Gezondheidsstrafrecht Mr. dr. W.L.J.M Duijst Deventer 2014 Omslagontwerp: H2R creatievecommunicatie ISBN 978-90-13-12600-6 E-book 978-90-13-12601-3 NUR 824-410 ©2014, W.L.J.M. Duijst Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16h t/m 16m Auteurswet jo. het Besluit van 27 november 2002, Stb. 2002, 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de gevolgen hiervan. Kluwer BV legt de gegevens van abonnees vast voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen. Op al onze aanbiedingen en overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden van Kluwer bv, gedeponeerd ter griffie van de Rechtbank te Amsterdam op 8 augustus 2007 onder depotnummer 127/2007. Deze vindt u op www.kluwer.nl of kunt u opvragen bij onze klantenservice. Zie inhoud van deze uitgave ook op: www.kluwernavigator.nl 1 Gezondheidsstrafrecht, definitie en afbakening 1.1 Definitie en afbakening Gezondheidsstrafrecht omvat het deel van het materiële strafrecht dat zich afspeelt op het vlak van de gezondheidszorg, waarbij de gezondheidszorgsetting van doorslaggevend belang is voor de aard van een delict, het toepassen van strafvorderlijke bevoegdheden in een zorgsetting en de zorgaspecten van het sanctierecht. Onder het bereik van het gezondheidsstrafrecht vallen commune delicten, zoals dood door schuld, moord, letsel door schuld en zedendelicten gepleegd tegen personen met wie een hulpverleningsrelatie bestaat. Commune delicten gepleegd door hulpverleners buiten een instelling of buiten een hulpverleningsrelatie behoren niet tot het gebied van het gezondheidsstrafrecht. Strafbepalingen in gezondheidsrechtelijke wetgeving behoren daarmee tot het domein van het gezondheidsstrafrecht. De opsporing van strafbare feiten in een gezondheidszorginstelling moet, ook als het strafbare feit zelf niet als gezondheidsrechtelijk is aan te merken, vanwege de confrontatie met het medisch beroepsgeheim tot het domein van het gezondheidsstrafrecht gerekend worden. Het inschakelen van medische deskundigen in het strafrecht verdient een plaats binnen het gezondheidsstrafrecht. Het sanctierecht behoort tot het gezondheidsstrafrecht voor zover het betrekking heeft op zorg in detentie en voor zover een sanctie wordt opgelegd waarbij zorg een prominente rol speelt. 1.2 Indeling Normaliter wordt het strafrecht ingedeeld in materieel en formeel strafrecht. Het zou voor de hand liggen om het gezondheidsstrafrecht op dezelfde wijze te benaderen. Bepaalde onderwerpen, zoals het inschakelen van medische deskundigen en opsporing bij de verschoningsgerechtigde hulpverlener, spelen zich voornamelijk af op het gebied van het formele strafrecht. Andere onderwerpen, zoals dood door schuld, letsel door schuld in de zorg of overtreding van de regels van de Geneesmiddelenwet, spelen zich voornamelijk af op het gebied van het materiële strafrecht. Voor andere onderwerpen is een indeling in formeel en materieel gezondheidsstrafrecht kunstmatig. Deze onderwerpen op het gebied van het gezondheidsstrafrecht worden zozeer als een eenheid gezien dat een scheiding tussen een materieel en formeel gedeelte de werkelijkheid en het begrip van de materie geweld aandoet. Ter illustratie: de materiële kant van euthanasie bestaat uit een strafbepaling met een bijzondere geschreven strafuitsluitingsgrond. De strafuitsluitingsgrond bestaat onder andere uit het voldoen aan de zorgvuldigheidscriteria zoals deze zijn geformuleerd in de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. De formele kant van euthanasie is de toetsing door de regionale toetsingcommissie en het vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie. De 2 1.2 Indeling toetsing en het vervolgingsbeleid zijn onlosmakelijk verbonden aan de zorgvuldigheidscriteria. Het scheiden van de behandeling van de zorgvuldigheidseisen van de toetsing door de regionale toetsingscommissie en het vervolgingsbeleid levert een uitermate onpragmatische benadering op die leidt tot onnodige verwarring. Voor deze studiepocket is derhalve gekozen voor een thematische benadering van het gezondheidsstrafrecht. Afhankelijk van het te behandelen onderwerp wordt het formele strafrecht of het materiële strafrecht meer benadrukt. Beide aspecten worden echter, indien daarvoor aanleiding is, steeds besproken. In hoofdstuk 2 wordt het bijzonder strafrecht, opgenomen in wetgeving aangaande de organisatie van de zorg, besproken. In dit hoofdstuk passeren algemene gezondheidsrechtelijke wetten, zoals de Wet op de medische hulpmiddelen, de Geneesmiddelenwet en de Tijdelijke wet ambulancevervoer, de revue. Na een korte beschrijving van de wet en de belangen die de wetgever heeft beoogd te beschermen met de wet, worden de strafbepalingen, die als sluitstuk in deze wetten zijn opgenomen, besproken. Gezondheidsrechtelijke wetgeving waarin geen strafbepalingen zijn opgenomen blijven buiten beschouwing. In dit hoofdstuk wordt ook de positie van de individuele hulpverlener en de positie van de forensisch geneeskundige besproken. In hoofdstuk 3 wordt het gebruik van medische deskundigheid in het strafrecht belicht. De rol van de gemeentelijk lijkschouwer, de rapporteur in Tbs-zaken, de forensisch geneeskundige en de rol van de arts bij onderzoek in het lichaam worden behandeld. In hoofdstuk 4 is het omgaan met humaan materiaal het centrale thema. De Wet op de orgaandonatie, de Wet foetaal weefsel en de strafrechtelijke aspecten van deze wetten komen aan de orde. Ook de regelgeving rondom DNA wordt in dit hoofdstuk besproken. In hoofdstuk 5 wordt aandacht besteed aan het begin van het leven. In dit hoofdstuk wordt de Embryowet en de wetgeving rondom abortus besproken, alsmede de regelgeving rondom levende geslachtscellen en embryo’s. In hoofdstuk 6 worden de beslissingen rondom het einde van het leven besproken. Teneinde het strafbare handelen rond het levenseinde goed te kunnen behandelen, worden ook de beslissingen rond het levenseinde die vallen onder normaal medisch handelen, maar soms moeilijk te onderscheiden zijn van de beslissingen die vallen onder het strafrecht, zoals afzien van verder medisch handelen en palliatieve sedatie, besproken. Late zwangerschapsafbreking wordt om praktische redenen besproken in dit hoofdstuk. De regeling betreffende late zwangerschapsafbreking heeft betrekking op dezelfde groep als de regeling omtrent levensbeëindiging bij ernstig gehandicapte pasgeborenen. In hoofdstuk 7 komen de medische fouten en de reactie daarop vanuit het strafrecht aan de orde. Om zicht te kunnen krijgen op medische fouten en de manier waarop wordt omgegaan met deze fouten wordt de rol van commissies voor veilig incidenten melden (VIM-commissies), de Inspectie, klachtencommissies en het medisch tuchtcollege bij medische fouten toegelicht. De verhouding tussen de instellingen en commissies en het strafrecht en de informatiestroom tussen de partijen wordt toegelicht. In hoofdstuk 8 wordt het medisch beroepsgeheim en verschoningsrecht in relatie tot opsporing van strafbare feiten behandeld. De verschillende strafvorderlijke regels betreffende opsporing bij verschoningsgerechtigde hulpverleners worden besproken. In hoofdstuk 9 wordt het sanctierecht besproken voor zover het raakvlakken heeft met de gezondheidszorg. De keuze tussen straf en zorg en de combinatie van straf en zorg zijn het onderwerp. De Tbs, de strafrechtelijke opneming in een psychiatrisch ziekenhuis en 1.2 Indeling 3 het geven van medische zorg in een justitiële inrichting worden behandeld. De uitvoering van de Wet BOPZ wordt besproken. Bij het maken van de indeling van de onderwerpen is soms een wat kunstmatige en arbitraire grens getrokken. Wanneer een dergelijke keuze is gemaakt wordt steeds aangegeven waarom een bepaald onderwerp is opgenomen in een hoofdstuk.
© Copyright 2024 ExpyDoc