HORLINGS nieuwsbrief nr. 3-2014

Horlings
nie u w s b rief
nr.3 -
2014
IN DIT NUMMER
■■ ■ Van de redactie
MEER DAN CIJFERS
■■ ■ Einde keuzemogelijkheid voor de buitenlandse belastingplichtige
■■ ■ Wat u nog moet weten over de komende pensioenaanscherpingen
■■ ■ Veranderingen in de ■■
werkkostenregeling
■■ ■ Pensioenleed bij ■■
echtscheiding
■■ ■Overgangsregeling ■■
■■ ■ Tips/Actualiteiten
Workshop
Werkkostenregeling
Kom naar onze workshop op
30 september of 2 oktober a.s.
van 15.30 - 16.30 uur.
Locatie: Jozef Israëlskade 46
te Amsterdam
Seminar
To cloud or not to cloud?
Een seminar voor ‘decisionmakers’
die willen weten of de cloud
echt onmisbaar en veilig is,
of een roze wolk!
25 september a.s. vanaf 16.00 uur.
Locatie: P.C. Hooftstraat 5-11
te Amsterdam
(De Vos & Partners Advocaten)
Meer informatie?
Er zijn geen kosten verbonden aan
deelname. U kunt zich aanmelden
via onze site (horlings.nl)
of stuur een mail naar
[email protected]
Uw pensioen en de werkkostenregeling
In deze aflevering van de nieuwsbrief een aantal fiscale maatregelen
dat voor u als pensioengenieter (in spe) belangrijk is. De maximale
pensioenopbouwpercentages gaan wederom omlaag. Het loon waarover
pensioen kan worden opgebouwd, wordt beperkt tot € 100.000. Wie
meer verdient, kan fiscaal vriendelijk bijsparen via de nettolijfrente of het
nettopensioen. Ook de lijfrentepremieaftrek en de opbouw van de fiscale
oudedagsreserve (FOR) voor IB-ondernemers wordt aan banden gelegd.
In het Belastingplan 2015 zal de bestaande werkkostenregeling
(WKR) in de loonbelasting op een aantal punten worden aangepast
en vereenvoudigd. In totaal zullen vijf vereenvoudigingsmaatregelen
worden voorgesteld die per 1 januari 2015 zullen ingaan. Daarnaast
heeft Staatssecretaris Wiebes aangegeven het huidige keuzeregime niet
nogmaals te zullen verlengen. Dit betekent dat de WKR per 1 januari
2015 bij alle werkgevers geïmplementeerd dient te zijn en dat iedere
inhoudingsplichtige er nu mee aan de slag moet! Horlings organiseert
WKR-workshops om u optimaal voor te bereiden op de invoering.
In onze Prinsjesdag nieuwsbrief zullen wij u later deze maand een update
geven van alle aanpassingen en voorstellen.
Mocht u vragen hebben, onze adviseurs zijn u uiteraard graag van dienst.
Einde keuzemogelijkheid voor de buitenlandse belastingplichtige
Werkt u in Nederland of heeft u andere inkomsten uit of bezittingen in Nederland en
woont u elders, dan mag u voor de inkomstenbelasting in bepaalde gevallen kiezen voor
toepassing van de regels voor binnenlandse belastingplicht. Dat kan, afhankelijk van
uw situatie, voor- of nadelig zijn. Aan die keuzemogelijkheid komt binnenkort een eind.
Vanaf 2015 geldt automatisch de nieuwe regeling voor kwalificerende buitenlandse
belastingplicht als u voldoet aan bepaalde voorwaarden.
Regeling kwalificerende buitenlandse
belastingplicht
Per 1 januari 2015 vervalt de keuzeregeling.
Daarvoor in de plaats komt een eenvoudigere, maar wel striktere regeling: de regeling
voor kwalificerende buitenlandse belastingplicht. Als buitenlands belastingplichtige kunt
u alleen nog een beroep doen op Nederlandse aftrekposten, heffingskortingen en het heffingvrije vermogen in box 3 als u voldoet aan
de volgende drie voorwaarden:
■ U woont in een EU-land, Liechtenstein, Noorwegen, IJsland, Zwitserland, op Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
■ U betaalt over minimaal 90% van uw wereldinkomen in Nederland belasting. Voor dit 90%-inkomenscriterium telt niet alleen uw inkomen uit werk en woning
mee, maar ook uw vermogen en uw inkomsten uit aanmerkelijk belang. Of u
voldoet aan de eis van minimaal 90%
wordt beoordeeld naar Nederlandse maatstaven.
■ U kunt een inkomensverklaring overleggen van de Belastingdienst van uw woonland. Op dit moment zijn >>>
1
NR. 3-2014
pensioen in nieuwe
belastingverdrag met Duitsland
Van de redactie
nog niet alle eisen bekend waaraan deze inkomensverklaring moet voldoen. Ook moet nog duidelijk worden wanneer een dergelijke verklaring achterwege mag blijven.
TIP!
Woont u in België en voldoet u niet aan het
90%-inkomenscriterium, dan heeft u mogelijk toch
recht op bepaalde aftrekposten en heffingskortingen.
Uw adviseur kan u hier meer over vertellen. Woont u
in Suriname, op Aruba, Sint Maarten of Curaçao, dan is
de nieuwe regeling voor kwalificerende buitenlandse
belastingplicht niet op u van toepassing. Wel kunt u recht
hebben op bepaalde aftrekposten en heffingskortingen.
Voldoet u aan de voorwaarden voor kwalificerende buitenlandse
belastingplicht, dan heeft u recht op dezelfde aftrekposten als een
inwoner van Nederland. Kunt u echter een vergelijkbare aftrekpost in uw woonland in aanmerking nemen, dan komt deze niet
in aftrek in Nederland. Verder wordt in de nieuwe regeling alleen
belasting berekend over uw inkomsten en vermogen uit Nederland, wat een positief effect heeft op het belastingpercentage ten
opzichte van de huidige keuzeregeling.
Met de komst van de regeling voor kwalificerende buitenlandse
belastingplicht vervalt ook de inkomensherziening (de terugploegregeling) en dat is een welkome vereenvoudiging. Nu krijgt u door
de terugploegregeling nog te maken met een inkomensherziening
wanneer u op enig moment niet langer kiest voor de regels van
binnenlandse belastingplicht.
Fiscale partner
Bent u volgens de nieuwe regels een kwalificerende buitenlands
belastingplichtige en wilt u dat de Belastingdienst uw partner aanmerkt als fiscaal partner, dan kan dit alleen als u samen over minimaal 90% van het gezamenlijke inkomen in Nederland belasting
betaalt.<
LET OP! U krijgt pas te maken met de nieuwe regeling
bij uw aangifte inkomstenbelasting over 2015, of al eerder
bij een voorlopige aanslag 2015. Tot en met de aangifte
2014 kunt u nog kiezen voor binnenlandse belastingplicht.
Kiest u in 2014 voor binnenlandse belastingplicht en
kwalificeert u in 2015 niet voor de nieuwe regeling, dan
geldt de eerder genoemde terugploegregeling niet.
Wat u nog moet weten over de komende
pensioenaanscherpingen
2
NR. 3-2014
De Eerste Kamer heeft onlangs ingestemd met een verdere pensioenversobering vanaf 2015. Maximale pensioenopbouwpercentages gaan wederom omlaag en het loon waarover pensioen kan worden opgebouwd, wordt beperkt tot
€ 100.000. Wie meer verdient, kan fiscaal vriendelijk bijsparen voor de oude dag met een nettolijfrente. In onze eerdere
nieuwsbrief (nummer 1 van dit jaar) heeft u al kunnen lezen over de nieuwe pensioenaanscherpingen per 2015. Deze
versoberingen hebben echter ook gevolgen voor onder andere de opbouw van de oudedagsreserve voor ondernemers,
voor de lijfrentepremieaftrek in de inkomstenbelasting en voor het partnerpensioen.
Bijkomende gevolgen maximumpensioenopbouw
en partnerpensioen
Vanaf 2015 is het maximale salaris waarover pensioen kan worden opgebouwd, beperkt tot € 100.000. Dit wordt de aftoppingsgrens genoemd. Deze maximering van het pensioengevend loon
geldt niet voor het arbeidsongeschiktheidspensioen. De aftoppingsgrens van € 100.000 heeft ook geen gevolgen voor het op
1 januari 2015 reeds opgebouwde partnerpensioen. Dat geldt ook
voor het partnerpensioen op risicobasis. De aftoppingsgrens zal
echter wel gelden voor het partnerpensioen, al dan niet op risicobasis, over de dienstjaren na 1 januari 2015.
LET OP!
Nu vanaf 1 januari 2015 het partnerpensioen
ook is afgetopt, kan dit financiële gevolgen hebben wanneer iemand voor zijn pensioeningangsdatum overlijdt.
Werkgeversbijdrage en de nettolijfrente
Wie meer verdient dan € 100.000 kan op vrijwillige basis fiscaal
vriendelijk bijsparen voor de oude dag met een nieuwe faciliteit:
de nettolijfrente.
Als werkgever mag u een bijdrage verstrekken aan uw werknemers die deelnemen aan de nettolijfrente. Voorwaarde is wel dat
u dan de bijdrage ook geeft aan werknemers die niet deelnemen
aan de faciliteit. Deze werkgeversbijdrage wordt tot het loon gerekend en daarmee in de belastingheffing betrokken.
Beperking lijfrentepremieaftrek
De nettolijfrente is een nieuwe faciliteit, maar ook de huidige
lijfrente blijft gewoon bestaan in de inkomstenbelasting. De
pensioenversobering raakt echter wel de maximale lijfrentepremieaftrek vanaf 2015. Dit jaar bedraagt het maximale premiepercentage over de grondslag nog 15,5% (2013: 17%). Per 1 januari
2015 gaat dit percentage verder omlaag naar 13,8%. Bovendien
wordt bij de berekening van de premieaftrek ook rekening gehouden met de nieuwe aftoppingsgrens van € 100.000. Uiteraard
blijft gelden dat u alleen de door u betaalde lijfrentepremies in aftrek kunt brengen wanneer u een pensioentekort heeft. Daarvoor
wordt gekeken naar de jaarruimte en/of reserveringsruimte.
LET OP!
Mochten uw werknemers straks deelnemen
aan een nettolijfrente bij een pensioenfonds, dan geldt
een verplichte werkgeversbijdrage van ten minste 10%.
Ook hier geldt de voorwaarde dat u de bijdrage ook
betaalt aan vergelijkbare werknemers die niet deelnemen
aan een nettolijfrente bij het pensioenfonds.
Opbouw fiscale oudedagsreserve aan banden
Tot slot nog een bijkomend gevolg van de pensioenversobering.
Bent u ondernemer in de inkomstenbelasting, dan kunt u in 2015
minder ‘sparen’ voor uw oude dag in de onderneming. Dit jaar
mag u, wanneer u voldoet aan de voorwaarden en indien gewenst, nog 10,9% van de winst toevoegen aan de fiscale oudedagsreserve met een maximum van € 9.542. Volgend jaar gaat dit
omlaag naar 9,8% en een maximumbedrag van € 8.640.<
Veranderingen in de werkkostenregeling
In het Belastingplan 2015 zal de bestaande werkkostenregeling op een aantal punten worden aangepast en vereenvoudigd.
In totaal zullen vijf vereenvoudigingsmaatregelen worden voorgesteld die per 1 januari 2015 zullen ingaan. Daarnaast
heeft Staatssecretaris Wiebes aangegeven het huidige keuzeregime niet nogmaals te zullen verlengen. Dit betekent dat de
werkkostenregeling per 1 januari 2015 bij alle werkgevers geïmplementeerd dient te zijn en dat iedere inhoudingsplichtige
er nu mee aan de slag moet!
1. Beperkte introductie van het noodzakelijkheidscriterium
Met het noodzakelijkheidscriterium is een vergoeding of verstrekking geen belastbaar loon als deze noodzakelijk is voor het werk.
Voorlopig wordt het noodzakelijkheidcriterium alleen geïntroduceerd voor gereedschappen en voor computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur.
2.TIP! Ook de ‘zakelijke gebruikseis’ voor de zakelijke
iPad vervalt. Indien uw werknemer een iPad nodig heeft
om zijn werk te doen, dan kunt u deze verstrekken zonder fiscaal rekening te hoeven houden met het privévoordeel van de werknemer.
Afrekensystematiek
U hoeft straks nog maar één keer per jaar vast te stellen wat de
verschuldigde belasting is in het kader van de werkkostenregeling.
U hoeft hierdoor niet meer per aangiftetijdvak te toetsen of de
vrije ruimte wordt overschreden.
3. Concernregeling voor samenvoeging
4. Vrijstelling voor branche-eigen producten
De bestaande regeling voor personeelskorting wordt alsnog in
de werkkostenregeling opgenomen in de vorm van een gerichte
vrijstelling. De gerichte vrijstellingen zijn posten welke binnen
de werkkostenregeling als vergoedingen en/of verstrekkingen onbelast zijn en derhalve niet meetellen voor de bepaling van de
totale werkkosten.
5. Gerichte vrijstelling maakt einde aan huidig onderscheid
De laatste maatregel ziet op de invoering van een nieuwe gerichte
vrijstelling voor een aantal werkplekgerelateerde voorzieningen
waarvoor nu een nihilwaardering geldt. Waar dit nu slechts geldt
voor het ter beschikking stellen van dit soort voorzieningen, is
naar verwachting straks ook het vergoeden en verstrekken daarvan onbelast.<
LET OP!
Om de voorgaande vijf voorgestelde
maatregelen budgetneutraal te kunnen invoeren, gaat de
vrije ruimtevolgend jaar omlaag van 1,5% naar 1,2%.
Pensioenleed bij echtscheiding
Wanneer u in het huwelijksbootje stapt denkt u als laatste aan het mogelijke ‘pensioenleed’ wanneer u in een echtscheiding
terecht zal komen. Toch is het raadzaam hier vooraf en bij het opstellen van het echtscheidingsconvenant goede afspraken
over te maken. Zo voorkomt u mogelijke nare situaties op pensioengebied.
Partijen zijn vrij om onderlinge afspraken te maken, maar indien ze
niets afspreken (of indien de vastlegging niet specifiek genoeg is) dan
is de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wet VPS) van
toepassing. In de Wet VPS is vastgelegd dat het ouderdomspensioen
dat tijdens de huwelijkse periode is opgebouwd gelijkelijk wordt
verdeeld (ieder de helft). Daarnaast heeft de ex-partner recht op het
tot de echtscheidingsdatum opgebouwde nabestaandenpensioen
(bijzonder nabestaandenpensioen).
Echtscheiding en pensioen in eigen beheer
Wat betekent een echtscheiding nu voor de DGA die in eigen
beheer pensioen heeft opgebouwd?
Stel een DGA heeft een ouderdomspensioen opgebouwd van
€ 14.200 bruto per jaar. Op basis van de Wet VPS heeft de ex-partner
recht op de helft van het opgebouwde ouderdomspensioen, zijnde
50% x € 14.200 = € 7.100 ingaande op de pensioendatum van
de DGA en eindigend bij zijn overlijden. Voorts bestaat recht op
een bijzonder nabestaandenpensioen van € 9.940 bruto per jaar
(70% van € 14.200), ingaande vanaf het overlijden van de DGA.
De fiscale pensioenvoorziening behorende bij bovengenoemde
pensioenaanspraken bedraagt ongeveer € 59.000 op de echtscheidingsdatum.
Indien partijen overeenkomen dat het pensioen van de ex-partner
wordt afgestort bij een verzekeraar, dan zal op basis van het aan
de ex-partner toegerekende pensioen een waarde bepaald moeten
worden.
Stel deze (commerciële) waarde bedraagt € 120.000. Dit betekent
dat ruim twee maal de fiscale voorziening afgestort moet worden.
Na afstorting van het deel van de ex-partner dient in de BV een
pensioenvoorziening gevormd te worden voor het achtergebleven
pensioen van € 7.100. De hierbij behorende fiscale pensioenvoorziening per 1 november 2013 bedraagt ongeveer € 25.000. Het
gevolg is dan ook een forse aanslag op zowel de liquiditeit als het
eigen vermogen van de vennootschap, met alle risico’s voor de
continuïteit van de onderneming.
Echtscheidingsconvenant
Het afstorten van het pensioen van de ex-partner kan dus een dure
aangelegenheid worden. Het is goed om dit vooraf te realiseren
en, voorzover mogelijk, hiermee rekening te houden bij het
opstellen van het echtscheidingsconvenant. Het is mogelijk om
andere afspraken omtrent de pensioenverdeling te maken, want
de wettelijke verdeling betreft geen verplichte verdeling.<
3
NR. 3-2014
Een zogenoemde concernregeling maakt het mogelijk om de vrije
ruimtes binnen één concern samen te voegen. Tot een concern
worden gerekend de moedervennootschap en alle (klein)dochter-
vennootschappen waarin zij ten minste 95% van de aandelen
houdt.
Overgangsregeling pensioen in nieuwe belastingverdrag met Duitsland
In april 2012 heeft Nederland het nieuwe belastingverdrag met Duitsland ondertekend. Het nieuwe verdrag zal naar
verwachting op 1 januari 2015 in werking treden. In het nieuwe verdrag zijn een aantal zaken gewijzigd. Een van deze
wijzigingen betreft de pensioenen. De gevolgen hiervan kunnen aanzienlijk genoemd worden.
Huidige verdrag
Onder het huidige verdrag worden private pensioenen afkomstig
uit Nederland belast in het woonland. Is een belastingplichtige
verhuisd naar Duitsland, dan worden deze private pensioenen dus
belast in Duitsland. Het Duitse belastingstelsel kent een zeer mild
regime voor private pensioenen. Slechts een klein deel van het
pensioen wordt in de heffing betrokken. Het percentage dat in
de heffing wordt betrokken, is afhankelijk van de leeftijd van de
belastingplichtige bij het ingaan van het pensioen. Ontvangt een
belastingplichtige pensioen vanaf zijn 65ste, dan wordt slechts
18% van de uitkering in de heffing betrokken.
van het in het verdrag opgenomen keuzerecht gebruik gemaakt
zal worden. De overgangsregeling voorziet in een aangepast
gemiddeld belastingtarief voor private pensioenen. Dit aangepaste
tarief stijgt in de zes jaren met 5% per jaar. In het eerste jaar is
het belastingtarief 5% en in zesde jaar geldt een belastingtarief
van 30%. Het zevende jaar geldt het reguliere Nederlandse
inkomstenbelastingtarief.
Uit berekeningen is gebleken dat in de meeste gevallen de
overgangsregeling enkele jaren minder effect heeft dan de
genoemde zes jaren. Voor inkomens belast in de tweede schijf (tot
4
NR. 3-2014
Nieuwe verdrag
Onder het nieuwe verdrag is de heffingsbevoegdheid over private
pensioenen in beginsel ongewijzigd gebleven. Als hoofdregel
geldt nog steeds, dat private pensioenen worden belast in het
woonland. Hier bestaat echter een belangrijke uitzondering
op. Wanneer de totale pensioenen tezamen meer dan € 15.000
bedragen, verschuift het heffingsrecht naar het land van uitkering.
De genoemde grens van € 15.000 is inclusief AOW. Het behoeft
derhalve geen nadere toelichting, dat in veel gevallen het
heffingsrecht over private pensioenen onder het nieuwe verdrag
zal verschuiven naar Nederland.
Overgangsrecht
Uit berekeningen blijkt dat vooral voor hogere inkomens het
nadeel aanzienlijk kan zijn. Belastingplichtigen die met hun
inkomen in de hoogste belastingschijf vallen, worden het hardst
getroffen. Het nadeel kan oplopen tot duizenden euro’s netto per
jaar. Het eerste jaar na invoering voorziet het nieuwe verdrag in
een keuzerecht en mag vrij worden gekozen voor toepassing van
het oude of het nieuwe verdrag. Daarnaast heeft de staatssecretaris
voor de belastingplichtigen die nadeel ondervinden van de
nieuwe regeling getracht het leed enigszins te verzachten door
middel van een overgangsregeling. Deze regeling zorgt er voor
dat de overstap naar de nieuwe situatie meer geleidelijk verloopt.
De overgangsregeling zoals deze er momenteel ligt zal gedurende
zes jaren van toepassing zijn, waarbij het eerste jaar doorgaans
€ 33.363) heeft de overgangsregeling geen (noemenswaardige)
effect, omdat het normale gemiddelde tarief nauwelijks boven
of zelfs onder het maximale tarief volgens de overgangsregeling
ligt. Voor de hogere inkomens belast in de derde en vooral vierde
belastingschijf is gebleken dat de regeling maximaal vier jaar werkt.
Daarna is het gemiddelde belastingtarief volgens de normale,
Nederlandse belastingwetgeving in veel gevallen lager dan het
maximale tarief uit de overgangsregeling. De overgangsregeling
biedt dan geen voordeel.
Hypotheekrente
Vermeld dient te worden, dat veel in Duitsland wonende
gepensioneerden op dit moment geen hypotheekaftrek genieten.
Het loont zich voor hen namelijk niet gebruik te maken van
het keuzerecht om aangemerkt te worden als onbeperkt
belastingplichtige. Onder het nieuwe verdrag is wellicht het gehele
inkomen in Nederland belast en kan vanaf 2015 mogelijk gebruik
gemaakt worden van de nieuwe regeling voor kwalificerende
buitenlandse belastingplicht (zie ook elders in deze nieuwsbrief).
Dit houdt kort gezegd in dat wanneer 90% of meer van het
inkomen in Nederland belast is en daarnaast aan enkele andere
voorwaarden wordt voldaan (waaronder het verstrekken van een
woonplaatsverklaring inclusief opgaaf van de in het woonland
aangegeven inkomen en aftrekposten), de hypotheekrenteaftrek
in Nederland in aftrek kan worden gebracht. Zo compenseert dit
enigszins het nadeel van de hogere belastingdruk.<
tips / actualiteiten
■■ De VAR in 2015
In de loop van 2015 verdwijnt naar verwachting de huidige
Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) en wordt deze vervangen door
een webmodule. Dit programma dient vanaf invoering door
opdrachtnemers en opdrachtgevers gezamenlijk te worden
ingevuld. De aangekondigde webmodule zorgt voor veel onrust bij
zzp’ers en opdrachtgevers. De exacte vormgeving en inhoud van
de webmodule zijn op dit moment echter nog niet bekend.
Voor huidige VAR-houders wordt een beperkte overgangsperiode
aangeboden. Om de overgang naar het nieuwe systeem soepel
te laten verlopen en rechtszekerheid te bieden aan huidige VARhouders hoeven zij voor het kalenderjaar 2015 nog geen nieuwe
VAR-aanvraag in te dienen. De staatssecretaris heeft toegezegd dat
de voor het kalenderjaar 2014 afgegeven VAR-verklaringen ook
gedurende de eerste maanden van het kalenderjaar 2015 gebruikt
kunnen worden. Voor hoeveel maanden dat is zal afhankelijk zijn
van de snelheid waarmee het wetsvoorstel wordt aangenomen.
Nieuwe aanvragers kunnen nog steeds een VAR-oude-stijl aanvragen, vanaf 1 september kan dit ook voor het jaar 2015.
LET OP!
Duidelijk is dat na invoering van de webmodule de opdrachtgever medeverantwoordelijk wordt.
Na indiening van het wetsvoorstel zal duidelijker worden
voor welke zaken de medeverantwoordelijkheid gaat
gelden en hoe deze medeverantwoordelijkheid vorm
gaat krijgen.
Heeft u aftrekposten, zoals de hypotheekrenteaftrek, en krijgt
u daardoor jaarlijks belastinggeld terug, dan kunt u de Belastingdienst vragen om een voorlopige teruggaaf. De teruggave ontvangt
u dan – in plaats van achteraf – alvast gedurende het belastingjaar
zelf. U hoeft slechts eenmaal te vragen om een voorlopige
teruggaaf, want daarna ontvangt u deze jaarlijks automatisch van
de Belastingdienst. Deze automatische teruggaaf wordt berekend
aan de hand van historische gegevens, voor de voorlopige aanslag
2014 is dit het inkomen uit 2011. Daardoor blijkt achteraf
vaak dat er grote verschillen zitten tussen de voorlopige en de
definitieve aanslag, omdat geen rekening wordt gehouden met
tussentijdse wijzigingen in het inkomen of de aftrekposten. Het
komt daardoor voor dat achteraf ineens grote bedragen moeten
worden terugbetaald.
Vanaf 2015 baseert de Belastingdienst de automatisch toegestuurde voorlopige teruggaaf op de gegevens uit de definitieve aanslag
2013, die in 2014 is opgelegd. Door de gegevens van een recenter
jaar te gebruiken, zullen grote verschillen naar verwachting
minder vaak voorkomen.
TIP!
Controleer altijd het bedrag van een (automatisch
opgelegde) aanslag. Wijkt het in aanmerking genomen
inkomen af van het werkelijke (verwachte) inkomen, laat
dan de voorlopige aanslag aanpassen.
■■ Betere bescherming flexwerker een
halfjaar uitgesteld
De Eerste Kamer heeft op dinsdag 10 juni 2014 ingestemd met
de Wet werk en zekerheid. Hierdoor komt meer en sneller
Tijdens de behandeling van de Wet werk en zekerheid in de
Eerste Kamer heeft minister Asscher van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid toegezegd dat de gewijzigde regels voor
tijdelijke contracten niet, zoals eerder aangekondigd, zullen
ingaan per 1 juli aanstaande, maar pas op 1 januari 2015. U
heeft dus een halfjaar langer de tijd om u voor te bereiden op dit
deel van de nieuwe regels. Vanaf dan mag u geen proeftijd meer
opnemen in tijdelijke contracten van zes maanden of minder,
moet u tijdig rekening houden met een aanzegplicht, is een
concurrentiebeding in een tijdelijk contract alleen nog mogelijk
in bijzondere omstandigheden en wordt de uitsluiting van de
loondoorbetalingsverplichting in oproepcontracten aan banden
gelegd.
■■ Alle opvolgende auto’s tezamen voor de
500-kilometergrens
Rijdt u in een auto van de zaak, dan heeft u vrijwel altijd te maken
met een bijtelling voor het privégebruik. Dit is alleen anders als
u op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé met de auto
rijdt. U moet dit dan wel kunnen aantonen met een sluitende
kilometeradministratie. Wat nu als u gedurende het jaar met
een andere auto van de zaak gaat rijden en met de eerste auto
nagenoeg geen privékilometers hebt gereden? Maakt u met de
nieuwe auto van de zaak privékilometers, waardoor u alsnog op
jaarbasis boven de 500-kilometergrens gaat uitkomen, dan moet
u voor beide auto’s rekening houden met een bijtelling. Voor deze
kilometergrens tellen namelijk de gereden privékilometers van
alle zakelijke auto’s in hetzelfde jaar mee. De bijtelling dient u
tijdsgelang te baseren op de verschillende catalogusprijzen van
de auto’s.
■■ Goedkeurend beleid over verruimde
carry-back uitgebreid
Ondernemen is risico lopen en verliezen zijn daarbij soms
onvermijdelijk. Fiscaal kunnen ondernemingsverliezen van enig
jaar verrekend worden met winsten van het voorafgaande jaar
(carry back) of één van de negen daarop volgende jaren (carry
forward). Om bedrijven in de crisis tegemoet te komen is voor
de jaren 2009, 2010 en 2011 een regeling getroffen waarbij men
kon kiezen voor een carry back termijn van drie jaar in plaats
van één jaar. Wel werd dan de termijn van carry forward, voor
het restant van het verlies uit dat jaar, verkort van negen naar zes
jaar. Een verlies van 2009 kon daardoor verrekend worden met
winst over 2006, maar een restant verlies over 2009 kon dan niet
meer tot 2018 worden verrekend, maar slechts tot 2015. Is er
dan nog onvoldoende winst behaald om de verliezen volledig te
verrekenen, dan ‘verdampt’ het restant.
Gebleken is dat veel belastingplichtigen deze keuze per abuis
hebben aangevinkt in hun aangifte, terwijl ze daar geen fiscaal
voordeel van hebben gehad, omdat ze geen winst hadden gemaakt
in het eerdere jaar. Door die verkeerde keuze kunnen zij al vanaf
2016 te maken krijgen met verdamping van hun verlies uit >>>
5
NR. 3-2014
■■ Nieuwe werkwijze voor de voorlopige
teruggaaf
zekerheid voor werknemers met tijdelijke contracten, wijzigen de
ontslagregels, wordt een transitievergoeding bij ontslag ingevoerd
en verkort de maximale duur van de ww stapsgewijs van 38 naar
24 maanden. De belangrijkste hervormingen voor de arbeidsmarkt
hebben we al voor u op een rij gezet in onze vorige nieuwsbrief
(nummer 2/2014).
2009. Goedgekeurd is nu dat de verkorting van de carry forward
termijn naar zes jaar voor deze belastingplichtigen niet geldt. In
feite kan daarmee de eerdere keuze onder voorwaarden ongedaan
worden gemaakt.
Een tweede goedkeuring betreft de situatie waarin achteraf
blijkt dat ten onrechte niet gekozen is voor de verlengde carrybackperiode. Wanneer bijvoorbeeld als gevolg van een herziening
van een oudere aanslag (door middel van een navorderingsaanslag)
blijkt dat keuze voor de verlenging van de carry-backperiode
wel voordeel zou bieden, kan nu binnen drie maanden na het
definitief worden van de navorderingsaanslag alsnog een beroep
op deze regeling worden gedaan.
Dreigt u alsnog tegen verliesverdamping aan te lopen, raadpleeg
dan tijdig uw adviseur om na te gaan of er mogelijkheden zijn
om extra winst te creëren. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken
aan het realiseren van stille reserves of het wijzigen van de toegepaste waarderingssystematiek. Hiermee kan onnodige verliesverdamping worden voorkomen.
■■ Registreer aktes vóór 1 oktober 2014
6
Indien een ondernemer geruisloos een herstructurering wil
uitvoeren naar de toestand per 1 januari 2014, bijvoorbeeld via
een zogenaamde geruisloze inbreng of het uitzakken van een
onderneming via een bedrijfsfusie, dan is het noodzakelijk dat
er vóór 1 oktober aanstaande een getekende intentieverklaring/
voorovereenkomst ter registratie aan de fiscus wordt aangeboden.
NR. 3-2014
Amsterdam
Jozef Israëlskade 46
NL-1072 SB Amsterdam
T +31 (0)20 570 02 00
Wanneer deze herstructurering zelf niet feitelijk plaatsvindt voor
1 oktober aanstaande, maar wel vóór 1 april 2015, dan kan de
herstructurering fiscaal toch terugwerken naar de toestand
per 1 januari 2014. Ook hier is sprake van een fatale termijn.
Na 1 oktober 2014 geregistreerde aktes leiden derhalve niet tot
de beoogde terugwerkende kracht naar 1 januari 2014. Onze
adviseurs zijn u graag van dienst bij het opstellen van de
intentieverklaring/voorovereenkomst en de registratie daarvan.
■■ Vraag uw buitenlandse BTW terug vóór
1 oktober 2014
Bedrijven die in 2013 BTW hebben betaald in een ander EU-land
moeten vóór 1 oktober a.s. een digitaal teruggaafverzoek indienen
bij de Nederlandse Belastingdienst. Na deze datum ontvangen
verzoeken worden niet meer in behandeling genomen. Deze
buitenlandse BTW is slechts terug te vragen door in te loggen
op het elektronische portaal van de Belastingdienst. De ervaring
leert dat de aanvraag van een inlognaam en wachtwoord voor het
teruggaafverzoek van buitenlandse BTW enige tijd in beslag kan
nemen. Indien u nog niet in het bezit bent van deze gegevens is
het dus zaak om deze snel aan te vragen. Hoewel het verzoek
voor alle EU-landen bij de Nederlandse Belastingdienst wordt
ingediend, verschilt wel per land de met het verzoek mee te sturen
informatie. Uw adviseur kan u hierbij assisteren.<
Heemstede
Bronsteeweg 10
NL-2101 AC Heemstede
T +31 (0)23 516 06 20
horlings nl
Horlings maakt deel uit van Nexia Nederland, een samenwerkingsverband van
onafhankelijke accountants- en advieskantoren met meerdere vestigingen verspreid
over Nederland. Voor meer informatie: www.nexia.nl
Disclaimer
De inhoud van deze publicatie is bedoeld als algemene informatie en vormt geen advies en is ook niet bedoeld om enig recht of enige
verplichting te creëren. Raadpleeg voor het nemen van beslissingen altijd uw adviseur. Ondanks dat deze publicatie met uiterste zorg is
samengesteld aanvaarden uitgever, redactie, auteurs, noch het accountants- en belastingadvieskantoor of Nexia Nederland BV waar deze
auteurs werkzaam zijn enige aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden, drukfouten, onvolledigheden of gevolgen (door handelen
of nalaten) daarvan.
Redactie
: drs. Nikolajev Ligthart en mr. Alex Berkhout
Redactiesecretariaat: Mona Smit, Postbus 53045, 1007 RA Amsterdam
HORLINGS streeft ernaar het verbruik van papier zoveel mogelijk te reduceren. Onze nieuwsbrief willen wij in de toekomst dan ook alleen
digitaal uitgeven. Mocht u onze nieuwsbrief voortaan digitaal willen ontvangen dan kunt u een e-mail sturen naar [email protected]
o.v.v. Nieuwsbrief.
Mocht u naar aanleiding van de inhoud vragen hebben neemt u dan contact op met één van onze kantoren.
Horlings is lid van Nexia International, een wereldwijd netwerk van onafhankelijke accountants- en advieskantoren.