Broos herstel | Koopkracht stijgt Wat zijn de fiscale gevolgen van Prinsjesdag 2014 voor jou? Afgelopen dinsdag was het weer zover: Prinsjesdag. Traditie getrouw is de miljoenennota en dus het belastingplan voor komend jaar gepresenteerd. Voor jullie heb ik in het kort de belangrijkste zaken van het belastingplan 2015 op een rijtje gezet. Let wel het zijn allemaal nog wetsvoorstellen. Het idee is in ieder geval dat de meeste maatregelen per 1 januari a.s. inwerking treden. Heffingskortingen en tarieven 2015 Algemene heffingskorting en arbeidskorting De algemene heffingskorting zal tot een belastbaar inkomen van € 50.000 marginaal toenemen ten opzichte van 2014. Hogere inkomens hebben een lagere algemene heffingskorting dan in 2014. Ongeveer hetzelfde geldt ook voor de arbeidskorting. Bij inkomens tot € 100.000 neemt de arbeidskorting toe (met name voor inkomens tussen € 60.000 en € 80.000 is de stijging het hoogst). Inkomen Algemene heffingskorting tot 2013 € € Arbeidskorting 2014 € 2014 € 2015 € 20.000 2.096 2.199 2.097 2.220 40.000 1.696 1.735 2.097 2.220 60.000 1.366 1.342 1.325 1.816 80.000 1.366 1.342 525 1.016 90.000 1.366 1.342 367 616 100.000 1.366 1.342 367 184 120.000 1.366 1.342 367 184 Belasting eerste schijf iets omhoog De eerste schijf van de loon- en inkomstenbelasting gaat iets omhoog van 36,25% in 2014 naar 36,5% in 2015. De overige tarieven zijn ongewijzigd. De lengte van de schijven wordt iets langer. Belastingplichtigen tot AOW-‐leeftijd 2014 2015 Tarief 1e schijf 36,25% 36,50% Lengte 1e schijf € 19.645 € 19.822 Tarief 2e schijf 42,00% 42,00% Lengte 2e schijf € 13.718 € 13.767 Tarief 3e schijf 42,00% 42,00% Lengte 3e schijf € 23.168 € 23.996 Tarief 4e schijf 52,00% 52,00% Lengte 4e schijf overig overig Belastingplichtigen vanaf AOW-‐leeftijd 2014 2015 Tarief 1e schijf 18,35% 18,60% Lengte 1e schijf € 19.645 € 19.822 Tarief 2e schijf 24,10% 24,10% Lengte 2e schijf € 13.718 € 13.767 Tarief 3e schijf 42,00% 42,00% Lengte 3e schijf € 23.168 € 23.996 Tarief 4e schijf 52,00% 52,00% Lengte 4e schijf overig overig Schenking Verruiming vrijstelling van schenkbelasting komt te vervallen De vrijstelling van de schenkbelasting voor schenkingen van ouders aan kinderen geldt nog tot 1 januari 2015. De hoogte van de vrijstelling is € 100.000 (voor zover geen gebruik gemaakt van de eenmalige verhoging). Het moet dan wel gaan om schenkingen die verband houden met de eigen woning. Let wel er moet aangifte schenkbelasting worden gedaan. Per 1 januari 2015 geldt een maximale vrijstelling van € 52.752 en is de vrijstelling beperkt tot ouders en kinderen tussen de 18 en 40 jaar. Eigen woning Verlaagd BTW-tarief voor herstel en renovatie bestaande woningen verlengd Het verlaagde btw-tarief dat tot 1 januari 2015 van toepassing is op renovatie- en herstelwerkzaamheden van/aan woningen wordt verlengd tot 1 juli 2015. Renovatie- en herstelwerkzaamheden Renovatie- en herstelwerkzaamheden zijn bijvoorbeeld het herstellen en onderhouden van de woning. Zo ook het aanbrengen van goederen in of aan een woning die in bouwkundig opzicht deel (gaan) uitmaken van de woning, zoals dakkapellen, dakterrassen, het aanbrengen van dubbelglas en serres. Niet onder het verlaagde tarief vallen het laten wassen van de ramen, ongediertebestrijding, aanbrengen of vernieuwen van gordijnen en de volledige nieuwbouw (al dan niet voorafgegaan door volledige sloop). Woningen Woningen zijn onroerende zaken die zijn bestemd voor permanente bewoning door particulieren. Hieronder vallen ook de ruimten in bejaarden-, verpleeg- of verzorgingsinstellingen die (semi-) permanent ter beschikking staan van de bewoner. Onder voorwaarden kunnen ook woonboten en woonwagens als woning worden aangemerkt. Garages, schuren, serres en aan- en uitbouwen vallen onder het begrip woning als zij zich bevinden op hetzelfde perceel als de woning. Het verlaagde tarief geldt niet voor o.a. bedrijfsgebouwen, afzonderlijke garageboxen, vakantiewoningen waarvan permanente bewoning is toegestaan en hotels/pensions. Aftrekbare rente restschuld eigen woning Om de doorstroming op de huizenmarkt te bevorderen wordt de maximale periode voor de aftrek van rente op restschulden verlengd van 10 naar 15 jaar. 0%-lening werkgever De mogelijkheid om zonder fiscale consequenties tegen 0% te lenen van werkgevers door werknemers voor hun eigen woning komt te vervallen. Werkkostenregeling (WKR) Vanaf 1 januari 2015 is de WKR verplicht. Het belastingplan 2015 heeft een aantal (onduidelijke, onwerkbare) zaken gespecificeerd, waaronder: Het noodzakelijkheidscriterium Het uitgangspunt van het noodzakelijkheidscriterium is dat de werkgever gereedschap en communicatie- en computerapparatuur waarvan hij vindt dat de werknemer ze voor het uitoefenen van zijn functie redelijkerwijs nodig heeft, onbelast kan vergoeden of verstrekken. Uiteraard is er een aantal voorwaarden aan verbonden: • de voorziening wordt daadwerkelijk bij het werk gebruikt; • de werkgever bepaalt welk gereedschap of apparaat wordt aangeschaft of aan welke voorwaarden het moet voldoen; en • de werkgever neemt de kosten van de voorziening voor zijn rekening. Let wel zakelijk betekent niet direct noodzakelijk! Gereedschap kan meerdere keren gebruikt worden De definitie van ‘gereedschap’ is aangescherpt. Onder gereedschappen wordt verstaan: gezamenlijke voorwerpen die voor het verrichten van een werkzaamheid nodig zijn. Ze worden gebruikt om iets te maken, repareren of controleren en kunnen meer dan een keer gebruikt worden. Onder gereedschappen wordt natuurlijk niet de werkkleding en kantoormeubilair verstaan. Communicatie- en computerapparatuur Onder communicatie- en computerapparatuur vallen ICT-middelen als computers, tablets en mobiele telefoons. Als een printer nodig is voor het uitvoeren van het werk, kan ook die onder het noodzakelijkheidscriterium vallen. Een belangrijke aanvulling is dat niet alleen de apparatuur zelf, maar ook de vergoedingen en verstrekkingen die er direct verband mee houden onder het criterium vallen (zoals voor bijvoorbeeld een dongel). Concernregeling Een maatregel die de WKR vereenvoudigd is de invoering van de concernregeling. Hetgeen betekent dat organisaties uit hetzelfde concern onder voorwaarden één gezamenlijke vrije ruimte mogen hanteren. Dit zorgt ervoor dat het concern geen splitsing hoeft te maken tussen vergoedingen en verstrekkingen die deels ten behoeve van werknemers van het ene concernonderdeel worden gedaan en deels ten behoeve van werknemers van een ander concernonderdeel. Keuze voor concernregeling kan tot uiterste afrekenmoment Een voorwaarde voor toepassing van de concernregeling is dat de moedermaatschappij voor minimaal 95% eigenaar moet zijn van de dochtermaatschappij(en). Het concern kan nog tot op het uiterste afrekenmoment kiezen voor toepassing van de concernregeling. De regeling geldt dan voor alle concernonderdelen die het gehele kalenderjaar hebben voldaan aan de eigendomseis van 95%. Concernonderdelen die er in de loop van het jaar bij zijn gekomen of af zijn gegaan, vallen buiten de concernregeling. Deze organisaties moeten de verschuldigde belasting bij overschrijding van hun vrije ruimte zelfstandig aangeven en afdragen. Alle concernonderdelen aansprakelijk voor volledige belastingbedrag Het concernonderdeel met de grootste fiscale loonsom moet de belasting afdragen die het concern verschuldigd is bij overschrijding van de gezamenlijke vrije ruimte. Om zeker te stellen dat belasting ook echt wordt afgedragen, worden alle betrokken werkgevers van het concern hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor het hele verschuldigde belastingbedrag.Bij ministeriële regeling kan worden bepaald welke gegevens deelnemers aan de concernregeling in de administratie moeten opnemen. Personeelskorting onder WKR beperkt mogelijk Ook als uw organisatie de werkkostenregeling (WKR) ingevoerd heeft, mag de werkgever de werknemers personeelskorting blijven geven. De werkgever hoeft deze korting niet in de vrije ruimte op te nemen. Er geldt namelijk een gerichte vrijstelling voor. Uiteraard zijn er wel voorwaarden verbonden aan de personeelskorting. Uit het Belastingplan 2015 blijkt dat de regels voor personeelskorting grotendeels hetzelfde blijven. Onder de oude regels voor vergoedingen en verstrekkingen mogen organisaties werknemers onbelast korting geven op zogenoemde branche-eigen producten. Deze korting mag niet meer bedragen dan 20% van de waarde van de producten in het economische verkeer. Bovendien mag elke werknemer maximaal € 500 korting per jaar krijgen. Aan deze regels verandert niets. Onder de WKR geldt namelijk een gerichte vrijstelling voor personeelskortingen van maximaal 20% tot een maximum van € 500 per werknemer per jaar. De werkgever hoeft de korting dus niet in de vrije ruimte onder te brengen. Doorschuiven ongebruikte personeelskorting niet meer toegestaan Werknemers mogen onder de WKR geen ongebruikte korting van voorgaande jaren meer meenemen naar een volgend jaar. Als het jaar voorbij is, vervalt niet-gebruikte korting. Eens per jaar eindheffing WKR toetsen Een andere maatregeling die de WKR moet vereenvoudigen is de van de afrekensystematiek. Werkgevers hoeven per 2015 nog maar één keer per jaar vast te stellen wat hun verschuldigde eindheffing in het kader van de WKR is. In één keer toetsen na afloop van het kalenderjaar De werkgever kan per 2015 na afloop van het kalenderjaar met betrekking tot alle vergoedingen en verstrekkingen uit dat kalenderjaar in één keer toetsen of de vrije ruimte wordt overschreden. De eventueel verschuldigde belasting kan de organisatie dan tegelijk met de loonaangifte over het eerste tijdvak van het volgende kalenderjaar aangeven en afdragen. Bij een aangiftetijdvak van een maand moet dat dus tegelijk met de loonaangifte over januari – die in februari wordt gedaan. Eerder in gedeeltes afdragen blijft ook mogelijk. Varia Gebruikelijkloonregeling Om het verschil in loon tussen de directeur-grootaandeelhouder en de werknemer kleiner te maken wordt de doelmatigheidsmarge van 30% verlaagd tot 25%. De doelmatigheidsmarge houdt in dat het loon van de DGA 25% lager gesteld mag worden dan het bedrag dat een zakelijk loon zou vormen. Omdat de er veel afspraken zijn gemaakt met de fiscus omtrent het te geniet loon van door de DGA’s, geldt voor 2015 een overgangsregeling. Levensloop Per 1 januari 2012 is de levensloopregeling voor nieuwe gevallen afgeschaft. Op grond van het overgangsrecht mogen belastingplichtigen die op 31 december 2011 een levenstegoed hadden van € 3.000 of meer tot en met 2012 blijven deelnemen aan de levensloopregeling. Zij kunnen bestedingsvrij over hun levenslooptegoed beschikken. Hiernaast gold in het jaar 2013 de regeling dat bij volledige opname van het levenslooptegoed slechts 80% hiervan in de belastingheffing werd betrokken. Om anticipatie-effecten te voorkomen was deze 80%-regeling beperkt tot ten hoogste de waarde van de levensloopaanspraken op 31 december 2011. De onder het overgangsrecht vallende deelnemers aan een levensloopregeling die in 2013 geen gebruik gemaakt hebben van voornoemde regeling krijgen in 2015 opnieuw de gelegenheid om van een 80%-regeling gebruik te maken. Kinderregelingen Van de 11 kinderregelingen blijven er nog 4 over: • kinderbijslag • kind-gebonden budget • combinatiekorting • kinderopvangtoeslag De kinderopvangtoeslag bij WW wordt in 2015 en 2016 van drie maanden verlengt zes maanden. De ouderschapsverlofkorting, aftrek levensonderhoud, aanvullende alleenstaande ouderkorting e.a. komen te vervallen. Aftrekbaarheid buitenlandse boetes verdwijnt Buitenlandse boetes zijn per 1 januari 2015 niet langer aftrekbaar van de winst. Hierdoor verdwijnt straks het onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse boetes. Alle geldboetes zijn dan in principe uitgesloten voor de aftrek van de winst. Stop tijdelijke regelingen Afgelopen jaar heeft u kunnen profiteren van enkele tijdelijke regelingen zoals de werkbonus en een verlaagd tarief voor box 2. Per 1 januari 2015 vervallen deze regelingen en moet u weer de oude regels toepassen. De werkbonus, om doorwerken tot de pensioengerechtigde leeftijd te stimuleren, vervalt per 1 januari 2015. Heeft de werknemer vóór 1 januari 2015 een werkbonus ontvangen, dan blijft hij daar tot 65-jarige leeftijd recht op houden. Tarief box 2. In 2014 betaalt u over de eerste € 250.000 aan dividend slechts 22% belasting in box 2. Per 1 januari 2015 gaat weer het oude tarief van 25% gelden voor alle dividenduitkeringen. Ouderentoeslag en ouderenkorting Ouderentoeslag box 3 wordt afgeschaft in 2016 Ouderen met een inkomen in box 1 van maximaal € 19.895 en een grondslag voor sparen en beleggen in box 3 van maximaal € 279.708 hebben nu nog recht op de zogenoemde ouderentoeslag. Deze bestaat uit een verhoging van het heffingsvrije vermogen in box 3 met maximaal € 27.984, waardoor ze dus minder belasting betalen over hun vermogen. Het kabinet schaft deze toeslag af met ingang van 2016. Dit betekent dat ouderen in box 3 straks op dezelfde wijze belast worden als de overige belastingplichtigen. Ouderenkorting omlaag in 2016 Lage inkomens Hoge inkomens Hoogte ouderenkorting 2014 € 1.032 € 150 2015 € 1.042 € 152 2016 € 970 € 70 Op naar een nieuw belastingstelsel!
© Copyright 2024 ExpyDoc