Participatie en inkomen in de regio Kromme Rijn Heuvelrug

RAADSVOORSTEL
Raadsvergadering
9 oktober 2014
Nummer
14-089
Onderwerp Strategische kaders Participatiewet
Aan de raad,
Onderwerp
Strategische kaders Participatiewet
Gevraagde beslissing
In te stemmen met de Strategische kaders voor de Participatiewet, zoals vastgelegd in de Notitie “Participatie en inkomen in de regio Kromme Rijn Heuvelrug: toekomstige strategische kaders”.
Grondslag
Participatiewet
Inleiding
Algemeen
Op 2 december jl. heeft het kabinet besloten tot invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015. Deze
wet heeft voor de regio Kromme Rijn Heuvelrug (Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede
en Zeist) aanzienlijke gevolgen op het gebied van inkomensondersteuning, sociale werkvoorziening en reintegratie. De Wet Werk en Bijstand (WWB), delen van de Wajong (mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben vanwege een handicap) en de Wsw (Wet sociale werkvoorziening) worden samengevoegd tot één regeling aan de onderkant. De doelgroep wordt daarmee groter en breder en gemeenten krijgen er nieuwe extra taken bij. Tegelijkertijd wordt stevig bezuinigd op met name de reintegratiemiddelen. De vijf gemeenten moeten keuzes maken over hoe beleid en uitvoering er in de toekomst uit gaan zien.
Gelijktijdig met de Participatiewet vinden bovendien andere transities plaats binnen het sociale domein, die
onze gemeenten eveneens voor grote veranderopgaven plaatsen. Delen van de langdurige zorg en begeleiding ‘komen over’ en hetzelfde geldt voor vrijwel de gehele jeugdzorg. Genoemde maatschappelijke en
financiële opgaven vragen van gemeenten binnen de regio Kromme Rijn Heuvelrug om het stellen van prioriteiten, doorvoeren van vernieuwing en het anders en efficiënter uitvoeren van een nieuw takenpakket. De
grote uitdaging bij deze transities is om het stelsel van voorzieningen in onze regio zo te organiseren, dat
inwoners – waar mogelijk – maximaal zelfredzaam worden en elkaar helpen waar dat kan. Zo bereiken we
dat minder een beroep wordt gedaan op de schaarse overheidsmiddelen en de ondersteuning geboden
wordt aan degene die dat het meest nodig hebben.
De voorliggende kaders zijn gezamenlijk door de vijf gemeenten voorbereid. Op 7 mei jl. zijn raadsleden en
portefeuillehouders van de vijf gemeenten in de regio Kromme Rijn Heuvelrug in gesprek gegaan over de
consequenties van de Participatiewet voor de gemeenten en de regio. Gezamenlijk is gesproken over een
aantal thema’s die het wezen van de nieuwe wet raken en is richting gegeven aan de te volgen strategische koers. De uitkomsten zijn verwerkt in voorliggende kadernotitie (bijlage 1) en op 13 juni vastgesteld in
14-090. Strategische kaders Participatiewet
2
de Regionale Stuurgroep Sociaal Domein, bestaande uit de portefeuillehouders van de vijf genoemde gemeenten.
De kaders geven richting aan de uitvoering op vier thema’s:
• Op wie richten we ons toekomstig beleid?
• Wat doen we lokaal en wat regionaal?
• Hoe benaderen en betrekken we werkgevers optimaal?
• Binnen welke financiële kaders doen we het maximale voor onze inwoners?
Verdieping
De WWB, de Wsw en delen van de Wajong gaan op in de Participatiewet. Alleen wie volledig en duurzaam
arbeidsongeschikt is komt nog in de Wajong. Met de invoering van de nieuwe bijstandsregels die straks
onderdeel van de Participatiewet zijn, worden de regels flink aangescherpt. Met als doel dat mensen weer
aan het werk gaan of op een andere manier actief deelnemen in de samenleving. Het credo is: voor wie
een uitkering heeft en kan werken, is werk geen keuze maar een verplichting.
Onder de Participatiewet wordt de toegang tot de sociale werkvoorziening afgesloten. Werknemers met
een Wsw-dienstbetrekking houden hun wettelijke rechten en plichten. Mensen die op de wachtlijst staan
1
voor de sociale werkvoorziening hebben na 1 januari 2015 geen recht meer op een Wsw-plek. Voor mensen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding
en aanpassingen van de werkplek nodig hebben wordt er onder de Participatiewet een (nieuwe) voorziening voor beschut werk georganiseerd. De bestaande re-integratiebudgetten en de huidige Wsw-subsidie
worden samengevoegd tot één Participatiebudget. Het Participatiebudget maakt onderdeel uit van
het sociaal deelfonds. Dit is één (ontschot) budget voor het hele sociale domein (Participatiewet, WMO en
Jeugdzorg).
Er wordt op termijn op het Participatiebudget 1,3 miljard euro bezuinigd. Het subsidiebedrag per Wsw’er
per jaar daalt gefaseerd naar € 22.700 (was in 2010 ruim € 27.000). Momenteel zijn er landelijk ca. 90.000
Wsw-plaatsen. In de KRH regio gaat het om 431,5 Subsidie Eenheden (ca. 500 mensen met een Wswarbeidsovereenkomst) in 2014. In de toekomst zal er budget zijn om landelijk maximaal 30.000 plaatsen
beschut werk te organiseren.
Regionale inzet
Met de Participatiewet, maar ook met de komst van de nieuwe Wmo en de overgang van de integrale
jeugdzorg naar gemeenten, is er behoefte aan nieuwe strategische kaders en daaruit volgend zicht op een
voor gemeenten optimaal uitvoeringsarrangement op het terrein van werk & inkomen. Antwoorden op
vraagstukken die binnen deze kaders op dit moment worden voorbereid zijn:
A. De re-integratiebudgetten dalen stevig, er komen 35 regionale werkbedrijven en een nieuw reintegratie-instrument wordt ter beschikking gesteld: het instrument loonkostensubsidie, dat betaald zal
worden uit het inkomensdeel van de huidige WWB. Dit vraagt om een grondige bezinning en herijking
van de re-integratieaanpak binnen de regio. Hierbij dienen de bestaande re-integratieonderdelen van
de RSD, van BIGA, van UWV en van AWBZ-instellingen in samenhang te worden bezien en moeten de
mogelijkheden van de voorgenomen quotumregeling worden verkend. Over de toekomst van Biga vindt
op dit moment overleg plaats.
B. Voor een succesvolle uitvoering van de Participatiewet is een integrale en gemeenschappelijke benadering van werkgevers in de regio essentieel. Zowel het voorliggend strategisch kader als het voorstel
over de toekomst van BIGA kunnen verder richting geven aan deze werkgeversbenadering.
C. De begeleidingstaak (extern) van AWBZ-cliënten gaat over naar gemeenten. Het is aan onze gemeenten om in het komende jaar inzichtelijk te krijgen hoe deze taak uit te voeren in samenhang met verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de aanstaande Participatiewet en die grotendeels regionaal zijn belegd.
1
Binnen de taakstelling (en financiering) van 2014 wordt bekeken wie nog voor deze datum onder de oude regeling wordt geplaatst.
14-090. Strategische kaders Participatiewet
3
Argumenten
1.
De vijf samenwerkende gemeenten geven hiermee de kaders voor de Gemeenschappelijke Regeling RDWI
De keuze is in het verleden gemaakt voor verlengd lokaal bestuur (Gemeenschappelijke Regeling RDWI)
voor de uitvoering van wettelijk taken op het gebied van participatie en inkomen. Voor continuering van de
uitvoering van deze taken zijn deze Strategische kaders van groot belang.
2.
De Participatiewet is nieuw en vergt nieuwe kaders
Het huidige ‘Meerjarenbeleidskader sociale en economische participatie 2011-2014’ loopt af en is niet toegesneden op de nieuwe wetgeving. De invoering van de Participatiewet is een grote operatie voor onze
regio. De samenwerkende gemeenten worden verantwoordelijk voor een grotere doelgroep en ontvangen
per inwoner minder budget. Er wordt fors bezuinigd op het re-integratiebudget (W-deel). Indien onze keuzes niet scherp genoeg zijn, lopen we het risico dat er bij de uitvoering te veel kosten worden gemaakt. Om
die reden is het ook goed te monitoren of de noodzakelijke transformatie van de uitvoering op koers ligt.
Kanttekeningen
1.
Er is zeker kritiek op de kaders mogelijk
De uitvoering van de Participatiewet is omgeven met veel onzekerheden. Daar komt bij dat er fors wordt
bezuinigd op de budgetten voor begeleiding en toeleiding naar werk. Verder worden de gemeenten geconfronteerd met nieuwe taken op het gebied van Wmo en Jeugd, die op onderdelen een relatie hebben met
de Participatiewet. Met bijgaande kaders is getracht zoveel mogelijk recht te doen aan dat alles. De realiteit
gebiedt echter om te zeggen, dat we zeker enkele jaren nodig zullen hebben om de budgettaire gevolgen
op de daadwerkelijke beleids- en uitvoeringconsequenties te bezien en zaken in het sociaal domein beter
met elkaar te verknopen.
Kosten, baten en dekking
De door het Rijk meegegeven budgettaire kaders zijn bij het maken van de strategische keuzes medebepalend geweest. In de strategische kaders is opgenomen dat de beschikbare budgetten vanuit de Participatiewet en de daaruit afgeleide begrotingen de financiële kaders vormen waarbinnen beleidsmakers en uitvoerders binnen de regio Kromme Rijn Heuvelrug opereren.
Gemeenten krijgen vanuit het Rijk voor de uitvoering van de Participatiewet de beschikking over drie financieringsbronnen (inkomensdeel, gebundeld re-integratiebudget, Cluster Werk & Inkomen Gemeentefonds).
Verder heeft het kabinet plannen om in 2016 een aantal budgetten die te maken hebben met de drie decentralisaties in te voegen in een sociaal deelfonds. Zo komen de middelen van het gebundeld reintegratiebudget naar verwachting in dit deelfonds. De verwachting is verder dat het inkomensdeel (I-deel)
voorlopig geen onderdeel gaat uitmaken van het sociaal deelfonds.
Gemeenten evalueren op korte termijn de huidige afspraken over ontschotting van budgetten tegen het
licht van de aan de Participatiewet verbonden financieringssystematiek. Uitkomsten van deze evaluatie
kunnen leiden tot bestendiging dan wel wijziging van de nu geldende afspraken over de ontschotting / solidariteit tussen gemeenten
Uitvoering
De Participatiewet treedt per 1 januari 2015 in werking. De strategische kaders worden uitgewerkt in
arrangementen inclusief nieuwe prestatieovereenkomsten met de RDWI. Met het proces voor deze
uitvoeringarrangementen is (binnen de kaders) spoedshalve reeds een begin gemaakt. Hierbij
wordt ook de toekomstige rol van de Biga Groep meegenomen.
Ter inzage
• Meerjarenbeleidskader ‘Sociale en Economische Participatie’ (2011)
• Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI)
Bijlagen
• Notitie ‘Participatie en Inkomen in de regio Kromme Rijn Heuvelrug: toekomstige strategische kaders’.
14-090. Strategische kaders Participatiewet
4
Odijk, 8 juli 2014
Burgemeester en wethouders van Bunnik,
de secretaris,
de burgemeester,
dhr. mr. G. Veenhof
14-090. Strategische kaders Participatiewet
dhr. H.M. Ostendorp
Nummer
14-089
De raad van de gemeente Bunnik;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 juli 2014;
besluit:
1.
In te stemmen met de Strategische kaders voor de Participatiewet, zoals vastgelegd in de Notitie
“Participatie en inkomen in de regio Kromme Rijn Heuvelrug: toekomstige strategische kaders”.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 oktober 2014.
De raad voornoemd,
de griffier
14-090. Strategische kaders Participatiewet
de voorzitter
Voorrondes Open Huis
Procedure raadsvoorstel / besluit
Onderwerp
Bijgevoegde stukken
Ter inzage
Inhoud besluit B&W
Digitaal beschikbaar bij griffie
Strategische kaders Partcipatiewet
Ja
Nee
Notitie Participatie en Inkomen in de
Ja
Nee
regio Kromme Rijn Heuvelrug: toekomstige strategische kaders’
- Meerjarenbeleidskader “Sociale en
Ja
Nee
Economische Participatie” (2011)
- Gemeenschappelijke regeling
Regionale Dienst Werk en Inkomen
Bijgaande notitie ‘Participatie en inkomen in de regio Kromme Rijn en
Heuvelrug: toekomstige strategische kaders’ met bijgevoegd raadsvoorstel
ter instemming voor te leggen aan de raad.
Datum besluit B&W
In Voorrondes Open Huis
Bijzonderheden
Bespreken
08-07-2014
Gewenste planning
Open Huis
Raad
Uiterste datum Raad
18-09-2014
09-10-2014
09-10-2014
Agenda Commissie
Datum bespreking
Opmerkingen
02-09-2014
-
14-090. Strategische kaders Participatiewet