Horlings nie u w s b rief nr.3 - 2014 IN DIT NUMMER ■■ ■ Van de redactie MEER DAN CIJFERS ■■ ■ Einde keuzemogelijkheid voor de buitenlandse belastingplichtige ■■ ■ Wat u nog moet weten over de komende pensioenaanscherpingen ■■ ■ Veranderingen in de ■■ werkkostenregeling ■■ ■ Pensioenleed bij ■■ echtscheiding ■■ ■Overgangsregeling ■■ ■■ ■ Tips/Actualiteiten Workshop Werkkostenregeling Kom naar onze workshop op 30 september of 2 oktober a.s. van 15.30 - 16.30 uur. Locatie: Jozef Israëlskade 46 te Amsterdam Seminar To cloud or not to cloud? Een seminar voor ‘decisionmakers’ die willen weten of de cloud echt onmisbaar en veilig is, of een roze wolk! 25 september a.s. vanaf 16.00 uur. Locatie: P.C. Hooftstraat 5-11 te Amsterdam (De Vos & Partners Advocaten) Meer informatie? Er zijn geen kosten verbonden aan deelname. U kunt zich aanmelden via onze site (horlings.nl) of stuur een mail naar [email protected] Uw pensioen en de werkkostenregeling In deze aflevering van de nieuwsbrief een aantal fiscale maatregelen dat voor u als pensioengenieter (in spe) belangrijk is. De maximale pensioenopbouwpercentages gaan wederom omlaag. Het loon waarover pensioen kan worden opgebouwd, wordt beperkt tot € 100.000. Wie meer verdient, kan fiscaal vriendelijk bijsparen via de nettolijfrente of het nettopensioen. Ook de lijfrentepremieaftrek en de opbouw van de fiscale oudedagsreserve (FOR) voor IB-ondernemers wordt aan banden gelegd. In het Belastingplan 2015 zal de bestaande werkkostenregeling (WKR) in de loonbelasting op een aantal punten worden aangepast en vereenvoudigd. In totaal zullen vijf vereenvoudigingsmaatregelen worden voorgesteld die per 1 januari 2015 zullen ingaan. Daarnaast heeft Staatssecretaris Wiebes aangegeven het huidige keuzeregime niet nogmaals te zullen verlengen. Dit betekent dat de WKR per 1 januari 2015 bij alle werkgevers geïmplementeerd dient te zijn en dat iedere inhoudingsplichtige er nu mee aan de slag moet! Horlings organiseert WKR-workshops om u optimaal voor te bereiden op de invoering. In onze Prinsjesdag nieuwsbrief zullen wij u later deze maand een update geven van alle aanpassingen en voorstellen. Mocht u vragen hebben, onze adviseurs zijn u uiteraard graag van dienst. Einde keuzemogelijkheid voor de buitenlandse belastingplichtige Werkt u in Nederland of heeft u andere inkomsten uit of bezittingen in Nederland en woont u elders, dan mag u voor de inkomstenbelasting in bepaalde gevallen kiezen voor toepassing van de regels voor binnenlandse belastingplicht. Dat kan, afhankelijk van uw situatie, voor- of nadelig zijn. Aan die keuzemogelijkheid komt binnenkort een eind. Vanaf 2015 geldt automatisch de nieuwe regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplicht als u voldoet aan bepaalde voorwaarden. Regeling kwalificerende buitenlandse belastingplicht Per 1 januari 2015 vervalt de keuzeregeling. Daarvoor in de plaats komt een eenvoudigere, maar wel striktere regeling: de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplicht. Als buitenlands belastingplichtige kunt u alleen nog een beroep doen op Nederlandse aftrekposten, heffingskortingen en het heffingvrije vermogen in box 3 als u voldoet aan de volgende drie voorwaarden: ■ U woont in een EU-land, Liechtenstein, Noorwegen, IJsland, Zwitserland, op Bonaire, Sint Eustatius of Saba. ■ U betaalt over minimaal 90% van uw wereldinkomen in Nederland belasting. Voor dit 90%-inkomenscriterium telt niet alleen uw inkomen uit werk en woning mee, maar ook uw vermogen en uw inkomsten uit aanmerkelijk belang. Of u voldoet aan de eis van minimaal 90% wordt beoordeeld naar Nederlandse maatstaven. ■ U kunt een inkomensverklaring overleggen van de Belastingdienst van uw woonland. Op dit moment zijn >>> 1 NR. 3-2014 pensioen in nieuwe belastingverdrag met Duitsland Van de redactie nog niet alle eisen bekend waaraan deze inkomensverklaring moet voldoen. Ook moet nog duidelijk worden wanneer een dergelijke verklaring achterwege mag blijven. TIP! Woont u in België en voldoet u niet aan het 90%-inkomenscriterium, dan heeft u mogelijk toch recht op bepaalde aftrekposten en heffingskortingen. Uw adviseur kan u hier meer over vertellen. Woont u in Suriname, op Aruba, Sint Maarten of Curaçao, dan is de nieuwe regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplicht niet op u van toepassing. Wel kunt u recht hebben op bepaalde aftrekposten en heffingskortingen. Voldoet u aan de voorwaarden voor kwalificerende buitenlandse belastingplicht, dan heeft u recht op dezelfde aftrekposten als een inwoner van Nederland. Kunt u echter een vergelijkbare aftrekpost in uw woonland in aanmerking nemen, dan komt deze niet in aftrek in Nederland. Verder wordt in de nieuwe regeling alleen belasting berekend over uw inkomsten en vermogen uit Nederland, wat een positief effect heeft op het belastingpercentage ten opzichte van de huidige keuzeregeling. Met de komst van de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplicht vervalt ook de inkomensherziening (de terugploegregeling) en dat is een welkome vereenvoudiging. Nu krijgt u door de terugploegregeling nog te maken met een inkomensherziening wanneer u op enig moment niet langer kiest voor de regels van binnenlandse belastingplicht. Fiscale partner Bent u volgens de nieuwe regels een kwalificerende buitenlands belastingplichtige en wilt u dat de Belastingdienst uw partner aanmerkt als fiscaal partner, dan kan dit alleen als u samen over minimaal 90% van het gezamenlijke inkomen in Nederland belasting betaalt.< LET OP! U krijgt pas te maken met de nieuwe regeling bij uw aangifte inkomstenbelasting over 2015, of al eerder bij een voorlopige aanslag 2015. Tot en met de aangifte 2014 kunt u nog kiezen voor binnenlandse belastingplicht. Kiest u in 2014 voor binnenlandse belastingplicht en kwalificeert u in 2015 niet voor de nieuwe regeling, dan geldt de eerder genoemde terugploegregeling niet. Wat u nog moet weten over de komende pensioenaanscherpingen 2 NR. 3-2014 De Eerste Kamer heeft onlangs ingestemd met een verdere pensioenversobering vanaf 2015. Maximale pensioenopbouwpercentages gaan wederom omlaag en het loon waarover pensioen kan worden opgebouwd, wordt beperkt tot € 100.000. Wie meer verdient, kan fiscaal vriendelijk bijsparen voor de oude dag met een nettolijfrente. In onze eerdere nieuwsbrief (nummer 1 van dit jaar) heeft u al kunnen lezen over de nieuwe pensioenaanscherpingen per 2015. Deze versoberingen hebben echter ook gevolgen voor onder andere de opbouw van de oudedagsreserve voor ondernemers, voor de lijfrentepremieaftrek in de inkomstenbelasting en voor het partnerpensioen. Bijkomende gevolgen maximumpensioenopbouw en partnerpensioen Vanaf 2015 is het maximale salaris waarover pensioen kan worden opgebouwd, beperkt tot € 100.000. Dit wordt de aftoppingsgrens genoemd. Deze maximering van het pensioengevend loon geldt niet voor het arbeidsongeschiktheidspensioen. De aftoppingsgrens van € 100.000 heeft ook geen gevolgen voor het op 1 januari 2015 reeds opgebouwde partnerpensioen. Dat geldt ook voor het partnerpensioen op risicobasis. De aftoppingsgrens zal echter wel gelden voor het partnerpensioen, al dan niet op risicobasis, over de dienstjaren na 1 januari 2015. LET OP! Nu vanaf 1 januari 2015 het partnerpensioen ook is afgetopt, kan dit financiële gevolgen hebben wanneer iemand voor zijn pensioeningangsdatum overlijdt. Werkgeversbijdrage en de nettolijfrente Wie meer verdient dan € 100.000 kan op vrijwillige basis fiscaal vriendelijk bijsparen voor de oude dag met een nieuwe faciliteit: de nettolijfrente. Als werkgever mag u een bijdrage verstrekken aan uw werknemers die deelnemen aan de nettolijfrente. Voorwaarde is wel dat u dan de bijdrage ook geeft aan werknemers die niet deelnemen aan de faciliteit. Deze werkgeversbijdrage wordt tot het loon gerekend en daarmee in de belastingheffing betrokken. Beperking lijfrentepremieaftrek De nettolijfrente is een nieuwe faciliteit, maar ook de huidige lijfrente blijft gewoon bestaan in de inkomstenbelasting. De pensioenversobering raakt echter wel de maximale lijfrentepremieaftrek vanaf 2015. Dit jaar bedraagt het maximale premiepercentage over de grondslag nog 15,5% (2013: 17%). Per 1 januari 2015 gaat dit percentage verder omlaag naar 13,8%. Bovendien wordt bij de berekening van de premieaftrek ook rekening gehouden met de nieuwe aftoppingsgrens van € 100.000. Uiteraard blijft gelden dat u alleen de door u betaalde lijfrentepremies in aftrek kunt brengen wanneer u een pensioentekort heeft. Daarvoor wordt gekeken naar de jaarruimte en/of reserveringsruimte. LET OP! Mochten uw werknemers straks deelnemen aan een nettolijfrente bij een pensioenfonds, dan geldt een verplichte werkgeversbijdrage van ten minste 10%. Ook hier geldt de voorwaarde dat u de bijdrage ook betaalt aan vergelijkbare werknemers die niet deelnemen aan een nettolijfrente bij het pensioenfonds. Opbouw fiscale oudedagsreserve aan banden Tot slot nog een bijkomend gevolg van de pensioenversobering. Bent u ondernemer in de inkomstenbelasting, dan kunt u in 2015 minder ‘sparen’ voor uw oude dag in de onderneming. Dit jaar mag u, wanneer u voldoet aan de voorwaarden en indien gewenst, nog 10,9% van de winst toevoegen aan de fiscale oudedagsreserve met een maximum van € 9.542. Volgend jaar gaat dit omlaag naar 9,8% en een maximumbedrag van € 8.640.< Veranderingen in de werkkostenregeling In het Belastingplan 2015 zal de bestaande werkkostenregeling op een aantal punten worden aangepast en vereenvoudigd. In totaal zullen vijf vereenvoudigingsmaatregelen worden voorgesteld die per 1 januari 2015 zullen ingaan. Daarnaast heeft Staatssecretaris Wiebes aangegeven het huidige keuzeregime niet nogmaals te zullen verlengen. Dit betekent dat de werkkostenregeling per 1 januari 2015 bij alle werkgevers geïmplementeerd dient te zijn en dat iedere inhoudingsplichtige er nu mee aan de slag moet! 1. Beperkte introductie van het noodzakelijkheidscriterium Met het noodzakelijkheidscriterium is een vergoeding of verstrekking geen belastbaar loon als deze noodzakelijk is voor het werk. Voorlopig wordt het noodzakelijkheidcriterium alleen geïntroduceerd voor gereedschappen en voor computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur. 2.TIP! Ook de ‘zakelijke gebruikseis’ voor de zakelijke iPad vervalt. Indien uw werknemer een iPad nodig heeft om zijn werk te doen, dan kunt u deze verstrekken zonder fiscaal rekening te hoeven houden met het privévoordeel van de werknemer. Afrekensystematiek U hoeft straks nog maar één keer per jaar vast te stellen wat de verschuldigde belasting is in het kader van de werkkostenregeling. U hoeft hierdoor niet meer per aangiftetijdvak te toetsen of de vrije ruimte wordt overschreden. 3. Concernregeling voor samenvoeging 4. Vrijstelling voor branche-eigen producten De bestaande regeling voor personeelskorting wordt alsnog in de werkkostenregeling opgenomen in de vorm van een gerichte vrijstelling. De gerichte vrijstellingen zijn posten welke binnen de werkkostenregeling als vergoedingen en/of verstrekkingen onbelast zijn en derhalve niet meetellen voor de bepaling van de totale werkkosten. 5. Gerichte vrijstelling maakt einde aan huidig onderscheid De laatste maatregel ziet op de invoering van een nieuwe gerichte vrijstelling voor een aantal werkplekgerelateerde voorzieningen waarvoor nu een nihilwaardering geldt. Waar dit nu slechts geldt voor het ter beschikking stellen van dit soort voorzieningen, is naar verwachting straks ook het vergoeden en verstrekken daarvan onbelast.< LET OP! Om de voorgaande vijf voorgestelde maatregelen budgetneutraal te kunnen invoeren, gaat de vrije ruimtevolgend jaar omlaag van 1,5% naar 1,2%. Pensioenleed bij echtscheiding Wanneer u in het huwelijksbootje stapt denkt u als laatste aan het mogelijke ‘pensioenleed’ wanneer u in een echtscheiding terecht zal komen. Toch is het raadzaam hier vooraf en bij het opstellen van het echtscheidingsconvenant goede afspraken over te maken. Zo voorkomt u mogelijke nare situaties op pensioengebied. Partijen zijn vrij om onderlinge afspraken te maken, maar indien ze niets afspreken (of indien de vastlegging niet specifiek genoeg is) dan is de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wet VPS) van toepassing. In de Wet VPS is vastgelegd dat het ouderdomspensioen dat tijdens de huwelijkse periode is opgebouwd gelijkelijk wordt verdeeld (ieder de helft). Daarnaast heeft de ex-partner recht op het tot de echtscheidingsdatum opgebouwde nabestaandenpensioen (bijzonder nabestaandenpensioen). Echtscheiding en pensioen in eigen beheer Wat betekent een echtscheiding nu voor de DGA die in eigen beheer pensioen heeft opgebouwd? Stel een DGA heeft een ouderdomspensioen opgebouwd van € 14.200 bruto per jaar. Op basis van de Wet VPS heeft de ex-partner recht op de helft van het opgebouwde ouderdomspensioen, zijnde 50% x € 14.200 = € 7.100 ingaande op de pensioendatum van de DGA en eindigend bij zijn overlijden. Voorts bestaat recht op een bijzonder nabestaandenpensioen van € 9.940 bruto per jaar (70% van € 14.200), ingaande vanaf het overlijden van de DGA. De fiscale pensioenvoorziening behorende bij bovengenoemde pensioenaanspraken bedraagt ongeveer € 59.000 op de echtscheidingsdatum. Indien partijen overeenkomen dat het pensioen van de ex-partner wordt afgestort bij een verzekeraar, dan zal op basis van het aan de ex-partner toegerekende pensioen een waarde bepaald moeten worden. Stel deze (commerciële) waarde bedraagt € 120.000. Dit betekent dat ruim twee maal de fiscale voorziening afgestort moet worden. Na afstorting van het deel van de ex-partner dient in de BV een pensioenvoorziening gevormd te worden voor het achtergebleven pensioen van € 7.100. De hierbij behorende fiscale pensioenvoorziening per 1 november 2013 bedraagt ongeveer € 25.000. Het gevolg is dan ook een forse aanslag op zowel de liquiditeit als het eigen vermogen van de vennootschap, met alle risico’s voor de continuïteit van de onderneming. Echtscheidingsconvenant Het afstorten van het pensioen van de ex-partner kan dus een dure aangelegenheid worden. Het is goed om dit vooraf te realiseren en, voorzover mogelijk, hiermee rekening te houden bij het opstellen van het echtscheidingsconvenant. Het is mogelijk om andere afspraken omtrent de pensioenverdeling te maken, want de wettelijke verdeling betreft geen verplichte verdeling.< 3 NR. 3-2014 Een zogenoemde concernregeling maakt het mogelijk om de vrije ruimtes binnen één concern samen te voegen. Tot een concern worden gerekend de moedervennootschap en alle (klein)dochter- vennootschappen waarin zij ten minste 95% van de aandelen houdt. Overgangsregeling pensioen in nieuwe belastingverdrag met Duitsland In april 2012 heeft Nederland het nieuwe belastingverdrag met Duitsland ondertekend. Het nieuwe verdrag zal naar verwachting op 1 januari 2015 in werking treden. In het nieuwe verdrag zijn een aantal zaken gewijzigd. Een van deze wijzigingen betreft de pensioenen. De gevolgen hiervan kunnen aanzienlijk genoemd worden. Huidige verdrag Onder het huidige verdrag worden private pensioenen afkomstig uit Nederland belast in het woonland. Is een belastingplichtige verhuisd naar Duitsland, dan worden deze private pensioenen dus belast in Duitsland. Het Duitse belastingstelsel kent een zeer mild regime voor private pensioenen. Slechts een klein deel van het pensioen wordt in de heffing betrokken. Het percentage dat in de heffing wordt betrokken, is afhankelijk van de leeftijd van de belastingplichtige bij het ingaan van het pensioen. Ontvangt een belastingplichtige pensioen vanaf zijn 65ste, dan wordt slechts 18% van de uitkering in de heffing betrokken. van het in het verdrag opgenomen keuzerecht gebruik gemaakt zal worden. De overgangsregeling voorziet in een aangepast gemiddeld belastingtarief voor private pensioenen. Dit aangepaste tarief stijgt in de zes jaren met 5% per jaar. In het eerste jaar is het belastingtarief 5% en in zesde jaar geldt een belastingtarief van 30%. Het zevende jaar geldt het reguliere Nederlandse inkomstenbelastingtarief. Uit berekeningen is gebleken dat in de meeste gevallen de overgangsregeling enkele jaren minder effect heeft dan de genoemde zes jaren. Voor inkomens belast in de tweede schijf (tot 4 NR. 3-2014 Nieuwe verdrag Onder het nieuwe verdrag is de heffingsbevoegdheid over private pensioenen in beginsel ongewijzigd gebleven. Als hoofdregel geldt nog steeds, dat private pensioenen worden belast in het woonland. Hier bestaat echter een belangrijke uitzondering op. Wanneer de totale pensioenen tezamen meer dan € 15.000 bedragen, verschuift het heffingsrecht naar het land van uitkering. De genoemde grens van € 15.000 is inclusief AOW. Het behoeft derhalve geen nadere toelichting, dat in veel gevallen het heffingsrecht over private pensioenen onder het nieuwe verdrag zal verschuiven naar Nederland. Overgangsrecht Uit berekeningen blijkt dat vooral voor hogere inkomens het nadeel aanzienlijk kan zijn. Belastingplichtigen die met hun inkomen in de hoogste belastingschijf vallen, worden het hardst getroffen. Het nadeel kan oplopen tot duizenden euro’s netto per jaar. Het eerste jaar na invoering voorziet het nieuwe verdrag in een keuzerecht en mag vrij worden gekozen voor toepassing van het oude of het nieuwe verdrag. Daarnaast heeft de staatssecretaris voor de belastingplichtigen die nadeel ondervinden van de nieuwe regeling getracht het leed enigszins te verzachten door middel van een overgangsregeling. Deze regeling zorgt er voor dat de overstap naar de nieuwe situatie meer geleidelijk verloopt. De overgangsregeling zoals deze er momenteel ligt zal gedurende zes jaren van toepassing zijn, waarbij het eerste jaar doorgaans € 33.363) heeft de overgangsregeling geen (noemenswaardige) effect, omdat het normale gemiddelde tarief nauwelijks boven of zelfs onder het maximale tarief volgens de overgangsregeling ligt. Voor de hogere inkomens belast in de derde en vooral vierde belastingschijf is gebleken dat de regeling maximaal vier jaar werkt. Daarna is het gemiddelde belastingtarief volgens de normale, Nederlandse belastingwetgeving in veel gevallen lager dan het maximale tarief uit de overgangsregeling. De overgangsregeling biedt dan geen voordeel. Hypotheekrente Vermeld dient te worden, dat veel in Duitsland wonende gepensioneerden op dit moment geen hypotheekaftrek genieten. Het loont zich voor hen namelijk niet gebruik te maken van het keuzerecht om aangemerkt te worden als onbeperkt belastingplichtige. Onder het nieuwe verdrag is wellicht het gehele inkomen in Nederland belast en kan vanaf 2015 mogelijk gebruik gemaakt worden van de nieuwe regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplicht (zie ook elders in deze nieuwsbrief). Dit houdt kort gezegd in dat wanneer 90% of meer van het inkomen in Nederland belast is en daarnaast aan enkele andere voorwaarden wordt voldaan (waaronder het verstrekken van een woonplaatsverklaring inclusief opgaaf van de in het woonland aangegeven inkomen en aftrekposten), de hypotheekrenteaftrek in Nederland in aftrek kan worden gebracht. Zo compenseert dit enigszins het nadeel van de hogere belastingdruk.< tips / actualiteiten ■■ De VAR in 2015 In de loop van 2015 verdwijnt naar verwachting de huidige Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) en wordt deze vervangen door een webmodule. Dit programma dient vanaf invoering door opdrachtnemers en opdrachtgevers gezamenlijk te worden ingevuld. De aangekondigde webmodule zorgt voor veel onrust bij zzp’ers en opdrachtgevers. De exacte vormgeving en inhoud van de webmodule zijn op dit moment echter nog niet bekend. Voor huidige VAR-houders wordt een beperkte overgangsperiode aangeboden. Om de overgang naar het nieuwe systeem soepel te laten verlopen en rechtszekerheid te bieden aan huidige VARhouders hoeven zij voor het kalenderjaar 2015 nog geen nieuwe VAR-aanvraag in te dienen. De staatssecretaris heeft toegezegd dat de voor het kalenderjaar 2014 afgegeven VAR-verklaringen ook gedurende de eerste maanden van het kalenderjaar 2015 gebruikt kunnen worden. Voor hoeveel maanden dat is zal afhankelijk zijn van de snelheid waarmee het wetsvoorstel wordt aangenomen. Nieuwe aanvragers kunnen nog steeds een VAR-oude-stijl aanvragen, vanaf 1 september kan dit ook voor het jaar 2015. LET OP! Duidelijk is dat na invoering van de webmodule de opdrachtgever medeverantwoordelijk wordt. Na indiening van het wetsvoorstel zal duidelijker worden voor welke zaken de medeverantwoordelijkheid gaat gelden en hoe deze medeverantwoordelijkheid vorm gaat krijgen. Heeft u aftrekposten, zoals de hypotheekrenteaftrek, en krijgt u daardoor jaarlijks belastinggeld terug, dan kunt u de Belastingdienst vragen om een voorlopige teruggaaf. De teruggave ontvangt u dan – in plaats van achteraf – alvast gedurende het belastingjaar zelf. U hoeft slechts eenmaal te vragen om een voorlopige teruggaaf, want daarna ontvangt u deze jaarlijks automatisch van de Belastingdienst. Deze automatische teruggaaf wordt berekend aan de hand van historische gegevens, voor de voorlopige aanslag 2014 is dit het inkomen uit 2011. Daardoor blijkt achteraf vaak dat er grote verschillen zitten tussen de voorlopige en de definitieve aanslag, omdat geen rekening wordt gehouden met tussentijdse wijzigingen in het inkomen of de aftrekposten. Het komt daardoor voor dat achteraf ineens grote bedragen moeten worden terugbetaald. Vanaf 2015 baseert de Belastingdienst de automatisch toegestuurde voorlopige teruggaaf op de gegevens uit de definitieve aanslag 2013, die in 2014 is opgelegd. Door de gegevens van een recenter jaar te gebruiken, zullen grote verschillen naar verwachting minder vaak voorkomen. TIP! Controleer altijd het bedrag van een (automatisch opgelegde) aanslag. Wijkt het in aanmerking genomen inkomen af van het werkelijke (verwachte) inkomen, laat dan de voorlopige aanslag aanpassen. ■■ Betere bescherming flexwerker een halfjaar uitgesteld De Eerste Kamer heeft op dinsdag 10 juni 2014 ingestemd met de Wet werk en zekerheid. Hierdoor komt meer en sneller Tijdens de behandeling van de Wet werk en zekerheid in de Eerste Kamer heeft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toegezegd dat de gewijzigde regels voor tijdelijke contracten niet, zoals eerder aangekondigd, zullen ingaan per 1 juli aanstaande, maar pas op 1 januari 2015. U heeft dus een halfjaar langer de tijd om u voor te bereiden op dit deel van de nieuwe regels. Vanaf dan mag u geen proeftijd meer opnemen in tijdelijke contracten van zes maanden of minder, moet u tijdig rekening houden met een aanzegplicht, is een concurrentiebeding in een tijdelijk contract alleen nog mogelijk in bijzondere omstandigheden en wordt de uitsluiting van de loondoorbetalingsverplichting in oproepcontracten aan banden gelegd. ■■ Alle opvolgende auto’s tezamen voor de 500-kilometergrens Rijdt u in een auto van de zaak, dan heeft u vrijwel altijd te maken met een bijtelling voor het privégebruik. Dit is alleen anders als u op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé met de auto rijdt. U moet dit dan wel kunnen aantonen met een sluitende kilometeradministratie. Wat nu als u gedurende het jaar met een andere auto van de zaak gaat rijden en met de eerste auto nagenoeg geen privékilometers hebt gereden? Maakt u met de nieuwe auto van de zaak privékilometers, waardoor u alsnog op jaarbasis boven de 500-kilometergrens gaat uitkomen, dan moet u voor beide auto’s rekening houden met een bijtelling. Voor deze kilometergrens tellen namelijk de gereden privékilometers van alle zakelijke auto’s in hetzelfde jaar mee. De bijtelling dient u tijdsgelang te baseren op de verschillende catalogusprijzen van de auto’s. ■■ Goedkeurend beleid over verruimde carry-back uitgebreid Ondernemen is risico lopen en verliezen zijn daarbij soms onvermijdelijk. Fiscaal kunnen ondernemingsverliezen van enig jaar verrekend worden met winsten van het voorafgaande jaar (carry back) of één van de negen daarop volgende jaren (carry forward). Om bedrijven in de crisis tegemoet te komen is voor de jaren 2009, 2010 en 2011 een regeling getroffen waarbij men kon kiezen voor een carry back termijn van drie jaar in plaats van één jaar. Wel werd dan de termijn van carry forward, voor het restant van het verlies uit dat jaar, verkort van negen naar zes jaar. Een verlies van 2009 kon daardoor verrekend worden met winst over 2006, maar een restant verlies over 2009 kon dan niet meer tot 2018 worden verrekend, maar slechts tot 2015. Is er dan nog onvoldoende winst behaald om de verliezen volledig te verrekenen, dan ‘verdampt’ het restant. Gebleken is dat veel belastingplichtigen deze keuze per abuis hebben aangevinkt in hun aangifte, terwijl ze daar geen fiscaal voordeel van hebben gehad, omdat ze geen winst hadden gemaakt in het eerdere jaar. Door die verkeerde keuze kunnen zij al vanaf 2016 te maken krijgen met verdamping van hun verlies uit >>> 5 NR. 3-2014 ■■ Nieuwe werkwijze voor de voorlopige teruggaaf zekerheid voor werknemers met tijdelijke contracten, wijzigen de ontslagregels, wordt een transitievergoeding bij ontslag ingevoerd en verkort de maximale duur van de ww stapsgewijs van 38 naar 24 maanden. De belangrijkste hervormingen voor de arbeidsmarkt hebben we al voor u op een rij gezet in onze vorige nieuwsbrief (nummer 2/2014). 2009. Goedgekeurd is nu dat de verkorting van de carry forward termijn naar zes jaar voor deze belastingplichtigen niet geldt. In feite kan daarmee de eerdere keuze onder voorwaarden ongedaan worden gemaakt. Een tweede goedkeuring betreft de situatie waarin achteraf blijkt dat ten onrechte niet gekozen is voor de verlengde carrybackperiode. Wanneer bijvoorbeeld als gevolg van een herziening van een oudere aanslag (door middel van een navorderingsaanslag) blijkt dat keuze voor de verlenging van de carry-backperiode wel voordeel zou bieden, kan nu binnen drie maanden na het definitief worden van de navorderingsaanslag alsnog een beroep op deze regeling worden gedaan. Dreigt u alsnog tegen verliesverdamping aan te lopen, raadpleeg dan tijdig uw adviseur om na te gaan of er mogelijkheden zijn om extra winst te creëren. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het realiseren van stille reserves of het wijzigen van de toegepaste waarderingssystematiek. Hiermee kan onnodige verliesverdamping worden voorkomen. ■■ Registreer aktes vóór 1 oktober 2014 6 Indien een ondernemer geruisloos een herstructurering wil uitvoeren naar de toestand per 1 januari 2014, bijvoorbeeld via een zogenaamde geruisloze inbreng of het uitzakken van een onderneming via een bedrijfsfusie, dan is het noodzakelijk dat er vóór 1 oktober aanstaande een getekende intentieverklaring/ voorovereenkomst ter registratie aan de fiscus wordt aangeboden. NR. 3-2014 Amsterdam Jozef Israëlskade 46 NL-1072 SB Amsterdam T +31 (0)20 570 02 00 Wanneer deze herstructurering zelf niet feitelijk plaatsvindt voor 1 oktober aanstaande, maar wel vóór 1 april 2015, dan kan de herstructurering fiscaal toch terugwerken naar de toestand per 1 januari 2014. Ook hier is sprake van een fatale termijn. Na 1 oktober 2014 geregistreerde aktes leiden derhalve niet tot de beoogde terugwerkende kracht naar 1 januari 2014. Onze adviseurs zijn u graag van dienst bij het opstellen van de intentieverklaring/voorovereenkomst en de registratie daarvan. ■■ Vraag uw buitenlandse BTW terug vóór 1 oktober 2014 Bedrijven die in 2013 BTW hebben betaald in een ander EU-land moeten vóór 1 oktober a.s. een digitaal teruggaafverzoek indienen bij de Nederlandse Belastingdienst. Na deze datum ontvangen verzoeken worden niet meer in behandeling genomen. Deze buitenlandse BTW is slechts terug te vragen door in te loggen op het elektronische portaal van de Belastingdienst. De ervaring leert dat de aanvraag van een inlognaam en wachtwoord voor het teruggaafverzoek van buitenlandse BTW enige tijd in beslag kan nemen. Indien u nog niet in het bezit bent van deze gegevens is het dus zaak om deze snel aan te vragen. Hoewel het verzoek voor alle EU-landen bij de Nederlandse Belastingdienst wordt ingediend, verschilt wel per land de met het verzoek mee te sturen informatie. Uw adviseur kan u hierbij assisteren.< Heemstede Bronsteeweg 10 NL-2101 AC Heemstede T +31 (0)23 516 06 20 horlings nl Horlings maakt deel uit van Nexia Nederland, een samenwerkingsverband van onafhankelijke accountants- en advieskantoren met meerdere vestigingen verspreid over Nederland. Voor meer informatie: www.nexia.nl Disclaimer De inhoud van deze publicatie is bedoeld als algemene informatie en vormt geen advies en is ook niet bedoeld om enig recht of enige verplichting te creëren. Raadpleeg voor het nemen van beslissingen altijd uw adviseur. Ondanks dat deze publicatie met uiterste zorg is samengesteld aanvaarden uitgever, redactie, auteurs, noch het accountants- en belastingadvieskantoor of Nexia Nederland BV waar deze auteurs werkzaam zijn enige aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden, drukfouten, onvolledigheden of gevolgen (door handelen of nalaten) daarvan. Redactie : drs. Nikolajev Ligthart en mr. Alex Berkhout Redactiesecretariaat: Mona Smit, Postbus 53045, 1007 RA Amsterdam HORLINGS streeft ernaar het verbruik van papier zoveel mogelijk te reduceren. Onze nieuwsbrief willen wij in de toekomst dan ook alleen digitaal uitgeven. Mocht u onze nieuwsbrief voortaan digitaal willen ontvangen dan kunt u een e-mail sturen naar [email protected] o.v.v. Nieuwsbrief. Mocht u naar aanleiding van de inhoud vragen hebben neemt u dan contact op met één van onze kantoren. Horlings is lid van Nexia International, een wereldwijd netwerk van onafhankelijke accountants- en advieskantoren.
© Copyright 2024 ExpyDoc