Veiligheid, bouw en gebruik

De motorzaag
Veiligheid, bouw en gebruik
Inhoud
Inleiding
1 Veiligheid en gezondheid 1.1 Wetten en regels
1.1.1
Arbowet
1.1.3
Europese regelgeving
1.1.2
Flora- en faunawet
1.1.4 Andere regels 1.2 Veiligheidseisen aan de machine
1.3 Veiligheidsmaatregelen
1.3.1
1.3.3 Brandstof en kettingolie
Personeel
1.3.2 Machine
1.3.4 Werkplek
1.3.5 Weersomstandigheden
1.4 Persoonlijke beschermingsmiddelen
1.4.1 Hoofdbescherming
1.4.3 Gehoorbescherming
4
3 Werken met de motorzaag
29
5
30
6
6
6
7
7
8
10
10
11
11
12
13
13
13
3.2.2 Korten zonder de zaagbok
3.4 Het uitsnoeien van bomen
3.4.1 Uitsnoeien van naaldhout
16
Aandrijving
20
2.1.3 Veiligheidsketting
23
2.1.2 Zaagketting
2.1.4 Kettingmaten
2.2 Onderhoud
2.2.1 Controle en onderhoud
2.2.3 Ketting vijlen
2.2.2 Dagelijks onderhoud
18
22
23
23
23
24
26
35
35
3.5.1 Basistechniek
38
3.5.3 Hartsteek
42
3.6.1 Vooroverhangende bomen
43
3.6.3 Achteroverhangende bomen (dik)
3.5 Het vellen van rechtopstaande bomen
3.5.2 Steken en rondzagen
3.6.2 Achteroverhangende bomen (dun) 3.6.4 Zijwaarts hangende bomen
3.7 Het vellen van beschadigde bomen
Rotte bomen
3.7.2 Ontwortelde bomen
3.8 Veel voorkomende problemen
3.8.1 Afwijkend scharnierpunt
3.8.2 Ondermijning
3.8.4 Boom valt niet na velsnede
37
41
3.6 Het vellen van niet-rechtopstaande bomen 43
3.7.3 Afgebroken bomen
16
31
36
1.4.7 Signaalkleding
31
3.4.2 Uitsnoeien van loofhout
15
1.4.6 Voetbescherming
30
3.3 Het omzagen van kleine bomen en struiken 34
3.7.1
2.1.1
3.2.1 Korten met de zaagbok
14
14
1.4.5 Beenbescherming
14
17
1.4.4 Handbescherming
2.1 Bouw
3.2 Het afkorten van geveld hout
14
1.5 Bedrijfshulpverlening (BHV) 3.1 Algemene handelingen
1.4.2 Oogbescherming
2 Bouw en onderhoud
3.8.3 Wortelaanlopen
3.8.5 Vastgevallen bomen
3.9 Hulpmiddelen
44
46
46
48
48
49
50
51
51
51
51
52
52
55
3.9.1 Handmatig of machinaal duwen
3.9.3 Wiggen
56
3.9.5 Hydraulische graafmachine
60
3.9.2 Velhevel
3.9.4 Trekken
Register 55
55
57
63
3
2.1 Bouw
Aanzicht rechts:
2 Kettingrem/handbescherming
1 Draagbeugel
3 Zaagketting of ketting
4 Kettinggeleider of zaagblad
1 Draagbeugel
3 Zaagketting of ketting
Er bestaan verschillende soorten zaagkettingen. Zie
verder paragraaf 2.1.2.
Je houdt de draagbeugel met je linkerhand vast.
Deze beugel is zo ontworpen dat je altijd een goede
grip hebt, of je nu horizontaal, diagonaal of verticaal
zaagt. Bij de modellen met handverwarming zorgt
een elektrische gloeispiraal in de beugel voor de
verwarming.
2 Kettingrem/handbescherming
De bediening van de kettingrem dient ook als
bescherming voor de linkerhand.
4 Kettinggeleider of zaagblad
Begeleidt de zaagketting. In de neus zit vaak een
tandwiel om de ketting soepeler om het zaagblad te
laten lopen. Via een olietoevoergaatje in het zaagblad wordt kettingolie in de groef gepompt.
De kettingolie zorgt voor de smering van de ketting.
Het zaagblad bevat ook twee gaten voor een
stelschroef waarmee de ketting op de juiste spanning wordt gebracht. Omdat de oliegaten en
stelschroefgaten zowel aan de boven- als onderkant
zitten, kun je het zaagblad omkeren. Hierdoor slijt
het blad gelijk­matig.
18
IPC Groene Ruimte
Aanzicht links:
6 Repeteerstarter of
starterinrichting
5 Veltanden
8 Olietank
5 Veltanden
7 Brandstoftank
Deze kun je gebruiken om de zaag in of tegen de
stam te laten rusten. De veltanden geven meer grip
op het ronde hout. De zware motorzagen hebben
soms aan beide kanten van het zaagblad een rij met
veltanden zitten.
Hierin wordt de mengsmering opgeslagen. Soms is
de tank gecombineerd met het achterhandvat. Van
hieruit wordt de brandstof door de brandstofpomp
via het brandstoffilter naar de carburateur gepompt.
6 Repeteerstarter of starterinrichting
Hiermee kun je de motorzaag starten. Door aan het
starterkoord te trekken, worden alle processen in
gang gezet om de motor te laten draaien. Als de
motor eenmaal draait, hoort hij te blijven draaien
tot je hem weer uitzet met de stopknop.
Bouw en onderhoud
7 Brandstoftank
8 Olietank
De olietank zit aan de zaag voor de kettingolie.
Een oliepomp zuigt de kettingolie via een oliefilter uit
de tank en pompt deze naar de kettinggeleider.
19
2.2.2 Dagelijks onderhoud
Maak de machine na het gebruik schoon en scherp en controleer direct op defecten.
Zo voorkom je onaangename verrassingen bij het volgende gebruik.
blaasrichting
1 Verwijder zaagsel, hars en olieresten met een compressor of
een kwast.
2 Verwijder het vuil uit de geleider door vanaf het neuswiel
van je af te blazen. Vergeet de olietoevoergaatjes niet (inzet).
vijlrichting
3 Verwijder de bramen van de geleider met een platte vijl.
4 Verwijder het luchtfilter.
5 Spuit het luchtfilter schoon van binnen naar buiten. Z0
6 Draai de twee moeren handvast. Trek het neuswiel omhoog.
7 Blijf het neuswiel omhoogtrekken. De ketting is op span­­ning
8 Blijf het neuswiel omhoog trekken en draai de twee moeren
voorkom je dat je het vuil in het luchtfilter spuit.
als de verbindingsschakels de geleider net raken.
Breng de ketting op spanning met de stelschroef.
vast met een bougiesleutel.
24
motorzaag
IPC GroeneDeRuimte
Het opspannen van het starterkoord
Als het starterkoord te slap hangt, moet je het weer opspannen. Dit doe je als volgt:
1 Schroef de starterkap van de motorzaag
2 Trek het starterkoord uit en blokkeer het wiel met je duim.
3 Trek het niet-gespannen starterkoord in het kapje. Blijf het
4 Draai het koord één of enkele slagen in de richting van de
5 Blijf het wiel blokkeren. Trek het starterkoord weer uit het
6 Houd de handgreep van het starterkoord vast en haal je
7 Monteer het kapje met het gespannen starterkoord weer op
Bouw en onderhoud
Zo loopt het starterkoord niet terug.
wiel met je duim blokkeren.
kapje.
de motorzaag.
pijl.
duim van het wiel. Het starterkoord trekt nu weer in het
kapje. Als het starterkoord nog steeds te slap is, herhaal dan
stap 2 - 6.
25
3.5.3 Hartsteek
Als je twijfelt of het zaagblad tot over de helft van de stamdiameter reikt, moet je een hartsteek maken.
1
2
3
4
5
6
wig
Controleer of het zaagblad lang genoeg is door de zaag ’droog’ in de valkerf te leggen. Dit doe je om te
voorkomen dat er vlak achter de breuklijst een stuk hout vast blijft zitten. Je zult dan namelijk veel moeite
moeten doen om de boom over het scharnierpunt te werken. Denk aan de trekkracht van 1000 kg/cm2!
Maak de hartsteek altijd direct nadat je de valkerf hebt gezet. Gebruik wiggen wanneer je niet zeker weet of
de boom uit zichzelf zal vallen.
1 B
egin te zagen in het midden van de valkerf, enkele
centimeters boven de zool.
2 H
oud de zaag schuin. Je begint daardoor te zagen met de
onderkant van de punt van de geleider.
42
motorzaag
IPC
IPC Groene
GroeneDeRuimte
Ruimte
3 Draai daarna de zaag, zodat je recht in de valkerf steekt.
4 Steek de geleider zo diep mogelijk in de valkerf.
3.6 Het vellen van nietrechtopstaande bomen
3.6.1 Vooroverhangende bomen
1
2
4
5
3
Werken met de motorzaag
Bomen die heel duidelijk in een bepaalde richting
hangen, brengen gevaren met zich mee. Het toepassen van alternatieve veltechnieken helpt om deze
gevaren te controleren.
Het grootste gevaar bij bomen die in de velrichting
hangen is onderschatting. Omdat de bomen zonder
hulpmiddelen kunnen vallen, denken de meeste
mensen dat dit de makkelijkste bomen zijn. Maar
alle hangende bomen kennen spanning in het hout.
Het opscheuren van de stam is het grootste gevaar.
Dit kun je voorkomen door de volgende veltechniek
toe te passen. Het voornaamste verschil zit in het
maken van de velsnede.
6
Je steekt de zaag op ruime afstand van de te vormen breuklijst door de boom. Daarna zaag je de breuklijst op maat en maak je
de velsnede naar achteren toe af.
43