Economie - Amsterdam Museum

‘Amsterdam als centrum van de wereldhandel’
Pieter Isaacsz. (1569-1625)
Maker: Pieter Isaacsz. (1569-1625) (schilder), naar Karel van Mander
(1548-1606) (ontwerper), Firma Ruckers (instrumentenmaker)
Titel: Allegorische voorstelling van de stad Amsterdam als centrum
van de wereldhandel
MUSEUMSTUK
VO BOVENBOUW
TEAM PUBLIEK & EDUCATIE
AMSTERDAM MUSEUM
Jaartal: 1606
Collectie:
Bruikleen van het Rijksmuseum
Wat ga je doen?
Binnenkort breng je een bezoek aan het Amsterdam Museum. Maak alvast kennis met een museumstuk
dat je daar tegenkomt. Hier vind je informatie en opdrachten waarmee je zoveel mogelijk gegevens over
het museumstuk kunt verzamelen.
Voordat je begint met lezen…
Bekijk eerst het museumstuk en maak opdracht 1 t/m 4
1.Bronnen zijn overblijfselen uit het verleden waardoor je meer over het verleden te weten komt.
Een schilderij of een beschilderd onderdeel van een voorwerp kan een belangrijke beeldbron
zijn. Bekijk de beschilderde deksel van een klavecimbel. Wat valt je als eerste op?
2. Waardoor wordt je oog daar naar getrokken volgens jou?
3. Wat vertelt deze beeldbron over de Gouden Eeuw, denk je? Kijk daarbij naar wat is afgebeeld op
de achtergrond, de voorgrond, in het centrum, de kleuren, het licht en de titel van deze beeldbron.
4.Maak een woordspin. Schrijf in het midden het onderwerp Economie in de Gouden Eeuw. Schrijf
minimaal drie gedachten op die als eerste bij je opkomen bij dit onderwerp.
Handel
Economie in de
Gouden Eeuw
Museumstuk: Economie – Het centrum van de wereldhandel
Periode: Vroegmoderne Tijd
Historische context: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Lees nu de bijbehorende informatie
Introductie
De zeventiende eeuw was een gouden tijd voor de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Het kleine staatje aan de Noordzee beheerste de wereldzeeën, kwam tot economische, culturele
en wetenschappelijke bloei en had een magische aantrekkingskracht op migranten. Dit was
opvallend, want de rest van Europa verkeerde juist in crisis! De basis voor de Gouden Eeuw werd
al in de periode vóór 1580 gelegd. Hoe kwam deze economische bloei in de Republiek en de stad
Amsterdam tot stand? Wat waren de oorzaken? En wie droeg daaraan zijn steentje bij?
Gatenkaas!
Aanvankelijk stond de economie in de Nederlanden in dienst van het Spaanse rijk, maar de
ontevredenheid over deze centralisatiepolitiek van de Spaanse koning Filips II groeide. Dit escaleerde na
de Beeldenstorm in een Opstand onder leiding van Willem van Oranje. Terwijl je dat niet zou verwachten,
kwam de economie tijdens de Opstand in de Noordelijke Nederlanden juist tot bloei. Dit had een
aantal oorzaken. Eén daarvan was de graanhandel met het Oostzeegebied. Nederland was vroeger
een gatenkaas van meren, plassen en modderpoelen. Door overstromingen en inklinking (daling) van
de veenpolders was het onmogelijk om graan te verbouwen in ‘nat’ Nederland. Hierdoor ontstond er
voedseltekort. Graan werd daarom geïmporteerd uit landen aan de Oostzee. Dat gebeurde over water
met fluitschepen, omdat dit vele malen sneller was dan over land.
‘Moeder aller handel’
De graanhandel op de Oostzee? Dat klinkt onbekender dan de specerijenhandel van de Verenigde
Oost-Indische Compagnie (VOC) of de handel in cacaobonen, suiker en slaven van de West-Indische
Compagnie (WIC) in andere werelddelen. De Oostzeehandel was echter heel belangrijk en zelfs
winstgevender! Daarom werd deze handel de Moedernegotie genoemd: de ‘Moeder aller handel’. De
Moedernegotie zorgde voor voldoende voedsel, waardoor de bevolking en steden groeiden. Daarnaast
zorgde het voor financiën om een uitgebreid handelsnetwerk op te zetten. De moedernegotie en
het ontbreken van een feodale traditie maakten een gecommercialiseerde landbouw1 mogelijk. Hier
profiteerden ook de nijverheid, scheepsbouw en handel van.
Pakhuis van de wereld
Amsterdam lag heel gunstig op een kruispunt van handelswegen. Nadat de Spanjaarden in 1585
Antwerpen heroverden, sloten de Hollanders en Zeeuwen de rivier de Schelde af voor scheepvaart: de
blokkade van de Vlaamse kust. Steeds meer koop- en ambachtslieden en kunstenaars trokken weg uit
Antwerpen en omstreken en vestigden zich in de Noordelijke Nederlanden. Zo kon de Amsterdamse
stapelmarkt uitgroeien tot hét handelscentrum van Europa. In Amsterdam werden de producten uit alle
windstreken van de wereld ‘gestapeld’, opgeslagen in de ontelbare pakhuizen, op de beurs verhandeld,
bewerkt en weer doorvervoerd naar andere landen in Europa. De aanwezigheid van de Koopmansbeurs
en de Wisselbank maakte Amsterdam aantrekkelijk voor kooplieden.
De wereld in kaart
Door de ontwikkeling van de cartografie2 en de scheepvaart kon men expedities ondernemen naar
nieuwe gebieden. De Republiek stichtte, net als Engeland en Frankrijk, handelsposten en kolonies in Azië,
Amerika en Afrika. Kooplieden werkten vaak tijdelijk samen om de handel met deze nieuwe gebieden
te organiseren. Om de onderlinge concurrentie te voorkomen, werd in 1602 de Verenigde Oost-Indische
Compagnie (VOC) opgericht. De VOC was eigenlijk de eerste grote multinational. De handel beperkte
zich niet meer tot Europa, maar werd internationaal. Het handelskapitalisme, dus winst willen maken,
groeide. Het was het begin van een wereldeconomie!
Gecommercialiseerde landbouw is de verbouw van gewassen voor de handel, zoals hop voor de productie van bier.
Daarnaast werden er voedergewassen verbouwd voor de veeteelt.
2Cartografie is het in kaart brengen van gebieden.
1
Museumstuk: Economie – Het centrum van de wereldhandel
Periode: Vroegmoderne Tijd
Historische context: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Pronken
Trots, was de stad Amsterdam op zijn nieuwe verworven positie als centrum van de wereldhandel.
Het Amsterdamse stadsbestuur gaf de schilder Pieter Isaacsz opdracht de deksel van de klavecimbel
te beschilderen die door componist en stadsmuzikant Jan Sweelink in Antwerpen was besteld. Pieter
Isaacz beschilderde de deksel samen met de schilder Karel van Mander. Het schilderij bevat verwijzingen
naar die nieuw verworven status van Amsterdam. Het stadsbestuur wilde dat de nieuwe klavecimbel de
‘Amsterdamse handelsdrift en koloniale ondernemingslust’ zou laten zien. De klavecimbel werd gebruikt
tijdens feestelijke gelegenheden op het stadhuis. Voor bepaalde gelegenheden werd het zelfs op een kar
naar andere plekken in de stad vervoerd!
Stedenmaagd
Amsterdam werd op zeventiende-eeuwse schilderijen vaak afgebeeld als een vrouw: de stedenmaagd. Ze
symboliseert de macht van Amsterdam ter land en ter zee. Dit zie je op de deksel van de klavecimbel: de
Amsterdamse stedenmaagd zit op een troon en kijkt triomfantelijk over de wereld. In het midden varen
schepen van de Amsterdamse handelsvloot richting Azië. Kaarten en globes zijn een terugkerend motief
op zeventiende-eeuwse schilderijen: soms als decor of soms met een verborgen betekenis. De hand van
de stedenmaagd rust op een hemelglobe met daarnaast twee zeelieden die met navigatie-instrumenten
de globe raadplegen. De schildering is dus ook een eerbetoon aan de kennis en durf van de zeevaarders.
Zonder die kennis en durf was de Gouden Eeuw er misschien wel nooit geweest!
‘Opgeblazen en verwaande zotten’
De economie groeide en van heinde en ver
beproefden immigranten hun geluk in de Republiek:
stadsbestuurders gaven buitenlandse kooplieden
goede faciliteiten, waaronder relatief veel religieuze
vrijheid. In Amsterdam was zelfs veertig procent van
de bevolking immigrant!
Klik hier naar de site van vijfeeuwenmigratie.nl
voor een vergelijking met nu.
Zo vestigden zich hier rijke kooplieden en textielwerkers uit Frankrijk en Vlaanderen en gastarbeiders uit
Duitsland, Scandinavië en Oost-Europa. Niet overal werden de immigranten met open armen ontvangen.
Zo vond men de rijke Vlaamse textielondernemers veel te uitbundig gekleed, vergeleken met de sobere
Nederlanders. De Amsterdamse schrijver Gerbrand Adriaenszoon Bredero noemde hen zelfs ‘opgeblazen
en verwaande zotten’. Voor nieuwkomers waren er andere regels dan voor de Hollanders. Zo mocht niet
iedereen toetreden tot de gilden. Ondanks dit wantrouwen leverden de migranten dankzij hun kennis,
handelsnetwerk, werk en kapitaal een zeer belangrijke bijdrage aan de economische, wetenschappelijke
en culturele bloei van de Republiek.
Museumstuk: Economie – Het centrum van de wereldhandel
Periode: Vroegmoderne Tijd
Historische context: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Ga verder met de volgende opdrachten
5. Een interpretatie
a.Bekijk de beeldbron nogmaals in de collectie online en lees de bijbehorende informatie. Zoek in
de beeldbron de volgende beeldelementen:
• De personificatie van Amsterdam.
• Het stadswapen van Amsterdam.
• Het symbool voor zeevaart.
• Het symbool voor rijkdom.
• Het eerbetoon aan de zeelieden.
b.Lees de volgende interpretatie: ‘De schilder van deze beeldbron wilde Amsterdam als het
centrum van de wereldhandel afbeelden.’ Leg deze interpretatie uit en gebruik daarbij twee
beeldelementen uit het schilderij.
6. Welke beeldbron mag weg?
Kies uit onderstaande beeldbronnen een beeldbron die volgens jou niet thuis hoort in deze rij en leg uit
wat de andere beeldbronnen met elkaar te maken hebben. Je mag daarbij informatie zoeken over de
beeldbronnen in de collectie online.
a
b
c
d
7. Betrouwbare en bruikbare bron?
Omstreeks 1600 probeerde Amsterdam de stapelmarkt aantrekkelijk te maken voor kooplieden door het
oprichten van een aantal instellingen voor financiële dienstverlening.
a. Noem twee van die instellingen.
b.Zoek op internet naar informatie over deze twee instellingen en leg per instelling uit waardoor
die de aantrekkingskracht van de Amsterdamse stapelmarkt vergrootte.
c.Zoek in de collectie online van het Amsterdam Museum naar een betrouwbare beeldbron van
een van deze instellingen. Om vast te stellen of het een betrouwbare en bruikbare beeldbron is,
kun je jezelf daarbij de volgende vragen stellen:
• Is de beeldbron gemaakt in de tijd waarover hij gaat, in een vroegere of latere tijd?
•Wat wil de maker van de beeldbron of de opdrachtgever met deze beeldbron vertellen over
de instelling die je hebt gekozen?
Tot slot
8. Bekijk je antwoorden bij vraag 1 t/m 4 en vergelijk ze met 5 t/m 7
Wat ben je inmiddels te weten gekomen over het museumstuk en economie in de Gouden Eeuw dat je
van te voren nog niet wist/had opgeschreven? Vul je woordspin aan.
Kalverstraat 92
Open: dagelijks 10:00-17:00uur
amsterdammuseum.nl
T 020 5231 730 - maandag t/m vrijdag tussen 13.00 en 17.00 uur