Beleidsplan Jeugdhulp - Gemeente Sliedrecht

Beantwoording technische vragen Beleidsplan Jeugdhulp
PRO SLIEDRECHT
Vraag 1: Er wordt gesproken dat: artsen een bijzondere rol in het stelsel hebben, omdat zij direct
kunnen doorverwijzen naar door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieders (blz 2 van het
raadsvoorstel), waar lees ik in het beleidsplan hier verdere uitwerking in v.w.b. samenwerking,
afspraken, privacy, etc. Hoe komt het dat hier nog geen beleidsrichting in is gemaakt?
In de aanvullende beleidskaders die nog moeten worden opgesteld komen deze zaken aan de orde.
Voor wat betreft de privacy is een nadere toelichting opgenomen in de bijlage bij het raadsvoorstel
over het beleidsplan Jeugdhulp.
Vraag 2: Hoe zit het met doorverwijzing door de arts naar niet-gecontracteerde zorgaanbieders?
Als er geen contracten liggen met zorgaanbieders kan hier niet naar worden doorverwezen tenzij het
gaat om een behandeling die niet voorhanden is bij de gecontracteerde zorgaanbieders. Hierover
moeten gemeenten met huisartsen afspraken maken.
Vraag 3: Het uitgangspunt is te komen tot een crisisdienst voor Zuid-Holland-Zuid met tel.
nummer. De crisisdienst dient wel binnen een bepaald tijdsbestek ter plaatse te zijn staat er. Komen
ze ook fysiek in Sliedrecht te zitten, zoals nu bijv. in Yulius? Of moet de cliënt naar de crisisdienst
toe op grotere afstand?
Nee, er komt een telefoonnummer beschikbaar. In crisissituaties komen de hulpverleners naar de cliënt
toe. De cliënt hoeft dus geen afstand te overbruggen om bij de hulpverlening te komen.
Vraag 3: Over de triage wordt geschreven dat deze eenduidig moet zijn. Maar ik lees in de
uitwerking in het beleidsplan niets over enig tijdsbestek waaraan die triage dan moet voldoen? Met
ander woorden, binnen welke tijd dient de triage afgerond te zijn?
Triage is een eerste beoordeling van de hulpvraag. Dit is bedoeld om een snelle zorgvuldige afweging
te maken voor de inzet van hulpverlening, dit wordt zo snel als mogelijk afgerond. E.e.a. is afhankelijk
van de complexiteit van de hulpvraag.
Vraag 4: Ik lees op blz 6 van het raadsvoorstel en ook uitgebreider in het beleidsplan over kortcyclische monitoring. Vanuit de op te richten serviceorganisatie. Wat is het tijdsbestek van
kortcyclisch? Graag hier meer duidelijk over, aangezien dit een sturingsmonitor wordt voor de
gemeente. Denk u dan aan jaarlijks, halfjaarlijks, per kwartaal of maandelijks? Kunt u enig
beeldvorming hierin schetsen?
Dit is onderdeel van de verdere uitwerking.
Vraag 5: Verder op blz 6 staat dat een belangrijke rol van de gemeente ligt in het bewaken van
kwaliteit een een kwantitatief toereikend aanbod. Daarom dient er als 1e stap een kwaliteitsbeleid
ontwikkeld te worden. Het schetst dan mijn verbazing als ik in het beleidsplan op blz 66 leest dat het
preventieve deel niet gebonden is aan kwaliteitseisen. Gaat de gemeente dit wel meenemen in het
kwaliteitsbeleid? Kunt u uitleg geven waarom wel of niet?
De preventieve inzet is niet opgenomen in de Jeugdwet en dus worden er door het Rijk in het kader
van deze wet geen eisen opgelegd. Dit betekent overigens niet dat er geen kwaliteitseisen worden
gesteld aan de preventieve interventies, aan bijvoorbeeld het maatschappelijk werk worden nu al
kwaliteitseisen gesteld via uitvoeringsovereenkomsten. De kwaliteitseisen van de
Jeugdgezondheidszorg verlopen via een andere Wet (wet op publieke gezondheid).
Vraag 6: Verder staat er dat er gestreefd wordt om het beleid (resultaten van) niet incidenteel, maar
continu te evalueren en bij te stellen. Hoezo streven na??? Is mij een te simpele setting, verander
maar in meer stellige woorden, zoals “Wij evalueren het beleid continu en niet op incidentele basis.
Kan de wethouder dit overnemen? Ook hier mis ik de nadere tijdsbestek van het continu! Jaarlijks,
per kwartaal?
Dat kan worden aangepast in continu. Het betekent dat de serviceorganisatie continue de dashboards
van de verschillende jeugdteams controleert en samen met de jeugdteams zorgt dat de
budgetverantwoordelijkheid van de jeugdteams wordt waargemaakt. Daarnaast worden er
gebiedsanalyses gemaakt waarin elk jaar te zien is wat het zorggebruik in dat specifieke gebied is. Ook
worden er in het beleidsrijk transitiearrangement maatschappelijke resultaten en doelstellingen
benoemd die worden gemeten en waar de raad jaarlijks over wordt gerapporteerd.
Vraag 7: In het beleidsplan wordt mij duidelijk dat de lijn als volgt gaat lopen: “probleem met
jeugdige”
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Thuisoplossend proberen
Eigenomgeving activeren
Sociaal team Sliedrecht gaat bekijken
Jeugdteam Sliedrecht komt erbij
DAN ( Diagnostiek en Advies Netwerk) erbij, want blijkt specifiek/specialistisch te zijn
Specialist
Hoe lang duurt zo’n traject?Worden daar grenzen aangesteld? Het gevaar dreigt dat door pappen
en nathouden, zelf oplossingen zoeken en pas bij teleurstelling en niet lukken we een stapje verder
gaan. Het beschreven voorbeeld op blz 35 typeert juist dit gevaar.
Het gaat niet om een volgorde maar om prioritering in de afweging van inzet van hulpverlening.
Uitgangspunt is zo licht als mogelijk en zo zwaar als noodzakelijk. Indien noodzakelijk wordt direct
geschakeld naar zwaardere hulpverlening en dit moet dan zo snel mogelijk worden ingezet.
Vraag 8: En in deze lijn, hoe wordt de communicatie naar gezinnen gegeven met betrekking tot
mogelijkheid via huisarts versnelde stappen te maken?
Als de huisarts inschat dat zwaardere inzet noodzakelijk is dan wordt deze geboden. Hiertoe biedt de
Jeugdwet de mogelijkheid.
Vraag 9: Ik lees nergens iets zinnigs en duidelijks terug over wachtlijsten problematiek. Als er nu
iets is wat tegenwerkt in de zorg voor de jeugdigen zijn het wel die lange wachtlijsten. Waarom is dit
niet opgenomen in het kaderstellend beleidsplan?
De wachtlijsten zijn nu sterk gekoppeld aan de wijze van indicatiestelling en het zogenaamde recht op
jeugdzorg dat ouders en kinderen hebben met een indicatiestelling. Wanneer de zorg die is
aangewezen in de indicatiestelling niet beschikbaar is staat iemand op de wachtlijst. In veel gevallen
(zeker in acute gevallen) wordt er echter wel al zorg ontvangen, maar is dat niet exact de zorg die in de
indicatiestelling staat. Daarnaast zijn er ouders en kinderen die er zelf voor kiezen om nog even te
wachten met de uitvoering van het indicatiebesluit. Uit onderzoek blijkt dat het aantal onverantwoord
wachtenden gelukkig ook in het huidig systeem zeer beperkt is. Met het jeugdteam gaan wij ervan uit
dat veel ondersteuning kan worden verleend door de professionals in dit team. Het valt echter niet te
ontkennen dat het altijd mogelijk is dat op een bepaald moment teveel vraag is voor het aanbod naar
een specifieke vorm van specialistische ondersteuning. Dit kan betekenen dat mensen op een
wachtlijst komen, maar dit betekent nooit dat mensen geen ondersteuning ontvangen als ze op deze
specialistische vorm aan het wachten zijn. Wanneer blijkt dat er structureel te weinig aanbod
beschikbaar is dan wordt er (binnen de financiële mogelijkheden het lopende jaar) voor het volgend
jaar extra van dit aanbod ingekocht.
Vraag 10: Op blz 43 van het beleidsplan wordt gesproken van te houden Pilots in alle gemeenten
van de Drechtsteden, dus ook in Sliedrecht, het Pilot jeugdteam. De opbrengsten van deze pilotstart
wordt gebruikt om het ontwerp in 2015 volledig operationeel te krijgen.
Zijn deze pilots al gestart in Sliedrecht en kunt het tijdsschema weergeven van deze pilot binnen ons
dorp?
Nee, na vaststelling van het beleidsplan wordt hiermee een start gemaakt. Vanuit de regio worden
kaders opgesteld van waaruit het Jeugdteam wordt opgezet. Deze kaders zijn eind maart gereed.
Vraag 11: Het beleidsplan en de gehele uitwerking in nabije toekomst gaat over gemeentelijke,
Drechtstedelijk en samenwerking op regionaal niveau. Ik mis in het beleidsplan het onderwerp hoe
in dit nieuwe stelsel regio’s samenwerken en informatie delen. Uit de praktijk in Denemarken bij
invoering van nieuw stelsel, maar ook uit voorbeelden vanuit het verleden moeten we toch lering
trekken over de zogenaamde zorgnomades, als ook de zorgontwijkers. Marc Dullaert, de
kinderombudsman heeft hier uitgebreid op gehamerd. Hoe wordt in het nieuwe stelsel deze mazen
gerepareerd?
Hierover zijn landelijke afspraken gemaakt. De Landelijke Verwijsindex voorziet hierin. In ZuidHolland Zuid wordt het Zorg voor Jeugd systeem gebruikt.
Vraag 12: Op blz 74 wordt er gesproken over pakketversobering, die nodig is als
bezuinigingsmaatregel. Kunt u voorbeelden noemen en wanneer komt hier duidelijkheid in?
In de meicirculaire komt meer duidelijkheid hierover. Pas dan kunnen besluiten worden genomen over
evt. pakketversobering, dit zal met name ten koste gaan van interventies die niet voldoende effectief
blijken. In het beleidsrijke RTA zal dit verder worden uitgewerkt.
Technische vraag SGP/CU
Vraag 1: hoe zit het met mensen die nu een PGB krijgen? Kunnen zij in het nieuwe stelsel bij de
huidige aanbieder blijven?
In het Beleidsrijk Transitiearrangement wordt een onderdeel PGB 2015 opgenomen. Hierin wordt o.a.
opgenomen:
-
Zorgcontinuïteit – rechten van pgb-houders tot 31 december 2014 met de plicht deze
maximaal een jaar te continueren;
-
Nieuwe aanvragen vanaf 1 januari 2015; beleidsvragen worden beantwoord zoals wat wordt
overgenomen van het huidige proces en wat wordt in 2015 al anders. Hierbij wordt rekening
gehouden met de drie wettelijke criteria (beheersing budget, kwaliteit van zorg en motivering
keuze PGB) en wijzigingen zoals tariefdifferentiatie en trekkingskracht. Het voorstel is om dit
samen met de serviceorganisatie in kaart te brengen.
-
Meerjarenopdracht 2015-2018, het vormgeven van de transformatie. Hier ligt een belangrijke
relatie met inkoop en bekostiging.
Deze notitie wordt in juni aan het College aangeboden.