dat niet kan worden bewezen dat verdachte [slachtoffer 2] en [slachtoffer] ertoe heeft gebracht zich tot het verrichten van prostitutiewerkzaamheden beschikbaar te stellen. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat het initiatief voor de ontmoeting met verdachte bij [slachtoffer 2] en [slachtoffer] lag, dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer] vrij waren om te gaan en staan waar ze wilden en dat verdachte geen handelingen kan worden verweten waardoor [slachtoffer 2] en [slachtoffer] in de prostitutie zijn gaan werken. De rechtbank stelt wat dit betreft voorop dat uit de vaststelling van de feiten blijkt dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer] tegen elkaar zijn uitgespeeld doordat verdachte en [medeverdachte] respectievelijk tegen [slachtoffer] en [slachtoffer 2] hebben gezegd dat de ander er al mee had ingestemd in de prostitutie te werken, waarna een aaneenschakeling van handelingen (het maken van foto's, plaatsen van advertenties, huren van hotelkamers et cetera) van verdachte en [medeverdachte] met het oog op het prostitueren van [slachtoffer 2] en [slachtoffer] volgde. Voor zover de raadsman heeft gesteld dat verdachte [slachtoffer 2] en [slachtoffer] er met deze handelingen niet toe heeft gedwongen zich te prostitueren, is van belang dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer] ten tijde van het tenlastegelegde minderjarig waren. Artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 2, 5 en 8, van het Wetboek van Strafrecht heeft blijkens de wetsgeschiedenis 23 onder meer tot doel het beschermen van minderjarigen tegen prostitutie. De achterliggende gedachte van de wetgever hierbij is dat een persoon die zich tot prostitutie laat brengen een beslissing neemt die verstrekkende gevolgen heeft. Een minderjarige wordt in het algemeen minder goed in staat geacht om dergelijke gevolgen te kunnen overzien en derhalve een weloverwogen keuze voor het werken in de prostitutie te maken. In tegenstelling tot de subonderdelen met betrekking tot meerderjarigen vormen dwangmiddelen - zoals opgesomd in artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 1, van het Wetboek van Strafrecht geen bestanddeel van de delictsomschrijving van sub 2, 5 en 8. De wetgever gaat er blijkens de wetsgeschiedenis ten aanzien van minderjarige slachtoffers namelijk van uit dat er per definitie sprake is van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, hetgeen één van de in sub 1 genoemde dwangmiddelen ten aanzien van meerderjarigen is. Gelet op de wetsgeschiedenis is er naar het oordeel van de rechtbank in het geval van minderjarige slachtoffers altijd sprake van een beperking van de keuzevrijheid, zodat initiatief van en/of instemming door minderjarige slachtoffers niet in de weg kan staan aan een bewezenverklaring. De rechtbank acht derhalve bewezen dat verdachte en [medeverdachte] door hun handelen [slachtoffer 2] en [slachtoffer] ertoe hebben gebracht in de prostitutie te gaan werken. De rechtbank verwerpt derhalve ook dit verweer en acht de onder 1. en 2. ten laste gelegde mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer] en [slachtoffer 2] bewezen. In vereniging plegen Verdachte heeft meermalen seks met [slachtoffer] gehad en [medeverdachte] met [slachtoffer 2]. Op die manier raakten [slachtoffer 2] en [slachtoffer] aan verdachte en [medeverdachte] gebonden. Vervolgens hebben verdachte en [medeverdachte] [slachtoffer 2] en [slachtoffer] zoals reeds overwogen - tegen elkaar uitgespeeld teneinde hen in de prostitutie te laten werken. Verdachte en [medeverdachte] hebben beiden handelingen ten aanzien van [slachtoffer 2] en [slachtoffer] verricht en hebben ook beiden verdiensten van [slachtoffer 2] en [slachtoffer] in ontvangst genomen. Naar het oordeel van de rechtbank was dan ook sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte] en kan het plegen in vereniging worden bewezen. Beoordeling van het bewijs van het onder 3. ten laste gelegde De officier van justitie heeft bewezenverklaring van het onder 3. ten laste gelegde - kort gezegd het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 2] die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam - gevorderd. Hiertoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat [slachtoffer 2] weliswaar de enige is die heeft verklaard dat verdachte haar heeft gevingerd en dat zij verdachte heeft moeten pijpen, maar dat haar verklaringen op andere punten uitvoerig en gedetailleerd worden ondersteund door de verklaring van [slachtoffer] en de overige bewijsmiddelen in het dossier. Daarmee is volgens de officier van justitie voldaan aan het wettelijk bewijsminimum. De raadsman van verdachte heeft gemotiveerd vrijspraak van het onder 3. ten laste gelegde bepleit. Hiertoe heeft de raadsman onder meer aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer 2] ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde niet wordt ondersteund door enig ander bewijsmiddel en dat derhalve niet aan het wettelijk bewijsminimum is voldaan. De rechtbank overweegt als volgt. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij door verdachte is gevingerd en dat zij verdachte moest pijpen. Dit zou in Oosterwolde hebben plaatsgevonden. Ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde is echter enkel Leeuwarden als pleegplaats in de tenlastelegging opgenomen. Reeds om die reden zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het onder 3. ten laste gelegde. Daarnaast is de rechtbank - met de raadsman - van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 2] op het punt van de ontuchtige handelingen gepleegd door verdachte niet worden ondersteund door enig ander bewijsmiddel en dat derhalve niet is voldaan aan het in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering neergelegde wettelijk bewijsminimum. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het onder 3. ten laste gelegde. Bewezenverklaring De rechtbank acht het onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat: 1. hij in de periode van 4 april 2013 tot en met 8 april 2013 te Leeuwarden en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, een ander, te weten [slachtoffer], geboren op 30 april 1996 sub 2: - heeft vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] en sub 5: - ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en sub 8: telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer] met een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer] telkens de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, hebbende verdachte en/of zijn mededader: - die [slachtoffer] meegenomen naar hun woning en ondergebracht in een hotelkamer en - aan die [slachtoffer] drugs, te weten hash en cocaïne en alcohol, verstrekt en laten gebruiken en - tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij meisjes in de prostitutie aan het werk had en dat die meisjes nu voor zichzelf werken en veel geld verdienen en - aan die [slachtoffer] gevraagd of zij voor hem wilde werken en daarbij gezegd dat de vriendin van die [slachtoffer] al "ja" had gezegd en - condooms en glijmiddel en babydoekjes en scheermesjes aan die [slachtoffer] verstrekt en hierbij gezegd dat zij die nodig had voor het werken in de prostitutie en - tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij als escort moest gaan werken en - tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij het geld voor de verstrekte drugs moest terug betalen en het verdiende geld moest afgeven en - een profiel op de website www.kinky.nl aangemaakt voor die [slachtoffer] en op voornoemde website een advertentie geplaatst waarin die [slachtoffer] zich onder de naam "[alias 1]" aanbood voor seks tegen betaling en daarbij een erotische foto van die [slachtoffer] geplaatst, waarop die [slachtoffer] was gekleed in een BH en string en - een werktelefoon aan die [slachtoffer] gegeven, waarop die [slachtoffer] kon worden benaderd door klanten voor seks tegen betaling en - instructies aan die [slachtoffer] gegeven met betrekking tot het ontvangen van klanten en prijsafspraken en - tegen die [slachtoffer] gezegd dat ze moest luisteren, anders zouden hij en zijn mededader heel boos worden en - die [slachtoffer] een klant laten ontvangen en bij een klant gebracht voor seks tegen betaling en - een deel van het door die [slachtoffer] met voornoemde prostitutiewerkzaamheden verdiende geld ontvangen; 2. hij in de periode van 4 april 2013 tot en met 8 april 2013 te Leeuwarden en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, een ander, te weten [slachtoffer 2], geboren op 30 oktober 1997 sub 2: - heeft vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 2] en sub 5: - ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en sub 8: telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer 2], met een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 2] (telkens) de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, hebbende verdachte en/of zijn mededader: - die [slachtoffer 2] meegenomen naar hun woning en ondergebracht in een hotelkamer, en - aan die [slachtoffer 2] drugs, te weten hash en cocaïne en alcohol, verstrekt en laten gebruiken en - tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij meisjes in de prostitutie aan het werk had en dat die meisjes nu voor zichzelf werken en veel geld verdienen en - aan die [slachtoffer 2] gevraagd of zij voor hem wilde werken en daarbij gezegd dat de vriendin van die [slachtoffer 2] al "ja" had gezegd en - condooms en glijmiddel en babydoekjes en scheermesjes aan die [slachtoffer 2] verstrekt en hierbij gezegd dat zij die nodig had voor het werken in de prostitutie en - tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat zij als escort moest gaan werken en - tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat zij het geld voor de verstrekte drugs moest terug betalen en het verdiende geld moest afgeven en - een profiel op de website www.kinky.nl aangemaakt voor die [slachtoffer 2] en op voornoemde website een advertentie geplaatst waarin die [slachtoffer 2] zich onder de naam "[alias 2]" aanbood voor seks tegen betaling en daarbij een erotische foto van die [slachtoffer 2] geplaatst, waarop die [slachtoffer 2] was gekleed in een BH en string en - een werktelefoon aan die [slachtoffer 2] gegeven, waarop die [slachtoffer 2] kon worden benaderd door klanten voor seks tegen betaling en - instructies aan die [slachtoffer 2] gegeven met betrekking tot het ontvangen van klanten en prijsafspraken en - tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat ze moest luisteren, anders zouden hij en zijn mededader heel boos worden en - die [slachtoffer 2] een klant laten ontvangen en bij een klant gebracht voor seks tegen betaling en - het door die [slachtoffer 2] met voornoemde prostitutiewerkzaamheden verdiende geld ontvangen. De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op: 1. Mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen. 2. Mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen. Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten. Strafbaarheid van verdachte De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken. Strafmotivering Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte reclasseringsrapportages d.d. 10 december 2013 en 11 februari 2014, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 26 september 2014, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman. De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel. Hij heeft - kort gezegd - samen met zijn medeverdachte twee minderjarige meisjes onderdak geboden, vervoerd en ertoe gebracht prostitutiewerkzaamheden te verrichten, onder meer door foto's van de meisjes te maken, hun diensten op de site www.kinky.nl aan te bieden en hotelkamers voor het ontvangen van klanten te boeken. Dit zijn zeer ernstige feiten en mede door het handelen van de verdachte is inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van deze jonge meisjes. Uit het uittreksel van de justitiële documentatie blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor uiteenlopende delicten, echter niet voor mensenhandel. De reclassering signaleert problemen op veel leefgebieden. Zo is sprake van middelengebruik en heeft verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats, geen dagbesteding, financiële problemen en een negatief sociaal netwerk. Verdachte heeft een pro-criminele houding, weinig probleembesef en inadequate copingvaardigheden. De reclassering schat het recidiverisico in als hoog en adviseert om aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen zodat verdachte de consequenties van zijn gedrag ervaart. De rechtbank is van oordeel dat in beginsel slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend is bij een bewezenverklaring van mensenhandel. De rechtbank houdt bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf in het onderhavige geval in het voordeel van verdachte rekening met de relatief korte pleegperiode en het feit dat er geen geweld tegen de meisjes is gebruikt. Voorts houdt de rechtbank rekening met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Alle omstandigheden afwegend zal de rechtbank aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 2. ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust. De rechtbank is van oordeel dat de gestelde materiële schade, die niet inhoudelijk door verdachte is betwist, voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. Naar het oordeel van de rechtbank is voorts komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks immateriële schade is toegebracht, die de rechtbank in redelijkheid en billijkheid vaststelt op € 2.000,00. De rechtbank acht de vordering derhalve tot een bedrag van € 2.300,00 gegrond en voor hoofdelijke toewijzing vatbaar. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige gedeelte van haar vordering niet-ontvankelijk verklaren. De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen. Toepassing van wetsartikelen De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 63 en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde. DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT: Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 3. is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar. Veroordeelt verdachte tot: Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden. Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 8 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Stelt als algemene voorwaarden: 1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit; 2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; 3. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen. Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij. Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 2.300,00 (zegge: tweeduizenddriehonderd euro), in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil. Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], te betalen een bedrag van € 2.300,00 (zegge: tweeduizenddriehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 33 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd. Dit bedrag bestaat uit € 300,00 aan materiële schade en € 2.000,00 aan immateriële schade. Bepaalt daarbij dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen. Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] voor het overige gedeelte van haar vordering niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. Dit vonnis is gewezen door mr. L.G. Wijma, voorzitter, mr. M. Jansen en mr. M. Haisma, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 november 2014. w.g. Wijma VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT Jansen de griffier van de rechtbank Noord-Nederland, Haisma locatie Leeuwarden, Woude RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden parketnummer 18/730749-13 proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer in bovengenoemde rechtbank op 30 oktober 2014 Tegenwoordig: mr. L.G. Wijma, voorzitter, mr. M. Jansen en mr. M. Haisma, rechters, en mr. C.L. van der Woude, griffier. Als officier van justitie is ter terechtzitting aanwezig mr. R.J. Wildeman. De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen. De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de voorzitter te zijn genaamd: [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], niet als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie en zonder bekende woon- of verblijfplaats, thans gedetineerd in Huis van Bewaring Zwolle, Huub van Doornestraat 15 te Zwolle. Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. V.P.J. Tuma, advocaat te Amersfoort. Ter terechtzitting is tevens verschenen mr. E. Huls, namens benadeelde partij [slachtoffer 2]. ………………………………………… De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van 13 november 2014 te 13:00 uur. Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier. 1 De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich - tenzij anders vermeld - in het doorgenummerde einddossier met proces-verbaalnummer 01052013-HPV-01, gesloten op 17 maart 2014. 2 Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 14 augustus 2013, pagina's 71-86. 3 Het proces-verbaal van verhoor van [kennis] d.d. 10 april 2014, proces-verbaalnummer 01052013-V-08-01. 4 Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 14 augustus 2013, pagina's 71-86. 5 Het proces-verbaal van bevindingen terzake het intakegesprek met [slachtoffer] d.d. 5 mei 2013, pagina's 36-39. 6 Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte] d.d. 24 februari 2014, pagina's 311-331. 7 Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 14 augustus 2013, pagina's 71-87. 8 Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 14 augustus 2013, pagina's 71-87. 9 Het proces-verbaal van bevindingen terzake het intakegesprek met [slachtoffer] d.d. 5 mei 2013, pagina's 36-39. 10 Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 14 augustus 2013, pagina's 71-87. 11 Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 14 augustus 2013, pagina's 71-87. 12 Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] d.d. 8 mei 2013, pagina's 211-212. 13 Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte] d.d. 24 februari 2014, pagina's 311-331. 14 De advertenties op www.kinky.nl, pagina's 64c en 64d. 15 Het proces-verbaal van bevindingen terzake het intakegesprek met [slachtoffer] d.d. 5 mei 2013, pagina's 36-39. 16 Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 14 augustus 2013, pagina's 71-87. 17 Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 21 november 2013, pagina's 344-345. 18 Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte] d.d. 7 juni 2013, pagina's 200-202. 19 Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte] d.d. 24 februari 2014, pagina's 311-331. 20 Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] d.d. 5 december 2013, pagina's 348-350. 21 Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 14 augustus 2013, pagina's 71-87. 22 Het proces-verbaal van bevindingen terzake het intakegesprek met [slachtoffer] d.d. 5 mei 2013, pagina's 36-39. 23 Nota naar aanleiding van het Verslag, Kamerstukken II 1990/91, 21 027, nr. 5.
© Copyright 2024 ExpyDoc