Bijlage: Beleidsregels wijkbudget voor wijken zonder WBT

Bijlage: Beleidsregels wijkbudget voor wijken zonder WBT
Voor wijken zonder WBT wülen we het mogelijk maken dat bewoners uit die betreffende wijken (ook in een rol
als vrijwilliger voor bijvoorbeeld een vereniging) een subsidieaanvraag kunnen doen uit het wijkbudget van hun
eigen wijk om de sociale en/of fysieke leefbaarheid in de wijk te vergroten.
Hiermee is de inzet van het wijkbudget niet meer afhankelijk van het bestaan van een WBT.
Hierna wordt uitgelegd wie er subsidie aan kan vragen, waarvoor en hoe dat in z'n werk gaat.
Wie l<:an een subsidie a a n v r a g e n ?
•
Bewoners die in de wijk wonen of in de wijk als vrijwilliger actief zijn bij een vrijwilligersorganisatie.
Omdat dit budget heel nadrukkelijk is bedoeld voor bewonersinitiatieven, wijkt het college bij het
vaststellen van deze aanpak af van de standaard dat subsidies in principe alleen worden verstrekt aan
rechtspersonen.
Waarvoor kan een subsidie worden aangevraagd?
•
Voor sociale activiteiten met bewoners uit de wijk die de leefbaarheid bevorderen.
8
Voor (kleinschalige - gelet op de hoogte van het subsidiebedrag) fysieke aanpassingen in de wijk ter
verbetering van de leefbaarheid.
•
De aanvraag wordt afgewezen als er sprake Is van:
O structurele exploitatielasten;
O fondsvorming, vermogensopbouw;
O prijzengeld voor prijzenuitreiking door derden;
O commerciële doelen;
O activiteiten met een uitgesproken politiek karakter of gericht op het uitdragen van een
religieuze overtuiging;
O strijdigheid met wet- en regelgeving, het algemeen belang of openbare orde;
O en als de activiteit of aanpassing nagenoeg identiek is aan een door iemand anders
georganiseerde activiteit of aanpassing (binnen een tijdsbestek van 1 jaar).
Criteria waarop de aanvraag wordt beoordeeld
»
De activiteit of fysieke aanpassing levert een bijdrage aan een aangenamere wijk en het prettig
samenleven van bewoners,
e
Bewoners uit de wijk spelen een belangrijke rol bij de organisatie en realisatie van activiteiten/fysieke
aanpassingen. Dit doen zij op vrijwillige basis zonder vergoeding daarvoor,
•
Activiteiten zijn voor een brede doelgroep binnen de wijk toegankelijk.
•
De initiatiefnemer peilt of er voldoende draagvlak is voor de activiteit/fysieke aanpassing.
•
Het is wenselijk dat naast de gemeentelijke subsidie ook andere financieringsbronnen worden
aangewend, Bijvoorbeeld een eigen bijdrage van deelnemers aan de activiteit of sponsoring door een
bedrijf of fonds (bijvoorbeeld Oranjefonds).
Voorwaarden
•
Als het budget voor een bepaalde wijk uitgeput is, kunnen dat jaar voor die wijk geen nieuwe
aanvragen meer worden gehonoreerd (subsidieplafond). Het subsidieplafond wordt bekend gemaakt op
de website van de gemeente Soest en in de officiële gemeentelijke bekendmakingen.
e
Voordezelfde activiteit kan maximaal 2 opeenvolgende jaren subsidie worden aangevraagd.
•
Een subsidieaanvraag met bijbehorend plan wordt minimaal 2 maanden voor de start van de bedoelde
activiteit ingediend. Hierbij wordt vermeld:
O Gegevens van de aanvrager - naam, adres, kopie ID, contactgegevens etc.
O
Doel van het initiatief - hoe draagt het bij aan de leefbaarheid in de wijk?
O Een beschrijving van het plan (wat gaat er gebeuren, waar en met wie?)
O Een globale kostenraming met daarin de inkomsten en uitgaven
O Een planning met een begin en einddatum
O Het nummer van de bankrekening van de aanvrager.
O
Een getekende verklaring dat de aanvrager zorgt voor het terugbetalen van geld als blijkt dat
hij/zij geld over heeft.
#
#
s
®
#
®
O
®
Het is dus niet mogelijk om subsidie aan te vragen voor iets dat al geheel of gedeeltelijk is uitgevoerd.
Het plan en de aanvraag worden beoordeeld door de gemeente Soest.
Als er een vergunning nodig is, moet die worden aangevraagd bij en worden beoordeeld door de
gemeente. De aanvrager is verantwoordelijk voor dé noodzakelijke vergunningen.
Fysieke aanpassingen in de openbaren ruimte worden door de aanvrager afgestemd met de gemeente.
Fysieke aanpassingen in accommodaties worden door de aanvrager afgestemd met de eigenaar en
exploitant van de betreffende accommodatie.
Bij een fysieke aanpassing rpoet ook worden aangegeven hoe kosten op langere termijn (onderhoud,
reparatie, vervanging) worden gedekt; dit kan niet uit de subsidie.
De gemeente l<an de aanvrager attenderen op kansrijke verbindingen met andere
personen/organisaties.
In de publiciteit over de activiteit/fysieke aanpassing moet worden vermeld dat dit mogelijk is gemaakt
door wijkbewoners met ondersteuning van het wijkbudget van Gemeente Soest.
De aanvrager moet achteraf kunnen aantonen waar de subsidie aan is besteed. Hij/zij kan hiervoor een
administratie bijhouden maar als een aparte bankrekening wordt geopend, dan worden alle
pinbetalingen en overboekingen automatisch geregistreerd. Het bankafschrift is dan in feite de
administratie. Als geen aparte bankrekening wordt geopend, moet een administratie met bonnen
worden bijgehouden.
Subsidietoekenning en verantwoording
O Per activiteit/fysieke aanpassing wordt maximaal € 2.500 (incl. BTW) subsidie beschikbaar gesteld.
® De gemeente - gemandateerd aan het hoofd Bedrijfsvoering - beoordeelt de subsidieaanvragen en stelt
de hoogte van het subsidiebedrag vast^.
O
De hoogte van het bedrag dat per wijk beschikbaar is, wordt bekend gemaakt in de officiële
bekendmakingen en op de website van de gemeente Soest.
<• Binnen 3 maanden na realisatie van de activiteit/fysieke aanpassing moet de aanvrager aantonen dat
de subsidie is besteed aan datgene waarvoor hij de subsidie heeft ontvangen. De verantwoording bevat
de volgende informatie:
O
De gegevens van de aanvrager: naam, adres, kopie ID, contactgegevens etc.
O
Een beschrijving van hoe de activiteit/aanpassing is verlopen/gerealiseerd, met foto's van de
activiteit/fysieke aanpassing.
O
Een overzicht van hoe de subsidie is besteed.
8
Een subsidie wordt toegekend en direct vastgesteld met een beschikking op de aanvraag. Op basis
hiervan wordt het subsidiebedrag uitbetaald. Als bij de verantwoording blijkt dat er geld over is, dan
stort de aanvrager dit terug naar. de gemeente.
^ De portefeuillehouder wordt op de hoogte gehouden var;i de mate waarin een beroep wordt gedaan op het wijl<budget.