IS Cat D10a Stand van Zaken Horecabeleid 2012

Stand van zaken Horecabeleid 2012
Juli 2014
Inleiding
Op 3 april 2012 is het Horecabeleid 2012 vastgesteld door de gemeenteraad. Hierin is een nieuwe
visie op horeca in Langedijk opgenomen, zijn regels gesteld voor horecabedrijven en is beschreven
hoe de gemeente toeziet op deze regels en op welke manier de gemeente overleg voert met
horecaondernemers, bewoners en politie. Zoals aangekondigd in het horecabeleid is het na twee
jaar tijd om de werking van dit beleid te evalueren en te beoordelen of er aanpassingen nodig zijn.
Het doel van deze beschouwing is om te kijken of er maatschappelijke ontwikkelingen hebben
plaatsgevonden of regelgeving is gewijzigd die maken dat het beleid moet worden aangepast. Een
belangrijk doel van het Horecabeleid 2012 was, zoals in het voorwoord is terug te lezen, het bieden
van duidelijkheid aan inwoners en horecaondernemers over de ontwikkelingsmogelijkheden van de
horeca in Langedijk.
Deze stand van zaken is ambtelijk voorbereid. In deze oplegnotitie leest u het resultaat van deze
beschouwing en de gevolgen hiervan voor het Horecabeleid 2012. Deze oplegnotitie wordt na
vaststelling door het college ter kennisgeving aan de gemeenteraad en de deelnemers aan het
Bestuurlijke horecaoverleg gestuurd.
Beschouwing
1. Horecavisie en uitvoerbaarheid beleid
In hoofdstuk 2 van het beleid is de visie op horeca in Langedijk weergegeven. Deze is gebaseerd
op de later in 2012 vastgestelde Structuurvisie 2012-2030. In de visie op horeca in Langedijk is
besloten niet langer een ‘stop’ te hanteren op nieuwe horecaondernemingen. Van de komst van
nieuwe ondernemingen of andere wisselingen zou een vernieuwingsimpuls uit kunnen gaan en zou
het aanbod voor inwoners meer divers kunnen maken.
Sinds het vaststellen is op beperkte schaal sprake geweest van nieuwe vestiging van horeca of
andere veranderingen. Er is een nieuwe lunchroom geopend aan de Dorpsstraat, maar deze in
inmiddels ook weer beëindigd. Daarnaast is er in een enkel geval een ondergeschikte
horecafunctie bij een bestaande hoofdfunctie gestart.
Binnen de bestaande horecabedrijven hebben enkele verschuivingen plaatsgevonden. Ook is voor
ondernemers met het Horecabeleid 2012 en de in 2013 verleende exploitatievergunning duidelijk
welke regels voor hen gelden en welke uitbreidingsmogelijkheden of juist beperkingen dit voor de
toekomst voor hen betekent. Hierop is door enkele ondernemers ingesprongen door nieuwe horeca
activiteiten te ontwikkelingen en zich op andere doelgroepen te richten.
Wat betreft de omschrijvingen van verschillende typen horecabedrijven hebben zich sinds 2012
geen nieuwe bedrijfsconcepten voorgedaan waarmee bij het vaststellen van het beleid geen
rekening was gehouden. Ook bij de enkele vragen van (potentiële) nieuwe horeca ondernemers
heeft het beleid de gewenste duidelijkheid kunnen bieden bij het bespreken van de
(on)mogelijkheden voor verschillende bedrijfsconcepten in Langedijk.
Er zijn op dit moment geen trends of maatschappelijke ontwikkelingen aan de orde die niet onder
een van de categorieën van het Horecabeleid 2012 vallen en waarvoor het horecabeleid dus
aangepast zou moeten worden. Het Horecabeleid 2012 geeft nog steeds de gewenste richting en
duidelijkheid voor alle vragen omtrent verandering binnen de horeca in Langedijk of nieuwe
vestigingen.
2. Wet en regelgeving
Sinds de vaststelling van het Horecabeleid 2012 is er op het gebied van landelijke en
gemeentelijke regelgeving het een en ander veranderd. Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en
Horecawet in werking getreden. Hiermee was in het Horecabeleid al rekening gehouden, maar dit
brengt tekstueel wel enige aanpassingen met zich mee.
De tekstuele aanpassingen omvatten enerzijds het verwijderen van de teksten die gaan over de
toekomstige invoering van de (nieuwe) Drank- en Horecawet. Dit is sinds het vaststellen namelijk
achterhaald. Hiervoor in de plaats is kort weergegeven welke wijziging de (nieuwe) Drank- en
Horecawet met zich mee heeft gebracht.
Anderzijds hebben de tekstuele wijzigingen betrekking op de weergave en beschrijving van de
geldende regelgeving in Hoofdstuk 3. Dit gaat bijvoorbeeld om aanpassing van benoemde
bevoegdheden van het college van B&W naar de burgemeester. In de (nieuwe) Drank- en
Horecawet zijn de meeste bevoegdheden uit deze wet namelijk verplaatst van het college naar de
burgemeester. Tot deze tekstuele wijzigingen behoort bijvoorbeeld ook de aanpassing van de
minimale leeftijd voor het verstrekken van alcohol van 16 naar 18 als gevolg van een wijziging in
de (nieuwe) Drank- en Horecawet op 1 januari 2014.
Een andere tekstuele wijziging heeft plaatsgevonden in paragraaf 3.5 over sluitingstijden.
De beleidswijziging voor sluitingstijden als gevolg van de proef met sluitingstijden was al door de
gemeenteraad besloten en in de tabel met sluitingstijden in het beleid aangepast. Bij deze stand
van zaken is ook de tekst die ging over de proef aangepast en is het resultaat van de proef als
tekstuele toelichting in het Horecabeleid opgenomen.
Bij de benoeming van collectieve festiviteiten is Koninginnedag aangepast en veranderd in
Koningsdag en daarbij is voor de duidelijkheid tevens vermeld dat deze collectieve festiviteit tevens
de nacht voorafgaand aan Koningsdag omvat.
Medio 2013 zijn veel nieuwe bestemmingsplannen vastgesteld. Hierin is rekening gehouden met
de visie op horeca uit het Horecabeleid. Voor bestaande horeca is de categorisering uit het
Horecabeleid overgenomen. Nieuwe mogelijkheden voor horeca zijn niet actief opgenomen in de
bestemmingsplannen. Om flexibel in te kunnen springen op ontwikkelingen wordt bij concrete
vragen die passen in het Horecabeleid medewerking verleend via een omgevingsvergunning. Het
Horecabeleid vormt hiervoor het beoordelingskader.
Bij de indeling in gebieden is hiervoor de omschrijving bij het gebied “Bedrijventerreinen”
aangepast. Dit bevat geen beleidswijziging, maar een verwijzing naar het beleid in het nieuwe
bestemmingsplan.
In september 2012 is ook de Structuurvisie 2012-2030 vastgesteld. Dit heeft echter geen gevolgen
voor het Horecabeleid 2012, omdat de visie uit het horecabeleid al volledig gebaseerd was op de
belangrijkste uitgangspunten van deze structuurvisie.
3. Toezicht en handhaving
Op het gebied van toezicht en handhaving zijn tekstuele aanpassingen nodig vanwege de
inwerkingtreding van de (nieuwe) Drank- en Horecawet. Hierin is het toezicht op de regelgeving uit
deze wet niet langer toebedeelt aan de Voedsel en Warenautoriteit (VWA), maar zijn gemeenten
hiervoor als toezichthouder aangewezen. Het hoofdstuk over toezicht is daarom aangepast. De rol
van de VWA is hierin vervangen door de gemeente en verschillende verwijzingen naar de VWA zijn
hierdoor vervallen.
De wijze waarop de gemeente het toezicht op de (nieuwe) Drank- en Horecawet organiseert, is in
een afzonderlijke notitie opgesteld. Dit zal in de toekomst worden overgenomen in de algemene
programmering van de toezichts- en handhavingstaken zoals deze in het uitvoeringsprogramma
omgevingsrecht worden vastgelegd. Dit blijft ook voor de overige toezichtstaken op het gebied van
horecagelegenheden het geval.
In paragraaf 4.1.4 is de alinea aangepast over het meldpunt voor horecaklachten buiten kantoortijd.
In het horecabeleid was opgenomen dat hiervoor een voorziening zou worden getroffen. Dit is
uitgevoerd. Er is een voorziening getroffen waarmee klachten en meldingen buiten kantoortijden
kunnen worden doorgegeven aan de gemeente. Hierop is de tekst aangepast.
Bij de instrumenten die voor handhaving kunnen worden ingezet, is de toelichting op de
bestuurlijke boete aangepast. Doordat de (nieuwe) Drank en Horecawet de inzet van BOA’s
verplicht stelt, kan daardoor ook gebruik worden gemaakt van de bestuurlijke boete. Hierop is de
tekst aangepast. De vuistregels voor handhaving zijn in de praktijk bruikbaar gebleken. Hoewel nog
geen handhavingsstappenplan is opgesteld, hebben deze vuistregels voor de uitvoering van
handhaving voldoende duidelijkheid gegeven om op basis daarvan op te treden tegen
geconstateerde overtredingen. Gelet op de duidelijkheid en voorspelbaarheid, èn door de
mogelijkheid om ook de bestuurlijke boete toe te kunnen passen, bestaat er echter nog wel de
wens om een handhavingsstappenplan op te stellen. Hierin wordt per (soort) overtreding duidelijk
aangegeven welke maatregel wordt genomen als een overtreding wordt geconstateerd.
4. Horecaoverleg
In het horecabeleid is in hoofdstuk 5 aangegeven op welke wijze de structurele overleggen met
horecaondernemers, politie en omwonenden plaatsvind. Hiervoor is afgesproken dat tweemaal per
jaar bestuurlijk overleg plaatsvind met alle betrokken partijen. Daarnaast vindt ambtelijk overleg
plaats met de politie en horecaondernemers.
In 2012 liep hiernaast echter de proef met de sluitingstijden. Als onderdeel van hiervan was
afgesproken dat het bestuurlijke horecaoverleg vaker plaatsvond. In 2012 heeft dit vijf keer
plaatsgevonden. Vanwege deze hogere frequentie zijn in 2012 geen ambtelijke overleggen
geweest. In 2013 heeft drie keer een bestuurlijk horecaoverleg plaatsgevonden.
Het hogere aantal bestuurlijke overleggen vond onder ander plaats om de afspraken over het
‘Goed nabuurschap’ een plaats te geven. In het Bestuurlijke horecaoverleg staat het goed
nabuurschap vast op de agenda. Hierbij worden niet alleen concrete gelegenheden besproken,
maar gaat het vooral om het benadrukken van het belang voor ondernemers en omwonenden om
als goede buur met elkaar om te gaan en goed met elkaar in contact te staan. Daarbij worden de
vertegenwoordigers van deze beide ‘groepen’ opgeroepen met elkaar in contact te treden en te
investeren in een goede relatie tussen de buurt en ondernemers.
Vanaf 2014 wordt de structuur zoals in het horecabeleid is afgesproken uitgevoerd.
Conclusie
Hierboven is per onderdeel van het Horecabeleid 2012 aangegeven welke ontwikkelingen zich
hebben voorgedaan in de eerste twee jaar na vaststelling van dit beleid. De algemene conclusie
die op basis hiervan is getrokken, is dat er geen noodzaak is om het beleid inhoudelijk te wijzigen.
De toepasbaarheid, de categorie-indeling en de beleidsvisie zijn goed uitvoerbaar gebleken en
hebben geen gevolgen teweeggebracht die niet voorzien of gewenst waren. Er hebben zich geen
maatschappelijke ontwikkelingen voorgedaan waarmee bij het vaststellen van het Horecabeleid
2012 geen rekening was gehouden.
Als belangrijkste conclusie kan worden gesteld dat het Horecabeleid bij vergunningverlening,
handhaving en de behandeling van klachten de gewenste duidelijkheid geeft waarnaar bij het
vaststellen werd gestreefd.
Door wijziging in regelgeving, zowel landelijk als gemeentelijk, en door uitgevoerde
werkzaamheden zijn wel de nodige tekstuele aanpassingen noodzakelijk geweest. Deze zijn in de
teksten aangepast en de oorsprong van deze wijzigingen is in deze notitie weergegeven.
Doordat geen beleidsinhoudelijke wijzigingen worden voorgesteld, kan worden volstaan met het
vaststellen van de tekstueel aangepaste geconsolideerde versie van het Horecabeleid 2012. Deze
wordt, tezamen met deze stand van zaken notitie ter kennisname aan de gemeenteraad
aangeboden en aan de deelnemers van het Bestuurlijk horecaoverleg gestuurd.
In 2016 is het volgende moment waarbij een beschouwing van het Horecabeleid 2012 plaats vindt.
Op dat moment is het beleid 4 jaar van kracht en is het wellicht mogelijk meer inzicht te krijgen in
welk effect het beleid heeft op de horeca in Langedijk.