functieomschrijving verkeersoperator VVC

Functiebeschrijving:
Hoofdtechnicus – C2
Verkeersoperator
Beleidsdomein:
Mobiliteit en Openbare Werken
Entiteit:
Departement Mobiliteit en Openbare Werken
Afdeling:
Verkeerscentrum
Graad:
C2
Leidinggevend
Expert
Aantal vacante
betrekkingen:
Standplaats:
1
Vacaturenummer:
24408
Antwerpen
1. Afdelingscontext
De functie van verkeersoperator situeert zich binnen van de afdeling Verkeerscentrum van het
departement. Deze afdeling ondersteunt het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken met studies en
adviezen rond verkeer en mobiliteit. Het Verkeerscentrum staat eveneens in voor de organisatie en uitbouw
van het dynamisch verkeersbeheer op de autosnelwegen.
Taken van de afdeling:
 voert strategische studies uit in het domein van verkeer en mobiliteit;
 ontwikkelt en exploiteert verkeermodellen en verkeersindicatoren;
 stippelt het beleid uit inzake dynamisch verkeersbeheer;
 levert studies en adviezen af inzake de organisatie van het wegverkeer op de hoofdwegen;
 bouwt en onderhoudt de technische infrastructuur voor het verkeerscontrolecentrum;
 staat in voor het dagelijks operationeel verkeersbeheer en het incidentmanagement op het
hoofdwegennet;
 verstrekt permanent verkeersinformatie aan weggebruikers van het hoofdwegennet.
Het Verkeerscentrum opereert vanuit Antwerpen. De kantoren situeren zich dicht bij het treinstation
Antwerpen-Centraal. Je komt terecht in een team van ongeveer 25 mensen dat instaat voor de productie
van verkeersinformatie en de voorbereiding en uitvoering van het operationeel verkeersbeheer.
Het operationeel verkeersbeheer (of: ‘verkeersmanagement’) in het Verkeerscentrum spitst zich toe op de
productie van verkeersinformatie. Gegevens over files, ongevallen en wegwerkzaamheden worden door
een team van verkeersoperatoren omgezet in een continue verkeersinformatiestroom bestemd voor
websites, verkeersredacties en navigatiesystemen. In functie van de actuele situatie op de weg neemt het
verkeerscentrum vervolgens maatregelen, die een veiliger en meer efficiënte afwikkeling van het verkeer
mogelijk maken. Voorbeelden van maatregelen zijn verkeersomleidingen over het hoofdwegennet,
waarschuwingsboodschappen op dynamische informatieborden boven de weg, etc.
2. Functiedoel
Diverse vakinhoudelijke taken inherent aan operationeel verkeersbeheer voorbereiden en uitvoeren
teneinde te zorgen voor een veilige en vlotte verkeersdoorstroming en hierover aan de bevoegde instanties
of personen verkeersinformatie af te leveren binnen de vereiste tijdspanne.
3 Interne organisatie
Aan welke functie rapporteert de functiehouder?
Verkeersdispatcher
Welke andere functies rapporteren aan diezelfde functie?
-
Welke functies rapporteren aan de functiehouder?
-
Aan hoeveel personen geeft de functiehouder leiding?
-
Op welke budgetten heeft de functiehouder een impact?
-
4. Resultaatgebieden
Resultaatgebied
Activiteiten
Resultaatgebied
Activiteiten
Resultaatgebied
Activiteiten
Resultaatgebied
Activiteiten
Resultaatgebied
Activiteiten
Voorbereiding
Werkzaamheden inhoudelijk voorbereiden en praktisch organiseren om ervoor
te zorgen dat verkeersinformatie en sturing efficiënt kunnen verlopen.

continu opvolgen van de verkeersafwikkeling

in kaart brengen van de verstoringen

inwinnen van gegevens m.b.t. geplande gebeurtenissen en voorbereiden
van de verkeersbegeleiding
Uitvoering
Volgens de vooropgestelde kwaliteitsvereisten, procedures en
veiligheidsvoorschriften de wegkantsystemen aansturen om bij te dragen aan
een vlotte verkeersafwikkeling.
 non-stop interpreteren en valideren van diverse verkeersparameters,
camerabeelden en andere signalen
 tijdig en consistent aansturen van veranderlijke borden, rijstrooksignalisatie,
filestaartwaarschuwingssystemen
 bij onvoorziene gebeurtenissen initiatief nemen met acties die voorheen in
gelijkaardige situaties toegepast werden en/of overleggen met de
verkeersdispatcher van dienst.
 op gang brengen van hulpverlening waar nodig
Informeren
Verrijkte actuele verkeersinformatie verspreiden zodat de weggebruiker een
betere keuze kan maken over wanneer en hoe de reis aan te vatten en deze,
tijdens de trip, de route kan aanpassen.
 met behulp van het centrale informaticaplatform en in samenspraak met
collega’s en politiediensten, distilleren en verspreiden van actuele
verkeersinformatie
 behandelen van oproepen die via de praatpalen het Verkeerscentrum
bereiken
Verslag uitbrengen
Verslag uitbrengen over de eigen werkzaamheden zodat het mogelijk is de
resultaten te vergelijken met de kwaliteitsnormen en bij te sturen waar nodig.

bijhouden van logboek

signaleren van knelpunten en uitzonderlijke gebeurtenissen
Kennis m.b.t. het vakgebied
Zich vervolmaken in het eigen vakgebied en werkterrein om door gebruik van
nieuwe evoluties de kwaliteit van verkeersinformatie en sturing voortdurend te
verbeteren.

opvolgen van de technische ontwikkelingen

opvolgen van de reglementering, procedures, veiligheidsvoorschriften en
kwaliteitsvereisten
5. Competenties
Competentie
1. Voortdurend verbeteren
Definitie
Voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de
entiteit, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen.
Niveau
II. Ontwikkelt zich binnen de eigen functie en werkt actief mee aan het
verbeteren van de uitvoering van taken.
Indicatoren
-
Maakt zich vertrouwd met nieuwe materies die relevant zijn voor de eigen
taak (bv. nieuwe regelgeving, informaticatoepassingen, werkmethoden …)
Informeert zich over nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de eigen
functie (leest vakliteratuur, neemt deel aan congressen …)
Past nieuwe richtlijnen, kennis, informatie en inzichten toe in de praktijk
Gaat na of en hoe nieuwe tendensen en ontwikkelingen in de eigen functie
ingezet kunnen worden
Zoekt actief naar mogelijkheden om de uitvoering van het takenpakket te
verbeteren en werkt die mogelijkheden verder uit tot concrete voorstellen
Competentie
2. Samenwerken
Definitie
Met het oog op het algemeen belang een bijdrage leveren aan een gezamenlijk
resultaat op het niveau van een team, entiteit of de organisatie, ook als dat niet
meteen van persoonlijk belang is.
Niveau
II. Helpt anderen en pleegt overleg.
Indicatoren
-
Steunt de voorstellen van anderen en bouwt daarop voort om tot een
gezamenlijk resultaat te komen
Stemt de eigen inbreng/prioriteiten/aanpak af op de behoeften van de groep
Houdt rekening met de gevoeligheden en met de verscheidenheid van
mensen
Biedt hulp aan bij problemen, ook al valt de taak niet onder de eigen
opdracht
Vraagt spontaan en proactief de mening van anderen
Competentie
3. Klantgerichtheid
Definitie
Met het oog op het dienen van het algemeen belang, de legitieme behoeften
van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er
adequaat op reageren.
II. Onderneemt acties om voor de klant de meest geschikte oplossing te
bieden bij vragen en problemen die minder voor de hand liggen.
Niveau
Indicatoren
-
Past binnen de bestaande procedures en planning de dienstverlening of het
product aan om de klant verder te helpen
Geeft de klant waar hij recht op heeft op de best mogelijke wijze
Levert, rekening houdend met bestaande procedures, sneller of meer dan
afgesproken is aan de klant
Gaat expliciet na of de klant tevreden is met de aangeboden oplossing en
dienstverlening
Probeert zelf een antwoord te geven op een vraag of klacht. Verwijst zo
nodig door of zoekt hulp
Biedt een zo optimaal mogelijke oplossing voor de klant
Competentie
4. Betrouwbaarheid
Definitie
Handelen vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke
behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale
en ethische normen (diversiteit, milieuzorg …). Afspraken nakomen en zijn
verantwoordelijkheid nemen.
I. Handelt correct en respectvol ten aanzien van zijn omgeving en van de
bestaande regels en afspraken.
Niveau
Indicatoren
-
Respecteert formele regels en afspraken
Gaat op respectvolle wijze om met anderen (collega’s, klanten,
medewerkers …)
Geeft volledige en juiste informatie door
Respecteert vertrouwelijke en persoonlijke informatie
Doet wat hij zegt, komt beloften en afspraken na
Komt open uit voor eigen fouten, vergissingen en nalatigheden
-
Competentie
5. Initiatief
Definitie
Kansen onderkennen en uit eigen beweging acties voorstellen of ondernemen.
Niveau
I. Neemt het initiatief om binnen het eigen takendomein acties te initiëren
(reactief en ad hoc).
Indicatoren
-
Competentie
Doet eerst zelf al het mogelijke om een probleem op te lossen alvorens de
hulp van anderen in te roepen
Gaat uit zichzelf achter informatie aan
Ziet werk liggen en gaat over tot actie
Kan problemen die zich voordoen zelf afwerken
Onderneemt uit eigen beweging gerichte acties om het concrete probleem
op te lossen
6. Nauwgezetheid
Definitie
Taken nauwgezet en met zin voor detail volbrengen. Gepast omgaan met
materialen.
Niveau
II. Levert met oog voor detail correct werk af.
Indicatoren
-
Voert repetitieve administratieve of technische taken foutloos uit
Vult documenten en formulieren correct en zorgvuldig in
Blijft aandachtig bij routineuze taken
Controleert het eigen werk
Merkt fouten en onnauwkeurigheden in de beschikbare informatie op, met
het oog op het aanbrengen van correcties
Competentie
7. Beslissen
Definitie
Zich op onderbouwde wijze eenduidig uitspreken over welk standpunt wordt
ingenomen of welke actie wordt ondernomen.
Niveau
I. Neemt beslissingen met een beperkt risico na afweging van alle relevante
aspecten.
Indicatoren
-
Houdt in zijn afweging rekening met alle relevante aspecten of kenmerken
van de zaak
Steunt zijn beslissingen op grondige voorafgaande probleemanalyse
Durft een standpunt in te nemen of een knoop door te hakken
Neemt zelfstandig operationele beslissingen met een gering risico
Neemt beslissingen met beperkt risico in overleg, maar neemt hiervoor de
eindverantwoordelijkheid op zich
Competentie
8. Omgaan met stressfactoren
Definitie
Efficiënt gedrag vertonen in situaties met hoge complexiteit, tijds- of werkdruk of
bij tegenslag, teleurstelling of kritiek.
Niveau
II. Blijft kalm en rustig in situaties van langdurig verhoogde druk of in
crisissituaties die eigen zijn aan de opdracht.
Indicatoren
-
Blijft rustig praten en geeft een ontspannen indruk, ook al maakt zijn
gesprekpartner het hem heel moeilijk
Behoudt bij confrontaties een correcte en tactvolle houding: vermijdt
woordenwisselingen, reageert respectvol
Blijft in crisismomenten open opstellen voor kritiek van anderen, en blijft
bereid zijn eigen aanpak te toetsen
Kan voor zichzelf problemen, spanningen of tegenslagen verwerken en
relativeren
Blijft doorzetten in geval van tegenslagen en teleurstellingen
6. Vaktechnische competenties
-
minimum 6 jaar relevante werkervaring en kennis van de sector verkeer en
mobiliteit:
o
ervaring in het domein van vervoer en verkeer of van het
verkeersmanagement
o
kennis van en ervaring met verkeersmanagement, verkeersbewaking
en –sturing
o
vlot kunnen omgaan met verschillende PC-toepassingen;
o
basiskennnis van het Frans en het Engels
-
sterke interesse voor het thema vervoer en verkeer;
Verkeersbewaking en –sturing vinden 24/24 u en 7/7 dagen plaats: je bent
dus bereid om in ploegdienst te werken.
Vereiste ervaring en
functiespecifieke
kennis
Strekt tot
aanbeveling
7. Bijkomende informatie
Voor extra informatie over de inhoud van de functie kan contact opgenomen worden met:
Hajo Beeckman, Teamhoofd Operationeel Verkeersbeheer
Tel.: 03 224 96 02 of e-mail: [email protected]