factsheet

Informatie over de belastingheffing van
sportverenigingen zoals verstrekt tijdens de landelijke
voorlichtingsronde 2014.
Inleiding
In de maanden september -oktober 2014 organiseerden NOC*NSF, KNVB, KNLTB en KNHB in nauwe
samenwerking met de Belastingdienst de eerste landelijke voorlichtingsronde voor
sportverenigingen.
Dit is een weergave van de presentatie die tijdens deze voorlichtingsbijeenkomsten door de
Belastingdienst is verzorgd. De voorbeelden en getallen zijn gebaseerd op de toen geldige wet- en
regelgeving. Aan de informatie kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor de meest actuele informatie wordt verwezen naar de pagina’s over sport en belasting en naar
de Veelgestelde vragen voor de doelgroep stichting en vereniging op de website van de
Belastingdienst.
Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................................... 2
1. De Belastingdienst en de belastingheffing van sportorganisaties ...................................................... 4
2. Betalingen aan een persoon voor werkzaamheden............................................................................ 5
2.1. Toepassing vrijwilligersregeling.................................................................................................... 5
2.2. Dienstbetrekking .......................................................................................................................... 6
2.3 Fictieve dienstbetrekking (ook wel gelijkgestelden) ..................................................................... 7
2.4 Vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers (regeling t/m 2014) .................................... 8
2.5 Werkkostenregeling (ingaande 1-1-2015) .................................................................................... 8
2.6 Wetsvoorstel voor wetswijziging WKR ........................................................................................ 10
2.7 Aandachtspunten bij werken met een Verklaring Arbeidsrelatie ............................................... 10
2.8 (Uitsluitend) vergoeden van de werkelijk gemaakte kosten....................................................... 11
2.9. Opgaaf uitbetaalde bedragen (IB 47) ......................................................................................... 11
3. Omzetbelasting.................................................................................................................................. 13
3.1 Ondernemerschap en administratieve verplichtingen ............................................................... 13
3.2 Vrijstellingen ................................................................................................................................ 13
3.3. Consumpties voor eigen gebruik ................................................................................................ 16
3.4 Sponsoring in natura ofwel bartering ......................................................................................... 16
3.5 Tarieven ....................................................................................................................................... 16
3.6 Aftrek van voorbelasting ............................................................................................................. 17
3.7 Suppleties .................................................................................................................................... 18
3.8 Omzetbelasting tot slot ............................................................................................................... 18
4. Kansspelbelasting .............................................................................................................................. 19
5. Geven voor Sport............................................................................................................................... 20
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
1. De Belastingdienst en de belastingheffing van sportorganisaties





De Landelijke Doelgroep Sport in Utrecht is verantwoordelijk voor de belastingheffing van de
betaald voetbal sector, professioneel wielrennen en schaatsen, de grootste sportbonden en
sportkoepels en de sportservicebureaus
De regionale belastingkantoren zijn verantwoordelijk voor de belastingheffing van
sportverenigingen. Sportverenigingen vallen over het algemeen binnen het segment
midden- en kleinbedrijf.
Er is een coördinatiegroep sport, belast met de landelijke coördinatie van de belastingheffing
van sportverenigingen.
Bij verschillende regiokantoren zijn contactpersonen voor sportgerelateerde belastingvragen
waar u met specifieke vragen voor uw sport vereniging terecht kunt.
De Belastingdienst heeft voor sportverenigingen en organisatoren van sportevenementen
speciale webpagina’s ‘Sport en belasting’ met fiscale informatie opgenomen op
www.belastingdienst.nl .
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
2. Betalingen aan een persoon voor werkzaamheden
Als een sportvereniging betalingen doet aan leden of aan andere personen voor de werkzaamheden
die zij voor de club verrichten, kan dit fiscale gevolgen hebben. Hierna wordt ingegaan op de
verschillende mogelijkheden die zich hierbij voordoen.
Wie worden betaald binnen de sportvereniging?
Denk aan:
 Trainer/Coach
 Spelers van het 1e team
 Bestuursleden
 Commissieleden
 Overige zoals barmedewerkers, terreinknechten
 Etc.
Mogelijke situaties bij betalingen aan een persoon
Toepassing vrijwilligersregeling
1. Dienstbetrekking
2. Fictieve dienstbetrekking
3. Uitsluitend vergoeden van werkelijk gemaakte kosten
4. Aandachtspunt VAR verklaring / Verklaring geen loonheffingen
5. Overig: opgaaf uitbetaalde bedragen (IB47)
2.1. Toepassing vrijwilligersregeling
Wanneer is sprake van vrijwilliger in de zin van de wet?
I.
Vrijwilligerswerk verrichten voor een “sportorganisatie”.
II.
Sportvereniging is aan te merken als sportorganisatie
III.
Niet bij wijze van beroep (beloning mag niet ‘marktconform zijn)
IV.
Vergoeding en verstrekking mogen samen niet meer bedragen dan € 150 per maand
V.
Vergoeding en verstrekking mogen samen niet meer bedragen dan
€ 1.500 per jaar
Voor meer informatie, zie de informatie vrijwilligersregeling op de Belastingdienst website.
Voorbeelden vrijwilligersregeling
Voorbeeld




1. Voetbaltrainer Piet
Trainer/coach A1
10 maanden trainer/coach
Vergoeding € 150 per mnd.
Vrijwilligersregeling ? Ja, aan de voorwaarden wordt voldaan
 Hoe zit dit als Piet van de vereniging ook een cursus TC III ter waarde van € 750 krijgt?
De vrijwilligersregeling is in dat geval het hele jaar niet van toepassing. Dit komt door de combinatie
van een vergoeding van €150 per maand met een cursus, waardoor de normbedragen worden
overschreden.
Opmerking verdient dat indien de cursus bijvoorbeeld in september wordt vergoed, met
terugwerkende kracht naar 1 januari van dat jaar de vrijwilligersregeling dan niet van toepassing is.
Dit geldt ook als de vereniging de cursus rechtsreeks aan de opleidingsinstelling betaalt. Een
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
mogelijkheid is om de kosten van een cursus over de loop van de cursusperiode te spreiden
(meerdere kalenderjaren). Hierdoor kan men soms onder de vrijwilligersregeling blijven vallen (niet
in dit voorbeeld overigens omdat men hier al aan de maximale 150 per maand komt).
Voorbeeld 2. Hockeyspeler Mike
 Speler H1
 Seizoen van 10 maanden
 Speler is doorgaans 12 uur per week actief
 Vergoeding € 120 per mnd.
 Vrijwilligersregeling ? Ja, aan de voorwaarden wordt voldaan.
 Hoe zit dit als jaarlijks een kledingpakket van € 290 wordt verstrekt?
De waarde van de verstrekking van het kleding pakket mag voor de toepassing van de
vrijwilligersregeling worden verdeeld over de gebruiksperiode (10 maanden). Het bedrag van de
vrijwilligersvergoeding bedraagt in dit geval dus 120 + 29 (1/10 van 290) = 149 per maand, in totaal
1.490. De vrijwilligersregeling is daarom in dit geval van toepassing.
Voorbeeld 3. Atletiektrainer Hans
 Trainer Atletiekvereniging
 Zomerseizoen ( 6 maanden )
 Vergoeding € 120 per mnd.
 Vrijwilligersregeling? Ja
 Reiskosten ongeveer € 25 per mnd.
 Vrijwilligersregeling? Ja
 Reiskosten in juli € 40
 Vrijwilligersregeling? Nee
De vrijwilligersregeling is in dit laatste geval het hele jaar niet van toepassing doordat de totale
vergoeding (vaste vergoeding + reiskosten) in juli boven de € 150 uitkomt. Hierdoor is met
terugwerkende kracht geen vrijwilligersregeling van toepassing in dit jaar.
Meer voorbeelden en veel gestelde vragen en antwoorden vrijwilligersregeling
 Zie de veel gestelde vragen stichting en vereniging op de website van de Belastingdienst
 Zie het betreffende onderdeel (16.21) in het Handboek loonheffingen op de Belastingdienst
website.
2.2. Dienstbetrekking
Bij de beoordeling of sprake is van een dienstbetrekking wordt gekeken naar:
 Persoonlijk arbeid verrichten gedurende enige tijd:
- geen willekeurige vervanging mogelijk
 Gezagsverhouding:
- recht toezicht uit te oefenen, leiding te geven en door aanwijzingen of instructies
een nadere taakomschrijving te geven
 Loon betalen:
- zowel uur als prestatiebeloning (voorbeeld: wedstrijdpremie) of in natura. Let op bij
betaling (loon)bedragen door een derde (bijvoorbeeld sponsor)
Voor de vraag of er een dienstbetrekking is, maakt het niet uit of de sportvereniging een schriftelijke
overeenkomst heeft gesloten. Het maakt ook niet uit of iemand bij de vereniging in vaste dienst is en
hoeveel uur hij werkt. Losse hulpkrachten of vakantiewerkers kunnen bijvoorbeeld ook in
dienstbetrekking werken.
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
Let op:
 Gelet op de bovenstaande toetsingscriteria zijn teamsporters die meer ontvangen dan de
normbedragen van de vrijwilligersregeling (fiscaal) over het algemeen in dienstbetrekking.

Indien een ander dan de vereniging (bijvoorbeeld sponsor) met medeweten van de
vereniging spelers betaalt, kan de club inhoudingsplichtig zijn voor de loonheffingen over
die betalingen.
Meer weten?
- Kijk op het stappenplan ‘nagaan of er een dienstbetrekking is’.
- Zie ook de website van Werkgevers in de Sport, Stroomschema bepaal arbeidsrelatie.
Voorbeeld voetbaltrainer Piet
 Trainer Heren 1
 Diploma verplicht
 Dinsdag en donderdag om 20.00u training geven
 Zondag om 14.30u coachen bij de wedstrijd
 Tijdens wedstrijden verplicht verschijnen in pak met club logo
 Twee maal per seizoen evaluatie met bestuur
 Vergoeding € 800 per mnd.
In het voorbeeld van Piet zijn aanwijzingen voor gezagsverhouding:
- Periodiek verantwoording afleggen aan bestuur
- Bestuur geeft aanwijzingen over de taakinvulling
- Verplichte tijden
- Kleding
- Etc.
Conclusie
In dit voorbeeld is sprake van een dienstbetrekking omdat voldaan is aan de criteria (persoonlijk
arbeid verrichten, gezag, loon).
2.3 Fictieve dienstbetrekking (ook wel gelijkgestelden)
Er kan bij betaling van personen door de sportvereniging ook sprake zijn van een zogenaamde
fictieve dienstbetrekking. Hiervan is sprake als voldaan wordt aan de voorwaarden:
 Persoonlijke arbeid verrichten op minimaal 2 dagen per week ongeacht aantal uren
 Bruto inkomen doorgaans ten minste 40% van het minimum loon
 Arbeidsverhouding aangegaan voor minimaal één maand
Uitzonderingen o.a.:
 Zelfstandige ondernemers
 Geldt niet voor bestuurders van verenigingen of stichtingen
Of iemand bij de vereniging in fictieve dienstbetrekking is, moet worden beoordeeld aan de hand van
de verwachtingen bij het begin van de arbeidsrelatie. Wordt er soms afgeweken van de
voorwaarden, bijvoorbeeld als de persoon in een week maar op 1 dag werkt, dan leidt dat niet tot
een onderbreking van de fictieve dienstbetrekking. Maar gaat het om een blijvende afwijking, dan
moet de vereniging opnieuw beoordelen of de arbeidsrelatie nog steeds als een fictieve
dienstbetrekking kan worden beschouwd.
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
Meer informatie
Zie het betreffende onderdeel (16.9) in het handboek loonheffingen op de Belastingdienst website.
Gevolgen van een (fictieve) dienstbetrekking; administratieve verplichtingen
De vereniging moet loonheffingen inhouden en betalen als zij werknemers in dienst heeft. Dit
betekent dat een loonadministratie moet worden gevoerd, loonaangifte moet worden gedaan en
beoordeeld zal moeten worden of sprake is van loon of van onbelaste vergoedingen of
verstrekkingen.
Meer informatie
Wat hierbij allemaal komt kijken, kunt u vinden op de pagina administratieve verplichtingen op de
Belastingdienst website
2.4 Vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers (regeling t/m 2014)
Het gaat hierbij om de door de werknemer van de vereniging gemaakte kosten i.v.m. de uitoefening
van de werkzaamheden.
Let op bij het eventueel onbelast willen verstrekken van de volgende vergoedingen:
 (werk) kleding ;
 maaltijden;
 sportschoenen;
 vakliteratuur (bijv. niet het blad Voetbal International);
 telefoonkosten;
 vrij wonen,
 gebruik auto.
Meer informatie
Zie het Handboek loonheffingen op website van de Belastingdienst voor de fiscale aanvaardbaarheid
van onbelaste vergoedingen en verstrekkingen.
2.5 Werkkostenregeling (verplicht vanaf 1-1-20151)
De werkkostenregeling (WKR) is een wijziging van het fiscale systeem voor onbelaste vergoedingen
en verstrekkingen. Per 1-1-2015 wordt deze nieuwe regeling verplicht (tot die tijd kon men er al wel
gebruik van maken). De wijziging is bedoeld om de administratieve lasten te verlagen. Belangrijk
kenmerk is dat er een vrije ruimte is voor vergoedingen tot 1,5% (2014) van de fiscale loonsom van
de werkgever.
Het meerdere is tegen een tarief 80% bij de werkgever belast (dat tarief komt overeen met een tarief
van 44% als de werknemer de belasting zelf zou moeten betalen).
Voorbeeld systeem WKR
Fiscale loonsom van werkgever:
Vrijgestelde ruimte is 1,5%:
Totaal vergoed/verstrekt:
1
€ 10.000
€
150
Regeling kan nog wijzigen, zie ook onderdeel 2.6
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
€
250
Overschot:
Eindheffing ( 80% van overschot)





€
100
€
80
Bepaalde vergoedingen en verstrekkingen zijn geen loon of geen belast loon
Voor bepaalde vergoedingen en verstrekkingen zijn er zogenoemde gerichte vrijstellingen en
nihil waarderingen .
Deze gerichte vrijstellingen en nihil waarderingen zijn geen belast loon voor uw werknemer
en gaan niet ten koste van de vrije ruimte.
Om gebruik te maken van de vrije ruimte of gerichte vrijstelling moet u de vergoeding of
verstrekking aanwijzen als eindheffingsloon (het mag dus geen dus geen werknemersloon
zijn)..
Er kan een vaste (onbelaste) kostenvergoeding worden gegeven mits wordt voldaan aan
voorwaarden. Zie daarvoor onderdeel 4.6.1 van het handboek loonheffingen 2014.
Nihil waarderingen WKR
Denk hierbij aan:
 Consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van een maaltijd
 Koffie in de trainersruimte

Werkkleding :
- Clubtenue
- Colberts/Pakken met logo (minimaal 70cm2)
- Sportschoenen zijn geen werkkleding
Gerichte vrijstellingen WKR
 Reiskosten
 Tijdelijk verblijf in het kader van de dienstbetrekking
 Maaltijden
 Cursussen, congressen, outplacement, vakliteratuur en lidmaatschap
beroepsvereniging
 30% regeling (werknemers uit buitenland)
Voorbeeld toepassing WKR
Fiscale loonsom van hockeyvereniging:
Ter beschikking gestelde sticks spelers (loondienst):
Personeelsfeest op club i.v.m. jubileum club:
Door vereniging betaalde contributie spelers (loondienst):
Uitwerking
Ter beschikking gestelde hockeysticks: onbelast
Personeelsfeest op club i.v.m. jubileum:
onbelast
Fiscale loonsom van werkgever:
Betaalde contributies spelers:
Af: 1.5% van € 10.000 =
Overschot:
Eindheffing (80% van overschot)
€
€
Uitleg/aandachtspunten bij voorbeeld
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
€ 10.000
550
150
€ 400
€ 320
€ 10.000
€ 800
€ 10.000
€ 550
- Ter beschikking gestelde hockeysticks vallen onder nihilwaardering (instrumenten, hulpmiddelen op
de werkplek). Ter beschikking stellen wil zeggen dat club aanschaft en dat speler de stick moet
teruggeven als hij niet meer voor de club actief is.
In de plannen van kabinet (zie hieronder) staat dat vergoedingen en verstrekkingen m.i.v. 2015 voor
een groot deel gelijk zullen worden behandeld met ter beschikking stellen. Onder de huidige regeling
is een ter beschikking gestelde hockey stick geen loon, maar een vergoeding voor een stick wel.
- Het personeelsfeest is onbelast als het feest op de club plaatsvindt (nihilwaardering voorziening op
de werkplek). Als het feest op een andere locatie plaatsvindt, is dit belast voor de werknemers van
de vereniging.
- De door de vereniging betaalde contributies vormen onder WKR een belaste vergoeding voor de
spelers in loondienst (verminderen dus de vrije ruimte van 1,5%). Onder het oude regime kunnen de
contributies van selectiespelers in loondienst nog onbelast worden vergoed (verwervingskosten).
Onder de WKR is dat niet meer mogelijk.
Meer informatie
Zie het onderdeel werkkostenregeling in het Handboek loonheffingen op de website.
2.6 Wetsvoorstel voor wetswijziging WKR
Er is een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer om de werkkostenregeling per 1-1-2015 nog
aan te passen op een aantal punten. Op dit moment (najaar 2014) is hierover nog geen zekerheid.
Voorgestelde wijzigingen betreffen o.a. :
 Verstrekken en vergoeden worden fiscaal meer gelijk gesteld aan ter beschikking stellen
 De vrije ruimte gaat naar 1,2 %
 Pas na afloop van het jaar toetsen en afrekenen
2.7 Aandachtspunten bij werken met een Verklaring Arbeidsrelatie
Als de vereniging twijfelt of er een dienstbetrekking is, dan kan zij vragen om een Verklaring
arbeidsrelatie (VAR). Onder bepaalde voorwaarden hoeft de vereniging geen loonheffingen in te
houden en te betalen als de opdrachtnemer 1 van de volgende verklaringen heeft:


VAR winst uit onderneming (VAR-wuo)
VAR inkomsten uit werkzaamheden voor rekening en risico van een vennootschap (VAR-dga)
Aandachtspunten voor de vereniging:
 Is de VAR geldig (looptijd)?
 Is de omschrijving van de werkzaamheden juist?
 Is er een kopie van de VAR en kopie ID van de opdrachtnemer aanwezig?
Als er een VAR Loon wordt overgelegd is de vereniging niet gevrijwaard en moeten loonheffingen
worden aangegeven en afgedragen.
Als een VAR ROW (resultaat overige werkzaamheden) wordt overgelegd, is de vereniging niet
gevrijwaard en moet zij de arbeidsverhouding toetsen (zie hiervóór). Indien sprake is van een
dienstbetrekking moet men loonheffingen aangeven en afdragen.
Zie voor meer informatie over onder andere de voorwaarden: Verklaring arbeidsrelatie.
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
Voorbeeld tennistrainer Hans





Hans geeft les namens de tennisvereniging en aan individuele leden
Met de tennisvereniging heeft Hans een overeenkomst van opdracht gesloten
De vereniging hoeft geen loonheffingen in te houden indien Hans beschikt over geldige VARWUO (vereniging is dan gevrijwaard).
Indien Hans geen VAR-verklaring heeft of een VAR-ROW , moet de club toetsen of sprake is
van een dienstbetrekking (gezagsverhouding). Indien daarvan sprake is zal de vereniging
loonheffingen moeten inhouden en afdragen.
Indicaties voor gezagsverhouding:
o Hans is periodiek verantwoording schuldig aan bestuur
o Bestuur heeft invloed op manier van trainen
o Club (technische commissie) bepaalt indeling en opzet lesgroepen
o Lesgeld wordt aan club betaald, de club betaalt Hans
o Club wijst uren voor training toe (bepaalt trainingsuren)
o Club stelt banen om niet ter beschikking voor training
Het totaalbeeld zal moeten worden bekeken om te bepalen of sprake is van een
dienstbetrekking van Hans.
2.8 (Uitsluitend) vergoeden van de werkelijk gemaakte kosten
Verenigingen kunnen ook bedragen betalen die uitsluitend dienen om onkosten te vergoeden. In
dergelijke gevallen is er geen dienstbetrekking en hoeft er ook geen opgave IB 47 te worden
ingestuurd. Wel moeten alle bonnen in de administratie worden bewaard om aan te kunnen tonen
dat het uitsluitend om vergoeding van onkosten gaat.
Voorbeelden:
 werkelijk gemaakte autokosten per kilometer
 voetbalschoenen, clubtenue e.d. op declaratiebasis
Let op:
 In de praktijk wordt door de Belastingdienst kritisch gekeken naar het vergoeden van
werkelijk gemaakte kosten.
 Bij vergoeding of verstrekking van maaltijden is er sprake van een voordeel, doordat de
ontvanger zich de kosten daarvan bespaart.
 De kosten moeten aangetoond worden met bonnen.
 Een vaste kostenvergoeding is slechts mogelijk na voorafgaande afspraak hierover met de
inspecteur. Er gelden hiervoor strikte voorwaarden.
2.9. Opgaaf uitbetaalde bedragen (IB 47)
Indien de persoon die door de vereniging is betaald voor zijn werkzaamheden geen ondernemer is,
niet in (fictieve) dienstbetrekking bij de vereniging is en ook geen vrijwilliger is, dan moet de
vereniging opgave doen van de aan deze persoon betaalde bedragen via het invoerprogramma of
formulier IB 47:
 Per kalenderjaar geeft de vereniging het totaal uitbetaalde bedrag van vergoedingen per
persoon door aan de Belastingdienst
 De vereniging moet zelf beoordelen of zij opgave moet doen.
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014


Voor de eerste keer opgave moet de vereniging zich aanmelden via de website van
Belastingdienst. Hoe u dat doet leest u hier; in daaropvolgende jaren wordt de vereniging
uitgenodigd voor de opgave.
Het insturen van een IB47 is een verplichting
Let op:
U vult geen IB47 in voor bedragen die onder de normen van de vrijwilligersregeling blijven.
Voorbeeld IB 47
Een vereniging besluit om nieuwe kunstgrasmat aan te laten leggen.
 Het voorbereidend werk wordt gedaan door 5 leden die hiervoor elk € 1.500 ontvangen.
 Het werk vindt plaats in 4 weken.
 Er is geen sprake van een dienstbetrekking .
 Vrijwilligersregeling niet van toepassing (marktconforme beloning plus overschrijding
maandbedrag).
 De leden doen het werk niet als ondernemer.
Conclusie bij het voorbeeld
- Invoerprogramma IB 47 invullen en opsturen (voor 1 februari van het jaar na de werkzaamheden).
Meer informatie
Zie de brochure IB47 die u kunt downloaden van de website van de Belastingdienst.
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
3. Omzetbelasting
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Ondernemerschap en administratieve verplichtingen
Vrijstellingen
Consumpties voor eigen gebruik
Bartering
Tarieven
Aftrek van voorbelasting
Suppleties
3.1 Ondernemerschap en administratieve verplichtingen
Sportverenigingen zijn ondernemer voor de btw voor hun leveringen en diensten (prestaties);
 Leveringen: voor menselijke beheersing vatbare goederen
 Diensten: alles dat geen levering is
Het is belangrijk om leveringen en diensten goed van elkaar te onderscheiden voor het goed
toepassen van de vrijstellingen.
Hoofdregel btw:
 Alle leveringen en diensten zijn belast met btw
Uitzonderingen:
 Subsidies zijn vaak onbelast. Voor zekerheid hierover kunt u zich wenden tot uw lokale
inspecteur.
 Er is een vrijstelling van toepassing
Administratieve verplichtingen btw
Doordat sportverenigingen ondernemer zijn voor de btw, moeten zij voldoen aan een aantal
administratieve verplichtingen:
- Komt uw vereniging in aanmerking voor de btw-vrijstellingen, dan hoeft de vereniging geen
volledige btw-administratie bij te houden.
- Komt de vereniging niet of maar voor een deel in aanmerking voor de btw-vrijstellingen, dan
moet de vereniging een volledige btw-administratie bijhouden en bewaren.
Meer informatie
Zie het onderdeel Administratieve verplichtingen voor de btw op de website.
3.2 Vrijstellingen
Op de prestaties van sportverenigingen kunnen twee btw-vrijstellingen van toepassing zijn:
 Sport (artikel 11-1-e )
 Fondswerving (11-1-v )
Vrijstelling voor sport (11-1-e)
“de diensten door organisaties die zich de beoefening van sport of de bevordering daarvan ten doel
stellen, aan hun leden”.
Contributies zijn hierdoor vrijgesteld. Entreegelden vallen niet onder de vrijstelling, maar zijn belast
met 6%.
Naar aanleiding van een arrest van het Hof van Justitie zijn er misschien wijzigingen in de vrijstelling
voor sport op komst waardoor de vrijstelling ook gaat gelden voor diensten aan niet-leden. Naar de
gevolgen van een dergelijke wetswijziging wordt momenteel onderzoek gedaan.
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
Vrijstelling voor fondswerving (11-1-v)
Deze vrijstelling geldt tot bepaalde grensbedragen en is van toepassing op prestaties van bijkomstige
aard door verenigingen. Hieronder vallen bijvoorbeeld de opbrengsten van:
 Entreegelden
 Kantine
 Sponsoring
 Etc.
Let op: het gaat hier om dezelfde entreegelden gaat als bij de 11-1-e vrijstelling. Voor de werking
van de btw zijn deze entreegelden dus niet vrijgesteld op basis van 11-1-e, maar kunnen ze wel
vrijgesteld zijn voor zover zij vallen onder de grensbedragen voor fondsenwerving van 11-1-v.
Grensbedragen vrijstelling fondswerving
Vanaf 1 januari 2014 gelden er voor sportverenigingen nog twee grensbedragen voor de vrijstelling
voor fondswerving:
 Leveringen: €68.067 (kantine, clubkleding etc.)
 Diensten: €50.000 (sponsoring, entreegelden etc., bedrag was tot 1-1-2014 € 31.765)
Als deze grens wordt overschreden is gehele bedrag aan leveringen of diensten belast met btw. De
grensbedragen gelden onafhankelijk van elkaar. Als de leveringen dus meer zijn dan € 68.067 en de
diensten minder dan € 50.000 betaalt de vereniging alleen omzetbelasting over de leveringen.
Omzet van de kantine
 De zogenoemde kantineregeling is afgeschaft voor sportverenigingen per 1-1-2014.
 Bij een kantine-omzet + overige leveringen per jaar lager dan € 68.067 zijn de leveringen met
ingang van 1-1-2014 vrijgesteld van BTW (vóór 1-1-2014 gold voor de sportkantine een extra
vrijstelling van €68.067).
 Bij een kantineomzet + overige leveringen boven €68.067 zijn de leveringen (volledig) belast
met BTW.
 Voor veel sportverenigingen verandert er door de afschaffing van de kantineregeling niets
omdat de kantineopbrengsten ruim onder of juist ruim boven de grensbedragen voor
vrijstelling bleven en blijven.
 De grensbedragen gelden met ingang van 2014 per vereniging (niet meer per kantine).
Overschrijding van de vrijstellingsgrens
Een incidentele overschrijding van de vrijstellingsgrens voor fondsenwerving is toegestaan als:
 Deze niet was te voorzien; of
 De overschrijding wordt veroorzaakt door een bijzonder eenmalig evenement.
Als niet wordt voldaan aan deze voorwaarden dan moet er btw betaald gaan worden over de
diensten en/of leveringen. Dit betekent dat de vereniging moet :
 Na factureren; of
 Zelf btw berekenen (6/106 of 21/121 afhankelijk van het tarief dat van toepassing is op de
betreffende levering of dienst).
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
Voorbeeld 1
Omzet kantine (leveringen)
Omzet sponsoring (diensten)
€ 35.000
€ 40.000
Uitwerking vanaf 1-1-2014
Omzet kantine < € 68.067 dus vrijgesteld
Omzet sponsoring < € 50.000 dus vrijgesteld
Ook vóór 2014 was in deze situatie de kantine omzet vrijgesteld. Maar de sponsoring omzet was in
deze situatie wel belast omdat deze meer is dan € 31.765.
Voorbeeld 2
Omzet kantine (leveringen)
Omzet sponsoring (diensten)
€ 75.000
€ 25.000
Uitwerking Vanaf 1-1-2014
Omzet kantine > € 68.067 dus belast
Omzet sponsoring < € 50.000 dus vrijgesteld
Ook vóór 2014 was in deze situatie de kantine omzet belast en de sponsoring omzet vrijgesteld.
Voorbeeld 3
Omzet kantine (leveringen)
Verkoop tenues (leveringen)
€ 50.000
€ 35.000
Uitwerking vanaf 1-1-2014
Omzet kantine en verkoop tenues, beiden leveringen, bedraagt samen > € 68.067 dus belast.
Vóór 2014 kon de omzet buiten de omzetbelasting blijven door de kantineregeling.
Voorbeeld 4
Omzet kantine
Verkoop tenues
€ 45.000
€ 20.000
Vanaf 2014:
Omzet kantine en verkoop tenues samen < € 68.067 dus vrijgesteld.
Deze situatie viel ook vóór 2014 al onder de vrijstelling.
Vraag die kan spelen betreffende boekjaar 2013/2014:
Vraag: De vrijstelling voor diensten in de zin van 11-1-v bedroeg in 2013 € 31.765. Sinds 2014 is deze
vrijstelling €50.000 voor sportverenigingen. Sportverenigingen hebben doorgaans een gebroken
boekjaar van 1 juli tot en met 30 juni. Hoe moet een sportvereniging omgaan met de verhoging van
de grens voor fondsenwervende diensten in het boekjaar 2013/2014?
Antwoord: Als een grensbedrag gedurende een boekjaar wordt gewijzigd, moet het grensbedrag voor
dat boekjaar worden berekend op basis van beide in het boekjaar geldende bedragen naar
tijdsgelang.
Stel boekjaar bestaat uit 6 maanden 2013 en 6 maanden 2014 = 6/12*31.765 + 6/12* 50.000 =
€40.883. Als de diensten in boekjaar 2013-2014 onder dit bedrag blijven zijn ze vrijgesteld.
Meer weten?
Zie de informatie op de website
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
3.3. Consumpties voor eigen gebruik
Indien verstrekkingen worden gedaan aan kantinemedewerkers hoeft geen omzetbelasting te
worden berekend.
Bij verstrekkingen aan overige personen binnen de vereniging (denk aan bestuursleden, trainers,
scheidsrechters):
 Geen btw als de waarde van alle overige leveringen onder € 68.067 blijft .
 Wel btw als waarden van alle overige leveringen meer is dan € 68.067. Btw moet dan
berekend worden over de inkoopwaarde.
3.4 Sponsoring in natura ofwel bartering
Bij sponsoring in natura kan worden gedacht aan shirtreclame: de vereniging krijgt shirts ter
beschikking voor het eerste team en maakt in ruil daarvoor reclame voor een bedrijf.
In deze situaties moeten beide partijen (vereniging en sponsor) een factuur sturen. De waarde van
de shirts telt mee bij de vrijstelling fondswerving (dienst)
Voorbeeld bartering
Volleybal vereniging S maakt op de shirts van het eerste team reclame voor de lokale sportwinkel.
In ruil daarvoor geeft de sportwinkel sportkleding aan de hoogste teams.
Uitwerking:
- De volleybal vereniging stuurt voor het maken van reclame een factuur (met of zonder BTW) naar
de sportwinkel. Of de factuur door de vereniging met of zonder BTW wordt verstuurd, hangt af van
de vraag hoe hoog de totale omzet aan fondswervende diensten van de vereniging is. Blijft deze
omzet beneden de €50.000 per jaar dan staat er geen btw op de door de vereniging verzonden
factuur. Is de omzet meer dan € 50.000 per jaar dan moet er wel btw worden vermeld op de factuur.
- Sportwinkel stuurt een factuur met btw aan de volleybalvereniging met (minimaal) de
inkoopwaarde van de verstrekte kleding.
Meer weten?
Zie de informatie op de website
3.5 Tarieven
Algemeen tarief: 21%
Bijvoorbeeld: sponsoring, verkoop shirts en verkoop alcoholische dranken.
Verlaagd tarief: 6%
Bijvoorbeeld: verkoop frisdrank, entreegelden
In de administratie moet dit gescheiden worden bijgehouden. Uitzondering is de kantine als u kiest
voor de toepassing van de forfaitaire regeling, zie hierna.
Forfaitair tarief 11,5%
Is de kantine belast voor de omzetbelasting dan kan gekozen worden voor de het forfaitaire tarief
van 11,5%. Indien men dat niet wenst, dan splitsen in algemeen (thans 21%) en verlaagd (thans 6%)
tarief. Bij toepassing forfaitair tarief hoeft de omzet van de kantine niet te worden gesplitst in hoog
en laag tarief. De te betalen BTW is dan 11,5% van de kasontvangsten (incl. opbrengst van
speelautomaten e.d.).
De voorbelasting is bij keuze voor het forfaitair tarief gewoon aftrekbaar.
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
3.6 Aftrek van voorbelasting
Alle moeite om vast te stellen of er sprake is van een belaste of een vrijgestelde prestatie heeft niet
alleen invloed op wat de sportvereniging moet betalen, maar ook op wat zij mogelijk kan terug
krijgen of minder hoeft te betalen. Hiervoor kennen wij 3 regels:
1. Belaste prestaties: aftrek
2. Vrijgestelde prestaties: geen aftrek
3. Gemengde prestaties: pro rata aftrek
1. Belaste prestaties: aftrek
De vereniging heeft recht op volledige aftrek van BTW die toe te rekenen is aan belaste activiteiten,
zoals sponsoring.
Als de kantine in de heffing van de omzetbelasting is terechtgekomen, is de voorbelasting aftrekbaar.
Dit ziet op de inkopen kantine maar ook op de kosten van het gebouw dat als kantine dienst doet.
2. Vrijgestelde prestaties: geen vooraftrek
De vereniging heeft geen recht op aftrek van BTW die is toe te rekenen aan vrijgestelde activiteiten,
zoals sportbeoefening. Denk hier bijvoorbeeld aan de aanleg van sport velden, inkoop van
sportmaterialen en sportkleding zonder reclameopdruk.
3. Gemengde prestaties: pro rata aftrek
De vereniging heeft gedeeltelijk recht op aftrek van BTW op kosten die zijn toe te rekenen aan zowel
belaste als vrijgestelde activiteiten. Deze aftrek wordt via de zogenoemde pro-rata berekening
bepaald. Bijvoorbeeld: gas, water en elektra.
Berekening pro rata
Hoofdregel: omzetverhoudingen (belaste omzet / totale omzet)
Uitzondering: werkelijk gebruik als dit een betere afspiegeling is van de praktijk. Bijvoorbeeld op
basis van oppervlakte
Degene die af wil wijken van de hoofdregel (vereniging of Belastingdienst) moet aantonen dat deze
afwijkende berekening een betere weergave van de werkelijkheid is.
Voorbeeld Pro Rata
Een voetbalvereniging heeft de volgende inkomsten:
Contributie
€ 30.000
Omzet kantine
€ 90.000
Subsidie
€ 25.000
Voorbelasting gemengd gebruik
€ 5.000
Uitwerking
De subsidie is geen omzet en telt daarom niet mee voor de pro-rata berekening.
De contributie is vrijgesteld en de omzet van de kantine is belast.
Aftrekbare BTW volgens de pro-rata is in dit voorbeeld
€ 90.000 / € 120.000 * € 5.000 = € 3.750
Meer weten?
Zie de informatie op de website
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
3.7 Suppleties
Als de vereniging naar aanleiding van de presentatie tot de conclusie komt dat er voor de btw iets
niet helemaal goed is gegaan, dan kan dat rechtgezet worden d.m.v. een zogenoemde suppletie.
 De vereniging kan via een suppletie een correctie doen op de aangifte (positief of negatief).
 Indienen van de suppletie gaat via de website van de Belastingdienst (inloggen).
 Verschillen van minder dan € 1.000 mogen op de reguliere aangifte worden verwerkt.
Meer weten?
Zie de informatie op de website
3.8 Omzetbelasting tot slot
Sportverenigingen kunnen te maken krijgen met lastige btw-vraagstukken. Daarom is het verstandig
om specifieke situaties voor te leggen bij de Belastingdienst. Ook hiervoor kan men contact zoeken in
de eigen regio, via de contactpersonen voor sportgerelateerde belasting vragen. Voorkomen is
immers beter dan genezen.
Voorbeelden van vragen om voor te leggen:
 bouw kantine
 aanleg kunstgrasveld
 subsidies
 bartering
Veel informatie is te vinden op de website. Zie daar ook de veel gestelde vragen stichting en
vereniging, onderdeel BTW.
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
4. Kansspelbelasting
Denk bij het organiseren van fondswervende evenementen ook aan de kansspelbelasting.






Kansspel: de winnaar wordt bepaald door kansbepaling (toeval)
Denk aan diverse soorten clubloterijen, prijsvragen etc.
Belast als de waarde van de prijs hoger is dan € 454
Organisator van het kansspel is kansspelbelasting verschuldigd (ook als de prijzen door
sponsors ter beschikking worden gesteld!)
Tarief is 29%*
Kansspel onbelast voor de btw (dus ook geen vooraftrek prijzen!)
Meer informatie
Kijk hier voor meer voor meer informatie over de kansspelbelasting en het doen van aangifte.
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
5. Geven voor Sport




Sportverenigingen zijn meestal een Sociaal Belang Behartigende Instelling (SBBI) en kunnen
daardoor profiteren van vrijstelling schenk- en erfbelasting
Bij periodieke schenkingen aan verenigingen is onder voorwaarden ook aftrek in
inkomstenbelasting mogelijk
Ga naar platform NOC-NSF ‘Sport Daar Geef Je Om’ voor meer informatie over de fiscale
mogelijkheden .
Zie ook www.belastingdienst.nl/zakelijk bij het onderwerp ‘goede doelen’
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014
Presentatie Belastingdienst sept-okt 2014