Tilburg University Review of the book The body of

Tilburg University
Review of the book The body of God
Sarot, Marcel
Published in:
Nederlands Theologisch Tijdschrift
Publication date:
1996
Link to publication
Citation for published version (APA):
Sarot, M. (1996). Review of the book The body of God: An ecological theology, S. McFague, 1993, 0334018897.
Nederlands Theologisch Tijdschrift, 50(1), 84-85.
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners
and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.
• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research
• You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright, please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately
and investigate your claim.
Download date: 31. Jan. 2015
Diensten van de Faculteit der Letteren
Page 1 of 1
Preprint
Sallie McFague, The Body of God: An Ecological Theology, Londen, SCM Press, 1993; xii +
274 pp., £ 12.50, ISBN 0334018897.
In haar vorige boek, Models of God (Londen 1987), ontwikkelde Sallie McFague drie
modellen voor God: God als moeder, God als geliefde, en God als vriend/in. Hierbij koos zij
haar uitgangspunt in de `central picture' van de wereld als Gods lichaam. Dit sleutelmodel
kreeg in haar vorige werk echter niet de aandacht die het - juist ook vanwege alle
misverstanden waartoe spreken over God als lichamelijk aanleiding kan geven - verdient.
In dit nieuwe boek werkt prof. McFague de metafoor van de wereld als Gods lichaam
alsnog nader uit. Zij presenteert hier een `functionele kosmologie,' een kosmologie die
mensen helpt om hun plaats in de wereld te verstaan (112-113). De opbouw is als volgt.
In hoofdstuk 1 schetst McFague een somber ecologisch toekomstperspectief voor onze
aarde en stelt vervolgens dat wij allen geroepen zijn om ons af te vragen wat wij kunnen
doen aan de dreigende ecologische ramp. Als haar eigen, theologische, bijdrage ziet zij
een voorstel tot een andere manier van denken over de aarde: de aarde als Gods lichaam.
In hoofdstuk 2 contrasteert McFague twee organische modellen voor de werkelijkheid: een
`klassiek,' waarbij het mannelijk lichaam als model voor de werkelijkheid fungeert, en dat
de werkelijkheid interpreteert als een hiërarchisch gestructureerde eenheid, en een
hedendaags, bij de big bang theorie aansluitend model, dat vooral de (toenemende)
diversiteit binnen de werkelijkheid en de complexe interdependentie van elementen van de
werkelijkheid benadrukt. Onnodig te zeggen dat McFague dit laatste model prefereert. In
hoofdstuk 3 schetst McFague het eigen karakter van haar project in vergelijking met de
projecten van de natuurlijke theologie en `creation spirituality.' In `creation spirituality'
gaat het vooral om het waarderen van de kosmos, in de natuurlijke theologie om het
begrijpen ervan; deze twee projecten zijn waardevol, maar hiernaast ziet McFague ruimte
voor een project waarin het vooral gaat om verantwoordelijk handelen binnen de kosmos.
Haar project heeft dus een ethische spits, wat ook duidelijk tot uitdrukking komt in de
criteria die zij geeft voor de keuze tussen verschillende modellen. In hoofdstuk 4 schetst
McFague de antropologische consequenties van haar model: mensen moeten af van de
gedachte dat alles om hen draait, en moeten leren te beseffen hoe afhankelijk zij zijn van
hun omgeving. `Zonde' is `je plaats niet kennen' in relatie tot je medemensen, de
dierenwereld, de natuur. In hoofdstuk 5 bespreekt McFague vijf modellen voor de relatie
van God en mens. Van deze prefereert zij er twee: het model van God als handelend in de
wereld en van de wereld als Gods lichaam - deze beide combineert zij. Als de wereld Gods
lichaam is, heeft God haar natuurlijk niet ex nihilo geschapen. Wel kan zij dan echter - en
daar gaat het volgens McFague om - volledig afhankelijk zijn van God. In de laatste twee
hoofdstukken - over christologie en eschatologie - benadrukt McFague tenslotte hoe het
door haar voorgestane model in feite een radicale uitwerking van de incarnatiegedachte is,
en trekt zij enkele lijnen naar de `nieuwe schepping' die haar als een hoopvol visioen voor
ogen staat. Evaluerend zou ik willen opmerken, dat dit boek McFagues theologie op
creatieve wijze een stap verder brengt. Denken over de wereld als Gods lichaam is echter
niet nieuw. De wijze waarop McFague vanuit dit perspectief met enkele forse pennestreken
enkele van de voornaamste loci van de theologie opnieuw neerzet, is evenmin echt nieuw;
hier is zij in hoge mate schatplichtig aan de procestheologie en aan de Britse theologe
Grace Jantzen. De ecofeministische passie waarmee het boek geschreven is, geeft het
evenwel toch een geheel eigen kleur. McFague is een reclameschilder veeleer dan een
kunstschilder: het werk is ondergeschikt aan de boodschap. Als reclameschilder is zij in
haar element: zij weet een sympathieke boodschap op aantrekkelijke wijze te brengen.
Dat ik mij nogal eens geërgerd heb aan inadequate generaliseringen en boude
simplificaties en aan onvoldoende erkenning van schatplichtigheid, doet daarom weinig af
aan McFagues vakvrouwschap.
Marcel Sarot
(650 woorden)
http://www.hum.uu.nl/medewerkers/m.sarot/recmcfag-text.html
5-3-2013