Irina Garkusha (Russisch Rijksarchief van Oorlogsgeschiedenis

Irina Garkusha (Russisch Rijksarchief van Oorlogsgeschiedenis):
Bronnen van de historie van Russisch - Nederlandse betrekkingen van de 17e tot begin
20e eeuw
Het Russisch Rijksarchief van Oorlogsgeschiedenis (RGVIA) is de grootste en voornaamste
bewaarplaats voor oorlogshistorische documenten. Het is een van de oudste archieven van
Rusland en vormt een unieke verzameling van historische bronnen van het einde van de
zeventiende tot het begin van de twintigste eeuw. Zijn documentaire collectie telt meer dan 3,5
miljoen stukken en neemt 36600 strekkende meter archiefplanken in beslag.
Het archief vond zijn oorsprong in het in 1797 opgerichte “Persoonlijk kaartendepot van Zijne
Keizerlijke Hoogheid” en werd in 1812 omgevormd tot het Oorlogstopografisch depot. Hierin
bevonden zich verzamelingen van verschillende soorten geografische kaarten, plattegronden
van steden en vestingen, schetsen van ingenieurs, documenten betreffende oorlogsoperaties en
statistische gegevens, waaronder ook gegevens over de geschiedenis van andere staten. In 1867
ging dit depot deel uitmaken van het oorlogskundig archief (VUA). Andere onderdelen van het
RGVIA zijn de Moskouse afdeling van het Algemeen archief van de Hoogste staf, ontstaan in
1819 en het Moskouse oorlogsdistrictsarchief, opgericht in de jaren 60 van de negentiende
eeuw. De Moskouse afdeling van het Algemeen archief van de Hoogste staf, ook bekend als het
Lefort-archief (aangezien dit archief zich in het Lefort Paleis bevindt), bewaarde documenten
van het oorlogscollege en het oorlogsministerie van het Russische Rijk, de legerstaf en andere
eenheden, bureaus van veldheren en opperbevelhebbers, waaronder ook documenten uit de
periodes van buitenlandse veldtochten van het Russische leger. In het Moskous
oorlogsdistrictsarchief werden de documenten bewaard van de districtsstaf, militaire
districtsbesturen en instellingen, en verschillende legereenheden en -organisaties. Bovendien
behoort tot het huidige RGVIA een groot complex van documenten uit de Eerste Wereldoorlog,
1914 - 1918.
Het RGVIA in de huidige vorm is ontstaan in 1925. Het bevindt zich in Moskou en is
ondergebracht in het Paleis van Peter I aan de rivier de Jausa, een monument van eind
zeventiende, achttiende eeuw. Het paleis is nog bekend als het Lefort-Paleis, omdat Peter de
Grote, hoewel het palies in eerste instantie op zijn initiatief en onder zijn directe toezicht
gebouwd werd als residentie van de Russische tsaar, het paleis vervolgens schonk aan zijn
naaste medestander generaal-admiraal F.J. Lefort. Het is bekend dat de bouwtekeningen ter
coördinatie en ter goedkeuring aan Peter gezonden werden toen deze zich met het Grote
Gezantschap in West -Europa bevond. Ongetwijfeld hebben bepaalde indrukken die Peter kreeg
van de Europese architectuur hun weerspiegeling gevonden in de architectonische aanblik en in
de interieurs van dit paleis, het eerste gebouw in Rusland van het wereldse karakter van de
periode van Peter de Grote. De keuze van plaats voor de bouw van de residentie, met de
voorgevel aan de rivier de Jausa en het ontwerp van het park om het paleis heen in Hollandse
stijl bevestigen dit.
Vanaf 1866 begonnen zich in dit gebouw de collecties en de fondsen van het RGVIA te vormen.
Vandaag de dag vinden levendige afbeeldingen van de verschijning van het Russische reguliere
leger, de ontwikkeling van oorlogskunst en het heroïsme van de Russische troepen in de
documenten van het archief hun weerspiegeling. In het archief zijn gegevens geconcentreerd
over de staat van de oorlogstechniek, de ontwikkeling van oorlogstechnische denkwijze, andere
documenten, die de militaire en burgerlijke historie van Rusland belichten, haar buitenlandse
politiek en de wisselwerking met andere staten gedurende een periode van meer dan 200 jaar.
De fondsen van het Russisch Rijksarchief van oorlogsgeschiedenis bevatten gegevens over
andere landen, waaronder economische, statistische, geografische, beschrijvende en andere
gegevens. Het merendeel van de documenten over de historie van andere landen bestaat uit
1
materiaal over de oorlogsgeschiedenis, de strijdkrachten en de oorlog- en oorlogstechnische
samenwerking van Rusland met deze landen.
Het RGVIA bewaard een groot complex van Russische en buitenlandse cartografische
documenten.
Doelgericht onderzoek en bestudering van de archiefdocumenten betreffende de geschiedenis
van Russisch - Nederlandse betrekkingen heeft in het RGVIA tot nu toe niet plaatsgevonden,
hoewel in het bijzonder opgemerkt dient te worden, dat alles, zonder uitzondering van fondsen
van het archief openbaar is voor een brede kring van onderzoekers, waaronder ook
buitenlanders.
Gegevens over Nederland bevinden zich in een aantal fondsen van het archief. Een aanzienlijk
complex van dergelijke documenten is geconcentreerd in een verzameling van het
oorlogskundig archief “Nederland”. De inhoud hiervan bestaat uit meer dan 400 archiefstukken
van 1617 tot 1873. Het voornaamste deel van deze documenten betreft geografische en
statistische gegevens over Nederland, zijn koloniale bezittingen, strijdkrachten en technische
bouwwerken. Dit zijn geografische kaarten van steden en provincies, hydrografische kaarten
van rivierlopen, kaarten van verdedigingsposities en -werken; plattegronden van steden,
vestingen, forten, bevaarbare kanalen, profielen van sluizen en tekeningen van bruggen en
sluizen in Nederland; statistische gegevens over de bevolking, de landmacht en de marine en
over de kolonies in Azië, Amerika en Afrika. Onder andere bezit de collectie een plattegrond
van Groningen in het jaar 1652 (45x55 cm) met een bijlage van tien aanvullende plattegronden
van vestingen en forten in de provincie Groningen, een “nauwkeurige kaart van de beroemde
Nederlandse hoofd- en handelsstad Amsterdam”, uitgegeven in Nurnberg in 1724, een “Nieuwe
Reisatlas van de Bataafse Republiek” van 1799, een atlas van plattegronden en kaarten van
Nederland met ontworpen en aangelegde kanalen, sluizen, dijken enz., van hydratechnische
bouwwerken uit de tweede helft van de achttiende eeuw, een met de hand in kleur uitgevoerde
“kaart van nieuwe forten van Groningen” van eind achttiende eeuw, een album met tekeningen
van bruggen en sluizen in Nederland in de achttiende eeuw, rapporten van Russische
diplomatieke en militaire vertegenwoordigers in Den Haag met betrekking tot strijdkrachten, de
bouw van versterkingen en de oorlogsbegroting.
Gegevens over oorlogsbouwkundige, hydratechnische vaardigheden, over de staat van
vestingen in Nederland eind achttiende, eerste helft negentiende eeuw worden bewaard in het
fonds van het Technisch Hoofdbestuur van het oorlogsministerie waaronder een verzameling
documenten die betrekking hebben op de historie van oorlogstechnische zaken in Rusland en in
het buitenland. Het is een beschrijving van forten en vestingen, plannen voor hun technische
versterking en begrotingen voor de uitvoering van het werk.
Bijzondere interesse wordt opgewekt door de in het RGVIA opgeslagen documenten van
personen van Nederlandse afkomst, die in Russische dienst geweest zijn, wat ongetwijfeld
belangrijk is voor de bestudering van de wederzijdse betrekkingen in de geschiedenis van
beide landen en van persoonlijke lotgevallen.
Zo bevindt zich onder de documenten van het RGVIA een fonds van Peter Corneliszoon (Jean
Pierre) van Suchtelen (1751-1836), ingenieur -generaal, een Nederlander van oorsprong, die
op allerhoogst bevel als ingenieur -kolonel van Nederlandse dienst in 1783 met dezelfde rang
overging naar Russische dienst.
De documenten van het fonds omvatten de periode van 1765 tot 1861. Daarin zijn aanwezig een
correspondentie van P.C. van Suchtelen met de commandant van een Nederlandse vesting
generaal Mulen, rapporten van laatstgenoemde aan prins Willem van Oranje over kwesties van
militaire en technische vaardigheden en de aanleg van bruggen, kanalen en forten; gegevens
over de Surinaamse kolonie, aantekeningen over de handel met Nederland e.a. Belangrijk is,
dat er onder de stukken van het fonds zich documenten bevinden, die het werk van P.C. van
2
Suchtelen weergeven, zowel in zijn dienstperiode in Nederland als in Rusland, en er tevens een
groot complex van documenten van zijn gezinsleden aanwezig is.
In het archief is eveneens een staat van dienst uit 1816 voorradig van generaal P.C. van
Suchtelen, een man, die door tijdgenoten gekarakteriseerd werd als “beroemd vanwege zijn
verdienste voor de wetenschap”.
Documenten over het opnemen van Nederlandse officieren in Russische dienst en patenten op
rangen worden bewaard in een collectie van het VUA “Materiaal over loondienst van
buitenlanders in Russische dienst”, zeventiende, achttiende eeuw. Gegevens over de herkomst
van de mensen, die overgegaan zijn naar het Russische leger, en over de voorwaarden voor
aanname in dienst vinden hun weerspiegeling in deze documenten.
Een aantal stukken, betreffende Russisch -Nederlandse betrekkingen in de negentiende eeuw,
wordt bewaard in het fonds van het Bureau van het Oorlogsministerie. Zeer opvallend daarbij
is een correspondentie over de terugkeer naar Rusland in 1808-1809 van militairen van een in
Nederland geformeerd bataljon van Russische onderdanen (in totaal 600 man), die zich op
Nederlands grondgebied in krijgsgevangenschap bevonden ten gevolge van de oorlog met
Frankrijk van 1805 -1807, en eveneens opvallend is het materiaal over de bezichtiging van een
gieterij in Delft door kolonel van het garderegiment van de bereden artillerie graaf Stakelberg
met beschrijving van de gieterij en technische tekeningen.
Het Koninklijk ingenieursinstituut in Den Haag heeft in 1853, toen dit het project van een kanaal
tussen Amsterdam en de Noordzee bekendmaakte, Russische officiers uitgenodigd hieraan deel
te nemen, grote waardering hebbende voor het niveau van Russische oorlogsingenieurs. De
documenten over deze kwestie bevinden zich in het fonds van het Departement van
oorlogsvestingen. Als er al reacties waren op deze uitnodiging van de kant van de Russische
officiers dan moeten die nog opgehelderd worden.
Stukken over Russisch -Nederlandse contacten op het gebied van medicijnen en organisatie van
gemeenschappelijke veldhospitalen op het Kaukazische strijdtoneel in 1877 - 1878, en ook in
Moekden ten tijde van de oorlog met Japan, worden bewaard in het fonds van het Russische
Rode Kruis. Het betreft een correspondentie over de inrichting van veldhospitalen en
protocollen en verslagen over hun functioneren.
Gegevens over de staat van het Nederlandse leger, militaire uitvindingen in het begin van de
twintigste eeuw, informatie over de loop van de onderhandelingen tussen Engeland, Frankrijk,
Duitsland, Denemarken en Nederland over de Noordzee, de houding van de Nederlandse
overheid met betrekking tot de situatie in landen in Zuid-Amerika in 1907 -1910 en andere
vraagstukken worden weerspiegeld in de rapporten van Russische diplomatieke
vertegenwoordigers en oorlogsagenten in verschillende landen, gezonden aan het Hoogste
bestuur van de Generaalsstaf. Behalve dat bevindt zich in het fonds van het Hoogste bestuur van
de Generaalsstaf een complex aan documenten uit de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 over het
plaatsen van oorlogsbestellingen in Nederland, het werven van in die tijd hoog ontwikkelden
technologieën, hun financiering, uitvoering en levering aan Rusland.
Dit is een verre van volledig overzicht van de documenten over de geschiedenis van de
Russisch -Nederlandse betrekkingen, die bewaard worden in het RGVIA. Met als doel een
meer diepgaande bestudering van de gegeven thematiek is het archief gereed voor
samenwerking.
3