Sabbatschoollesboek 3e kwartaal 2014, zonder Bijbelteksten

Uitgegeven door de Generale Conferentie van de
International Missionary Society
Seventh Day Adventist Church Reform Movement
P.O. Box S, Cedartown, GA 30125, U.S.A. (Correspondentie)
625 West Avenue, Cedartown, GA 30125, U.S.A. (Bezoekadres)
Tel.: (+1) 770-748-0077 Fax: (+1) 770-748-0095
e-Mail: [email protected]
Internet: www.sda1844.org
Nederlandse vertaling en druk verzorgd door de
Gemeente van Zevende-Dags Adventisten, Reformatiebeweging
Middachterlaan 2, 6955 JC Ellecom, Nederland
Tel. 0313-416 222 Fax 0313-450 661
e-Mail: [email protected]
Internet: www.zdareformatie.org
Voorwoord
“Zeg tot hen: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik
lust heb in de dood van de goddeloze! maar daarin heb Ik lust, dat de
goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft. Bekeert u, bekeert u van uw
boze wegen, want waarom zoudt u sterven, o huis Israëls?” Ezechiël 33:11.
In 1914 riep de Heer de Gemeente van Zevende Dags Adventisten,
Reformatiebeweging, in het bestaan om de vlam van de waarheid brandende te houden, om trouw de goddelijke principes in tijden van crisis te
verdedigen, en om een volk voor te bereiden om lichtdragers in de wereld
te zijn. Dit jaar, 2014, is het honderdjarig bestaan van die beweging.
Daarom is bedacht dat het toepasselijk is om het thema “Opwekking en
reformatie” over de gehele wereld te bestuderen.
Deze Sabbatschoollessen waren oorspronkelijk geschreven door de
ouderling Oscar Kramer, een pionier van de Reformatiebeweging, die als
kind getuige was van de ernstige crisis binnen de Adventgemeente in
1914-1918 binnen Europa. Tientallen jaren was hij een trouwe dienstknecht van God. Toen anderen het evangelieprincipe van pacifisme opgaven vanwege dwang vanuit de overheid, was hij iemand die begreep welke
opoffering noodzakelijk was. Met al zijn kracht en bijzondere hulp van
God verdedigde hij het geloof, ondanks verzet en moeilijkheden van allerlei aard.
Hetgeen deze lessen omvatten, zijn (1) de Bijbelse beginselen waarop opwekking en reformatie gebaseerd zijn, (2) de geestelijke eigenschappen
van leiders die door God waren gebruikt om een verandering door te
zetten, (3) Bijbelse voorbeelden van reformaties in het oude Israël, (4) de
historische context die een Reformatiebeweging naar voren bracht, en (5)
wat God nu aan het doen is om een volk te reinigen en te verzegelen die
gereed zal zijn om Jezus met blijdschap te ontmoeten bij Zijn tweede
komst.
Het is belangrijk om de problemen grondig uit te zoeken alsook de
Bijbelse en historische context aangaande deze onderwerpen. Dit bijzondere jaar geeft ons de gelegenheid om terug te kijken en te beoordelen
waar we nu zijn. Alles wat er in het verleden is gebeurd, leidt ons hart en
verstand naar hetgeen komen gaat.
“De schitterende dingen die in onze wereld plaatsvinden – de grote
gebeurtenissen allertijden – zijn voor het wereldse verstand niet te begrijpen; zij kunnen niet door menselijke wetenschap verklaard worden. De
krachten der hemelen zullen bewogen worden. Christus komt in macht en
grote heerlijkheid, maar Zijn komst is niet zo’n mysterie als de dingen die
plaatsvinden vóór deze gebeurtenis. De mens moet een deelgenoot zijn
van de goddelijke natuur om stand te houden in deze boze tijd, wanneer de
geheimen van satanische organisaties aan het werk zijn. Alleen door de
goddelijke macht, verenigd met de mens, kunnen zielen deze tijden van
beproeving doorkomen. Christus zegt: ‘Zonder Mij kunt u niets doen.’
Dan moet er veel minder van zichzelf en meer van Jezus zijn.
Uiterlijke vormen kunnen niet de plaats innemen van innerlijke vroomheid. De Joodse leraren verhieven zichzelf als rechtvaardig; ze noemden
allen die van hen verschilden als vervloekt, en sloten de poorten van de
hemel voor hen, en zeiden dat degenen die niet geleerd hadden in hun
scholen niet rechtvaardig waren. Maar met al hun kritiek en afpersingen,
met al hun vormen en ceremoniën, waren ze een belediging voor God. Ze
keken neer op, en verachtten juist degenen die kostbaar zijn in de ogen van
de Heer. En onder de mensen die beweren onze geloofsleerstellingen te
geloven, zijn ook degenen die vervuld zijn met farizeïsme.
Tenzij zij ieder moment de verdiensten van het bloed van een gekruisigde
en opgestane Heiland vastgrijpen, zullen zij Christusloze predikingen verkondigen, en zullen struikelblokken zijn voor zielen die navraag doen hoe
zij gered kunnen worden. Menselijke hulpmiddelen, menselijke plannen,
en menselijke raadgevingen zullen machteloos zijn. Slechts in Christus
Jezus zal de gemeente vlakbij de periode van Christus’ komst in staat zijn
om stand te houden. Haar Verlosser verlangt van haar dat zij in vroomheid
voorwaarts gaat, in ijver is toegenomen, en beter begrijpt – terwijl zij het
einde nadert – dat haar eigen ‘roeping Gods’ is ‘die van boven is in
Christus Jezus.’ ” –The Ellen G. White Materials, blz. 332, 333.
Meer dan een eeuw geleden inspireerde de Heer Zijn dienstmaagd om het
volgende te schrijven: “Een opwekking en een reformatie moeten plaatsvinden onder de leiding van de Heilige Geest. Opwekking en reformatie
zijn twee verschillende dingen. Opwekking betekent een vernieuwing van
het geestelijke leven, een opleving van de krachten van het verstand, een
opstanding uit de geestelijke dood. Reformatie duidt een reorganisatie aan,
een verandering van ideeën, theorieën, gebruiken en gewoonten.
Reformatie zal geen goede vruchten van gerechtigheid voortbrengen,
tenzij het is verbonden met de opleving van de Geest. Opwekking en
reformatie dienen hun toegewezen werk te doen, en in het doen van dit
werk moeten ze in elkaar opgaan.” –(Review and Herald, 25 februari
1902) Christian Service, blz. 42.
Laten alle Sabbatschoolleraren en -leerlingen zorgvuldig en in gebed de
waarheden – ingegeven door de Heilige Geest die nu en morgen zo nood-
2
zakelijk is – opslaan in hun hart en in het verstand, en dit alles tot Zijn
heerlijkheid.
–De broeders en zusters van de predikersafdeling
van de Generale Conferentie
Sabbatschoollessen
Derde kwartaal 2014
Inhoudsopgave
Voorwoord.............................................................................................1
1. Een oproep tot opwekking ..................................................................5
2. Het gevaar van onverschilligheid en desinteresse...........................12
3. De toestand van velen ........................................................................19
4. De toestand van weinigen .................................................................26
5. Wees op uw hoede voor emotionele, valse opwekkingen .............34
6. Een ware opwekking door Gods Geest ...........................................41
7. De noodzaak tot een reformatie .......................................................48
8. Bijbelse hervormingen ......................................................................55
9. Hervormingen in het christelijke tijdperk .....................................62
Zendingsbericht uit Gambia en Senegal ..........................................69
10. De adventistische reformatie ............................................................72
11. Crisis en reformatie ...........................................................................79
12. De schudding of zifting......................................................................88
13. De beloning voor trouw.....................................................................96
Zonsondergangen .............................................................................104
3
•
De sabbatschoollessen worden uitgegeven door: De Generale
Conferentie van de International Missionary Society Seventh Day
Adventist Church Reform Movement
P.O. Box S, Cedartown, GA 30125, U.S.A.
e-Mail: [email protected]
Tel. +1 770-748-0077 – Fax +1 770-748-0095
•
Auteur van dit kwartaal:
br. Oscar Kramer (1903-1996)
•
Revisie en supervisie van de inhoud:
De Predikersafdeling van de Generale Conferentie
•
Nederlandse vertaling, vormgeving en druk:
Gemeente van Zevende-Dags Adventisten, Reformatiebeweging.
Postbus 16 – 6950 AA – Dieren – Nederland
e-Mail: [email protected]
Tel. +31 (0)313-416 222 – Fax +31 (0)313-450 661
Op werkdagen telefonisch bereikbaar tussen 08.30u. tot 12.30u.
•
Abonnementen: Jaarlijks wordt in het najaar een bestelformulier uitgegeven, waarop u kunt aangeven dat u dat komend jaar de sabbatschoollessen wilt ontvangen. De prijs voor een jaarabonnement staat
op dat formulier vermeld. Betaling dient te geschieden door middel
van een factuur, welke u automatisch krijgt toegestuurd vanuit
zendingshuis ‘Rehoboth’. Op het formulier kunt u overigens aangeven
of u alles in één keer wilt betalen of per kwartaal.
•
Digitale sabbatschoollessen: De Nederlandse versie kunt u te allen
tijde gratis in pdf-formaat downloaden via de website van het
Nederlandse veld: www.zdareformatie.org
Lessen in het Engels, Spaans en Frans zijn in hetzelfde pdf-formaat
gratis te downloaden via de officiële website van de Generale
Conferentie: www.sda1914.org óf de website van de Amerikaanse
Unie http://www.sda1914.org/pcat.cl/SabbathSchool
Het digitaal pdf-formaat is handig voor het geval u een e-reader
hebt, of een iPad. Maar u kunt het formaat natuurlijk ook gebruiken
om de lessen zelf via de computer uit te printen.
4
De extra sabbatschool collecte is bestemd voor Sri Lanka
Dat de hemelse zegeningen aan u
weerkaatst mogen worden in uw gaven!
1e Les
Sabbat 5 juli 2014
Sabbatbegin 22.02 u. ↔ 22.01 u.
Een oproep tot opwekking
“Christenen moeten zich voorbereiden op het feit, dat spoedig een overweldigende gebeurtenis over de wereld zal losbarsten, en deze voorbereiding moeten ze maken door ijverig het Woord van God te bestuderen, en te
trachten hun leven in overeenstemming te brengen met zijn voorschriften.
[...] God vraagt naar een opleving en een hervorming.” –Profeten en
koningen, blz. 383, 384.
Definitie
1.
Wat is een opwekking? Hoe dient dit geestelijk te worden
begrepen? Romeinen 13:11.
Romeinen 13:11 En dit zeg ik te meer, omdat wij de gelegenheid
van de tijd weten, dat het de ure is, dat wij nu uit de slaap
ontwaken; want de zaligheid is ons nu nader, dan toen wij eerst
geloofd hebben.
“Een periode van hernieuwde religieuze belangstelling.” –MerriamWebster’s Collegiate Dictionary. Ook: “bewustwording, in een kerk
of gemeenschap, van belangstelling in en aandacht voor zaken met
betrekking tot persoonlijke religie”, “een opleving van het geloof of
hernieuwing van toewijding aan de godsdienst.”
“Opwekking betekent een vernieuwing van het geestelijk leven, een
opleving van de krachten van de geest en het hart, een opstanding
uit de geestelijke dood.” –(Review and Herald, 25 februari 1902)
Christian Service, blz. 42.
5
2.
Van welk geestelijk gevaar dient te gemeente te allen tijde zich
bewust te zijn? Openbaring 2:4.
Openbaring 2:4 Maar Ik heb tegen u, dat u uw eerste liefde hebt
verlaten.
“Waarom keren we niet terug tot onze eenvoud en levensgloed? De
reden waarom wij niet blijder gestemd zijn, is dat wij onze eerste
liefde hebben verloren. Laten we dan ijverig zijn en ons bekeren, ...”
–Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 31, 32.
“De woorden: ‘Maar Ik heb tegen u, dat u uw eerste liefde hebt
verlaten’, zijn van toepassing op velen die vandaag de dag leven.
Goed roept op tot onmiddellijk berouw en reformatie. Het is tijd dat
een grote verandering plaatsvindt onder de mensen die uitzien naar
de tweede verschijning van hun Heer. Spoedig zullen vreemde
dingen plaatsvinden. God zal ons verantwoordelijk houden voor de
manier waarop wij met de waarheid omgaan. Onze zuiverheid van
geloof en handelen zullen onze toekomst bepalen.
God is in alle ernst bij ons.... Een duidelijk, vastberaden getuigenis
moet worden uitgedragen, want een volk dient te worden voorbereid
om een tijd van benauwdheid tegemoet te treden, zoals die er nooit
tevoren geweest is sinds er een volk is.” –(Manuscript 136, 1902)
Medical Ministry, blz. 37, 38.
De noodzaak
3.
Wat dienen degenen te doen die licht gekregen hebben? Jesája
60:1.
Jesája 60:1 Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de
heerlijkheid des HEEREN gaat over u op.
“Als er geen opwekking zal zijn onder ons, die zo’n groot licht
gehad hebben en zo vele voorrechten, zullen we zinken tot de
ondergang, en ons lot zal erger zijn dan die van Chórazin en
Bethsáïda; ...” –Testimonies for the Church, vol. 5, blz. 529.
“Overal sterven mensen door gebrek aan kennis van de waarheden
die ons zijn toevertrouwd. De leden van de gemeente moeten nodig
ontwaken om zich hun verantwoordelijkheid bewust te worden ten
einde aan deze waarheden bekendheid te geven. Die verlicht zijn
door de waarheid, moeten lichtdragers zijn in de wereld. We begaan
6
een grote fout wanneer we in deze tijd ons licht verbergen. De
boodschap tot Gods volk van deze tijd luidt: ‘Maak u op, wordt
verlicht, want uw licht komt, en de heerlijkheid des Heren gaat over
u op.’ ” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 102.
4.
Wat is, met het oog hierop, belangrijk om te doen? Handelingen
17:11.
Handelingen 17:11 En dezen waren edeler, dan die te Thessaloníca
waren, als die het woord ontvingen met alle toegenegenheid,
onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren.
“Het einde is nabij, en God verhoede dat wij in deze tijd zullen
slapen.” –Selected Messages, boek 1, blz. 362.
“Aan alle kanten zien we dat zij die veel licht en kennis hebben
verkregen, weloverwogen het kwade kiezen in plaats van het goede.
Zonder enige moeite te doen om die verandering ten goede
deelachtig te worden, gaat het met hen steeds slechter. Maar het
volk Gods moet niet in duisternis wandelen. Zij moeten in het licht
wandelen, want zij zijn hervormers.” –Uit de schatkamer der
getuigenissen, deel 3, blz. 102.
“Bestudeer de Schriften met meer ernst; want hun schatten van
wijsheid en kennis liggen voor de oppervlakkige lezer niet aan het
oppervlak.” –Review and Herald, 4 februari 1890.
Verrassing voor degenen die onvoorbereid zijn
5.
Hoe en waarom zullen de mensen verrast zijn bij Jezus’ tweede
komst? Matthéüs 24:43; Openbaring 3:3.
Matthéüs 24:43 Maar weet dit, dat zo de heer des huizes geweten
had, in welke nachtwake de dief komen zou, hij zou gewaakt hebben,
en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven.
Openbaring 3:3 Gedenk dan, hoe u het ontvangen en gehoord hebt,
en bewaar het, en bekeer u. Indien u dan niet waakt, zo zal Ik over u
komen als een dief, en u zult niet weten, op wat ure Ik over u komen
zal.
“De wereld met al zijn rumoer en goddeloos plezier slaapt in vreselijke gerustheid. De mensen schuiven de komst van de Heer naar de
7
verre toekomst. Zij lachen over waarschuwingen. Vol trots pocht
men: ‘Alles blijft zoals het van het begin der schepping af geweest
is.’ ‘De dag van morgen zal zijn als die van vandaag, nog veel
geweldiger.’ (2 Petrus 3:4; Jesája 56:12). Zij zinken nog dieper weg
in het najagen van genot. Maar Christus zegt: ‘Zie Ik kom als een
dief.’ (Openbaring 16:15).” –Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 528.
“In deze laatste dagen worden velen gewogen op de weegschaal en
te licht bevonden, omdat zij hun gedachten belasten en geheel in
beslag laten nemen met dingen van weinig belang, terwijl de
eeuwige waarheid wordt verwaarloosd. [...] Zij slaagden er niet in de
Schriften te onderzoeken.” –Sermons and Talks, vol. 2, blz. 4.
Uitnodiging en profetie
6.
Welke ware opwekking moet en zal individueel en collectief
komen vóór de tijd van het einde? Joël 2:12-17.
Joël 2:12-17 Nu dan ook, spreekt de HEERE, bekeert u tot Mij met
uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, en met rouwklacht.
En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot de HEERE,
uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot
van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade. Wie
weet, Hij mocht Zich wenden en berouw hebben; en Hij mocht een
zegen achter Zich overlaten tot spijsoffer en drankoffer voor de
HEERE, uw God. Blaast de bazuin te Sion, heiligt een vasten, roept
een verbodsdag uit. Verzamelt het volk, heiligt de gemeente,
vergadert de oudsten, verzamelt de kinderkens, en die de borsten
zuigen; de bruidegom ga uit zijn binnenkamer, en de bruid uit haar
slaapkamer. Laat de priesters, de dienaars des HEEREN, wenen
tussen het voorhuis en het altaar, en laat hen zeggen: Spaar Uw
volk, o HEERE! en geef Uw erfenis niet over tot een smaadheid, dat
de heidenen over hen zouden heersen; waarom zouden zij onder de
volken zeggen: Waar is hun God?
“Vóór de laatste uitstorting van Gods oordelen over de aarde zal er
onder Gods volk een herleving van de oorspronkelijke godsvrucht
zijn, zoals er sinds de tijd van de apostelen geen meer geweest is.”
–De grote strijd, blz. 430.
“Een opwekking van ware godsvrucht onder ons is het grootste en
meest urgente van al onze behoeften. Dit te zoeken zou ons voornaamste werk moeten zijn.” –Selected Messages, boek 1, blz. 121.
8
7.
Wat moet Gods volk doen om deze opwekking te ervaren?
1 Johannes 5:15; Matthéüs 7:7. Zie ook Lukas 11:9-13.
1 Johannes 5:15 En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij
ook bidden, zo weten wij, dat wij de beden verkrijgen, die wij van
Hem gebeden hebben.
Matthéüs 7:7 Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en u zult
vinden; klopt, en u zal opengedaan worden.
Lukas 11:9-13 En Ik zeg u: Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en
u zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. Want een ieder,
die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal
opengedaan worden. En wat vader onder u, dien de zoon om brood
bidt, zal hem een steen geven, of ook om een vis, zal hem voor een
vis een slang geven? Of zo hij ook om een ei zou bidden, zal hij hem
een schorpioen geven? Indien dan u, die boos bent, weet uw
kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse
Vader de Heilige Geest geven aan hen, die Hem bidden?
“Een opwekking dient alleen verwacht te worden in antwoord op
gebed. Terwijl de mensen zo verstoken zijn van Gods Heilige Geest,
kunnen ze de prediking van het Woord niet waarderen, maar
wanneer de kracht van de Geest hun harten raakt, dan zullen de
gebrachte redevoeringen niet zonder gevolg blijven.” –Selected
Messages, boek 1, blz. 121.
Hindernissen om te voorkómen
8.
Hoe dienen de waarheden van de Bijbel te worden beschouwd?
Waar nodigt de Heer een ieder toe uit om te doen? Jeremía 6:16.
Jeremía 6:16 Zo zegt de HEERE: Staat op de wegen, en ziet toe, en
vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, en wandelt
daarin; zo zult u rust vinden voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij
zullen daarin niet wandelen.
“Pas wanneer Gods wet weer haar rechtmatige plaats krijgt, zal er
een herleving zijn van het oorspronkelijke geloof en van de vroegere
godsvrucht onder Gods volk. ‘Zo zegt de HERE: Gaat staan aan de
wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede
weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel.’ (Jeremía
6:16).” –De grote strijd, blz. 442.
9
“De oude vaandeldragers wisten hoe het was om in gebed met God
te worstelen, en zich te verheugen in de uitstorting van Zijn Geest.
Maar dezen vallen weg van de plaats van handeling, en wie komen
er om hun plaatsen op te vullen? Hoe staat het met de opkomende
generatie? Zijn ze tot God bekeerd? Zijn we wakker voor het werk
dat gaande is in het hemelse heiligdom, of wachten we op een of
andere dwingende macht om over de gemeente te komen, voordat
we wakker schudden? Hopen we de gehele kerk opgewekt te zien?
Die tijd zal nooit komen.” –Selected Messages, boek 1, blz. 122.
9.
Wat staat een opwekking in de weg? Wie werkt zowel achter de
schermen alsook openlijk om Gods doelen te verijdelen? Jesája
59:1, 2; 1 Petrus 5:8.
Jesája 59:1, 2 Ziet, de hand des HEEREN is niet verkort, dat zij niet
zou kunnen verlossen; en Zijn oor is niet zwaar geworden, dat het
niet zou kunnen horen. Maar uw ongerechtigheden maken een
scheiding tussen u en tussen uw God, en uw zonden verbergen het
aangezicht van u, dat Hij niet hoort.
1 Petrus 5:8 Weest nuchter, en waakt; want uw tegenpartij, de
duivel, gaat rond als een briesende leeuw, zoekende, wie hij zou
kunnen verslinden.
“Er is niets dat satan zozeer vreest dan dat Gods volk de weg vrijmaakt door het weghalen van elke hindernis, zodat de Heer Zijn
Geest kan uitstorten op een verzwakkende kerk en een onboetvaardige gemeente. Als satan zijn gang zou kunnen gaan, zou er nooit
meer een opwekking, klein of groot, aan het einde der tijden zijn.”
–Selected Messages, boek 1, blz. 124.
“Ik zag Gods volk deelhebben aan de geest van de wereld, de mode
nadoen, en dat ze boven de eenvoud van ons geloof uitstegen. Het
leek erop dat de gemeente in Battle Creek aan het afglijden was van
God, en het was onmogelijk om hun gevoeligheden te wekken. De
mij door God gegeven getuigenissen hadden de minste invloed en
werden het minst in acht genomen. [...] Ik wist dat de Here Zijn volk
niet verlaten had, maar dat hun zonden en ongerechtigheden hen had
afgescheiden van God.” –Testimonies for the Church, vol. 1,
blz. 596.
10
Het belang van verbale bevestiging
10. Welke reactie uit het hart werd vaak gesproken ten tijde van de
Bijbel nadat een boodschap was gegeven? 1 Kronieken 16:36;
Nehemía 5:13.
1 Kronieken 16:36 Geloofd zij de HEERE, de God Israëls, van
eeuwigheid tot eeuwigheid! En al het volk zei: Amen! en het loofde
de HEERE.
Nehemía 5:13 Ook schudde ik mijn boezem uit, en zei: Alzo
schudde God uit elke man, die dit woord niet zal bevestigen, uit zijn
huis en uit zijn arbeid, en hij zij alzo uitgeschud en ledig. En de
ganse gemeente zei: Amen! En zij prezen de HEERE. En het volk
deed naar dit woord.
“De betekenis van het woord ‘amen’ is: ‘het zij zo’. Het werd
‘gebruikt ter plechtige bekrachtiging (zoals die van een uitdrukking
van het geloof) of oprechte goedkeuring (zoals die van een
verklaring) uit te drukken.” –Merriam-Webster’s Collegiate
Dictionary. “Het Hebreeuwse ‘Aman’ werd gebruikt “om vast te
stellen, om vertrouwen en geloof op te bouwen of te ondersteunen.”
–Strong’s Concordance, 539, 541.
“Looft de Here in de vergadering Zijns volks. Toen in het verleden
het woord des Heren werd gesproken tot de Hebreeën, luidde het
bevel: ‘En laat al het volk zeggen, Amen.’ Toen de ark des verbonds
in de stad Davids gebracht werd en een psalm van vreugde en triomf
werd gezongen, ‘zeide al het volk: Amen! En het loofde de Here.’
1 Kronieken 16:36. Dit vurige antwoord was een bewijs dat zij het
gesproken woord begrepen en opgingen in de aanbidding des
Heren.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 113, 114.
Overdenkingsvraag:
Wat zouden wij vandaag de dag moeten antwoorden op de oproep tot
opwekking, net als het volk ten tijde van de Bijbel?
_____
11
2e Les
Sabbat 12 juli 2014
Sabbatbegin 21.57 u. ↔ 21.56 u.
Het gevaar van
onverschilligheid en desinteresse
“Streef ernaar om mannen en vrouwen te wekken uit hun geestelijke
ongevoeligheid. Vertel hen hoe u Jezus hebt gevonden, en hoe gezegend u
bent, omdat u een ervaring in Zijn dienst hebt opgedaan. Vertel ze wat
voor zegen naar u toe komt terwijl u zit aan de voeten van Jezus, en kostbare lessen leert uit Zijn Woord. Vertel hen van de blijdschap en vreugde
die er is in het christelijke leven. Uw warme, vurige woorden zullen hen
overtuigen dat u de parel van grote waarde hebt gevonden. Laat uw vrolijke, bemoedigende woorden zien dat u zeker de verheven manier gevonden hebt. Dit is waar zendingswerk, en terwijl het wordt gedaan, zullen
velen ontwaken als uit een droom.” –Testimonies for the Church, vol. 9,
blz. 38.
Waarschuwing tegen onverschilligheid
1.
Maakt het uit of iets goed of slecht wordt genoemd? Wat staat
er hier op het spel? Jesája 5:20, 21; Matthéüs 7:18.
Jesája 5:20, 21 Wee hun, die het kwade goed noemen, en het goede
kwaad; die duisternis tot licht stellen, en het licht tot duisternis; die
het bittere tot zoet stellen, en het zoete tot bitterheid! Wee hun, die
in hun ogen wijs, en bij zichzelf verstandig zijn!
Matthéüs 7:18 Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen.
“De Here heeft een afkeer van onverschilligheid en ontrouw in
tijden van crisis in Zijn werk.” –Profeten en koningen, blz. 91.
“Satan zal al zijn bedrieglijke macht aanwenden om het hart te
beïnvloeden en het verstand te verduisteren, om het boze goed en
het goede boos te doen schijnen. Hoe sterker en reiner het geloof
van Gods volk is, en hoe vaster het besluit is om Hem te gehoorzamen, des te feller zal satan ernaar streven om tegen hen de woede
te doen ontbranden van hen die, hoewel zij beweren rechtvaardig te
12
zijn, de wet van God met voeten treden.” –Van Jeruzalem tot Rome,
blz. 315.
“De Here Jezus eist dat iedere ziel een werkelijkheid van de
waarheid maakt. Laat zien dat je gelooft dat je niet voor de helft met
Christus bent en voor de helft met de wereld [...] ... Gemakzucht en
slordigheid en frivoliteit scheiden de ziel van Christus, en satan
komt om zijn wil te werken met de arme wereldse onderdaan. We
hebben een grote waarheid, maar door onzorgvuldige onverschilligheid heeft de waarheid haar kracht op ons verloren. Satan is
gekomen met zijn misleidende verleidingen, en heeft de volgelingen
van Christus weggeleid uit de buurt van hun Leider, waarmee ze
zich classificeren met de dwaze maagden.” –Testimonies to
Ministers and Gospel Workers, blz. 130.
2.
Voor welk groot gevaar wordt iedereen – zowel jong als oud –
gewaarschuwd? Ezechiël 33:31, 32; Zefánja 1:12; Maléachi
3:14, 15.
Ezechiël 33:31, 32 En zij komen tot u, gelijk het volk pleegt te
komen, en zitten voor uw aangezicht als Mijn volk, en horen uw
woorden, maar zij doen ze niet; want zij maken liefkozingen met hun
mond, maar hun hart wandelt hun gierigheid na. En ziet, u bent hun
als een lied der minne, als een, die schoon van stem is, of die wèl
speelt; daarom horen zij uw woorden, maar zij doen ze niet.
Zefánja 1:12 En het zal geschieden te dien tijde, Ik zal Jeruzalem
met lantarens doorzoeken; en Ik zal bezoeking doen over de mannen, die stijf geworden zijn op hun droesem, die in hun hart zeggen:
De HEERE doet geen goed, en Hij doet geen kwaad.
Maléachi 3:14, 15 U zegt: Het is tevergeefs God te dienen; want wat
nuttigheid is het, dat wij Zijn wacht waarnemen, en dat wij in het
zwart gaan, voor het aangezicht van de HEERE der heerscharen? En
nu, wij achten de hoogmoedigen gelukzalig; ook die goddeloosheid
doen, worden gebouwd; ook verzoeken zij de HEERE, en ontkomen.
“Zult u, jonge vrienden, opstaan en deze vreselijke onverschilligheid
en verbijstering afschudden, die u aan de wereld gelijkvormig heeft
gemaakt? Zult u gehoor geven aan de waarschuwende stem, die u
vertelt dat vernietiging op het pad ligt van degenen die zich in dit
uur van gevaar op hun gemak voelen? Gods geduld zal niet altijd op
u wachten, arme, onbeduidende zielen. Hij, die ons lot in handen
13
heeft zal niet altijd Zich laten bespotten. Jezus zegt ons dat er
grotere zonde is dan die de vernietiging van Sodom en Gomorra
veroorzaakte. Het is de zonde van degenen die het grote licht der
waarheid in deze dagen hebben en die zich niet laten bewegen tot
berouw. Het is de zonde van het afwijzen van het licht van de meest
plechtige boodschap van genade voor de wereld.” –Testimonies for
the Church, vol. 3, blz. 380.
3.
Waarom kunnen – hoewel de Heer mooie, harmonieuze muziek
en handelen waardeert – indrukwekkende kerkdiensten, mooie
zang, en prachtige instrumentale muziek niemand voor Hem
waardig aanbevelen? Amos 5:21-24.
Amos 5:21-24 Ik haat, Ik versmaad uw feesten, en Ik mag uw
verbods dagen niet ruiken. Want hoewel u Mij brandoffers offert,
alsook uw spijsoffers, Ik heb er toch geen welgevallen aan; en het
dankoffer van uw vette beesten mag Ik niet aanzien. Doe het getier
van uw liederen van Mij weg; ook mag Ik het spel van uw luiten niet
horen. Maar laat het oordeel zich daarheen wenden als de wateren,
en de gerechtigheid als een sterke beek.
“Vormendienst en ceremonies vormen niet het koninkrijk van God.
Ceremonies worden talrijk en buitensporig wanneer de wezenlijke
principes van het koninkrijk van God verloren zijn. Maar het is niet
de vormendienst en de ceremonie die Christus verlangt. [...]
Prachtige kleding, fraaie zang en instrumentale muziek in de
gemeente roepen niet de gezangen van het engelenkoor op. In Gods
ogen zijn deze dingen net als de takken van de onvruchtbare
vijgenboom die niets dan aanmatigend bladeren droeg. Christus
zoekt naar vruchten, naar de beginselen van goedheid, genegenheid
en liefde. Dit zijn de principes van de hemel, en wanneer ze worden
onthuld in het leven van de mens, mogen we weten dat Christus, de
hoop der heerlijkheid, van binnen gevormd is. Een gemeente kan de
armste in het land zijn, zonder muziek of uiterlijk vertoon, maar als
zij deze beginselen bezit, kunnen de leden zingen, want de vreugde
van Christus bevindt zich in hun ziel, en dit kunnen zij bieden als
een lieflijke offerande aan God.” –Evangelism, blz. 511, 512.
14
Risico’s en gevolgen van desinteresse
4.
Indien Christus’ bezielende oproepen geen reactie in iemands
hart opwekt, wat zou dan de reden daarvan kunnen zijn?
Romeinen 2:4-6.
Romeinen 2:4-6 Of veracht u de rijkdom van Zijn goedertierenheid,
en verdraagzaamheid, en lankmoedigheid, niet wetende, dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt? Maar naar uw hardheid, en
onbekeerlijk hart, vergadert u uzelf toorn als een schat, in de dag des
toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods. Die
een ieder vergelden zal naar zijn werken.
“Er zijn zoveel hardvochtige mannen en vrouwen op aarde, omdat
echte liefde wordt gezien als zwakheid. Daardoor wordt ze onderdrukt en ontmoedigd. De betere aard van deze mensen is verstikt
toen zij nog klein waren en als het licht van Gods liefde niet hun
koude zelfzucht doet smelten, zal hun geluk voor altijd verwoest
zijn. Als wij willen dat onze kinderen de tedere geest van Jezus en
het medeleven zullen bezitten, dat engelen ons tonen, moeten wij de
gulle, liefdevolle opwellingen in hun kinderjaren aanmoedigen.”
–Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 427.
5.
Wat zal er gebeuren als de leer van de waarheid met onverschilligheid wordt beschouwd? Éfeze 4:14.
Éfeze 4:14 Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de
vloed bewogen en omgevoerd worden met alle wind der leer, door
de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listig tot dwaling
te brengen.
“God heeft standvastige, doelbewuste mannen en vrouwen nodig,
waar men op ken bouwen in tijden van gevaar en beproeving, die
even vast geworteld en gegrond zijn in de waarheid als de eeuwige
bergen, die niet naar links of naar rechts geduwd worden, maar recht
door zee gaan en altijd aan de goede kant staan. Er zijn sommigen
die in tijden van godsdienstig gevaar bijna doorgaans gezien worden
in de gelederen van de vijand; gaat er enige invloed van hen uit dan
staan ze daarmee nog aan de verkeerde kant.” –Uit de schatkamer
der getuigenissen, deel 1, blz. 478.
15
6.
Wat is een ander groot gevaar? Waarom? Matthéüs 24:48-50.
Matthéüs 24:48-50 Maar zo die kwade dienstknecht in zijn hart zou
zeggen: Mijn heer vertoeft te komen; En zou beginnen zijn mededienstknechten te slaan, en te eten en te drinken met de dronkaards;
Zo zal de heer van deze dienstknecht komen ten dage, waarin hij
hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet.
“Het geloof in de spoedige komst van Christus taant. ‘Mijn Here
vertoeft te komen’, zegt men niet enkel bij zichzelf, maar wordt uitgedrukt in woorden en zeer beslist in werken. Domheid in deze
wachtenstijd benevelt de zinnen van Gods volk ten opzichte van de
tekenen der tijden. De vreselijke ongerechtigheid, alom te bespeuren,
vraagt om de grootste ijver en om het levend getuigenis, ten einde de
zonde uit de gemeente te houden. Het geloof verschrompelt op een
vreselijke wijze, en het is enkel door oefening, dat het kan vermeerderen.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1, blz. 339.
“Het weten dat Christus’ komst nabij is mag haar kracht niet verliezen. We mogen niet zorgeloos en onoplettend worden en gaan sluimeren, zodat we ongevoelig en onverschillig voor de werkelijkheid
worden. Als we half slapen bevinden we ons in een onrealistische
wereld en zijn we niet attent op dingen die rondom ons plaatsvinden. ...” –Maranatha, de Here komt, blz. 220.
Lessen uit de ervaring van de discipelen
7.
Welke grote zwakheid toonden de discipelen ten tijde van een
crisis? In wat voor gevaar plaatsten zij zich? Matthéüs 26:40, 41.
Matthéüs 26:40, 41 En Hij kwam tot de discipelen en vond hen
slapende, en zei tot Petrus: Kunt u dan niet één uur met Mij waken?
Waakt en bidt, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel
gewillig, maar het vlees is zwak.
“De discipelen hadden echter op zichzelf vertrouwd. Zij hadden niet
gezien naar de machtige Helper zoals Christus hun had aangeraden
te doen. Toen de Heiland daarom het meest behoefte had aan hun
medeleven en gebeden, waren zij in slaap gevallen. Zelfs Petrus
sliep. Ook Johannes, de discipel die aan de borst van Jezus leunde,
16
was in slaap gevallen. De liefde van Johannes voor zijn Meester had
toch zeker hem wakker moeten houden.” –Jezus, de Wens der
eeuwen, blz. 573.
8.
Waarom is hetzelfde gevaar vandaag de dag aanwezig?
1 Thessalonicensen 5:6.
1 Thessalonicensen 5:6 Zo laat ons dan niet slapen, zoals de
anderen, maar laat ons waken, en nuchter zijn.
“Waakt, broeders, de eerste verduistering van uw licht, de eerste
verwaarlozing van het gebed, het eerste symptoom van geestelijke
sluimering. ‘Wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.’
Door de voortdurende uitoefening van het geloof en de liefde die er
voor zorgen dat de gelovigen schijnen als lichten in de wereld. ...
‘Waakt en bidt, opdat u niet in verzoeking komt.’ Er zijn hevige
gevechten voor u te strijden. U dient de gehele wapenrusting der
gerechtigheid aan te doen en uzelf sterk en waarachtig in te zetten in
dienst van uw Verlosser.” –Testimonies for the Church, vol. 4,
blz. 124, 125.
9.
Waarom is Christus nog niet teruggekomen? Wat is zeker?
2 Petrus 3:9; Hebreeën 10:35-37.
2 Petrus 3:9 De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat
traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat
enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen.
Hebreeën 10:35-37 Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke
een grote vergelding des loons heeft. Want u hebt lijdzaamheid van
node, opdat u, de wil van God gedaan hebbende, de beloftenis
moogt wegdragen; Want: Nog een zeer weinig tijd en Hij, Die te
komen staat, zal komen, en niet vertoeven.
“Onze Heer vertraagt vanwege Zijn lankmoedigheid jegens ons,
‘niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot
bekering komen.’ Maar wanneer wij, met alle verlosten, bij de
glazen zee zullen staan, met gouden harpen en glorierijke kronen, en
vóór ons de onmetelijkheid van de eeuwigheid, dan zullen we zien
hoe kort de wachttijd van de beproeving was. ‘Zalig zijn die
17
dienstknechten, die de Heer, als Hij komt, wakende zal vinden.’ ”
–Testimonies for the Church, vol. 5, blz. 485.
“Het kan zijn dat we in deze wereld moeten blijven, vanwege de
weerspannigheid van zovele jaren, zoals bij de kinderen Israëls;
maar om Christus’ wil, moet Zijn volk geen zonde aan zonde
toevoegen en dan God beschuldigen van de gevolgen van hun eigen
verkeerde handelwijze.” –Maranatha, de Here komt, blz. 19.
De overwinning verkrijgen
10. Wat is noodzakelijk voor de overwinning en de verlossing?
Filippensen 2:12, 13; Hebreeën 12:4; 1 Johannes 3:2, 3.
Filippensen 2:12, 13 Alzo dan, mijn geliefden, gelijk u te allen tijd
gehoorzaam geweest bent, niet als in mijn tegenwoordigheid alleen,
maar veelmeer nu in mijn afwezigheid, werkt uws zelfs zaligheid met
vreze en beven; Want het is God, Die in u werkt beide het willen en
het werken, naar Zijn welbehagen.
Hebreeën 12:4 U hebt nog ten bloede toe niet tegengestaan,
strijdende tegen de zonde.
1 Johannes 3:2, 3 Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is
nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als
Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij
zullen Hem zien, gelijk Hij is. En een ieder, die deze hoop op Hem
heeft, die reinigt zichzelf, gelijk Hij rein is.
“Elke dag, elk jaar zullen we ons eigen-ik overwinnen en opgroeien
in karakteradel Dit is de ons toegewezen taak; maar die kan niet
gedaan worden zonder de hulp van Jezus, zonder resoluutheid van
wil, een vast omlijnd doel, aanhoudende waakzaamheid en volhardend gebed. Een ieder heeft een persoonlijke strijd te strijden. Zelfs
God kan ons karakter niet veredelen of ons leven bruikbaar maken,
zo wij niet met Hem medewerken. Zij, die zich onttrekken aan de
strijd, verliezen de kracht en de vreugde der overwinning.” –Gezin
en gezondheid, blz. 289.
_____
18
3e Les
Sabbat 19 juli 2014
Sabbatbegin 21.50 u. ↔ 21.49 u.
De toestand van velen
“Als wij een juist beeld hebben van Christus’ opdracht op aarde, en wat
ons werk is, zullen wij niet ontmoedigd raken vanwege ons kleine aantal.
Christus zei, toen gevraagd werd of er maar weinigen gered zullen
worden: ‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en breed is de
weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door deze ingaan.’ Hij
geeft nu de reden: ‘Want de poort is eng, en de weg is nauw, die tot het
leven leidt, en weinigen zijn er, die deze vinden.’ (Matthéüs 7:13, 14)”
–Historical Sketches of the Foreign Missions of the Seventh-day
Adventists, blz. 232.
Algemene toestand van de maatschappij
1.
Wie leidt de meerderheid van de mensen op aarde? Hoe weet u
dat? Éfeze 2:2, 3; 1 Johannes 5:19.
Éfeze 2:2, 3 In welke u eertijds gewandeld hebt naar de eeuw dezer
wereld, naar de overste van de macht der lucht, van de geest, die nu
werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid; Onder welke ook wij
allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden van ons vlees,
doende de wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature
kinderen des toorns, gelijk ook de anderen;
1 Johannes 5:19 Wij weten, dat wij uit God zijn, en dat de gehele
wereld in het boze ligt.
“Zou het grote aantal een bewijs van succes zijn, dan mag satan
aanspraak maken op de hoogste voortreffelijkheid, want in deze
wereld zijn zijn volgelingen ver in de meerderheid.” –Uit de
schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 442.
“De geest van de wereld is tegenwoordig niet méér in overeenstemming met de geest van Christus dan vroeger. Zij die het Woord
van God in al zijn zuiverheid verkondigen, zullen nu niet beter
worden ontvangen dan toen. De vormen van het verzet tegen de
waarheid kunnen veranderen en de vijandschap is misschien minder
openlijk omdat zij sluwer is, maar dezelfde tegenstand bestaat nog
19
altijd en zal tot het einde der tijden tot uiting komen.” –De grote
strijd, blz. 132, 133.
2.
Wat is tegenwoordig de toestand van de maatschappij in het
algemeen? Romeinen 3:10-18; 2 Timótheüs 3:1-5.
Romeinen 3:10-18 Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één; Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt. Allen zijn zij afgeweken, tesamen zijn zij onnut
geworden; er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot één toe.
Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog;
slangenvenijn is onder hun lippen. Wier mond vol is van vervloeking
en bitterheid; Hun voeten zijn snel om bloed te vergieten; Vernieling
en ellendigheid is in hun wegen; En de weg des vredes hebben zij
niet gekend. Er is geen vreze Gods voor hun ogen.
2 Timótheüs 3:1-5 En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan
zullen zware tijden. Want de mensen zullen zijn liefhebbers van
zichzelf, geldgierig, laatdunkend, hovaardig, lasteraars, de ouders
ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig. Zonder natuurlijke liefde,
onverzoenlijk, kwaadsprekers, onmatig, wreed, zonder liefde tot de
goeden, Verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers der
wellusten dan liefhebbers Gods; Hebbende een gedaante van
godzaligheid, maar die de kracht daarvan verloochend hebben. Heb
ook een afkeer van dezen.
“We leven te midden van een ‘epidemie van misdaad’ waarover nadenkende, godvrezende mensen versteld staan. De pen van de mens
is niet in staat het alom overheersende verderf te beschrijven. Elke
dag kan men opnieuw lezen van politieke strijd, omkoperij, en bedrog; elke dag zijn er weer berichten over geweldpleging en wetsovertreding, over onverschilligheid ten aanzien van het menselijke
lijden, over brute, duivelse vernietiging van menselijk leven. Elke
dag maakt gewag van toenemende krankzinnigheid, moord en zelfmoord.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 336, 337.
Oorzaak van de overweldigende goddeloosheid
3.
20
Wat is de oorzaak van het vele lijden in de wereld? Jesája 24:5, 6.
Jesája 24:5, 6 Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want
zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzettingen, zij vernietigen het eeuwig verbond. Daarom verteert de vloek het land, en
die daarin wonen, zullen verwoest worden; daarom zullen de
inwoners des lands verbrand worden, en er zullen weinig mensen
overblijven.
“We leven in een tijd van grote verdorvenheid. Menigten zijn slaaf
geworden van zondige en kwade gewoontes, en de boeien die hen
vastbinden, zijn moeilijk los te breken. Ongerechtigheid overstelpt de
aarde als een vloed. Misdaden die bijna te schrikwekkend zijn om te
noemen, gebeuren dagelijks. En toch zijn er mensen die beweren
wachters te zijn op de muren van Sion en leren dat de wet slechts
voor de joden is gemaakt, en weggevallen is met de prachtige voorrechten die het evangelie met zich meebracht. Is er geen relatie tussen de heersende wetteloosheid en misdaad, en het feit dat voorgangers en mensen zeggen en leren dat de wet geen bindende kracht
meer heeft?” –Selected Messages, boek 1, blz. 219, 220.
“Vanwege de overtreding is de vloek van God over de aarde zelf
gekomen, en over het vee, en over alle vlees. Mensen hebben te
lijden onder de gevolgen van hun eigen handelen, doordat ze zijn
afgeweken van de geboden van God. De dieren lijden ook onder
deze vloek.” –Counsels on Diet and Foods, blz. 411.
4.
Waarom heeft zonde zo’n grote macht over de mensheid?
Romeinen 7:14, 15, 19; 6:16.
Romeinen 7:14, 15, 19 Want wij weten, dat de wet geestelijk is,
maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. Want hetgeen ik doe,
dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik
haat, dat doe ik. [...] Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het
kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.
Romeinen 6:16 Weet u niet, dat aan wie u uzelf stelt tot dienstknechten ter gehoorzaamheid, u dienstknechten bent van hem, die u
gehoorzaamt, óf van de zonde tot de dood, óf van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid?
“De gevallen mens is satans wettige gevangene. Jezus Christus is
gezonden om ons uit zijn macht te bevrijden. Van nature is de mens
geneigd om op de voorstellen van satan in te gaan. Uit zichzelf kan
21
hij zo’n geduchte vijand niet met succes weerstaan, tenzij Christus,
de machtige Overwinnaar, in hem woont, en zijn verlangens stuurt
en hem kracht geeft. God alleen kan aan de macht van satan grenzen
stellen.” –Boodschappen aan jonge mensen, blz. 47.
Andere vertegenwoordigingen van menigten mensen
5.
Waarmee wordt deze wijdverspreide toestand vergeleken?
Jesája 60:2, eerste gedeelte; Johannes 1:5; 3:19.
Jesája 60:2a Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en
donkerheid de volken; maar over u zal de HEERE opgaan, en Zijn
heerlijkheid zal over u gezien worden.
Johannes 1:5; 3:19 En het Licht schijnt in de duisternis, en de
duisternis heeft het niet begrepen. [...] En dit is het oordeel, dat het
licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis
liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos.
“Terwijl de dwaling snel toeneemt, moeten wij trachten wakker te
zijn in de zaak van God, en te beseffen, in welke tijd wij leven.
Duisternis zal de aarde bedekken, en dichte duisternis de volken. En
terwijl bijna allen rondom ons omhuld worden door de dichte
duisternis van dwaling en bedrog, past het ons om onze stompheid
af te schudden en nabij God te leven, waar wij goddelijke stralen
van licht en heerlijkheid kunnen opvangen van het aangezicht van
Jezus. Terwijl de duisternis dichter wordt en de dwaling toeneemt,
moeten wij een degelijke kennis van de waarheid verkrijgen, en
bereid zijn om onze stelling te handhaven uit de Schriften.” –Eerste
geschriften, blz. 118.
6.
Welk ander symbool illustreert de macht die menigten, naties en
volken beheerst? Openbaring 17:1, laatste gedeelte 2, 15.
Openbaring 17:1b, 2, 15 ... Kom herwaarts, ik zal u tonen het
oordeel van de grote hoer, die daar zit op vele wateren; Met welke
de koningen der aarde gehoereerd hebben, en die de aarde bewonen
zijn dronken geworden van de wijn van haar hoererij. [...] En hij zei
tot mij: De wateren, die u gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken,
en scharen, en natiën, en tongen.
22
“In Openbaring 17 zegt een engel: ‘De wateren, die gij zaagt (…) zijn
natiën en menigten en volken en talen’. (vers 15) Winden zijn het
symbool van strijd. De ‘vier winden des hemels’, die de grote zee in
beroering brengen, zijn de bloedige veroveringen en revoluties waardoor deze rijken aan de macht zijn gekomen.” –De grote strijd,
blz. 409.
“… Wijn van dwaling is opgebouwd uit valse doctrines, zoals de natuurlijke onsterfelijkheid van de ziel, de eeuwige marteling van de
ongelovigen, de ontkenning van Jezus’ voorbestaan voordat Hij in
Bethlehem geboren werd, en de eerste dag van de week aanbevelen en
verheerlijken boven Gods heilige en geheiligde dag. Deze en verwante dwaalleren worden aan de wereld gebracht door de verschillende kerken, waardoor de Schriften vervuld worden die zeggen,
‘Omdat uit de wijn van de toorn van haar hoererij alle volken
gedronken hebben.’ ” –Testimonies to Ministers and Gospel Workers,
blz. 61, 62.
Een overblijfsel zal gered worden
7.
Welke ramp overkwam de mensheid op aarde in Noachs tijd?
Hoe kan die periode vergeleken worden met onze huidige tijd?
Genesis 6:5, 7, 11-13.
Genesis 6:5, 7, 11-13 En de HEERE zag, dat de boosheid des
mensen menigvuldig was op de aarde, en al het gedichtsel van de
gedachten zijns harten te allen dage alleen boos was. [...] En de
HEERE zei: Ik zal de mens, die Ik geschapen heb, verdelgen van de
aardbodem, van de mens tot het vee, tot het kruipend gedierte, en tot
het gevogelte des hemels toe; want het berouwt Mij, dat Ik hen
gemaakt heb. [...] Maar de aarde was verdorven voor Gods
aangezicht; en de aarde was vervuld met wrevel. Toen zag God de
aarde, en ziet, zij was verdorven; want al het vlees had zijn weg
verdorven op de aarde. Daarom zei God tot Noach: Het einde van
alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen; want de aarde is door
hen vervuld met wrevel; en zie, Ik zal hen met de aarde verderven.
“Niet de menigte of de meerderheid had het recht aan zijn zijde. De
wereld had zich verenigd tegen Gods bestuur en Zijn wetten, en
Noach werd als een dweper [fanatiekeling] beschouwd. [...] ‘De dreigementen van God’, zo zeiden ze, ‘zijn bedoeld om af te schrikken, en
zullen nooit uitgevoerd worden. U behoeft geen vrees te koesteren.
23
God zal de wereld, die Hij geschapen heeft, nooit verwoesten, en de
mensen, die Hij geschapen heeft, zullen nooit gestraft worden. Wees
maar niet bang. Noach is een dweper.’ ” –Patriarchen en profeten,
blz. 65.
“De wereld neemt toe in slechtheid zoals in de dagen van Noach.”
–(Brief 279, 1905) A Call to Medical Evangelism and Health
Education, blz. 22.
“Dezelfde zonden die in de dagen van Noach oordeel over de wereld
brachten, bestaan in onze tijd ook. Mannen en vrouwen gaan nu
zover in eten en drinken dat het eindigt in gulzigheid en dronkenschap. Deze voorname zonde, het toegeven aan een ontaarde eetlust,
deed de hartstochten ontbranden van mensen in de dagen van
Noach, en leidde tot wijdverbreide verdorvenheid. Het geweld en de
zonde reikten tot aan de hemel.” –Adviezen over dieet en voeding,
blz. 128.
8.
Welk gedeelte zal slechts gered worden, ook al zou Gods
belijdende gemeente nu miljoenen leden tellen? Waarom?
Romeinen 9:27.
Romeinen 9:27 En Jesája roept over Israël: Al ware het getal van
de kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel
behouden worden.
“De meerderheid van de mensen die in naam christen zijn, en die
belijden voor Christus te leven, leven in werkelijkheid voor de
wereld. Ze zien niet in hoe hoogstaand hemelse dingen zijn, en
daarom kunnen ze daar niet werkelijk van houden. Veel mensen
belijden het christendom, omdat dat aanzien geeft. Ze zien niet in,
dat werkelijk christen zijn betekent: je kruis dragen. Hun geloof
oefent maar weinig invloed uit, om hen te weerhouden van het
deelnemen aan werelds genot.” –Boodschappen aan jonge mensen,
blz. 354.
“Niet allen echter zullen in de strikken van de vijand vallen.
Wanneer het einde der aardse dingen nadert, zullen zij die getrouw
zijn, in staat zijn de tekenen der tijden te onderscheiden. Hoewel een
groot aantal belijdende gelovigen hun geloof door hun leven zal
logenstraffen, zal er toch een overblijfsel zijn dat tot het einde toe
zou volharden.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 390.
24
De smalle weg
9.
Waarin kan geen vertrouwen worden gesteld als het op geloof en
waarheid aankomt? Waarom? Éxodus 23:2; 1 Korinthe 1:19, 20.
Éxodus 23:2 U zult de menigte tot boze zaken niet volgen; en u zult
niet spreken in een twistzaak, dat u zich neigt naar de menigte, om
het recht te buigen.
1 Korinthe 1:19, 20 Want er is geschreven: Ik zal de wijsheid der
wijzen doen vergaan, en het verstand der verstandigen zal Ik te niet
maken. Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de
onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid van deze wereld
niet dwaas gemaakt?
“De meningen van geleerden, de gevolgtrekkingen van de wetenschap, de geloofsbelijdenissen of beslissingen van kerkvergaderingen, die even talrijk en tegenstrijdig zijn als de kerken die ze verdedigen, de stem van de meerderheid – niets van dit alles mag worden
beschouwd als het bewijs vóór of tegen één of ander geloofspunt.
Voordat men leerstellingen of geboden aanneemt, moet men het
bewijs hebben dat ze door een duidelijk ‘Zo spreekt de Here’
worden gestaafd. [...] De meeste mensen zijn niet gesteld op de
waarheid van de Bijbel omdat ze indruist tegen het zondige,
wereldse hart. Satan zorgt dan wel voor de misleidingen waar ze zó
van houden.” –De grote strijd, blz. 549.
10. Hoe wordt de weg van verlossing kenbaar gemaakt in de Bijbel?
Hoe velen zullen die weg bewandelen? Matthéüs 7:13, 14;
Jeremía 21:8.
Matthéüs 7:13, 14 Gaat in door de enge poort; want wijd is de
poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er,
die door deze ingaan; Want de poort is eng; en de weg is nauw, die
tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die deze vinden.
Jeremía 21:8 En tot dit volk zult u zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet,
Ik stel voor uw aangezicht de weg des levens en de weg des doods.
“God stelt aan de mens het leven en de dood voor. Hij kan kiezen.
Velen verlangen naar het leven, maar gaan toch voort met te
wandelen op de brede weg. Zij verkiezen om opstandig te zijn tegen
25
Gods regering, niettegenstaande Zijn grote genade en mededogen
daarin, dat Hij Zijn Zoon gegeven heeft om voor hen de dood te
ondergaan. Zij, die niet verkiezen om de zo duur gekochte zaligheid
aan te nemen, moeten gestraft worden. Maar ik zag dat God hen niet
in de hel zou opsluiten om eindeloze ellende te verduren, en hen
evenmin naar de hemel zal brengen; want hen in het gezelschap van
de reinen en heiligen te brengen, zou hen uitermate ellendig maken.
Maar Hij zal ze ganselijk vernielen, en maken alsof ze niet geweest
waren; dan zal aan Zijn rechtvaardigheid voldaan zijn. [...] Nadat de
goddelozen verdelgd zullen zijn van de aarde, zal het ganse hemelse
heirleger zeggen, ‘Amen!’ ” –Eerste geschriften, blz. 262.
“Er zijn duizenden die het pad van duisternis en dwaling bewandelen, de brede weg die leidt tot de dood. Zij vleien zichzelf dat ze
op het pad naar geluk en de hemel zitten, maar ze zullen het ene niet
vinden, noch het andere bereiken.” –Testimonies for the Church,
vol. 3, blz. 438.
“Als we Christus als onze gids nemen, zal Hij ons veilig langs het
smalle pad leiden. De weg mag dan ruw en doornig zijn; de helling
steil en gevaarlijk; afgronden aan de rechter- en aan de linkerkant;
we mogen dan maar moeizaam vooruit komen; en wanneer we
vermoeid zijn en verlangen naar rust, zullen we misschien door
moeten gaan; wanneer we verzwakken, zullen we misschien moeten
vechten; wanneer we ontmoedigd raken, zullen we misschien toegeroepen worden om de hoop niet te verliezen; maar met Christus als
onze Gids zullen we de weg naar het onsterfelijke leven niet
verliezen, we zullen niet falen om de verlangde haven uiteindelijk te
bereiken.” –Our Father Cares, blz. 134, 135.
_____
4e Les
Sabbat 26 juli 2014
Sabbatbegin 21.41 u. ↔ 21.39 u.
De toestand van weinigen
“Het ware volk Gods, dat hart heeft voor het werk des Heren en voor de
redding van zielen, zal de zonde altijd zien in haar waar, zondig karakter.
26
Zij zullen tegenover de zonden, die het volk Gods zo gemakkelijk aankleven, een standpunt innemen, zoals de Bijbel dat voorschrijft. Vooral in
het afsluitingswerk van de gemeente, en in de tijd der verzegeling van de
honderd en vier en veertig duizend, die vlekkeloos zullen staan voor Gods
troon, zullen ze innerlijk bewogen worden door de verkeerdheden onder
Gods belijdend volk.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1,
blz. 344.
Zich inspannen om binnen te gaan
1.
Wat antwoordde Jezus toen Hem werd gevraagd hoeveel gered
zouden worden? Waarom is dit zo? Lukas 13:23, 24.
Lukas 13:23, 24 En er zei een tot Hem: Heere, zijn er ook weinigen,
die zalig worden? En Hij zei tot hen: Strijdt om in te gaan door de
enge poort; want velen, zeg Ik u, zullen zoeken in te gaan, en zullen
niet kunnen.
“Wij drijven niet vanzelf naar de hemel. Een luiaard zal daar niet
binnenkomen. Als wij ons niet inspannen om het koninkrijk binnen
te gaan, als wij niet ons best doen om de wetten daarvan te leren
kennen, zijn wij daarvoor niet geschikt. Zij die weigeren om op
aarde met God samen te werken, zullen ook in de hemel niet met
Hem samenwerken. Het zou niet verstandig zijn hen in de hemel te
brengen.” –Lessen uit het leven van alledag, blz. 168.
“De mens is een rol toebedeeld in deze grote worsteling om het
eeuwige leven. Hij moet reageren op de werking van de Heilige
Geest. Het vereist een worsteling om door de machten van de
duisternis heen te breken. De Geest werkt in hem om dit tot stand te
brengen. Maar de mens is geen passief wezen, die in luiheid gered
moet worden. Hij wordt opgeroepen om elke spier te spannen en
elke eigenschap te oefenen in de worsteling naar onsterfelijkheid.
Toch is het God die de doeltreffendheid verleent. Geen mens kan in
luiheid gered worden. De Heer gebiedt ons: ‘Strijd om binnen te
gaan door de nauwe poort, want velen, zeg Ik u, zullen proberen
binnen te gaan en het niet kunnen.’ (Lukas 13:24) ‘Ga binnen door
de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar
het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan;
maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en
weinigen zijn er die hem vinden.’ (Matthéüs 7:13, 14) –MS 16,
1896.” –Geest, Karakter en Persoonlijkheid, blz. 637.
27
Een zeer klein overblijfsel
2.
Welk deel van de bevolking in de tijd van het oude Israël was
gehoorzaam? Hoe kunnen wij dat vergelijken met onze tijd?
Jesája 1:9; 4:3; Romeinen 11:5.
Jesája 1:9; 4:3 Zo niet de HEERE der heerscharen ons nog een
weinig overblijfsel had gelaten, als Sódom zouden wij geworden
zijn; wij zouden Gomórra gelijk zijn geworden. [...] En het zal
geschieden, dat de overgeblevene in Sion, en de overgelatene in
Jeruzalem zal heilig geheten worden, een ieder, die geschreven is
ten leven te Jeruzalem.
Romeinen 11:5 Alzo is er dan ook in deze tegenwoordige tijd een
overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.
“Vooral wat betreft de sociale toestand van het volk was het uitzicht
erg somber. [...] Onrechtvaardige gebruiken hadden onder alle klassen
zozeer de boventoon, dat de weinigen die trouw waren gebleven aan
God, dikwijls op het punt stonden de moed te verliezen, en toe te
geven aan moederloosheid en wanhoop. Het zag ernaar uit dat Gods
plannen met Israel zouden falen, en dat het opstandige volk een zelfde
lot beschoren was als Sodom en Gomorra.” –Profeten en koningen,
blz. 189, 190.
“Een spoortrein werd mij getoond, die met bliksemsnelheid voortging. De engel zei mij, dat ik nauwkeurig moest opletten. Ik richtte
mijn ogen op de trein. Het scheen alsof de gehele wereld in de trein
zat; dat er niemand achtergelaten kon zijn. [...] Ik vroeg de engel of
er niemand achter was gebleven. Hij zei mij, dat ik in de tegenovergestelde richting kijken moest, en daar zag ik een klein gezelschap
reizende langs een smal pad. Allen schenen nauw verenigd te zijn,
aaneen gebonden door de waarheid, in bundels of gezelschappen.”
–Eerste geschriften, blz. 97, 98.
3.
Hoeveel van de miljoenen mensen waren gered in Noachs tijd?
1 Petrus 3:20.
1 Petrus 3:20 Die eertijds ongehoorzaam waren, wanneer de lankmoedigheid Gods eenmaal verwachtte, in de dagen van Noach, toen
de ark toebereid werd; waarin weinige (dat is acht) zielen behouden
werden door het water.
28
“Van allen die op de aarde woonden voor de vloed, geloofden
slechts acht mensen het woord van God. Gedurende honderd twintig
jaar waarschuwde Noach de wereld voor haar dreigende ondergang,
maar zijn boodschap werd verworpen en veracht. Zo zal het ook nu
zijn.” –Patriarchen en profeten, blz. 71.
De Heer kan met weinig werken
4.
Zijn er grote aantallen nodig om overwinningen te behalen voor
Gods zaak? Waarom, of waarom niet? Richteren 7:6, 7;
1 Samuël 14:6, laatste gedeelte.
Richteren 7:6, 7 Toen was het getal van hen, die met hun hand tot
hun mond gelekt hadden, driehonderd man; maar alle overigen van
het volk hadden op hun knieën gebukt, om water te drinken. En de
HEERE zei tot Gídeon: Door deze driehonderd mannen, die gelekt
hebben, zal Ik u verlossen, en de Midianieten in uw hand geven;
daarom laat al dat volk weggaan, een ieder naar zijn plaats.
1 Samuël 14:6b Jónathan nu zei tot de jongen, die zijn wapens
droeg: Kom, en laat ons tot de bezetting van deze onbesnedenen
overgaan; misschien zal de HEERE voor ons werken; want bij de
HEERE is geen verhindering, om te verlossen door velen of door
weinigen.
“De driehonderd uitverkoren mannen waren niet alleen moedig en
zelfbeheerst, maar ze waren ook gelovig. Ze hadden zich niet verontreinigd met afgoderij. God kon hen leiden, en door hen de verlossing van Israël tot stand brengen. Succes is niet van aantallen
afhankelijk. God kan evengoed door weinigen als door velen verlossing schenken. Hij wordt meer geëerd door het karkater van degenen
die Hem dienen dan door het grote aantal aanbidders.” –Patriarchen
en profeten, blz. 501.
5.
Waarom is het niet goed om het aantal van Gods gemeente te
vergelijken met die van andere organisaties? Deuteronomium
7:7; Openbaring 12:17.
29
Deuteronomium 7:7 De HEERE heeft geen lust tot u gehad, noch u
verkoren, om uw veelheid boven alle andere volken; want u was het
kleinste van alle volken.
Openbaring 12:17 En de draak vergrimde op de vrouw, en ging
heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de
geboden Gods bewaren, en het getuigenis van Jezus Christus
hebben.
“Het peil verlagen om populariteit te verkrijgen en in aantal te
groeien, om zich dan nog over die groei te verheugen, laat zien dat
er een grote verblindheid heerst. Zou het grote aantal een bewijs van
succes zijn, dan mag satan aanspraak maken op de hoogste voortreffelijkheid, want in deze wereld zijn zijn volgelingen ver in de meerderheid.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 442.
“De Heer verklaarde over Israel: ‘... dat volk zal alleen wonen, en
het zal onder de heidenen niet gerekend worden.’ Numeri 23:9.
Deze woorden zijn zowel van toepassing op het oude Israel, alsook
op ons. Gods volk moet alleen staan.” –Testimonies for the Church,
vol. 7, blz. 109.
“Schaam u nooit vanwege uw geloof. Sta nooit aan de kant van satan.
‘Gij zijt het licht der wereld’ (Matthéüs 5:14). Uw geloof moet geopenbaard worden als een kostbare waarheid, die allen moeten bezitten wanneer zij gered willen worden. Als volk zijn we in de minderheid. We zijn niet populair. Onze vijanden zullen ons in de gaten
houden ten kwade, om ons te beschamen en onze zielen te bederven.
Ze zullen onze motieven niet waarderen.” –Testimonies for the
Church, vol. 5, blz. 520, 521.
Een overblijfsel dat Gods wil zal doen
6.
Is het genoeg om gedoopt te zijn en lid van een gemeente? Deel
uw gedachten hierover. Matthéüs 22:14; 7:21.
Matthéüs 22:14 Want velen zijn geroepen, maar weinigen
uitverkoren.
Matthéüs 7:21 Niet een ieder, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal
ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet de wil van
Mijn Vader, Die in de hemelen is.
“Het woord van God zegt duidelijk dat maar weinigen gered zullen
worden, en dat het grotere aantal van degenen die geroepen zijn
30
zullen aantonen dat zij onwaardig zijn voor het eeuwige leven. Ze
zullen geen deel hebben in de hemel, maar hun aandeel hebben met
satan, en de tweede dood ervaren.” –Testimonies for the Church,
vol. 2, blz. 293, 294.
“Louter een belijdenis van geloof in Christus, een aanmatigende
kennis van de waarheid maken iemand nog niet tot een christen. Een
godsdienst die slechts het oog, het oor en de smaak probeert te
strelen, of die eigen genotzucht goedkeurt, is niet de godsdienst van
Christus. [...]
Het is niet voldoende de theorie der waarheid te geloven, te beweren
in Christus te geloven, en te geloven dat Jezus geen bedrieger is en
dat de godsdienst van de Bijbel niet bestaat uit kunstig verdichte
fabelen. Johannes schrijft: ‘Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden
niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet; maar
wie Zijn woord bewaart, in die is waarlijk de liefde Gods volmaakt.
Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem zijn’. ‘En wie Zijn geboden bewaart, blijft in Hem en Hij in hem’ 1 Johannes 2:4, 5; 3:24.”
–Van Jeruzalem tot Rome, blz. 235, 409, 410.
7.
In wat voor geestelijke toestand zullen ware gelovigen gevonden
worden in de eindtijd? Zefánja 3:12, 13; Openbaring 14:5.
Zefánja 3:12, 13 Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven
een ellendig en arm volk; die zullen op de Naam des HEEREN betrouwen. De overgeblevenen van Israël zullen geen onrecht doen,
noch leugen spreken, en in hun mond zal geen bedriegelijke tong
gevonden worden; maar zij zullen weiden en neerliggen, en niemand zal hen verschrikken.
Openbaring 14:5 En in hun mond is geen bedrog gevonden; want
zij zijn onberispelijk voor de troon van God.
“Ieder mens waardoor God werkt, zal moeten leren dat de levende,
altijd aanwezige, altijd werkende God oppermachtig is, en hem talenten verleend heeft om te gebruiken – een intellect dat voortbrengt; een hart dat de zetel is van Zijn troon; hartelijkheid dat tot
zegen voortvloeit voor iedereen met wie deze in contact komt, een
geweten waardoor de Heilige Geest hem kan overtuigen van zonde,
gerechtigheid, en oordeel. [...] Voor eer komt nederigheid. Om een
hoge plaats te bekleden voor mensen kiest de Hemel een arbeider
die … een nederige plek inneemt voor God. De meest kinderlijke
31
discipel is het meest efficiënt in het werk voor God.” –My Life
Today, blz. 332.
“O, hoe velen heb ik in de tijd der benauwdheid zonder beschutting
gezien! Zij hadden de nodige voorbereiding verzuimd; derhalve
konden zij de verkoeling niet ontvangen, die allen moeten hebben
om hen geschikt te maken om voor het aangezicht van een heilige
God te leven. [...] Ik zag, dat niemand deel kan nemen aan de
‘verkoeling’ tenzij hij eerst de overwinning behaald heeft over
iedere lievelingszonde, over hoogmoed, zelfzucht, liefde tot de
wereld, en over ieder verkeerd woord en iedere verkeerde daad. [...]
Laat ons eraan gedenken, dat God heilig is, en dat alleen heilige
wezens ooit in Zijn tegenwoordigheid kunnen verkeren.” –Eerste
geschriften, blz. 76, 77.
8.
Welke speciale eigenschap kenmerkt de overblijvende gemeente?
Ezechiël 9:4; Matthéüs 5:4.
Ezechiël 9:4 En de HEERE zei tot hem: Ga door, door het midden
der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de
voorhoofden van de lieden, die zuchten en uitroepen over al die
gruwelen, die in het midden daarvan gedaan worden.
Matthéüs 5:4 Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost
worden.
“Die geen hartzeer hebben over hun eigen geestelijke afwijking, die
niet treuren over de zonden van anderen, zullen het zegel Gods niet
ontvangen. [...] Ten tijde dat het gevaar en de inzinking van de
Gemeente het grootst zijn, zal het kleine kuddeke, degenen die staan
in het licht, zuchten en uitroepen over de gruwelen die in den lande
geschieden. Maar nog meer in het bijzonder zullen hun gebeden
oprijzen ten gunste van de Gemeente, omdat haar leden doen naar
de wijze der wereld.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2,
blz. 63, 62.
Een overblijfsel dat over zonde rouwt
9.
32
Waarom zou ieder persoon verdriet moeten hebben en rouwen
over zijn zonden? Jakobus 4:7-10.
Jakobus 4:7-10 Zo onderwerpt u dan aan God, weerstaat de duivel,
en hij zal van u vlieden. Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen.
Reinigt de handen, u zondaars, en zuivert de harten, u dubbelhartigen! Gedraagt u als ellendigen, en treurt en weent; uw lachen
worde veranderd in treuren, en uw blijdschap in bedroefdheid.
Vernedert u voor de Heere, en Hij zal u verhogen.
“Echt verdriet over zonde is het resultaat van het werk van de
Heilige Geest. De Geest openbaart de ondankbaarheid van het hart
dat de Heiland veronachtzaamd en bedroefd heeft en leidt ons
berouwvol naar de voet van het kruis. Jezus wordt door elke zonde
opnieuw gewond en als wij zien op Hem die wij doorstoken hebben,
treuren we over de zonde die zulk een lijden op Hem heeft gebracht.
Zulk treuren zal ons ertoe brengen de zonde op te geven.” –Jezus, de
Wens der eeuwen, blz. 243.
10. Welke ervaring moesten de discipelen maken? Wat voor
soortgelijke ervaring is voor ons vandaag de dag nodig om te
maken? Handelingen 1:13, 14.
Handelingen 1:13, 14 En toen zij ingekomen waren, gingen zij op
in de opperzaal, waar zij bleven, namelijk Petrus en Jakobus, en
Johannes en Andréas, Filippus en Thomas, Bartholoméüs en
Matthéüs, Jakobus, de zoon van Alféüs, en Simon Zelótes, en Judas,
de broeder van Jakobus. Deze allen waren eendrachtig volhardende
in het bidden en smeken, met de vrouwen, en Maria, de moeder van
Jezus, en met Zijn broeders.
“Alle geschillen, elk verlangen naar voorrang uit hun gemoed verdrijvend, sloten zij zich als broeders in Christus dicht aaneen. Zij
kwamen steeds nader tot God...” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 26.
“Opwekking betekent een vernieuwing van het geestelijke leven,
een opleving van de krachten van het verstand, een opstanding uit
de geestelijke dood.” –(Review and Herald, 25 februari 1902)
Selected Messages, boek 1, blz. 128.
“Ik ben diep onder de indruk gekomen van taferelen, die korte tijd
geleden in de nacht aan mij voorbijgegaan zijn. Er scheen een grote
beweging – een werk van opwekking – in vele plaatsen voorwaarts
te gaan. Ons volk verzamelde zich, Gods oproep beantwoordend.
Mijn broeders, de Heer spreekt tot ons. Zullen we op Zijn stem dan
33
geen acht geven?” –(General Conference Bulletin, 19 mei 1913, blz.
34) Selected Messages, boek 2, blz. 402.
_____
5e Les
Sabbat 2 augustus 2014
Sabbatbegin 21.30 u. ↔ 21.28 u.
Wees op uw hoede voor
emotionele, valse opwekkingen
“Er is een klasse van mensen die altijd klaar staat om af te gaan op iets
dat raakt, die iets aparts, schitterends en nieuw willen oppikken; maar
God wil dat we ons allemaal rustig voortbewegen, bedachtzaam, en dat
we onze woorden kiezen in overeenstemming met de vaste waarheid voor
deze tijd. De waarheid moet zo vrij als mogelijk de geest worden gebracht
van datgene wat emotioneel is, terwijl het nog steeds is voorzien van de
intensiteit en de plechtigheid die past bij haar karakter. We moeten waken
tegen het aanmoedigen van extremisten, die zich ofwel in het vuur of in
het water zouden bevinden.” –Evangelism, blz. 611.
Ware en valse opwekkingen
1.
Wat werd geprofeteerd aangaande de opkomst van zogenaamde
profeten die ook tekenen en wonderen zullen verrichten? Welke
valse godsdienstige opwekking zal de wereld in de laatste dagen
opzwepen? Matthéüs 24:24; Deuteronomium 13:1-3, eerste
gedeelte.
Matthéüs 24:24 Want er zullen valse christussen en valse profeten
opstaan, en zullen grote tekenen en wonderheden doen, alzo dat zij
(indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden.
Deuteronomium 13:1-3a Wanneer een profeet, of dromen-dromer,
in het midden van u zal opstaan, en u een teken of wonder geven; En
dat teken of dat wonder komt, dat hij tot u gesproken had, zeggende:
Laat ons andere goden, die u niet gekend hebt, navolgen en hen
34
dienen; U zult naar de woorden van die profeet, of naar die dromendromer niet horen.
“Ik zag dat God oprechte kinderen heeft onder de naam-Adventisten
en de gevallen kerken, en voordat de plagen uitgestort worden,
zullen predikanten en leden opgeroepen worden om deze kerken te
verlaten, en zullen zij de waarheid met blijdschap aannemen. Satan
weet dit; en voordat de luide kreet van de derde engel gehoord
wordt, zal hij een opwinding doen ontstaan in deze godsdienstige
lichamen, ten einde degenen, die de waarheid verworpen hebben te
doen geloven, dat God met hen is. Hij hoopt de oprechten te misleiden, en hen te doen denken, dat God nog voor de kerken werkt.”
–Eerste geschriften, blz. 313, 314.
2.
Wat zal satan doen, wanneer het de tijd is voor Gods ware
opwekking? Hoe zullen zijn misleidingen zijn? 2 Korinthe
11:13-15.
2 Korinthe 11:13-15 Want zulke valse apostelen zijn bedriegelijke
arbeiders, zich veranderende in apostelen van Christus. En het is
geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des
lichts. Zo is het dan niets groots, indien ook zijn dienaars zich veranderen, als waren zij dienaars der gerechtigheid; van wie het
einde zal zijn naar hun werken.
“Vóór de laatste uitstorting van Gods oordelen over de aarde zal er
onder Gods volk zulk een herleving van de oorspronkelijke godsvrucht zijn, zoals er sinds de tijd van de apostelen geen meer
geweest is. [...] De vijand van de mens wil dit werk verhinderen, en
voordat de tijd voor zo’n beweging is aangebroken, zal hij alles in
het werk stellen om het te verhinderen door iets anders in te voeren
dat erop lijkt. [...] Men zal de indruk krijgen dat er weer een grote
belangstelling is voor alles wat met godsdienst te maken heeft. Veel
mensen zullen er zich over verheugen dat God op zo’n wonderbaarlijke manier voor hen werkt, terwijl het in feite het werk van een
andere geest is. Satan zal onder het mom van godsdienstigheid zijn
invloed op de christelijke wereld proberen te vergroten.” –De grote
strijd, blz. 430, 431.
35
Emotionaliteit en sensatiezucht vermijden
3.
Waarom werken bovennatuurlijke verschijnselen in het voordeel van een valse opwekking? Openbaring 13:13, 14.
Openbaring 13:13, 14 En het doet grote tekenen, zodat het ook
vuur uit de hemel doet afkomen op de aarde, voor de mensen. En
verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die er
aan te doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest;
zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij voor het beest,
dat de wond van het zwaard had, en weer leefde, een beeld zouden
maken.
“De demonen zullen er binnenkort voor zorgen dat er spectaculaire
verschijnselen van bovennatuurlijke aard aan de hemel te zien zullen
zijn. De geesten van duivelen zullen uitgaan naar ‘de koningen der
aarde’ en naar de gehele wereld om hen te misleiden en hen over te
halen zich achter satan te scharen in zijn laatste strijd tegen Gods
heerschappij. Satans medewerkers zullen zowel de machthebbers als
hun onderdanen misleiden.” –De grote strijd, blz. 575, 576.
4.
Welke middelen zullen de kwade machten gebruiken om hun
misleidende doelen te bereiken? Wordt emotioneel of sensationeel
prediken door de Geest van de Heer aanbevolen? Matthéüs
24:11; 2 Petrus 2:1, 3.
Matthéüs 24:11 En vele valse profeten zullen opstaan, en zullen er
velen verleiden.
2 Petrus 2:1, 3 En er zijn ook valse profeten onder het volk geweest,
gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedekt invoeren zullen, ook de Heere, Die hen gekocht heeft,
verloochenende, en een haastig verderf over zichzelf brengende. [...]
En zij zullen door gierigheid, met gemaakte woorden, koopwaar van
u maken; over welke het oordeel sedert lang niet ledig is, en hun
verderf sluimert niet.
“ ‘En weest daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelf met
valse overlegging bedriegende.’ Het is gemakkelijk te worden
meegevoerd door de stroom, en met de menigte Hosanna te roepen;
maar in de rust van het dagelijks leven, als er geen bijzondere
36
opwinding of verhoging is, dan komt de test van het ware
christendom. Dan is het dat uw hart koud wordt, en uw ijver afneemt, en religieuze uitoefeningen worden onsmakelijk voor u. U
laat volstrekt na om de wil van God te doen.” –Testimonies for the
Church, vol. 4, blz. 188.
“Zo zegt Christus: ‘Gij zijt Mijn vrienden zo gij doet wat Ik u
gebied’ Johannes 15:14. Dit is de ons gestelde voorwaarde; dit is do
proef waaruit het karakter van de mens zal blijken. Gevoelens zijn
vaak misleidend, gemoedsaandoeningen geen zekere waarborg,
want die zijn aan verandering onderhevig en onderworpen aan
uiterlijke omstandigheden. Velen zijn bedrogen uitgekomen door
zich te verlaten op sterke gemoedsindrukken. De proef bestaat
daarin: Wat doet u voor Christus? Welke offers brengt u? Welke
overwinningen behaalt u? Een zelfzuchtige geest die overwonnen is,
een verleiding om plicht te verzaken, te weerstaan, een onderdrukte
hartstocht, een bereidwillige, opgewekte gehoorzaamheid om Gods
wil te doen, zijn veel grotere bewijzen dat u een kind van God is dan
een uitzinnige vroomheid en een emotionele godsdienst.” –Uit de
schatkamer der getuigenissen, deel 1, blz. 101, 102.
5.
Wat wordt gezegd van iemand die zijn emoties niet in bedwang
heeft? Waarom zijn emoties niet betrouwbaar? Spreuken 25:28;
16:32.
Spreuken 25:28 Een man, die zijn geest niet weerhouden kan, is
een opengebroken stad zonder muur.
Spreuken 16:32 De lankmoedige is beter dan de sterke; en die
heerst over zijn geest, dan die een stad inneemt.
Het woord “emotie” wordt niet gebruikt in de Bijbel; in plaats
daarvan vinden wij dit uitgedrukt als de “geest” in de mens, hetgeen
betekent zijn innerlijke gevoelens.
“Gevoelens zijn vaak misleidend, gemoedsaandoeningen geen zekere
waarborg, want die zijn aan verandering onderhevig en onderworpen
aan uiterlijke omstandigheden. Velen zijn bedrogen uitgekomen door
zich te verlaten op sterke gemoedsindrukken.” –Uit de schatkamer
der getuigenissen, deel 1, blz. 101 .
“Godsdienst is niet alleen een emotie, een gevoel. Het is een principe dat verweven is met alle verplichtingen en verrichtingen van
het dagelijkse leven.” –Testimonies for the Church, vol. 2, blz. 506.
37
“Satan laat mensen denken, dat, als zij maar een gevoelservaring
hebben gehad, ze dan bekeerd zijn. Maar hun leven wordt er niet
anders door. Ze handelen nog net zo als daarvoor. Hun leven laat
geen goede vruchten zien. Ze bidden vaak en lang, en verwijzen
alsmaar naar hun gevoel van toen en toen. Maar ze leven niet als
nieuwe mensen. Ze zijn misleid. Hun ervaring gaat niet dieper dan
hun gevoel. Ze bouwen op zand, en als er tegenwind komt, wordt
hun huis weggevaagd.” –Boodschappen voor jonge mensen, blz. 67.
Misleidende valstrikken
6.
Door welke zintuigen beheerst satan – net als bij zijn eerste
misleiding – dikwijls de gedachten? Genesis 3:6.
Genesis 3:6 En de vrouw zag, dat die boom goed was tot spijs, en
dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom, die begeerlijk was
om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf
ook haar man met haar, en hij at.
“De grote godsdienstige opwekkingsbewegingen van de toekomst
zullen ongeveer dezelfde kenmerken hebben als vele van de opwekkingsbewegingen van de laatste vijftig jaar: De gevoelens worden
opgezweept, waarheid en dwaling worden door elkaar gehaald,
zodat velen worden misleid. Toch hoeft niemand te worden bedrogen. Aan de hand van Gods Woord kan men makkelijk de aard van
deze bewegingen nagaan. Zodra de mensen de Bijbel verwerpen en
de duidelijke uitspraken die de mens toetsen en zelfverloochening
en verzaking van de wereld vereisen de rug toekeren, mogen wij er
zeker van zijn dat Gods zegen er niet op rust. Met de maatstaf die
Christus ons gegeven heeft – ‘Aan hun vruchten zult gij hen kennen’
(Matthéüs 7:16) – kunnen wij vaststellen dat deze bewegingen niet
het werk van Gods Geest zijn.” –De grote strijd, blz. 431.
Eetlust, schoonheid, intelligentie. “Satan oefent steeds zijn invloed
uit op de mensen om hun zinnen af te leiden, het verstand ten kwade
te beheersen en tot geweld en misdaad aan te sporen. Hij verzwakt
het lichaam, stompt het verstand af en verlaagt de ziel. Als mensen
weerstand bieden aan de uitnodiging van de Heiland, geven zij zich
over aan satan. Velen in alle kringen van het leven, thuis, in het
zakenleven, zelfs in de kerk, doen dit. Als gevolg daarvan hebben
geweld en misdaad de aarde overspoeld en zedelijke duisternis
38
omgeeft als een doodskleed de woonplaatsen van de mensen.”
–Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 277, 278.
7.
Wat zal in de laatste dagen voortreffelijk zijn, en wat zal
ontbreken? 2 Timótheüs 3:1, 5; Matthéüs 7:21; Lukas 6:46.
2 Timótheüs 3:1, 5 En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan
zullen zware tijden. [...] Hebbende een gedaante van godzaligheid,
maar die de kracht daarvan verloochend hebben. Heb ook een
afkeer van dezen.
Matthéüs 7:21 Niet een ieder, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal
ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet de wil van
Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Lukas 6:46 En wat noemt u Mij, Heere, Heere! en doet niet wat Ik
zeg?
“Wij moeten niet enkel zeggen: ‘Ik geloof’, maar we moeten de
waarheid uitleven. Het is door overeenstemming met de wil van
God in onze woorden, onze gedragingen, ons karakter, dat wij onze
gemeenschap met Hem bewijzen. Wanneer iemand breekt met de
zonde, die een overtreding van de wet is, zal zijn leven in overeenstemming met de wet gebracht worden tot volmaakte gehoorzaamheid. Dat is het werk van de Heilige Geest. [...] De scheidingslijn zal
duidelijk en scherp getrokken worden tussen hen die God liefhebben
en Zijn geboden houden en degenen die Hem niet liefhebben en Zijn
geboden veronachtzamen.” –Uit de schatkamer der getuigenissen,
deel 2, blz. 410.
8.
Welke methoden – gebruikt bij valse opwekkingen – zijn niet
van de Here? Amos 5:23.
Amos 5:23 Doe het getier van uw liederen van Mij weg; ook mag Ik
het spel van uw luiten niet horen.
“De dingen die u beschreven hebt... zullen vlak voor het afsluiten
van de genadetijd plaatsvinden, zo toonde mij de Here. Alles wat
ongehoord is zal vertoond worden. Er zal geschreeuw zijn met
drums, muziek en dans. De zintuigen van redelijk denkende mensen
zullen zo misleid worden, dat men daar niet op kan vertrouwen om
39
juiste beslissingen te nemen. En dit wordt dan de invloed van de
Heilige Geest genoemd.
De Heilige Geest openbaart zich nooit op zo’n wijze, in zo’n krankzinnig lawaai. Dit is een uitvinding van de satan om zijn ingenieuze
methoden te bedekken om op deze wijze de reine, oprechte,
verheffende, veredelende en heiligende waarheid voor deze tijd van
zijn kracht te ontdoen... Zo’n krankzinnig lawaai verdooft de
zintuigen en verderft wat een zegen had kunnen zijn, wanneer het op
de juiste wijze geleid zou worden. Hoe kunnen de krachten van
satanische werktuigen samen met het oorverdovend lawaai, alsof het
carnaval is, de werking van de Heilige Geest genoemd worden? [...]
Dit soort van aanbidding mag op geen enkele wijze aangemoedigd
worden.” –Maranatha, de Here komt, blz. 234.
Beschermd tegen misleiding
9.
Welke verandering dient in iemands geest plaats te vinden,
voordat hij de eisen van de Hemel kan erkennen? Romeinen
12:2.
Romeinen 12:2 En wordt deze wereld niet gelijkvormig; maar
wordt veranderd door de vernieuwing van uw gemoed, opdat u mag
beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van
God is.
“De gedachten van velen nemen zo’n laag niveau in, dat God niet
voor hen, noch met hen kan werken. Hun gedachtenstroom moet
worden veranderd, hun morele gevoelens moeten worden gewekt,
voordat ze de eisen van God kunnen voelen.” –Counsels on Health,
blz. 22.
“Alle ware reformatie begint met een zielsreiniging. Het is door het
bad van de wedergeboorte en de vernieuwing van de geest door de
kracht van de Heilige Geest, dat er een verandering teweeggebracht
wordt in het leven.
Door het aanschouwen van Christus worden we veranderd. Als de
geest zich voortdurend bezighoudt met tijdelijke dingen, worden
deze dingen geheel absorberend, hetgeen het karakter aantast,
waardoor Gods heerlijkheid uit het oog wordt verloren en vergeten.
De kansen die voor hen binnen handbereik liggen, om vertrouwd te
raken met hemelse dingen, worden over het hoofd gezien. Het
geestelijke leven sterft. ...” –Sons and Daughters of God, blz. 105.
40
10. Wat alleen kan een christen ervan weerhouden te vallen temidden van de misleidingen in de laatste dagen? 2 Petrus 1:10;
1 Korinthe 10:12.
2 Petrus 1:10 Daarom, broeders, benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult u nimmermeer struikelen.
1 Korinthe 10:12 Zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet
valle.
“Het welzijn van uw ziel en uw eeuwig geluk hangen af of uw
fundament is gebouwd op Christus. Terwijl anderen verlangen naar
aardse geneugten, weest u dan verlangend naar de onmiskenbare
zekerheid van de liefde van God, terwijl u ernstig en vurig uitroept:
‘Wie zal mij laten zien hoe mijn roeping en verkiezing vast te
maken? Een van de tekenen van de laatste dagen is, dat er belijdende
christenen zijn, die meer liefhebbers van genot zijn dan liefhebbers
van God. Ga waarachtig om met uw eigen ziel. Doorzoek zorgvuldig.
Hoe weinigen kunnen, na een getrouw onderzoek, opzien naar de
hemel en zeggen: ‘Ik ben niet een van hen die zo beschreven
worden! Ik ben geen liefhebber van genot, meer dan een liefhebber
van God!’ Hoe weinigen kunnen zeggen: “Ik ben de wereld
afgestorven. ...” –Testimonies for the Church, vol. 2, blz. 145.
_____
6e Les
Sabbat 9 augustus 2014
Sabbatbegin 21.17 u. ↔ 21.16 u.
Een ware opwekking door Gods Geest
“Een opwekking kan alleen verwacht worden als antwoord op gebed.
Omdat de mensen zo verstoken zijn van Gods Heilige Geest, kunnen ze
de prediking van het Woord niet waarderen; maar wanneer de kracht van
de Geest hun hart raakt, zullen de gegeven redevoeringen niet zonder
uitwerking blijven. Geleid door de leringen van Gods Woord, met de
41
openbaring van Zijn Geest, met uitoefening van gezonde ingetogenheid,
zullen degenen die onze vergaderingen bijwonen een kostbare ervaring
opdoen. Naar huis terugkerend, zijn ze gereed om een weldadige invloed
uit te oefenen.” –Selected Messages, boek 1, blz. 121.
Het werk van de Heilige Geest
1.
Wat is de overtuigende kracht achter elke ware opwekking?
Éfeze 3:16; 1 Korinthe 2:4.
Éfeze 3:16 Opdat Hij u geve, naar de rijkdom Zijner heerlijkheid,
met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige
mens;
1 Korinthe 2:4 En mijn rede, en mijn prediking was niet in de
bewegelijke woorden der menselijke wijsheid, maar in betoning van
geest en van kracht;
“Alleen het verstand en het hart, gereinigd door de heiligmaking van
de Geest, kunnen de geestelijke dingen onderscheiden. Broeders, in
de Naam des Heren doe ik op u een beroep om te ontwaken en uw
plicht te zien. Stelt uw harten onder de kracht van de Heilige Geest,
en ze zullen ontvankelijk gemaakt worden door de leer van het
Woord. Dan zult u de diepe dingen Gods kunnen onderscheiden.
Moge God Zijn volk brengen onder de diepe beroerselen van Zijn
Geest! Moge Hij hen doen opwaken zodat ze hun gevaar zien en
zich voorbereiden op dat wat over de aarde komen zal!” –Uit de
schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 286.
2.
Kan iemand van nature een christen zijn? Waarom wel, of niet?
Wat zorgt voor de verandering van duisternis naar licht?
1 Korinthe 2:14, 11.
1 Korinthe 2:14, 11 Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de
dingen, die van de Geest van God zijn; want zij zijn hem dwaasheid,
en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden
worden. [...]
Want wie van de mensen weet, wat de mens is, dan de geest des
mensen, die in hem is? Alzo weet ook niemand, wat van God is, dan
de Geest Gods.
42
“Het is voor ons onmogelijk uit eigen kracht te ontsnappen uit het
moeras van zonde, waarin we verzonken zijn. Onze harten zijn
slecht en wij zullen ze nooit kunnen veranderen. [...] Opvoeding,
cultuur, wilskracht en de pogingen van de mens hebben allemaal
hun eigen plaats, maar in dit opzicht zijn ze machteloos. [...] Er moet
een kracht zijn, die van binnenuit werkt, een nieuw leven dat van
boven is, voordat een zondig mens in een heilig mens veranderd kan
worden.” –Schreden naar Christus, blz. 20, 21.
De vroege en late regen
3.
Wat deed Jezus voordat Hij de Heilige Geest in volledige mate
zond? Johannes 20:21, 22.
Johannes 20:21, 22 Jezus dan zei weer tot hen: Vrede zij ulieden,
gelijk Mij de Vader gezonden heeft, zend Ik ook u. En toen Hij dit
gezegd had, blies Hij op hen, en zei tot hen: Ontvangt de Heilige
Geest.
“Eer Christus Zijn discipelen verliet, ‘blies Hij op hen en zei:
Ontvangt de Heilige Geest’ (Johannes 20:22). Ook zei Hij: ‘Zie, Ik
doe de belofte Mijns Vaders op u komen’ (Lukas 24:49). Eerst na de
hemelvaart echter werd de gave in zijn volheid ontvangen. Pas toen
de discipelen zich door geloof en gebed volkomen hadden overgegeven aan Zijn werk, werd de Heilige Geest uitgestort. [...] De gaven
behoren ons reeds toe in Christus, maar het werkelijk bezit ervan is
afhankelijk van ons aanvaarden van Gods Geest.” –Lessen uit het
leven van alledag, blz. 198, 199.
4.
Wat moet eerst worden ontvangen voordat de Heilige Geest
tijdens de late regen in volheid zal worden uitgestort? Wat zal
dit tot stand brengen? Hoséa 6:3; Joël 2:23.
Hoséa 6:3 Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen, om de
HEERE te kennen; Zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij
zal tot ons komen als een regen, als de spade regen en vroege regen
des lands.
Joël 2:23 En u, kinderen van Sion! Verheugt u en weest blijde in de
HEERE, uw God; want Hij zal u geven die Leraar ter gerechtigheid; en Hij zal u de regen doen neerdalen, de vroege regen en de
spade regen in de eerste maand.
43
“Velen zijn er in grote mate niet in geslaagd de vroege regen te
ontvangen. Ze hebben niet alle voorrechten verkregen die God voor
hen had voorzien. Zij verwachten dat hetgeen hen ontbreekt bij de
late regen gegeven zal worden. Wanneer de rijkste overvloed van
genade geschonken zal worden, nemen zij zich voor hun hart te
openen om het te ontvangen. Ze maken een verschrikkelijke fout…
Het was door belijdenis en het opgeven van de zonde, door ernstig
gebed en toewijding van zichzelf aan God, dat de vroege discipelen
deed voorbereiden op de uitstorting van de Heilige Geest op de
Pinksterdag. Hetzelfde werk, maar dan in grotere mate, moet nu
gebeuren.” –Testimonies to Ministers and Gospel Workers, blz. 507.
De Heilige Geest ontvangen
5.
Wat moeten de oprechte gelovige in Laodicéa doen om een
helder geestelijk zicht te hebben? Openbaring 3:18, laatste
gedeelte.
Openbaring 3:18b … En zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zien
moogt.
“Daarom moeten we uiterst voorzichtig zijn en nederig voor God
komen, zodat we de geestelijke ogenzalf mogen verkrijgen om de
werking van de Heilige Geest van God te kunnen onderscheiden van
de werking van die geest die losbandigheid en fanatisme met zich
meebrengt. ‘Zo zult gij ze dan aan hun vruchten kennen.’ Matthéüs
7:20. Degenen die Christus waarlijk aanschouwen, zullen veranderd
worden naar Zijn beeld, zelfs door de Geest van de Heer, en zullen
opgroeien tot de volledige gestalten van mannen en vrouwen in
Christus Jezus. De Heilige Geest van God zal de mensen met liefde
en zuiverheid inspireren, en verfijning zal zich uiten in hun
karakters.” –Selected Messages, boek 1, blz. 142.
“De ogenzalf is die wijsheid en genade, die ons in staat stelt onderscheid te kunnen zien tussen het kwade en het goede, en de zonde
onder elke vermomming te ontdekken. God heeft Zijn gemeente ogen
gegeven en Hij wil dat ze deze zalven met wijsheid, opdat ze scherp
kunnen zien; [...] De goddelijke ogenzalf zal klaarheid geven aan het
verstand.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1, blz. 494.
“Oh, dat ieder persoonlijk de ogenzalf mag gebruiken, zodat u de karaktergebreken kunt zien en beseffen hoe God uw liefde voor de
44
wereld ziet, welke de liefde van God verdringt.” –Testimonies for the
Church, vol. 4, blz. 615.
6.
Wat moeten wij nog meer doen om de Heilige Geest te ontvangen? Lukas 11:13.
Lukas 11:13 Indien dan u, die boos bent, weet uw kinderen goede
gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige
Geest geven aan hen, die Hem bidden?
“Aangezien dit nu het middel is waardoor wij kracht moeten ontvangen, waarom hongeren en dorsten wij dan niet naar de gave van
de Geest? Waarom spreken we daar niet over, bidden we daar niet
om, en prediken we niet dienaangaande? De Here is nog bereidwilliger om de Heilige Geest te geven aan hen die Hem dienen, dan
ouders om aan hun kinderen goede gaven te geven.” –Van
Jeruzalem tot Rome, blz. 37.
Resultaten van de werken van de Heilige Geest
7.
Wat zal de Heilige Geest in ons leven brengen? Heeft u deze
ervaring al gemaakt? Johannes 3:3, 5-8.
Johannes 3:3, 5-8 Jezus antwoordde en zei tot hem: Voorwaar,
voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij
kan het Koninkrijk Gods niet zien. [...] Jezus antwoordde: Voorwaar,
voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water en
Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan. Wat uit het vlees
geboren is, dat is vlees; en wat uit de Geest geboren is, dat is geest.
Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: U moet wederom geboren
worden. De wind blaast, waarheen hij wil, en u hoort zijn geluid;
maar u weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is
een ieder, die uit de Geest geboren is.
“Hoewel de wind onzichtbaar is, kan met de uitwerking zien en
voelen. Zo openbaart het werk van de Geest zich in de ziel door
iedere daad van de mens, die de reddende kracht ervan gevoeld
heeft. Als Gods Geest bezit neemt van het hart, wordt het leven
anders. Zondige gedachten worden weggedaan, verkeerde daden nagelaten; liefde, nederigheid en vrede komen in de plaats van boos-
45
heid, jaloezie en twist. Vreugde komt in de plaats van droefheid en
het gelaat weerspiegelt het licht van de hemel. [...] Dan schept die
kracht, die geen mensenoog kan zien, een nieuwe schepping naar
Gods beeld.” –Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 132, 135.
“De invloed van de Geest op het menselijk denken zal deze regelen
naar Gods bevel. Maar de Geest werkt niet op een dusdanige wijze
en kracht, dat deze de kracht van de mens om weerstand te bieden,
te boven gaat.” –Bijbelkommentaar, blz. 256.
8.
Hoe is te zien dat de Heilige Geest woont in een persoon?
Galaten 5:22-24.
Galaten 5:22-24 Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap,
vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. Tegen de zodanigen is de wet niet. Maar die
van Christus zijn, hebben het vlees gekruisigd met de bewegingen en
begeerlijkheden.
“Wanneer u de Geest van Christus – de Geest van onzelfzuchtige
liefde en arbeid voor anderen – hebt ontvangen, zult u groeien en
vrucht dragen. De gaven van de Geest zullen in uw karakter rijpen.
Uw geloof zal toenemen, uw overtuiging zal zich verdiepen, uw
liefde zal volmaakt zijn. U zult meer en meer de gelijkenis van
Christus weerkaatsen in alles wat zuiver, edel en lieflijk is.” –Lessen
uit het leven van alledag, blz. 37.
Noodzaak van de Heilige Geest om zielen te bereiken
9.
Waarom kan iemand die door de Heilige Geest geleid wordt,
door niets weerhouden worden om te getuigen? Handelingen
4:19, 20; Romeinen 8:14.
Handelingen 4:19, 20 Maar Petrus en Johannes, antwoordende,
zeiden tot hen: Oordeelt u, of het recht is voor God, u meer te horen
dan God. Want wij kunnen niet nalaten te spreken, wat wij gezien en
gehoord hebben.
Romeinen 8:14 Want zovelen als er door de Geest Gods geleid
worden, die zijn kinderen Gods.
46
“De waarheid moet gebracht worden in de kracht van de Heilige
Geest. Dit alleen kan aan onze woorden kracht verlenen. Alleen
door de kracht van de Heilige Geest zal de overwinning behaald en
bevestigd worden. Het menselijke werktuig moet gedreven worden
door de Geest van God.” –Uit de schatkamer der getuigenissen,
deel 3, blz. 44.
“Als ons door mensen wordt verboden dit werk te doen, kunnen we
evenals de apostelen zeggen: ‘Beslist zelf, of het recht is voor God,
meer aan u dan aan God gehoor te geven; want wij kunnen niet
nalaten te spreken van wat wij gezien en gehoord hebben.’ ” –Van
Jeruzalem tot Rome, blz. 50.
10. Wat moet elke christen doen, terwijl de wereldgeschiedenis ten
einde loopt? Waarom? Kolossensen 4:5; Éfeze 5:15, 16.
Kolossensen 4:5 Wandelt met wijsheid bij hen, die buiten zijn, de
bekwame tijd uitkopende.
Éfeze 5:15, 16 Ziet dan, hoe u voorzichtig wandelt, niet als
onwijzen, maar als wijzen. De tijd uitkopende, daar de dagen boos
zijn.
“De derde engelboodschap zwelt aan tot een luide roep, en u moet
zich niet vrij voelen om de huidige plicht te verwaarlozen, en u
koesteren met de gedachte dat u ergens in te toekomst grote
zegeningen zult ontvangen, wanneer zonder enige inspanning van
uw kant een schitterende opwekking zal plaatsvinden. Vandaag
dient u zich over te geven aan God, opdat Hij een vat van u mag
maken tot Zijn eer, en voldoet aan Zijn dienst. Vandaag dient u zich
over te geven aan God, opdat u bevrijd mag worden van uw eigenik, van afgunst, jaloezie, kwade gedachten, strijd en van alles wat
God onteert.” –Selected Messages, boek 1, blz. 190, 191.
_____
47
7e Les
Sabbat 16 augustus 2014
Sabbatbegin 21.04 u. ↔ 21.02 u.
De noodzaak tot een reformatie
“Van het licht dat de Heer behaagd heeft mij te geven, weet ik dat Hij niet
blij is met veel dingen die hebben plaatsgevonden met betrekking tot de
werknemers. God heeft niet elk detail voor mij opengelegd, maar
waarschuwingen zijn gekomen dat in veel dingen een vastberaden
reformatie nodig is.” –Counsels on Health, blz. 312.
Verwijzingen naar reformatie
1.
Waar verwijst ‘reformatie’ in het algemeen naar toe? Jeremía
6:16; Maléachi 3:7; Hoséa 6:1.
Jeremía 6:16 Zo zegt de HEERE: Staat op de wegen, en ziet toe, en
vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, en wandelt
daarin; zo zult u rust vinden voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij
zullen daarin niet wandelen.
Maléachi 3:7 Van de dag van uw vaderen af, bent u afgeweken van
Mijn inzettingen, en hebt ze niet bewaard; keert weer tot Mij, en Ik
zal tot u weerkeren, zegt de HEERE der heerscharen; maar u zegt:
Waarin zullen wij weerkeren?
Hoséa 6:1 Komt en laat ons weerkeren tot de HEERE, want Hij
heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, en Hij
zal ons verbinden.
“... ‘Staat op de wegen en ziet toe en vraagt naar de oude paden, waar
toch de goede weg is, en wandelt daarop.’ Jeremía 6:16. Laat niemand
proberen de fundamenten van ons geloof te ondermijnen – de fundamenten die aan het begin van ons werk gelegd werden door biddend
onderzoek van het Woord en door openbaring. Op deze fundamenten
hebben wij de laatste vijftig jaar gebouwd [in 1904]. Mogelijk denken
sommigen dat ze een nieuwe weg gevonden hebben en dat ze een sterker fundament kunnen leggen dan dat wat gelegd is. Maar dat is een
grote misleiding. Niemand kan een ander fundament leggen dan dat
wat gelegd is.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 282.
48
“We zijn afgedwaald van de oude landpalen. Laten we terugkeren.
Als de Heer God is, dien Hem; als Baäl het is, dien hem. Aan welke
kant zult u staan?” –Testimonies for the Church, vol. 5, blz. 137.
“Reformatie betekent een reorganisatie, een verandering in ideeën
en theorieën, gewoonten en gebruiken. Reformatie zal geen goede
vruchten van gerechtigheid voortbrengen, tenzij het is verbonden
met de opwekking van de Geest. Opwekking en reformatie dienen
hun toegewezen werk doen, en in het doen van dit werk moeten ze
in elkaar opgaan.” –(Review and Herald, 25 februari 1902)
Christian Service, blz. 42.
God op de eerste plaats zetten
2.
Wat leren de eerste twee geboden? Waar maken wij soms een
afgod van? Éxodus 20:3-5.
Éxodus 20:3-5 U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht
hebben. U zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken,
van wat boven in de hemel is, noch van wat onder op de aarde is,
noch van wat in de wateren onder de aarde is. U zult u voor die niet
buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een
naijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen,
aan het derde, en aan het vierde geslacht van hen, die Mij haten.
“Jehova, de Eeuwige, in Zichzelf Bestaande, de Ongeschapene, de
Bron en Onderhouder van alles, heeft alleen recht op volkomen eerbied en aanbidding. De mens mag geen enkel ander voorwerp de
eerste plaats geven in zijn genegenheid of in zijn dienen. Alles wat
door ons gekoesterd wordt en de neiging heeft onze liefde tot God te
verminderen of wat verhindert dat we Hem de dienst bewijzen waarop Hij recht heeft, van dat alles maken we een god. [...] Een poging
om de Eeuwige voor te stellen door stoffelijke voorwerpen zou de
voorstelling van God bij de mens omlaag halen.” –Patriarchen en
profeten, blz. 270.
3.
Wie verwacht dat de mens hem eer bewijst en hem aanbidt?
Matthéüs 4:8, 9.
Matthéüs 4:8, 9 Weer nam de duivel Hem mee op een zeer hoge
berg, en toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en hun heer-
49
lijkheid; En zei tot Hem: Al deze dingen zal ik U geven, indien U,
neervallende, mij zult aanbidden.
“Nadat het Evangelie in de wereld gedurende bijna twee duizend
jaren verkondigd is, stelt satan aan mannen en vrouwen nog steeds
hetzelfde toneel voor ogen dat hij Christus voorschilderde. Op een
wonderlijke wijze laat hij de koninkrijken der wereld in hun heerlijkheid aan hen voorbijgaan. Deze belooft hij aan allen die zich
zullen neerbuigen om hem te aanbidden. Zo probeert hij de mensen
onder zijn macht te brengen.” –Uit de schatkamer der getuigenissen,
deel 2, blz. 389.
Geen compromis met de duisternis
4.
Wat is onmogelijk voor iemand om te doen? Waarom?
Matthéüs 6:24.
Matthéüs 6:24 Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal de
ene haten en de andere liefhebben, of hij zal de ene aanhangen en
de andere verachten; u kunt niet God dienen en de Mammon.
“Tussen de wereldse mens en degene die God trouw dient, is een
grote kloof gevestigd. Bij de meest gewichtige onderwerpen – God,
de waarheid en de eeuwigheid – zijn hun gedachten, genegenheden
en gevoelens niet in overeenstemming. Eén klasse rijpt als tarwe
voor Gods graanschuur, de ander als onkruid voor het vuur van
vernietiging. Hoe kan er tussen hen eenheid van doel of handelen
zijn?” –Selected Messages, boek 2, blz. 127.
5.
Met wie kunnen we daarom niet in overeenstemming komen?
2 Korinthe 6:14-18.
2 Korinthe 6:14-18 Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat heeft de gerechtigheid gemeen met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? En
wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de
gelovige met de ongelovige? Of wat samenvoeging heeft de tempel
Gods met de afgoden? Want u bent de tempel van de levende God;
gelijk God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder hen
wandelen; en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn.
50
Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere,
en raakt niet aan wat onrein is, en Ik zal u aannemen. En Ik zal u tot
een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de
Heere, de Almachtige.
“Sommigen hebben een voortdurende hang naar de wereld. Hun
opvattingen en denkbeelden passen veel beter bij de geest van de
wereld dan bij de volgelingen van Christus die zichzelf verloochenen. Het is volkomen natuurlijk, dat ze de voorkeur geven aan het
gezelschap van die mensen die het best bij hun eigen opvattingen
passen. En zulke mensen hebben veel te veel invloed onder Gods
volk. Ze doen met hen mee en horen in naam bij hen. Maar ze
vormen een argument voor ongelovigen, maar binnen de gemeente
ook voor de zwakken en voor mensen die niet zijn toegewijd. In
deze tijd van uitzuivering zullen deze naamchristenen zich ofwel
volledig bekeren, en worden geheiligd door gehoorzaamheid aan de
waarheid – ofwel ze blijven in de wereld achter, om hun loon samen
met wereldse mensen te ontvangen.” –Boodschappen voor jonge
mensen, blz. 355, 356.
6.
Bestaat er het gevaar voor Gods volk dat ze van de waarheid
afvallen? Hoe? Hebreeën 3:12; 12:25.
Hebreeën 3:12 Ziet toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand
van u zij een boos, ongelovig hart, om af te wijken van de levende
God.
Hebreeën 12:25 Ziet toe, dat u Hem, Die spreekt, niet verwerpt;
want indien dezen niet zijn ontvloden, die hem verwierpen, die op
aarde Goddelijke antwoorden gaf, veelmeer zullen wij niet ontvlieden, zo wij ons van Hem afkeren, Die van de hemelen is.
“Laten we oppassen om de op onveilig staande signalen en de waarschuwingen in Zijn Woord gegeven, niet te verwaarlozen. Wanneer
op deze waarschuwingen geen acht wordt geslagen en karaktergebreken niet overwonnen worden, dan zullen deze gebreken diegenen
overwinnen die ze hebben, en ze zullen tot dwaling, afval en open
zonde vervallen. Do geest die niet is opgevoerd tot de hoogste maatstaf, zal op den duur zijn kracht verliezen om dàt te behouden wat
eens verkregen is.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2,
blz. 221.
51
7.
Kunnen kerken – collectief gesproken – van de waarheid
afvallen? Hoe? Jesája 1:4.
Jesája 1:4 Wee het zondige volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners, de verdervende kinderen! Zij hebben de HEERE verlaten, zij hebben de Heilige Israëls gelasterd, zij
hebben zich vervreemd, wijkende achterwaarts.
“Niet alleen neemt satan de wereld gevangen, maar zijn verleidingen dringen door in de belijdende kerken van onze Here Jezus
Christus. De grote afval zal zich ontwikkelen in een duisternis, zo
dicht als middernacht. Voor Gods volk zal het een nacht van beproeving, van geween, van vervolging ter wille van de waarheid
zijn.” –Profeten en koningen, blz. 441.
“Ik ben vol verdriet als ik denk aan onze toestand als volk. De Heer
heeft niet voor ons de hemel gesloten, maar onze eigen koers van
voortdurende terugval heeft ons van God gescheiden. Hoogmoed,
hebzucht, en liefde voor de wereld leefden in het hart zonder angst
voor verbanning of veroordeling. Pijnlijke en aanmatigende zonden
hebben onder ons gewoond. En toch is de algemene opvatting dat de
kerk floreert, en dat vrede en geestelijke voorspoed binnen haar
grenzen zijn. De gemeente is teruggevallen in het volgen van
Christus als haar leider, en trekt gestaag terug in de richting van
Egypte. Maar weinigen zijn verontrust of verbaasd over hun gebrek
aan geestelijke kracht. Twijfel en zelfs ongeloof over de getuigenissen van de Geest van God doortrekken onze gemeenten overal.
Satan zou het zo willen hebben.” –Testimonies for the Church,
vol. 5, blz. 217.
Voorzichtigheid tegen lauwheid en terugglijden
8.
Wat is de aard van afvalligheid in de laatste dagen? Hoe heeft
zich dat onder de Adventisten geopenbaard? Openbaring 3:17.
Openbaring 3:17 Want u zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en
heb aan geen ding gebrek; en u weet niet, dat u bent ellendig, en
jammerlijk, en arm, en blind, en naakt.
“U weet niet de tijd van uw bezoeking. De grote zonde van de joden
was het verwaarlozen en verwerpen van aanwezige kansen. Terwijl
Jezus de toestand ziet van Zijn volgelingen van vandaag de dag, ziet
52
Hij lage ondankbaarheid, uitgehold formalisme, hypocriet onoprechtheid, Farizeïsche trots en afvalligheid. [...]
“U volgt hetzelfde pad als het oude Israël deed. Er is hetzelfde
wegvallen van uw heilige roeping als Gods bijzonder volk.”
–Testimonies for the Church, vol. 5, blz. 72, 75, 76.
“Wanneer de gemeente, die nu doortrokken wordt van haar eigen
afvalligheid, niet tot inkeer zal komen en zich niet zal bekeren, zal
ze eten van de vrucht van haar eigen daden tot ze van zichzelf een
afschuw zal krijgen. Wanneer ze het kwade weerstaat en het goede
kiest, wanneer ze God zoekt in alle ootmoed en haar hoge roeping in
Christus bereikt, staande op het fundament der eeuwige waarheid,
en in het geloof beslag legt op de talenten haar toegewezen, zal ze
genezing ontvangen. Dan zal ze naar voren treden in haar door God
gegeven eenvoud en reinheid, bewaard voor alle aardse verwikkelingen, terwijl ze laat zien dat de waarheid haar inderdaad heeft
vrijgemaakt. Dan zullen haar leden inderdaad de uitverkorenen
Gods, Zijn vertegenwoordigers, zijn.” –Uit de schatkamer der
getuigenissen, deel 3, blz. 261, 262.
9.
Waarom is het gevaar van afvalligheid ook aanwezig voor
reformisten vandaag de dag? Romeinen 2:21-23; 1 Korinthe
10:12.
Romeinen 2:21-23 Die dan een ander leert, leert u uzelf niet? Die
predikt, dat men niet stelen zal, steelt u? Die zegt, dat men geen
overspel doen zal, doet u overspel? Die van de afgoden een gruwel
hebt, berooft u het heilige? Die op de wet roemt, onteert u God door
de overtreding der wet?
1 Korinthe 10:12 Zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet
valle.
“Alleen gehoorzaamheid aan de eisen des hemels zal de mens
bewaren voor afval. God heeft aan de mensen groot licht en tal van
zegeningen geschonken; maar als dit licht en deze zegeningen niet
worden aanvaard, vormen ze geen bescherming tegen ongehoorzaamheid en afval. [...] Zolang de strijd duurt, zullen mensen God
loslaten.
We kunnen ons geen ogenblik zeker voelen, als we niet volkomen
op God vertrouwen, en ons leven niet geborgen is in Christus.
53
Waken en bidden zijn de bescherming van reinheid.” –Profeten en
koningen, blz. 53, 54.
“Wij kunnen nooit zonder gevaar op onszelf vertrouwen of menen
dat wij aan deze zijde van het graf veilig zijn voor verzoeking. Wie
de Heiland aannemen moeten, hoe oprecht hun bekering ook is,
nooit leren zeggen of voelen dat zij gered zijn. Dit is misleidend.
Iedereen moet leren hoop en geloof te koesteren; maar zelfs wanneer
wij ons aan Christus overgeven en weten dat Hij ons heeft
aangenomen, zijn wij niet buiten het bereik van de verzoeking. Gods
Woord luidt: ‘Velen zullen zich laten reinigen en zuiveren en
louteren.’ Alleen wie de beproeving doorstaat, zal de kroon des
levens ontvangen. (Daniël 12:10; Jakobus 1:12).” –Lessen uit het
leven van alledag, blz. 91.
10. Welke valse wijsheid leidt dikwijls tot afvalligheid? 1 Korinthe
1:20, 21; 2 Petrus 1:16.
1 Korinthe 1:20, 21 Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde?
Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid van
deze wereld niet dwaas gemaakt? Want aangezien in de wijsheid
Gods, de wereld God niet heeft gekend door de wijsheid, zo heeft het
Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking, zalig te maken,
die geloven;
2 Petrus 1:16 Want wij zijn geen kunstig verdichte fabels nagevolgd, toen wij u bekend gemaakt hebben de kracht en toekomst van
onze Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van
Zijn majesteit.
“De afval, die in onze tijd hand over hand toeneemt, gelijkt op de
afval die ten tijde van de profeet in Israël plaatsvond. Door de mens
boven God te plaatsen, door het prijzen van populaire leiders, door
het aanbidden van de Mammon, en door de wetenschap te plaatsen
boven de waarheden van de Bijbel, volgen talloos velen nu de Baäl.
[...] In het openbaar wordt onderwezen dat we een tijd hebben
bereikt waarin menselijk vernuft geplaatst moet worden boven de
leer van de Bijbel.” – Profeten en koningen. blz. 106.
“Het maakt niet uit wie u bent of hoe uw leven is geweest, u kunt
alleen worden gered op Gods aangegeven manier. U moet zich
bekeren; u moet hulpeloos vallen op de Rots, Jezus Christus. U moet
uw noodzaak voelen voor een arts en voor de enige remedie tegen
54
de zonde, het bloed van Christus. Deze remedie kan slechts door
middel van bekering tot God en het geloof in onze Here Jezus
Christus zeker gesteld worden. Hier dient het werk nog begonnen te
worden door velen die belijden christenen te zijn .... [...] Het bloed
van Christus zal niemand anders baten dan voor degenen die hun
noodzaak voelen voor diens reinigende kracht.” –Testimonies for the
Church, vol. 5, blz. 218, 219.
_____
8e Les
Sabbat 23 augustus 2014
Sabbatbegin 20.49 u. ↔ 20.47 u.
Bijbelse hervormingen
“De gewijde geschiedenis biedt tal van […] edele voorbeelden van
mannen wier karakter gevormd werden onder goddelijke leiding; mannen
wier leven een zegen was voor hun medemensen en die als vertegenwoordigers van God in de wereld stonden. Tot hen behoren Jozef en
Daniël, Mozes, Elisa en Paulus – de grootste staatslieden, de wijste wetgever, één van de trouwste hervormers, en, met uitzondering van Hem
Die sprak als geen mens ooit gesproken had, de beroemdste leraar die
deze wereld gekend heeft.” –Karaktervorming, blz. 51.
Afgoderij is een groot gevaar
1.
Welke zware bestraffing kregen degenen, die anderen wegtrokken van goddelijke eredienst? Wat zouden wij nooit moeten
doen? Deuteronomium 13:6-10.
Deuteronomium 13:6-10 Wanneer uw broeder, de zoon van uw
moeder, of uw zoon, of uw dochter, of de vrouw van uw schoot, of
uw vriend, die als uw ziel is, u zal aanporren in het heimelijke,
zeggende: Laat ons gaan, en andere goden dienen, die u niet gekend
hebt, u noch uw vaderen; Van de goden der volken, die rondom u
zijn, nabij u, of ver van u, van het ene einde der aarde tot aan het
andere einde der aarde; Zo zult u hem niet ter wille zijn, en naar
55
hem niet horen; ook zal uw oog hem niet sparen, en u zult u niet
ontfermen, noch hem verbergen; Maar u zult hem zeker doodslaan;
uw hand zal eerst tegen hem zijn, om hem te doden, en daarna de
hand van het ganse volk. En u zult hem met stenen stenigen, dat hij
sterft; want hij heeft gezocht u af te drijven van de HEERE, uw God,
die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgevoerd heeft.
“De beginselen uit het boek Deuteronomium, gegeven voor het
onderricht van Israël, moeten door Gods volk tot het einde toe
gehoorzaamd worden. […] We kunnen ons niet veroorloven een
compromis te sluiten met mensen die Hem niet vrezen. [...] Er is een
gedurig gevaar dat de belijdende christenen zullen menen dat ze, om
invloed uit te oefenen op de wereldse mensen, tot op een zekere
hoogte aan de wereld gelijkvormig moeten worden. Hoewel zulk
een handelwijze schijnbaar grote voordelen biedt, eindigt het echter
altijd in geestelijk verlies.” –Profeten en koningen, blz. 347, 348.
2.
Voor welke zonde zou het geestelijke Israël in het bijzonder op
zijn hoede moeten zijn? Waarom? Leviticus 26:1.
Leviticus 26:1 U zult u geen afgoden maken; noch gesneden beeld,
noch opgericht beeld zult u zich stellen, noch een steen met afbeelding in uw land zetten, om u daarvoor te buigen; want Ik ben de
HEERE, uw God!
“Afgoderij en alle zonden die daarmee gepaard gingen, waren een
afschuw in Gods oog, en Hij beval Zijn volk zich niet te vermengen
met andere volken om hun werken te doen en daardoor God te
vergeten. Hij verbood hun te huwen met afgodendienaars, opdat hun
hart niet van Hem afgetrokken zou worden. Evenals toen is het ook
nu noodzakelijk dat Gods volk zuiver is, onbesmet van de wereld.
Ze moeten de geest der wereld niet bezitten, omdat deze in strijd is
met waarheid en gerechtigheid.” –Patriarchen en profeten, blz. 333.
3.
Kan men verwachten dat er in de laatste dagen nog afgodendienst zal zijn? Jesája 2:2, 6-8, 18; Openbaring 9:20.
Jesája 2:2, 6-8, 18 En het zal geschieden in het laatste der dagen,
dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op de top
der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvels, en tot
56
hem zullen alle heidenen toevloeien. Maar U hebt uw volk, het huis
van Jakob, verlaten, want zij zijn vervuld met goddeloosheid, meer
dan het oosten, en zij zijn wichelaars gelijk de Filistijnen, en aan de
kinderen der vreemden tonen zij hun behagen. En hun land is
vervuld met zilver en goud, en aan hun schatten is geen einde; hun
land is ook vervuld met paarden, en aan hun wagens is geen einde.
Ook is hun land vervuld met afgoden; voor het werk hunner handen
buigen zij zich neer, voor wat hun vingers gemaakt hebben.
Openbaring 9:20 En de overige mensen, die niet gedood zijn door
deze plagen, hebben zich niet bekeerd van de werken hunner
handen, dat zij niet zouden aanbidden de duivelen, en de gouden, en
zilveren, en koperen, en stenen, en houten afgoden, die noch zien
kunnen, noch horen, noch wandelen.
“Tegenwoordig bewijzen mensen geen hulde aan heidense goden,
en toch aanbidden duizenden in satans tempels evenals dat het geval
was met de koning van Israël. De geest van afgoderij bestaat ook nu,
hoewel deze door de invloed van de wetenschap en beschaving
aantrekkelijker en verfijnder vormen heeft aangenomen dan in de
dagen waarin Ahazia de god van Ekron om raad vroeg.” –Profeten
en koningen, blz. 131.
“In onze dagen is er evenzeer behoefte aan de herleving van
godsdienst des harten als dat het geval was in het oude Israël.
Bekering is de eerste stap die gedaan moet worden door een ieder
die tot God wil terugkeren. Niemand kan dit voor een ander doen.
We moeten onszelf voor God vernederen en onze afgoden wegdoen.
Als wij gedaan hebben wat we kunnen, zal de Here ons Zijn heil
openbaren.” –Patriarchen en profeten, blz. 542.
Buitengewone hervormers
4.
Wat was de oproep van Mozes toen het volk afvallig werd?
Éxodus 32:26.
Éxodus 32:26 Zo bleef Mozes staan in de poort van het leger, en
zei: Wie de HEERE toebehoort, kome tot mij! Toen verzamelden
zich tot hem al de zonen van Levi.
“De Here heeft een afkeer van onverschilligheid en ontrouw in
tijden van crisis in Zijn werk. [...] Zijn speciale zegen rust op het
werk van de mannen; mannen die zich niet laten afbrengen van hun
57
plicht, maar met Gods Geest vervuld zullen vragen: ‘Wie is voor de
Here?’ (Éxodus 32:26); mannen die niet alleen zullen vragen, maar
die zullen eisen dat degenen die zich vereenzelvigen met Gods volk,
naar voren zullen treden en onmiskenbaar hun trouw zullen openbaren aan de Koning der koningen en Heer der heren. Zulke mannen
zullen hun wil en hun plannen ondergeschikt maken aan Gods wet.”
–Profeten en koningen, blz. 91, 92.
5.
Tot het maken van welke beslissing riep de grote hervormer
Elía het volk op? Wat was zijn ervaring? 1 Koningen 18:21, 22.
1 Koningen 18:21, 22 Toen naderde Elía tot het ganse volk, en zei:
Hoe lang hinkt u op twee gedachten? Zo de HEERE God is, volgt
Hem na, en zo het Baäl is, volgt hem na! Maar het volk antwoordde
hem niet een woord. [...] Toen zei Elía tot het volk: Ik ben alleen als
een profeet des HEEREN overgebleven, en de profeten van Baäl zijn
vierhonderd vijftig mannen.
“Welk een wonderlijk werk zou Elía gedaan hebben als hij Israël
had geteld in de tijd dat Gods oordelen op het afgedwaalde volk
vielen! Hij had slechts één getrouwe kunnen tellen, die de kant van
de Here had gekozen. Maar toen hij zei: ‘Ik alleen ben overgebleven, en zij trachten mij het leven te benemen’, verraste het woord
des Heren hem: ‘Ik zal in Israël zevenduizend overlaten, alle knieën
die zich niet gebogen hebben voor Baäl’ (1 Koningen 19:14, 18). [...]
In de lange jaren van droogte en hongersnood bad Elía vurig dat de
harten van Israël afgewend zouden worden van de afgodendienst tot
trouw aan God. Lijdzaam wachtte de profeet, terwijl Gods hand zwaar
drukte op het beproefde land. Bij het zien van het lijden en gebrek aan
alle kanten werd zijn hart vervuld met smart, en wenste hij dat hij de
macht bezat om spoedig een hervorming tot stand te brengen. [...]
... Door geloof in het levende woord vond een hervorming plaats in
de dagen van Elía…” –Profeten en koningen, blz. 120, 83, 282.
6.
Hoe voerde de trouwe Koning Asa een schitterende hervorming
door? 2 Kronieken 14:5; 15:1, 2.
2 Kronieken 14:5; 15:1, 2 Hij nam ook weg uit alle steden van
Juda de hoogten en de zonnebeelden; en het koninkrijk was voor
hem stil. [...] Toen kwam de Geest Gods op Azária, de zoon van
58
Oded. En hij ging uit, Asa tegemoet, en hij zei tot hem: Hoort mij,
Asa, en gans Juda, en Benjamin! De HEERE is met u, terwijl u met
Hem bent; en zo u Hem zoekt, Hij zal door u gevonden worden;
maar zo u Hem verlaat, Hij zal u verlaten.
“Ten zeerste door deze woorden bemoedigd, ging Asa voor in een
tweede hervorming in Juda. Hij deed de gruwelen weg uit het gehele
land Juda en Benjamin, en uit de steden die hij op het gebergte van
Efraïm ingenomen had. Ook vernieuwde hij het altaar van de Here,
dat vóór de voorhal des Heren stond.” –Profeten en koningen,
blz. 71, 72.
7.
Waarom ging het oude Israël voor zeventig jaar in ballingschap? Jeremía 17:27; 25:11; Deuteronomium 4:25-28.
Jeremía 17:27; 25:11 Maar indien u naar Mij niet zult horen, om
de sabbatdag te heiligen, en om geen last te dragen als u op de
sabbatdag door de poorten van Jeruzalem ingaat; zo zal Ik een vuur
in zijn poorten aansteken, dat de paleizen van Jeruzalem zal
verteren, en niet worden uitgeblust. [...] En dit ganse land zal
worden tot een woestheid, tot een ontzetting; en deze volken zullen
de koning van Babel dienen zeventig jaren.
Deuteronomium 4:25-28 Wanneer u nu kinderen en kindskinderen
gewonnen zult hebben, en in het land oud geworden zult zijn, en u
zult verderven, dat u gesneden beelden maakt, de gelijkenis van enig
ding, en doet, wat kwaad is in de ogen van de HEERE, uw God, om
Hem tot toorn te verwekken; Zo roep ik heden de hemel en de aarde
tot getuige tegen u, dat u voorzeker weldra zult omkomen van dat
land, waar u over de Jordaan naar toe trekt, om dat te erven; u zult
uw dagen daarin niet verlengen, maar geheel verdelgd worden. En
de HEERE zal u verstrooien onder de volken; en u zult een klein
volkje in getal overblijven onder de heidenen, waar de HEERE u
heen leiden zal. En aldaar zult u goden dienen, die werk van
mensenhanden zijn, hout en steen, die niet zien, noch horen, noch
eten, noch ruiken.
“Mozes besprak het kwaad dat het gevolg zou zijn van een afdwalen
van Gods geboden. Hij riep hemel en aarde als getuigen, toen hij
verklaarde dat indien het volk, nadat het lange tijd in het land der
belofte had gewoond, verdorven vormen van aanbidding zou invoe59
ren en zich zou buigen voor een gesneden beeld en zou weigeren
terug te keren tot het aanbidden van de ware God, de toorn des Heren
zou ontsteken en ze gevankelijk weggevoerd zouden worden om
onder de heidenen verstrooid te worden.” –Profeten en koningen,
blz. 184.
Hervormers onder de overgebleven Israëlieten
8.
Wie leidde hen tot een grondige reformatie, na hun terugkeer
uit ballingschap? Hoe werd dit uitgevoerd? Ezra 7:10.
Ezra 7:10 Want Ezra had zijn hart gericht, om de wet des HEEREN
te zoeken en te doen, en om in Israël te leren de inzettingen en de
rechten.
“Velen van hen die gezondigd hadden, waren diep ontroerd. ‘Het volk
was in luid geween uitgebarsten’ (Ezra 10:1). In beperkte mate
begonnen ze in te zien, hoe afschuwelijk de zonde is, en zagen ze de
afschuw waarmee God deze zonden ziet. Ze beseften de heiligheid
van de wet, op Sinaï gegeven, en velen beefden bij de gedachte aan
hun zonden. [...] Dit was het begin van een wonderbare hervorming.
Met eindeloos geduld en zeer veel wijsheid en nauwgezette overwegingen voor de rechten en het welzijn van ieder persoonlijk, trachtten
Ezra en zijn metgezellen de boetvaardige Israëlieten op de goede weg
te leiden.” –Profeten en koningen, blz. 381.
9.
Wie bleek, naast Ezra, een trouwe hervormer te zijn na de
terugkeer uit de Babylonische ballingschap? Wat deed hij?
Nehemía 1:6-11; 4:16; 9:1, 2.
Nehemía 1:6-11 4:16; 9:1, 2 Laat toch Uw oor opmerkende, en Uw
ogen open zijn, om te horen naar het gebed van Uw knecht, dat ik
heden voor Uw aangezicht bid, dag en nacht, voor de kinderen
Israëls, Uw knechten; en ik doe belijdenis over de zonden van de
kinderen Israëls, die wij tegen U gezondigd hebben; ook ik en mijns
vaders huis, wij hebben gezondigd. Wij hebben het volkomen tegen U
verdorven; en wij hebben niet gehouden de geboden, noch de
inzettingen, noch de rechten, die U Uw knecht Mozes geboden hebt.
Gedenk toch het woord, dat U Uw knecht Mozes geboden hebt,
zeggende: Zult u overtreden, dan zal Ik u onder de volken verstrooien.
60
En zult u zich tot Mij bekeren, en Mijn geboden houden, en die doen,
al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, Ik zal hen
vandaar verzamelen, en zal ze brengen tot de plaats, die Ik verkoren
heb, om Mijn Naam aldaar te doen wonen. Zij zijn toch Uw knechten
en Uw volk, dat U verlost hebt door Uw grote kracht en door Uw
sterke hand. Och, HEERE, laat toch Uw oor opmerkende zijn op het
gebed van Uw knecht, en op het gebed van Uw knechten, die lust
hebben Uw Naam te vrezen; en doe het toch Uw knecht heden wel
gelukken, en geef hem barmhartigheid voor het aangezicht van deze
man. Ik nu was schenker van de koning. [...] En het geschiedde van die
dag af, dat de helft van mijn jongens doende was aan het werk, en de
helft van hen hield de spiesen, en de schilden, en de bogen, en de
pantsers; en de oversten waren achter het ganse huis van Juda. [...]
Voorts op de vier en twintigste dag van deze maand verzamelden zich
de kinderen Israëls met vasten en met zakken, en aarde was op hen.
En het zaad Israëls scheidde zich af van alle vreemden. En zij stonden
en deden belijdenis van hun zonden en van de ongerechtigheden van
hun vaderen.
“In het hervormingswerk dat in onze tijd moet plaatsvinden, is er
behoefte aan mannen die evenals Ezra en Nehemía, de zonde niet
zullen vergoelijken of verontschuldigen of ervoor terugschrikken
Gods eer te rechtvaardigen. Zij op wie de last van dit werk drukt,
zullen niet zwijgen als er verkeerd wordt gehandeld, en evenmin
zullen zij de zonde met de mantel van misplaatste liefde bedekken.
Zij zullen bedenken dat God de persoon niet aanziet, en dat de
gestrengheid jegens enkelen barmhartigheid voor velen kan betekenen.” –Profeten en koningen, blz. 416.
De geest van ware hervormers
10. Wiens geest zullen alle ware hervormers openbaren? Op welke
enige manier is dit mogelijk? Filippensen 2:5-8, 15; 4:8, 9.
Filippensen 2:5-8, 15; 4:8, 9 Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook
in Christus Jezus was; Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof
geacht heeft Gode evengelijk te zijn; Maar heeft Zichzelf vernietigd,
de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen hebbende, en is de
mensen gelijk geworden; En in gedaante gevonden als een mens,
heeft Hij Zichzelf vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot de
dood, ja, de dood des kruises. [...] Opdat u moogt onberispelijk en
61
oprecht zijn, kinderen Gods zijnde, onbestraffelijk in het midden van
een krom en verdraaid geslacht, onder welke u schijnt als lichten in
de wereld. [...] Voorts, broeders, al wat waarachtig is, al wat eerbaar
is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel
luidt, zo er enige deugd is, en zo er enige lof is, bedenkt dat; Hetgeen
u ook geleerd, en ontvangen, en gehoord, en in mij gezien hebt, doet
dat; en de God des vredes zal met u zijn.
“Hervormers zijn geen vernielers. Nooit zullen ze proberen hen te
vernietigen, die niet harmoniëren met hun plannen en zich niet bij
hen aansluiten. Hervormers moeten steeds vooruit-, nooit achteruitgaan. Zij moeten vastbesloten, resoluut, onversaagd zijn, maar die
vastberadenheid moet niet ontaarden in een overheersende geest.
God verlangt dat allen die Hem dienen, zo vaststaan als een rots
wanneer het gaat om beginselen, maar dat ze zachtmoedig en nederig van geest zijn zoals Christus was. […] Een ruwe, veroordelende
geest is niet noodzakelijk voor de moed om hervormingen voor deze
tijd door te voeren.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2,
blz. 444, 445.
_____
Leest u alstublieft het zendingsbericht
uit Gambia en Senegal op blz. 69.
9e Les
Sabbat 30 augustus 2014
Sabbatbegin 20.34 u. ↔ 20.31 u.
Hervormingen in het christelijke tijdperk
“Ondanks de zware vervolgingen bewaarden deze getuigen voor Christus
hun geloof onbevlekt. Hoewel ze alle comfort moesten ontberen, van het
zonlicht waren afgesloten en in de donkere, maar veilige schoot der aarde
een schuilplaats moesten vinden, klaagden ze niet. Met woorden van
geloof, geduld en hoop moedigden ze elkaar aan om stand te houden in de
62
nood en in de ontberingen. Het verlies van alle aardse bezittingen kon hen
er niet toe brengen hun geloof in Christus te verzaken. De beproevingen
en vervolgingen waren slechts de treden die hen dichter bij hun eeuwige
rust en beloning brachten.” –De grote strijd, blz. 37.
Vooruitblik op afvalligheid
1.
Wat heeft de apostel Paulus voorzegd wat zou gebeuren in de eerste
christelijke gemeente? Handelingen 20:29, 30; 2 Thessalonicensen
2:3, 7.
Handelingen 20:29, 30 Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware
wolven tot u inkomen zullen, die de kudde niet sparen. En uit uzelf
zullen mannen opstaan, sprekende verkeerde dingen, om de
discipelen af te trekken achter zich.
2 Thessalonicensen 2:3, 7 Dat u niemand verleide op enigerlei
wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en
dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs; [...]
Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt reeds gewerkt;
alleen, Die hem nu weerhoudt, Die zal hem weerhouden, totdat hij
uit het midden zal weggedaan worden.
“Velen waren reeds deelgenoten van het lijden van Christus geworden, en spoedig zou de gemeente een periode van vreselijke vervolging ondergaan. Binnen enkele jaren zouden velen van hen die als
leraars en leiders de gemeente hadden gediend, hun leven geven
voor het evangelie. Spoedig zouden gevaarlijke wolven komen die
de kudde niet zouden sparen. Maar geen van deze dingen zou ontmoediging brengen aan hen wier hoop gevestigd was op Christus.”
–Van Jeruzalem tot Rome, blz. 385.
“Toen de eerste gemeente afvallig werd omdat velen van de eenvoud van het evangelie waren afgeweken en heidense riten en
gebruiken overnamen, trok Gods Geest zich terug. De kerkelijke
leiders wilden het geweten van de mensen beheersen en zochten
steun bij de wereldlijke overheid. Zo ontstond het pausdom: de kerk
beheerste de wereldlijke macht en gebruikte haar om haar eigen
doelstellingen te bevorderen. Ze deed dit vooral om de zogenaamde
‘ketterijen’ te bestraffen. [...] De afvallig geworden gemeente riep de
burgerlijke overheid te hulp. Uit deze verhouding is het pausdom,
het beest, ontstaan.” –De grote strijd, blz. 412.
63
2.
Wat leidde tot deze afval? Hoe is dit van toepassing op de huidige
geest van oecumene die in de wereld overheerst? Wat is het verband hierin met de tegenwoordige waarheid? Openbaring 2:2.
Openbaring 2:2 Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat u de kwaden niet kunt verdragen; en dat u beproefd
hebt degenen, die voorgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn het
niet; en hebt ze leugenaars bevonden.
“Afgodendienaars namen een deel van het christelijk geloof aan, maar
verwierpen andere grondwaarheden. Ze beweerden Jezus te aanvaarden als de Zoon van God en in Zijn dood en opstanding te
geloven, maar waren niet overtuigd van hun zonde en hadden ook
geen behoefte aan berouw of inkeer. Ze deden enkele toegevingen en
stelden voor dat de christenen dat ook maar moesten doen, zodat allen
één zouden zijn in het geloof in Christus.
De gemeente was nu in zeer groot gevaar. De gevangenis, de
folteringen, de brandstapel en het zwaard waren zegeningen vergeleken met deze nieuwe toestand. Sommige christenen bleven de
waarheid trouw en wilden van geen compromis weten. [...]
De meeste christenen stemden er op den duur mee in, water in de wijn
te doen en er kwam een eenheid tot stand tussen het christendom en
het heidendom. [...]
Men heeft de mensen die zich volgelingen van Christus noemen altijd
in twee groepen kunnen verdelen.” –De grote strijd, blz. 39.
Noodzaak voor scheiding
3.
Welke beslissing nam een klein aantal gelovigen in de vroege
christelijke gemeente en in de Middeleeuwen? Romeinen 16:17;
2 Korinthe 6:17.
Romeinen 16:17 En ik bid u, broeders, neemt acht op hen, die
tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die u van ons
geleerd hebt; en wijkt af van hen.
2 Korinthe 6:17 Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u
af, zegt de Heere, en raakt niet aan wat onrein is, en Ik zal u
aannemen.
“Na een lange, zware strijd besloten de weinige getrouwen elke
band met de afvallige kerk te verbreken als ze bleef weigeren zich
64
van valse leerstellingen en afgodendienst te zuiveren. Zij zagen in
dat een scheiding absoluut noodzakelijk was, als ze gehoorzaam
wilden blijven aan het Woord van God. [...]
Als de eenheid alleen bereikt kon worden door geschipper met de
waarheid en gerechtigheid, moest er maar liever onenigheid en zelfs
openlijke vijandschap zijn.” –De grote strijd, blz. 41, 42.
“Er is in deze tijd grote behoefte aan bedachtzaamheid. [...] Laten we
gehoor geven aan de waarschuwing: ‘Ik bid u, broeders, neemt acht
op hen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die
gij van ons geleerd hebt; en wijkt af van hen. Want dezulken dienen
onze Heere Jezus Christus niet, … en verleiden door schoonspreken
en prijzen de harten der eenvoudigen.’…” –Testimonies for the
Church, vol. 8, blz. 167.
4.
Wat onthulde de profetie over de gemeente in de woestijn? Wat
is bekend over de hervormers van die tijd? Openbaring 12:6.
Openbaring 12:6 En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij
een plaats had, haar door God bereid, opdat zij haar aldaar zouden
voeden duizend tweehonderd zestig dagen.
“De Waldenzen waren echter de belangrijkste groep die zich tegen
de inbreuken van het pausdom verzetten. [...] De gemeenten van
Piémont bleven eeuwenlang onafhankelijk, maar toen brak de tijd
toch aan dat Rome hun onderwerping eiste. [...] Er waren echter
enkele gelovigen die weigerden zich aan het gezag van de paus en
de prelaten te onderwerpen. Ze waren vastbesloten God trouw te
blijven en de zuiverheid en eenvoud van hun geloof te behouden. Zo
kwam er een scheiding. Zij die het oude geloof trouw bleven,
trokken zich terug.” –De grote strijd, blz. 60.
Mannen met kracht en de Geest
5.
Wie zou volgens de profetie opstaan als de onderwijzer van
velen? Welke grote hervormer verrees in het veertiende-eeuwse
Engeland? Wat kan gezegd worden over deze straal van licht?
Daniël 11:33, 34.
Daniël 11:33, 34 En de leraars van het volk zullen er velen
onderwijzen, en zij zullen vallen door het zwaard en door vlam,
65
door gevangenis en door beroving, vele dagen. Als zij nu zullen
vallen, zullen zij met een kleine hulp geholpen worden; doch velen
zullen zich door vleierijen bij hen vervoegen.
“In de veertiende eeuw verrees in Engeland ‘de morgenster van de
Hervorming’. John Wyclif was de heraut van de Hervorming in
Engeland, maar ook voor de hele christelijke wereld. Het protest
tegen Rome dat hij onder woorden mocht brengen, zou nooit meer
worden onderdrukt. Dit protest was het begin van de strijd die zou
leiden tot de vrijmaking van mensen, kerken en volken.” –De grote
strijd, blz. 77.
6.
Welke andere heldhaftige hervormers in de tijd van de
Middeleeuwen worden in de geschiedenis genoemd? Daniël 12:3.
Noem enkele dingen die ze gedaan hebben.
Daniël 12:3 De leraars nu zullen blinken, als de glans van het
uitspansel, en die er velen rechtvaardigden, gelijk de sterren, altoos
en eeuwig.
“Arbeiders werden opgeroepen die vol bekwaamheid de waarheid
die eens aan de heiligen was overgeleverd, verdedigden. De geschiedenis vermeldt het verslag van het succes en de moed van deze
mannen. [...] De Waldenzen, John Wycliffe, Huss en Hiëronymus,
Maarten Luther en Zwingli, Cranmer, Latimer en Knox, de
Hugenoten, John en Charles Wesley, en een schare anderen brachten
materialen naar het fundament die de eeuwigheid zullen trotseren.”
–Van Jeruzalem tot Rome, blz. 435.
7.
Welke belofte had betrekking op Huss en Hiëronymus als
hervormers in een zeer moeilijke tijd? Openbaring 2:10.
Openbaring 2:10 Vrees geen van de dingen, die u lijden zult. Ziet,
de duivel zal enigen van u in de gevangenis werpen, opdat u
verzocht wordt; en u zult een verdrukking hebben van tien dagen.
Weest getrouw tot de dood, en Ik zal u geven de kroon des levens.
“Tot dusverre had Hus de taak alleen op zich genomen, maar nu
kreeg hij een medewerker, Hiëronymus, die tijdens zijn verblijf in
Engeland de leer van Wyclif had aangenomen. [...]
66
God gaf deze uitverkoren mannen een heldere geest en inzicht… [...]
Hus veroordeelde deze gruwelen, die in naam van de godsdienst
werden bedreven, met een stoutmoedigheid die met de dag groter
werd. Het volk gaf de roomse leiders openlijk de schuld van de
ellende waarmee de christenheid geplaagd werd.” –De grote strijd,
blz. 96, 97.
Het licht van de hervorming neemt toe
8.
Door welke grote waarheid werd Martin Luther steeds stoutmoediger in zijn werk van hervorming? Wat heeft hij gedaan?
Éfeze 1:7; Kolossensen 1:14.
Éfeze 1:7 In Wie wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk
de vergeving der misdaden, naar de rijkdom van Zijn genade.
Kolossensen 1:14 In Wie wij de verlossing hebben door Zijn bloed,
namelijk de vergeving der zonden;
“ ‘Deze schandelijke handel werd in de kerk gedreven. Tetzel verkondigde van op de kansel dat de aflaten het kostbaarste geschenk van
God waren. Hij beweerde dat elke zonde die een afnemer van zijn
aflaatbrieven later zou begaan, op grond van zijn aflaten zou worden
vergeven en dat de betrokkene zelfs geen berouw hoefde te hebben.’
(Merle D’Aubigné, History of the Reformation, b. 3, ch. 1.) [...]
Toen Tetzel niet met zijn handel en goddeloze beweringen wilde
ophouden besloot Luther krachtiger te protesteren tegen zijn hemeltergende misbruiken. Kort daarna kreeg hij daartoe de kans. [...]
De dag vóór het feest liep Luther mee met de mensen die al op weg
waren naar de kerk en plakte zijn vijfennegentig stellingen tegen de
leer van de aflaten op de kerkdeur.” –De grote strijd, blz. 118, 119.
9.
Welk onwankelbare getuigenis had Luther toen hij voor de
Rijksdag stond? Psalm 40:10; Matthéüs 10:18.
Psalm 40:10 Ik boodschap de gerechtigheid in de grote gemeente;
zie, mijn lippen bedwing ik niet; HEERE! U weet het.
Matthéüs 10:18 En u zult ook voor stadhouders en koningen geleid
worden, om Mijnentwil, hun en de heidenen tot getuigenis.
67
“ ‘Als men mij niet met de Schrift of met steekhoudende argumenten kan weerleggen, als men mij niet met de teksten die ik heb
aangehaald kan overtuigen en als men mij niet door middel van
Gods Woord kan aantonen dat ik ongelijk heb, kan ik en wil ik niets
herroepen, want een christen mag zijn geweten geen geweld aandoen. Hier sta ik; ik kan niet anders. Zo helpe mij God. Amen.’
(Merle D’Aubigné, History of the Reformation, b7, ch. 8).” –De
grote strijd, blz. 147, 148.
10. Wat is bijna altijd het lot geweest van echte hervormers en Gods
kinderen? Hebreeën 11:36-40.
Hebreeën 11:36-40 En anderen hebben bespottingen en geselen
geproefd, en ook banden en gevangenis; Zijn gestenigd geworden,
in stukken gezaagd, verzocht, door het zwaard ter dood gebracht;
hebben gewandeld in schaapsvellen en in geitenvellen; verlaten,
verdrukt, kwalijk behandeld zijnde; (Welker de wereld niet waardig
was) hebben in woestijnen gedoold, en op bergen, en in spelonken,
en in holen der aarde. En deze allen, hebbende door het geloof
getuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen; Alzo God wat
beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden
volmaakt worden.
“Gods erfgenamen komen uit zolderkamertjes, uit krotten, uit
gevangenissen, van schavotten, uit bergen en woestijnen, uit de
holen van de aarde en uit de diepten van de zee. Op aarde hadden ze
geleefd ‘onder ontbering, verdrukking en mishandeling’. Miljoenen
zijn met schande beladen in het graf gedaald omdat ze vastberaden
weigerden in te gaan op de bedrieglijke eisen van satan. Ze zijn door
menselijke rechtbanken veroordeeld als de ergste misdadigers. Maar
nu God rechter (Psalm 50:6) is worden de beslissingen van de
mensen ongedaan gemaakt.” –De grote strijd, blz. 599.
“Door alle eeuwen heen zijn Gods uitverkoren boodschappers
gesmaad en vervolgd; nochtans is door hun moeite de kennis van
God wijd verbreid. Iedere discipel van Christus moet zich bij de
gelederen aansluiten, en hetzelfde werk voorwaarts dragen, wetende
dat de vijanden daarvan niets kunnen doen tegen de waarheid,
slechts vóór de waarheid. Het is de bedoeling van God, dat de
waarheid naar voren gebracht zal worden, en het onderwerp zal
worden van onderzoek en bespreking, juist ook door de verachting
68
die de mensen ervoor koesteren. De gedachten van de mensen
moeten wakker geschud worden; iedere strijd, ieder smaadwoord,
iedere poging om gewetensvrijheid te beknotten is een middel van
God om mensen wakker te maken die anders zouden kunnen
insluimeren.” –Gedachten van de berg der zaligsprekingen, blz. 35.
_____
Zendingsbericht uit Gambia en Senegal
Voorlezen op Sabbat 30 augustus 2014
De speciale Sabbatschoolgaven zullen op
Sabbat 6 september 2014 worden ingezameld
“Verkoopt hetgeen u hebt, en geeft aalmoes. Maakt uzelf buidels, die niet
verouderen, een schat, die niet afneemt, in de hemelen, waar de dief niet
bijkomt, noch de mot verderft. Want waar uw schat is, aldaar zal ook uw
hart zijn.” Lukas 12:33, 34.
I
n de naam van onze Verlosser en Heer Jezus Christus, groeten wij alle
broeders en zusters over de hele wereld. Met Gods voorzienigheid
vordert de reformatieboodschap goed in Afrika, en is zij de Republieken
van Gambia en Senegal binnengegaan.
Deze twee landen liggen aan de Atlantische kust van het meest westelijke
deel van Afrika. Senegal omringt Gambia aan drie kanten, en grenst in
het noorden aan Mauritanië, in het oosten aan Mali, en in het zuiden aan
Guinee en Guinee-Bissau. Gambia is het kleinste land op het continent,
en beslaat ongeveer 32 kilometer in de breedte. Deze landsvinger grenst
aan de banken van de Gambia Rivier op ongeveer 320 kilometer boven
zijn monding. Verscheidene inheemse dialecten worden gesproken in
deze twee landen, maar Malinke en Wolof worden het meest gesproken.
Desalniettemin is de officiële taal van Senegal Frans, en de officiële taal
van Gambia Engels.
Gambia
Gambia verkreeg onafhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk op 18
februari 1965, en sloot zich aan bij het Gemenebest van Naties (voorheen:
Het Brits Gemenebest), waar het zich weer in oktober 2013 uit terugtrok.
69
Sinds de onafhankelijkheid heeft het land een relatief stabiel politiek milieu
gehad, met uitzondering van een korte periode van militaire overheersing in
1994.
In 2011, terwijl ik diende in Sierra Leone, maakte ik contact via e-mail met
een vriend in Gambia, en vroeg hem of hij ooit gehoord had van het
Internationaal Zendingsgenootschap, Gemeente der Zevende-Dags
Adventisten, Reformatiebeweging. Hij was geschokt om te horen dat er
andere Adventistische organisaties bestonden. We wisselden e-mailadressen
uit, en ik stuurde hem de website van de Generale Conferentie om te
bestuderen. Terwijl ik op zijn antwoord wachtte schreef ik naar een ander
iemand in Senegal, een vrouw die een voormalig klasgenoot van mij is. Zij
schreef terug, en zei gehoord te hebben dat ik het Kerkgenootschap der
Zevende-dags Adventisten had verlaten, en wilde graag de aanleiding
daartoe weten. Ik stuurde haar ook het internetadres, en ook zij werd
geïnteresseerd. Ongelukkigerwijs was haar verloofde een Adventist, en toen
hij hoorde van onze correspondentie, dreigde hij de relatie te verbreken als
zij door zou gaan met mij te corresponderen.
In maart 2012 werd de Generale Conferentie ingelicht over mijn contact in
Gambia, werd ik daarheen gezonden, en ik kwam daar aan op 1 april 2012.
De eerste Sabbat bezocht ik een gemeente in de hoofdstad Banjul. Ik had
daar vele vrienden gemaakt, waarvan ik tijdens de eerste week enkele
bezocht, en vroeg hen wat hun visies waren met betrekking op de geprofeteerde Reformatiebeweging binnen het Adventisme. Sommigen hadden
zelfs nog nooit gehoord van de Reformatiebeweging. De daaropvolgende
Sabbat ging ik terug naar dezelfde gemeente. Door Gods hand ging de
studie tijdens de sabbatschool over gezondheid, en was ik in staat om actief
deel te nemen aan de discussie.
De volgende dag, dat wil zeggen zondag, kwam één van de ouderlingen
van de gemeente met een politieagent, en werd ik meegenomen naar het
bureau om daar enkele vragen te beantwoorden, die veronderstelden dat ik
naar hun gemeente gekomen was om daar valse leerstellingen te onderrichten. Op het bureau vroeg de politieagent, een moslim: “Als zij [de
Adventisten] de waarheid onderwezen, wat hadden ze dan te vrezen?” Die
vraag zorgde dat ik vrijuit kon gaan. Door deze en andere voorzienigheden
van God namen al gauw naderhand vijftien geïnteresseerde zielen de
reformatieboodschap aan.
In Gambia is de islam verreweg de overheersende religie, gepraktiseerd
door ongeveer 90 procent van de 1,7 miljoen inwoners. Slechts 8 procent is
christelijk, met name rooms-katholiek; er zijn ook genootschappen van
Anglicanen, Methodisten, Baptisten, Zevende-Dags Adventisten, Jehova’s
getuigen en andere kleine evangelische gemeenten. Artikel 25 van de
70
landelijke grondwet beschermt de rechten voor burgers om elke religie die
zij kiezen te praktiseren, en huwelijken tussen moslims en christenen zijn
gewoon.
Interne druk van andere christenen in de regering heeft ons belet om de
kerk officieel te registreren. Daarom hebben wij ons geregistreerd als de
International Health Organization (Internationale Gezondheidsorganisatie)
en werken nu onder die naam. Tot vandaag zijn vijf zielen gedoopt.
Vanwege de vruchtbaarheid van het land wordt de economie overheerst
door agricultuur samen met visserij en toerisme. Ongeveer een derde deel
van de bevolking leeft beneden de armoedegrens van 1,25 USD per dag.
Vanwege de stabiliteit van het land is het echter ook een vruchtbaar land
voor het evangelie.
Senegal
Senegal verkreeg zijn onafhankelijkheid van Frankrijk in 1963, en heeft
vandaag de dag een geschat inwonersaantal van 13 miljoen, van wie 96
procent claimt soennitisch moslim te zijn. Slechts 3 procent is christelijk,
hoewel sommigen niet nader genoemde bronnen beweren dat Senegal
“een zeer hoge reputatie heeft vanwege zijn religieuze tolerantie.”
Van de vijftien geïnteresseerde zielen in Gambia hadden er drie contacten
in Senegal. Door deze contacten vervolgde ik mijn zendingswerk en
bezocht ik vanaf 19 april 2012 de hoofdstad Dakar. Als gevolg daarvan
hebben wij nu drie gedoopte leden in Senegal. Hoewel de gemeente nog
niet geregistreerd is, werkt het kleine ledental hard om zielen te winnen.
Het werk in Gambia en Senegal heeft voornamelijk twee uitdagingen.
Allereerst is er geen permanente locatie voor aanbidding, waardoor de
gelovigen in Gambia tot nu toe al vier keer hebben moeten wisselen van
gebedsplaats. Ten tweede moeten wij zeer zorgvuldig zijn met hoe wij
onze evangelisatie inspanningen organiseren. Wij danken God dat
mensen ontvankelijk zijn voor de waarheid door de gezondheidsboodschap. Naast het oprichten van een hoofdkantoor en huizen van gebed,
zullen uw gaven worden aangewend om seminars te organiseren, een
toevoeging zijn aan de locale gaven voor zendingwerk, terwijl het werk
zelfvoorzienend wordt, het zeker stellen van evangelisatie materiaal, en
om aan de behoefte te voorzien om de infrastructuur van de gemeente te
ontwikkelen.
Wij prijzen God voor de gelegenheden die ons geschonken zijn om de
waardevolle boodschap van het evangelie te delen in deze twee landen.
Onze oproep aan de gelovigen wereldwijd is om met vreugde en vrij-
71
gevigheid te geven terwijl de Heilige Geest op u inwerkt voor het werk in
Gambia en Senegal. Onze gebeden zijn met u en ook uw zending.
−Vangarral T. Chengbe,
Voorzitter van de zendingsvelden van Gambia en Senegal
De extra sabbatschoolcollecte is bestemd voor Gambia en Senegal
Dat de Heilige Geest uw hart mag bewegen
bij het geven voor deze landen!
10e Les
Sabbat 6 september 2014
Sabbatbegin 20.18 u. ↔ 20.16 u.
De adventistische reformatie
“God roept ieder gemeentelid op om zijn leven onvoorwaardelijk te wijden
aan de dienst van de Heer. Hij roept op tot een vastberaden reformatie. De
hele schepping zucht onder de vloek. Gods volk dient zich te plaatsen waar
ze zullen groeien in genade, en geheiligd worden – lichaam, ziel en geest –
door de waarheid. Wanneer zij breken met het toegeven aan alles wat
schadelijk is voor de gezondheid, zullen ze een duidelijker beeld hebben
van hetgeen ware godsvrucht vormt. Een schitterende verandering zal
worden gezien in de godsdienstige ervaring.” –Counsels on Diet and
Foods, blz. 34.
De breuk herstellen
1.
Wat kenmerkt de Adventbeweging als een ware reformatie?
Waarop is het gefundeerd? Jesája 58:12, 13.
Jesája 58:12, 13 En die uit u voortkomen, zullen bouwen de oude
verwoeste plaatsen; de fundamenten, van geslacht tot geslacht verwoest, zult u oprichten; en u zult genoemd worden: Die de bressen
toemuurt, die de paden weer aanlegt, om te bewonen. Indien u uw
voet van de sabbat afkeert, van te doen uw lust op Mijn heilige dag;
72
en indien u de sabbat noemt een verlustiging, opdat de HEERE
geheiligd wordt, Die te eren is; en indien u die eert, dat u uw wegen
niet doet, en uw eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan
spreekt.
“In de eindtijd zal elke goddelijke instelling hersteld worden. De
bres, in de wet gemaakt in de tijd dat de Sabbat werd veranderd door
de mens, zal hersteld worden. Gods laatste volk, dat in de wereld
leeft als hervormers, moet laten zien dat Gods wet de grondslag
vormt van alle blijvende hervormingen, en dat de Sabbat van het
vierde gebod blijft bestaan als een gedenkteken aan de schepping,
een blijvende herinnering aan Gods macht. Op duidelijke wijze
moeten zij de noodzaak aantonen van gehoorzaamheid aan al Gods
geboden. Gedrongen door de liefde van Christus moeten ze met
Hem samenwerken in het herbouwen van de verwoeste plaatsen. Ze
moeten de herstellers van de bressen, de herbouwers van de straten
zijn.” –Profeten en koningen, blz. 418.
Mij werd getoond dat indien de ware Sabbat altijd gehouden zou
zijn, er nooit een ongelovige of een atheïst zou zijn geweest. De
viering van de Sabbat zou de wereld hebben behoed voor afgoderij.”
–Testimonies for the Church, vol. 1, blz. 76.
2.
Wat was er gebeurd met het huis van Israël en het huis van
Juda ten tijde van Jesája en Jeremía? Is het verlaten van Gods
weg alleen beperkt tot de oude tijd? Jeremía 11:10; Jesája 24:5.
Jeremía 11:10 Zij zijn weergekeerd tot de ongerechtigheden van
hun voorvaderen, die Mijn woorden geweigerd hebben te horen; en
zij hebben andere goden nagewandeld, om die te dienen; het huis
Israëls en het huis van Juda hebben Mijn verbond gebroken, dat Ik
met hun vaderen gemaakt heb.
Jesája 24:5 Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want
zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzettingen, zij vernietigen het eeuwig verbond.
“De wereld is bezoedeld door haar bewoners. Zij hebben bijna het
toppunt van de mate der ongerechtigheid bereikt; maar wat de
zwaarste vergelding ten gevolge zal hebben, is de praktijk der ongerechtigheid onder de dekmantel der vroomheid. De Verlosser der
wereld sloot nooit Zijn oor voor waar berouw, hoe groot de schuld
73
ook was; maar Farizeeën en huichelaars wijst Hij ten stelligste
terug.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 32, 33.
“Zij die hun verstand hebben laten verduisteren ten aanzien van wat
zonde is, zijn op vreselijke wijze misleid. Wanneer er bij hen geen
besliste verandering plaats vindt, zullen ze te licht bevonden worden
wanneer God Zijn oordeel uitspreekt over de kinderen der mensen.
Zij hebben de wet overtreden en het eeuwige verbond verbroken, en
zij zullen ontvangen naar gelang hun werken geweest zijn.” –Uit de
schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 429, 430.
De sabbat, een cruciale kwestie
3.
Wat werd er geprofeteerd aangaande de goddelijke wet? Waarom
werd dit gedaan? Daniël 7:25.
Daniël 7:25 En het zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en
het zal de heiligen der hoge plaatsen verstoren, en het zal menen de
tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand overgegeven worden tot een tijd, en tijden, en een gedeelte van een tijd.
“Volgens de profetie zou het pausdom ‘er op uit zijn tijden en wet te
veranderen’ (Daniël 7:25). Dit werk werd onmiddellijk ondernomen.
Om de bekeerlingen uit het heidendom iets in de plaats te geven
voor de verering van hun afgoden en ... werd het aanbidden van
beelden en relikwieën langzamerhand in de christelijke godsdienst
opgenomen. [...]
In het begin van de vierde eeuw vaardigde keizer Constantijn een
bevel uit waarbij de zondag in het hele Romeinse rijk tot openbare
feestdag werd uitgeroepen .... Hij werd daartoe aangespoord door de
bisschoppen van de kerk, die door eerzucht en machtswellust gedreven, meenden dat wanneer zowel christenen als heidenen dezelfde
dag vierden het christendom door vele heidenen zogenaamd zou
worden aangenomen en dat op die manier de macht en luister van de
kerk zouden worden vergroot. [...]
Zo werd de heidense feestdag op den duur als een goddelijke
instelling vereerd, terwijl de Sabbat van de Bijbel werd gedoodverfd
als een overblijfsel van het jodendom en de mensen die hem vierden
werden vervloekt.” –De grote strijd, blz. 47, 48, 51
74
4.
Hoe ver gingen de joden in de tijd van Jezus met hun tradities?
Maakt het feit dat een traditie reeds lange tijd bestaat het
toelaatbaar? Matthéüs 15:3-6; Prediker 8:12.
Matthéüs 15:3-6 Maar Hij, antwoordende, zei tot hen: Waarom
overtreedt ook u het gebod Gods door uw inzetting? Want God heeft
geboden, zeggende: Eert uw vader en moeder, en: Wie vader of
moeder vloekt, die zal de dood sterven. Maar u zegt: Zo wie tot
vader of moeder zal zeggen: Het is een gave, zo wat u van mij zou
kunnen ten nutte komen; en zijn vader of zijn moeder geenszins zal
eren, die voldoet. En u hebt alzo Gods gebod krachteloos gemaakt
door uw inzetting.
Prediker 8:12 Hoewel een zondaar honderd maal kwaad doet, en
God hem de dagen verlengt, zo weet ik toch, dat het hen zal welgaan, die God vrezen, die voor Zijn aangezicht vrezen.
“Hervormingen moeten doorgevoerd worden met geheel ons hart en
onze ziel en wil. Dwaalbegrippen mogen zo oud zijn dat ze vergroeid zijn met de tijd; maar de tijd maakt een dwaalbegrip niet tot
waarheid en evenmin de waarheid tot een dwaalbegrip. Veel te lang
heeft men de oude gebruiken en gewoonten nagevolgd. De Here wil
van leraars en scholieren, dat elke verkeerde idee op zij gezet wordt.
Wij hebben niet de vrijheid om maar te leren wat beantwoordt aan
de maatstaf van de wereld of aan de maatstaf van de gemeente,
enkel en alleen omdat het de heersende gewoonte is zo te doen.”
–Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 440, 441.
5.
In welke van de Tien Geboden vinden we Gods zegel? Welke
onderdelen van een zegel bevat deze? Éxodus 20:8-11.
Éxodus 20:8-11 Gedenkt de sabbatdag, dat u die heiligt. Zes dagen
zult u arbeiden en al uw werk doen; Maar de zevende dag is de
sabbat van de HEERE uw God; dan zult u geen werk doen, u, noch
uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is;
Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt,
de zee en al wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom
zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die.
75
“Het zegel van Gods wet kan men in het vierde gebod vinden. Dit is
het enige gebod dat zowel de naam als de titel van de Wetgever
noemt. [...] Toen het pausdom de Sabbat veranderde, vernietigde die
macht het zegel van de wet. Tot de volgelingen van Jezus wordt de
oproep gericht dit zegel opnieuw aan te brengen door de Sabbat van
het vierde gebod zijn rechtmatige plaats als het gedenkteken van de
Schepper en het teken van Zijn gezag te geven.” –De grote strijd,
blz. 419, 420.
Gebieden van reformatie
6.
Welke reformatieboodschap weerklinkt over de gehele wereld?
Openbaring 14:6, 7.
Openbaring 14:6, 7 En ik zag een andere engel, vliegende in het
midden van de hemel, en hij had het eeuwige Evangelie, om te
verkondigen aan hen, die op de aarde wonen, en aan alle natie, en
geslacht, en taal, en volk; Zeggende met een grote stem: Vreest
God, en geeft Hem heerlijkheid, want de ure van Zijn oordeel is
gekomen; en aanbidt Hem, Die de hemel, en de aarde, en de zee, en
de fonteinen der wateren gemaakt heeft.
“Deze boodschap zal, indien in acht genomen, de aandacht van elke
natie, stam, taal en volk trekken tot een grondig onderzoek van het
Woord, en het ware licht met betrekking tot de macht die de Sabbat
van de zevende dag veranderd heeft naar een valse sabbat.... Het
gedenkteken van de Sabbat, dat bekendmaakt wie de levende God
is, de Schepper van de hemelen en de aarde, is afgebroken, en een
valse sabbat is in diens plaats aan de wereld gegeven.” –Selected
Messages, boek 2, blz. 105, 106.
7.
Welke andere reformatieboodschap wordt verkondigd, en met
welk doel? 1 Korinthe 6:19, 20; 3:16, 17.
1 Korinthe 6:19, 20 Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is
van de Heilige Geest, Die in u is, Die u van God hebt, en dat u van
uzelf niet bent? Want u bent duur gekocht: zo verheerlijkt dan God
in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.
76
1 Korinthe 3:16, 17 Weet u niet, dat u Gods tempel bent, en de
Geest Gods in u woont? Zo iemand de tempel Gods schendt, die zal
God schenden; want de tempel Gods is heilig, welke u bent.
“Hervorming, aanhoudende hervorming moet de mensen worden
voorgehouden en door ons voorbeeld moeten wij wat wij leren,
kracht bijzetten. Ware godsdienst en de wetten der gezondheid gaan
hand in hand. Het is onmogelijk voor de zaligheid van mannen en
vrouwen te werken zonder hun de noodzaak voor te houden om te
breken met zondige genietingen die de gezondheid vernielen, de ziel
verlagen en beletten dat goddelijke waarheid doordringt tot het
verstand. Mannen en vrouwen moet geleerd worden dat ze zich elke
gewoonte en elke handelwijze nauwgezet bewust worden en dat ze
zich ineens die dingen ontzeggen welke het lichaam in een ongezonde toestand brengen en aldus een schaduw werpen over het
verstand.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 140.
8.
Welke soort van genezing is in de gezondheidsreformatie inbegrepen? 2 Koningen 20:1-3, 7; Johannes 9:6, 7.
2 Koningen 20:1-3, 7 In die dagen werd Hizkía ziek tot stervens
toe; en de profeet Jesája, de zoon van Amoz, kwam tot hem, en zei
tot hem: Zo zegt de HEERE: Geef bevel aan uw huis, want u zult
sterven, en niet leven. Toen keerde hij zijn aangezicht om naar de
wand, en hij bad tot de HEERE, zeggende: Och, HEERE, gedenk
toch, dat ik voor Uw aangezicht in waarheid en met een volkomen
hart gewandeld, en wat goed in Uw ogen is, gedaan heb. En Hizkía
weende gans zeer. [...] Daarna zei Jesája: Neemt een klomp vijgen;
en zij namen ze, en legden ze op de zweer, en hij werd genezen.
Johannes 9:6, 7 Dit gezegd hebbende, spuwde Hij op de aarde, en
maakte slijk uit dat speeksel, en streek dat slijk op de ogen van de
blinde; En zei tot hem: Ga heen, was u in het badwater Silóam (dat
overgezet wordt: uitgezonden). Hij dan ging heen en waste zich, en
kwam ziende.
“Er zijn tal van manieren om de geneeskunde uit te oefenen, doch er
is slechts één manier die door de hemel wordt goedgekeurd. Gods
geneesmiddelen zijn de eenvoudige middelen der natuur, die door
hun krachtige werkingen het gestel niet zullen verzwakken of benadelen. Zuivere lucht en water, reinheid, een juist dieet, reinheid des
77
levens en een vast vertrouwen op God zijn geneesmiddelen waardoor bij gebrek er aan duizenden sterven; deze geneesmiddelen geraken echter uit de tijd omdat een juiste toepassing werk vereist, en
hierop zijn de mensen niet meer gesteld.” –Uit de schatkamer der
getuigenissen, deel 2, blz. 148, 149.
“Onze instellingen worden opgericht opdat de zieken behandeld
kunnen worden met hygiënische methoden en zetten het gebruik van
farmaceutische geneesmiddelen bijna volledig opzij. [...]
Het gebruik van farmaceutische geneesmiddelen zou voor altijd
afgeschaft moeten worden; want in plaats van de ziekte te genezen,
verzwakken zij het gestel, waardoor het vatbaarder wordt voor
ziekten.” –Healthful Living, blz. 246, 244.
9.
Wat is nog meer een integraal onderdeel van de Adventreformatie? Wat is een gruwel voor God? 1 Timótheüs 2:9, 10;
Deuteronomium 22:5.
1 Timótheüs 2:9, 10 Evenzo ook, dat de vrouwen, in een eerbaar
gewaad, met zedigheid en matigheid zichzelf versieren, niet in vlechtingen van het haar, of goud, of paarlen, of kostbare kleding; Maar
(hetwelk de vrouwen betaamt, die de godvruchtigheid belijden) door
goede werken.
Deuteronomium 22:5 Het kleed van een man zal niet zijn aan een
vrouw, en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie
zulks doet, is de HEERE, uw God, een gruwel.
“Mijn inzichten werden voorzien om de huidige mode te corrigeren,
de extreem lange jurk, die over de grond sleept en ook om de
extreem korte jurk te corrigeren, die ongeveer tot de knie reikt, en
gedragen wordt door een bepaalde groep. Mij werd getoond dat
beide uitersten vermeden dienen te worden. [...]
Er bestaat een toenemende tendens dat vrouwen in hun kleding en
uiterlijk zich zo dicht als mogelijk bevinden ten opzichte van het
andere geslacht, en om hun kleding heel veel op die van de mannenmode te doen lijken, maar God spreekt Zich hierover uit als zijnde
een gruwel.” –Testimonies for the Church, vol. 1, blz. 464, 457.
10. Op welk ander gebied van het leven zal er reformatie plaatsvinden? 2 Korinthe 6:14, 15; Leviticus 20:24, laatste gedeelte;
Jesája 48:20.
78
2 Korinthe 6:14, 15 Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat heeft de gerechtigheid gemeen met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? En wat
samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige met de ongelovige?
Leviticus 20:24b ... Ik ben de HEERE, uw God, Die u van de volken
afgezonderd heb!
Jesája 48:20 Gaat uit van Babel, vlucht van de Chaldeeën,
verkondigt met de stem des gejuichs, doet zulks horen, brengt het uit
tot aan het einde der aarde, zegt: De HEERE heeft Zijn knecht
Jakob verlost!
“De Heer wil dat Zijn volk politieke kwesties begraaft. Wat betreft
deze onderwerpen is zwijgen goud. [...] We kunnen niet veilig stemmen
voor politieke partijen; want wij weten niet voor wie wij stemmen. Wij
kunnen niet veilig deelnemen aan een of ander politiek plan. [...]
Wat moeten wij dan doen? Bemoeit u zich niet met politieke
kwesties. [...]
Het is verkeerd dat u uw belangen koppelt aan een politieke partij,
om uw stem met of voor hen uit te brengen.” –Gospel Workers,
blz. 391, 393.
_____
11e Les
Sabbat 13 september 2014
Sabbatbegin 20.02 u. ↔ 19.59 u.
Crisis en reformatie
“De wet van God is de grondslag van alle duurzame hervorming. Wij
moeten de wereld in duidelijke lijnen de noodzaak van gehoorzaamheid
aan Zijn wet voorleggen. De grote hervormingsbeweging moet in het
huisgezin beginnen. Gehoorzaamheid aan Gods wet is de grote aansporing voor ijver, zuinigheid, waarheid, en juiste omgang tussen de
mensen onderling.” –Hoe leid ik mijn kind, blz. 579.
79
Bijbels pacifisme
1.
Hoe dient volgens de onderwijzing en het voorbeeld van de Heer
iemand om te gaan met zijn vijanden? Welke activiteiten zullen
geen deel uitmaken van het christelijke leven? Matthéüs 5:39,
44; 26:52.
Matthéüs 5:39, 44 Maar Ik zeg u, dat u de boze niet weerstaat;
maar, zo wie u op de rechterwang slaat, keert hem ook de andere
toe; [...] Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken; doet wel aan hen, die u haten; en bidt voor hen, die u geweld doen, en die u vervolgen.
Matthéüs 26:52 Toen zei Jezus tot hem: Keer uw zwaard weer in
zijn plaats; want allen, die het zwaard nemen, zullen door het
zwaard vergaan.
“Satan schept buitengewoon veel behagen in oorlog en strijd, want
ze zwepen de laagste hartstochten op en jagen hun slachtoffers in
zonde gedompeld en met bloed doordrenkt, de dood in. Hij hitst de
volken op om oorlog te voeren, want dan kan hij de gedachten van
de mensen afleiden van hun voorbereiding om te kunnen staan op de
dag des Heren.” –De grote strijd, blz. 544.
“Mij werd getoond, dat Gods volk, dat Zijn bijzondere schat is, geen
deel kan hebben in deze verwarrende oorlog, want dit is in strijd met
elk grondbeginsel van hun geloof. In het leger kunnen zij niet de
waarheid gehoorzamen en tegelijkertijd gehoorzaam zijn aan de
bevelen van hun officieren. Dit zou een voortdurende inbreuk op het
geweten betekenen.” –Testimonies for the Church, vol. 1, blz. 361.
Het oorspronkelijk adventistische standpunt
2.
Welk standpunt nam de Generale Conferentie van de Adventisten
oorspronkelijk in, en volgde daarmee de geïnspireerde visie?
Éfeze 6:12; 2 Korinthe 10:4.
Éfeze 6:12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed,
maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers van deze wereld, van de duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.
2 Korinthe 10:4 Want de wapenen van onze krijg zijn niet vleselijk,
maar krachtig door God, tot neerwerping der sterkten.
80
Het hoofdbestuur van de Generale Conferentie der Zevende Dags
Adventisten schreef op 3 augustus 1864 een “Statement of Principles”
(beginselverklaring) aan de gouverneur van Michigan.
“Aan Zijne Excellentie Austin Blair Gouverneur van de staat
Michigan.
Wij, de ondergetekenden, hoofdbestuur van de Generale Conferentie
der Zevende Dags Adventisten, vragen beleefd verlof het volgende
ter overweging aan te bieden.
Deze gemeenschap van christenen die zichzelf Zevende Dags
Adventisten noemen en die de Bijbel nemen als haar geloofsregel in
leer en praktijk, zijn eenstemmig in hun zienswijze, dat haar leer het
tegenovergestelde is van de geest en praktijk van oorlog. Vandaar
dat zij zich steeds bewust tegen het dragen van wapens hebben
verzet. Wanneer er één gedeelte in de Bijbel is, waarop wij als volk
meer dan anderen kunnen heenwijzen, als onze geloofsbelijdenis,
dan zijn het de tien geboden, die we erkennen als hoogste wet en elk
voorschrift daarvan nemen in haar meest duidelijke en letterlijke
betekenis.
Het vierde gebod van deze wet verlangt op te houden met arbeid op
de zevende dag van de week.
Het zesde gebod verbiedt het nemen van leven. Noch het één, noch
het ander kan in het doen van militaire dienst nagekomen worden,
gezien van ons standpunt. Onze praktijk heeft met deze beginselen
onveranderlijk voortbestaan.
Vandaar dat ons volk zich niet vrij gevoelt om zich in deze dienst te
laten inlijven. Geen van onze gemeentebladen hebben ooit de
praktijk van het dragen van wapens verdedigd of bemoedigd en
wanneer we werden opgeroepen, hebben we liever elkaar geholpen
de 300 dollar te betalen, dan de beginselen te overtreden.
Omdat deze voorziening van algemene toepassing bleef, hebben wij
geen enkele gevoelens geacht, noch publiek gemaakt in deze
vereiste zaak.
Wij willen verder erop wijzen, dat de Zevende Dags Adventisten
tegen de slavernij zijn en loyaal staan tot de regering alsook in
sympathie met haar staat tegen de rebellie.
Daar we als afzonderlijke gemeenschap nog niet zo lang bestaan, als
een apart volk en onze organisatie eerst kortgeleden voltooid is, zijn
onze beginselen nog niet uitgebreid bekend. De wijziging in de
81
wetgeving maakt het noodzakelijk, dat we een meer open standpunt
in deze zaak innemen.
Om deze redenen leggen we onze gevoelens als gemeenschap der
Zevende Dags Adventisten voor Uwe Excellentie neer met
betrekking tot het dragen van wapens, vertrouwende dat U niet zult
aarzelen ons verzoek in te willigen om als volk onder het plan van
de komende maatregel van het parlement te komen, betreffende
diegenen die uit gewetensbezwaren geen wapens dragen en
gerechtigd zijn tot de voordelen van genoemde wetten.
JOHN BYINGTON,
J. N. LOUGHBOROUGH,
GEORGE W. AMADON,
Hoofdbestuur van de Generale Conferentie van
de Zevende Dags Adventisten
Battle Creek, Michigan, 2 augustus 1864.”
–F. M. Wilcox, Seventh-day Adventists in Time of War, blz. 58.
3.
Aan welke van de drie hun beschikbare voorzieningen gaven de
Adventisten hun voorkeur?
“...Wanneer opgesteld, hebben we – in plaats van onze principes te
schenden – ons tevreden gesteld om de $300 afkoopsom te betalen,
en elkaar te helpen bij het betalen.” – F.M. Wilcox, Seventh-day
Adventists in Time of War, blz. 58.
“Er werd gezegd, dat de volgende oproep, ongeveer één op de drie
lichamelijk goed in staat zijnde mannen zal nemen, die verplicht
zullen worden tot de dienst. Het wordt verondersteld dat deze
verhouding van 1 op 3 onder de Adventisten zal worden opgeroepen.
Wanneer in dit geval, elk 100 dollar in de schatkist zou betalen, zou
dat genoeg zijn om 300 dollar voor allen te betalen die opgeroepen
zullen worden in de komende dienstplicht.” –Ouderling James
White, Review and Herald, 24 januari 1865.
4.
82
Waarin werden de Adventgelovigen overal geïnstrueerd?
Handelingen 4:19; 5:29.
Handelingen 4:19; 5:29 Maar Petrus en Johannes, antwoordende,
zeiden tot hen: Oordeelt u, of het recht is voor God, u meer te horen
dan God. [...] Maar Petrus en de apostelen antwoordden, en zeiden:
Men moet Gode meer gehoorzaam zijn, dan de mensen.
“Wij moeten de menselijke regeringen als een goddelijke instelling
erkennen, en gehoorzaamheid aan hen, zolang zij binnen hun wettelijke grenzen blijven, als een heilige plicht de mensen voorhouden.
Maar wanneer hun aanspraken in tegenspraak komen met die van
God, dan moeten wij Gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen.
Gods Woord moet als verheven boven alle menselijke wetgeving
worden beschouwd. Een ‘zo zegt de Here’ mag niet ten achter
worden gesteld bij een ‘zo zegt de kerk’ of een ‘zo zegt de staat.’
De kroon van Christus moet boven de diademen van aardse machthebbers worden verheven.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 50.
Een crisisperiode
5.
Wat deden sommige Europese leiders precies vijftig jaar later,
in 1914 – toen de Eerste Wereldoorlog begon – onder druk van
de overheid? Jesája 5:20, 21.
Jesája 5:20, 21 Wee hun, die het kwade goed noemen, en het goede
kwaad; die duisternis tot licht stellen, en het licht tot duisternis; die
het bittere tot zoet stellen, en het zoete tot bitterheid! Wee hun, die
in hun ogen wijs, en bij zichzelf verstandig zijn!
“Hoewel wij op grond van de heilige Schrift staan en ons beijveren
de grondstellingen van het oorspronkelijke christendom op te volgen
en daardoor ook de door God ingestelde rustdag zaterdag (Sabbat)
houden en elke arbeid op die dag vermijden, zo houden wij ons toch
in deze tegenwoordige ernstige oorlogstijd verplicht voor de verdediging van ons vaderland te staan en ook zaterdags (Sabbat)
onder deze omstandigheden de wapens te voeren. Wij houden ons in
dit aan het Schriftwoord in 1 Petrus 2:13-17.” –Ouderling H.F.
Schubert, president, aan het Duitse ministerie van oorlog, 4 augustus
1914. [cursief door ons toegevoegd].
“Bij het uitbreken van de oorlog heeft de leiding van de Adventgemeente in Duitsland uit eigen beweging hun dienstplichtige leden
in het vaderland geadviseerd, hun staatsburgerlijke plichten, volgens
de Heilige Schrift, ook op de Sabbat trouw na te komen, zoals alle
83
andere strijders dit op zondag doen.” –Ouderlingen L.R. Conradi,
H.F. Schubert, P. Drinhaus, Dresden, 5 maart 1915.
Een overblijfsel neemt het Bijbels standpunt in
6.
Hoeveel Adventisten werden misleid? Hoeveel bleven trouw?
Romeinen 11:3-5; 9:27.
Romeinen 11:3-5 Heere! zij hebben Uw profeten gedood, en Uw
altaren omgeworpen; en ik ben alleen overgebleven en zij zoeken
mijn ziel. Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb
Mijzelf nog zeven duizend mannen overgelaten, die de knie voor het
beeld van Baäl niet gebogen hebben. Alzo is er dan ook in deze
tegenwoordige tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing
der genade.
Romeinen 9:27 En Jesája roept over Israël: Al ware het getal van
de kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel
behouden worden.
“Bij het uitbreken van de oorlog werd onze gemeente in twee
partijen verdeeld. terwijl 98% van onze leden de positie innam, op
grond van de Bijbel, dat de verdediging van het vaderland met
wapens, gewetensplicht is, ook op Sabbat, en dit in overeenstemming met het éénparige standpunt van de leiders was, en dit aan de
leiding van het oorlogsdepartement werd meegedeeld, voegden zich
echter twee procent hierin niet...” –Verklaring van de Z.D.A. in de
Dresdner Neueste Nachrichten, 12 april 1918.
7.
Wat gebeurde er met de weinige trouwe gelovigen? Scheidden
zij zich af van de waarheid? Jesája 66:5; Zefánja 3:19.
Jesája 66:5 Hoort het woord des HEEREN, u, die voor Zijn woord
beeft! Uw broeders, die u haten, die u ver afzonderen, om Mijns
Naams wil, zeggen: Dat de HEERE heerlijk worde! Doch Hij zal
verschijnen tot uw vreugde, zij daarentegen zullen beschaamd
worden.
Zefánja 3:19 Ziet, Ik zal te dien tijde al uw verdrukkers verdelgen;
en Ik zal de hinkenden behoeden, en de uitgestotenen verzamelen;
en Ik zal ze stellen tot een lof, en tot een naam, in het ganse land,
waar zij beschaamd zijn geweest.
84
“... Twee procent [voegden zich echter] hierin niet en deze werden
uitgesloten vanwege hun onchristelijke handelswijze.” –Dresdner
Neueste Nachrichten, 12 april 1918.
“In de loop van de oorlog waren er desalniettemin onder hen
[Zevende Dags Adventisten] vrijstaande leden die hun eigen
gewetensbezwaren niet openlijk beleden voor de overheid, maar
zich heimelijk onttrokken van hun taken, en bovendien van stad naar
stad liepen om anderen in woord en geschrift te verleiden om
dezelfde stap te zetten. Hiervoor ter verantwoording geroepen door
de gemeente, wegens hun stugge doorzettingsvermogen in hun
positie en door de bedreiging voor de interne en externe vrede,
moesten ze van de gemeente uitgesloten worden.” –Berliner
Lokalanzeiger, 24 augustus 1918.
8.
Wie is daarom verantwoordelijk voor de crisis onder de
Zevende Dags Adventisten? Jesája 3:12, laatste gedeelte; 9:15.
Jesája 3:12b ... O Mijn volk! die u leiden, verleiden u, en de weg
van uw paden slokken zij in.
Jesája 9:15 Want de leiders van dit volk zijn verleiders, en die door
hen geleid worden, worden ingeslokt.
“Elke afwijking van de geopenbaarde norm door de leiders, die
geroepen zijn om voorbeelden en vertolkers van de wil van God te
zijn, moeten verwarring brengen in de gelederen van Zijn volk.
Oprechte zielen zijn beduusd en verward over wat helder en duidelijk zou moeten zijn. In een dergelijke situatie worden de mensen
overgelaten aan slechts één van de twee conclusies; er is geen
alternatief. Zij moeten de praktijk veroordelen van zulke leiders en
zelf vasthouden aan de norm van de Heer, of ze moeten concluderen
dat als zulke leiders door God worden goedgekeurd en aanvaard, dat
de Heer niet zo specifiek moet zijn dan gedacht met betrekking tot
de exacte gehoorzaamheid aan Zijn standaard, en dus besluiten dat
ook zij er van af kunnen wijken, en nog steeds hopen door God
aanvaard te worden.” –The Medical Evangelist, vol. 9, no. 2, blz. 9.
85
9.
Welke verkeerde leer van de Generale Conferentie der
Adventisten hebben de afvallige Europese leiders aangegrepen?
1 Petrus 2:16.
1 Petrus 2:16 Als vrijen, en niet de vrijheid hebbende als een
deksel der boosheid, maar als dienstknechten van God.
“We hebben het standpunt ingenomen, dat iedereen handelen moet
naar eigen geweten in deze zaak.” –A.G. Daniells, president van de
Generale Conferentie (1920), Protokoll der Verhandlung mit der
Gegenbewegung von 21. bis 23. Juli 1920 in Friedensau, blz. 36.
“Wij geven aan elk van onze gemeenteleden absolute vrijheid om hun
land te dienen, te allen tijde en op alle plaatsen, in overeenstemming
met de voorschriften van hun persoonlijke gewetensvolle overtuiging.” –Resolution of European Committee, Gland, Switzerland,
2 januari 1923, Review and Herald, vol. 101, No. 10, 6 maart 1924,
blz. 4.
10. Waarom zijn leden van Gods gemeente nooit vrij om ‘voor zich
zelf een maatstaf voor hun plicht aan te leggen’? Romeinen
2:21-24; Richteren 17:6.
Romeinen 2:21-24 Die dan een ander leert, leert u uzelf niet? Die
predikt, dat men niet stelen zal, steelt u? Die zegt, dat men geen
overspel doen zal, doet u overspel? Die van de afgoden een gruwel
hebt, berooft u het heilige? Die op de wet roemt, onteert u God door
de overtreding der wet? Want de Naam van God wordt om uwentwil
gelasterd onder de heidenen, gelijk geschreven is.
Richteren 17:6 In die dagen was er geen koning in Israël; een ieder
deed, wat recht was in zijn ogen.
“Indien de mensen vrij zouden zijn, om af te wijken van de eisen des
Heren, en voor zich zelf een maatstaf voor hun plicht aan te leggen,
zou er een verscheidenheid van maatstaven zijn aangepast aan de
verschillende instelling van de mensen, en de heerschappij zou uit de
handen des Heren genomen worden. De wil van de mens zou boven
alles gesteld worden, en de hoge, heilige wil van God, – Zijn liefdevolle bedoeling jegens Zijn schepselen, – zou onteerd en veronachtzaamd worden.” –Gedachten van de berg der zaligsprekingen,
blz. 50.
86
11. Wat is absoluut noodzakelijk voor iemand om in de komende
crisis stand te houden? Wat is het doel van de Heer voor individuele leden en voor Zijn gemeente? Éfeze 4:14; 5:27; Hebreeën
13:9, eerste gedeelte.
Éfeze 4:14; 5:27 Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als
de vloed bewogen en omgevoerd worden met alle wind der leer,
door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listig tot
dwaling te brengen. [...] Opdat Hij haar Zichzelf heerlijk zou
voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets
dergelijks, maar dat zij heilig zou zijn en onberispelijk.
Hebreeën 13:9a Wordt niet omgevoerd met verscheidene en
vreemde leringen; want het is goed, dat het hart gesterkt wordt door
genade, ...
“God is Zijn volk aan het ziften. Hij zal een reine en heilige
gemeente hebben. We kunnen het hart van de mens niet lezen. Maar
de Heer heeft middelen verschaft om de gemeente zuiver te
houden.” –Testimonies for the Church, vol. 1, blz. 99.
“Zonde en zondaren in de gemeente moeten tijdig behandeld
worden, opdat anderen daardoor niet worden besmet. Waarheid en
reinheid vereisen dat we een degelijker werk doen om het kamp te
zuiveren van de Achans. Laten zij die een verantwoordelijke plaats
bekleden, in een broeder geen zonde dulden. Brengt hem onder het
oog dat hij óf met zijn zonden moet breken, óf anders uit de
Gemeente gezet zal worden.” –Uit de schatkamer der getuigenissen,
deel 2, blz. 34.
_____
87
12e Les
Sabbat 20 september 2014
Sabbatbegin 19.45 u. ↔ 19.43 u.
De schudding of zifting
“Zodra Gods volk verzegeld zal zijn aan hun voorhoofd, niet door een
zichtbaar teken, maar door een bevestiging in de waarheid, verstandelijk
en geestelijk, zodat zij niet bewogen kunnen worden, en zo voorbereid
zijn op de ‘schudding’, dan zal deze schudding geschieden. Inderdaad, het
is al begonnen; de oordelen van God zijn al over het land, … dat men
mag weten wat er ons te wachten staat.” –Het geloof waardoor ik leef,
blz. 287.
Het belang van de zifting
1.
Wat vertelde Jezus aan Simon wat spoedig plaats zou vinden?
Wat zal er in de eindtijd onder Gods volk gebeuren? Amos 9:9;
Lukas 22:31, 32.
Amos 9:9 Want ziet, Ik geef bevel, en Ik zal het huis Israëls onder al
de heidenen schudden, zoals zaad geschud wordt in een zeef; en niet
een steentje zal er ter aarde vallen.
Lukas 22:31, 32 En de Heere zei: Simon, Simon, ziet de satan heeft
ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe; Maar Ik heb voor u
gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en u, als u eens zult bekeerd
zijn, zo versterk uw broeders.
Online woordenboeken definiëren “schudding” als: “Heen en weer
bewegen met schokkerige bewegingen”, “De stabiliteit doen verliezen
of laten wankelen”, “verwijderen of verdrijven door schokkerige
bewegingen”. “Zifting” wordt als volgt gedefinieerd: “Scheiden of
apart zetten door het door een zeef te doen” –Merriam-Webster’s
Collegiate Dictionary.
“Ik zag sommigen met een sterk geloof die met uitroepen van
doodsangst hun smekingen tot God opzonden. Hun gezichten waren
bleek en droegen de tekenen van grote angst, een uitdrukking van
hun innerlijke strijd. Hun gezichten drukten ook vastberadenheid en
grote ernst uit. Grote druppels zweet vielen van hun voorhoofden.
[...] Boze engelen verdrongen zich om hen en brachten duisternis
88
over hen om Jezus aan hun blik te onttrekken, zodat hun ogen
gericht zouden worden op de duisternis rondom hen, en zij er zo toe
geleid mochten worden God te wantrouwen en tegen Hem te murmureren. [...] Mijn aandacht werd toen gevestigd op het gezelschap,
dat ik gezien had en dat krachtig geschud was.” –Maranatha, de
Here komt, blz. 201 [zie ook: Eerste Geschriften, blz. 324, 325].
2.
Voorafgaand aan welke grote gebeurtenis zal dit reinigingsproces plaatsvinden? Met welk doel? Maléachi 3:3; Jesája 1:25.
Maléachi 3:3 En Hij zal zitten, louterende, en het zilver reinigende,
en Hij zal de kinderen van Levi reinigen, en Hij zal ze doorlouteren
als goud, en als zilver; dan zullen zij de HEERE spijsoffer toebrengen in gerechtigheid.
Jesája 1:25 En Ik zal Mijn hand tegen u keren, en Ik zal uw schuim
op het allerreinste afzuiveren, en Ik zal al uw tin wegnemen.
“Ik ben mij ervan bewust dat er gewerkt moet worden voor het volk,
aangezien anders velen niet voorbereid zullen zijn om het licht te
ontvangen van de uit de hemel gezonden engel, zodat de gehele
wereld verlicht wordt door Zijn luister. Denk niet dat u een vat tot
eer ten tijde van de late regen bevonden zult worden om Gods
heerlijkheid te ontvangen, als u uw ziel verhoogt tot ijdelheid, over
verdorven dingen spreekt, en heimelijk de wortels van verbittering
koestert.” –Life Sketches of Ellen G. White, blz. 327, 328.
“Ik zag, dat niemand deel kan hebben aan ‘verkoeling’ tenzij hij
eerst de overwinning behaald heeft over iedere lievelingszonde, over
hoogmoed, zelfzucht, liefde tot de wereld, en over ieder verkeerd
woord en iedere verkeerde daad” –Maranatha, de Here komt,
blz. 41 [zie ook: Eerste geschriften, blz. 77].
De getuigenis van de Waarachtige Getuige en de schudding
3.
Welke verklaring van Christus als de Waarachtige Getuige aan
de gemeente van Laodicéa veroorzaakt een schudding? Op
welke wijze? Openbaring 3:14-17.
Openbaring 3:14-17 En schrijf aan de engel van de gemeente der
Laodicensen: Dit zegt de Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige,
het Begin der schepping Gods: Ik weet uw werken, dat u noch koud
89
bent, noch heet; och, of u koud waart, of heet! Zo dan, omdat u lauw
bent, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen. Want
u zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb aan geen ding
gebrek; en u weet niet, dat u bent ellendig, en jammerlijk, en arm,
en blind, en naakt.
“Ik vroeg de betekenis van de schudding, die ik gezien had, en mij
werd getoond, dat die veroorzaakt zou worden door het rondborstige
getuigenis, dat uitgelokt wordt door de raad van de Waarachtige
Getuige, aan de Laodicensen gegeven.” –Eerste geschriften, blz. 325.
“Mannen en vrouwen moeten wakker worden: Ze hebben de plicht
zichzelf te beheersen. Ze hebben reinheid nodig. Ze moeten vrij
worden van elke schadelijke begeerte en van elke gewoonte die hen
besmet.” –Boodschappen aan jonge mensen, blz. 224.
“Terwijl degenen, tot wie de boodschap gericht is, zich vleien dat ze
zich in een verheven geestelijke positie bevinden, doorbreekt de boodschap van de Waarachtige Getuige hun gerustheid door de scherpe veroordeling van hun ware toestand van geestelijke blindheid, armoede,
en rampzaligheid. Het getuigenis, zo scherp en streng, kan geen
vergissing zijn, want het is de Waarachtige Getuige, die spreekt en
Zijn getuigenis moet correct zijn.” –Uit de schatkamer der
getuigenissen, deel 1, blz. 336.
4.
Wat is de enige manier om te voorkómen om ‘uitgespuwd’ of
voor eeuwig geweigerd te worden? Openbaring 3:18.
Openbaring 3:18 Ik raad u dat u van Mij koopt goud, beproefd
komende uit het vuur, opdat u rijk moogt worden; en witte klederen,
opdat u moogt bekleed worden, en de schande van uw naaktheid
niet geopenbaard worde; en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zien
moogt.
“De Waarachtige Getuige raadt ons van Hem te kopen goud, beproefd
in het vuur, witte klederen, en ogenzalf. Het goud, beproefd komende
uit het vuur, is geloof en liefde. Dat maakt het hart rijk, want het is
doorlouterd tot het zuiver is, en hoe meer het beproefd is, des te
schitterender is zijn glans. De witte kleding is reinheid van karakter,
de rechtvaardigheid, die Christus de zondaar verleent. Dit is inderdaad
een kleed van hemels weefsel, dat enkel bij Christus gekocht kan
worden voor een leven van gewillige gehoorzaamheid. De ogenzalf is
90
die wijsheid en genade, die ons in staat stelt onderscheid te kunnen
zien tussen het kwade en het goede, en de zonde onder elke vermomming te ontdekken.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1,
blz. 494.
De boodschap aannemen
5.
Wat zal geopenbaard worden in het leven van iemand die de
boodschap aan de Laodicensen heeft aangenomen? Wat is uw
persoonlijk ervaring hiermee? Matthéüs 7:20; Jesája 62:10.
Matthéüs 7:20 Zo zult u ze dan aan hun vruchten kennen.
Jesája 62:10 Gaat door, gaat door, door de poorten, bereidt de weg
des volks; verhoogt, verhoogt een baan, ruimt de stenen weg, steekt
een banier omhoog tot de volken!
“Dit zal zijn uitwerking hebben op het hart van degene, die het aanneemt, en zal er hem toe brengen om de standaard omhoog te heffen,
en de naakte waarheid te spreken.” –Eerste geschriften, blz. 325.
“Geen richtlijn der waarheid die van het volk der Zevende-Dags
Adventisten gemaakt heeft wat zij zijn, mag verzwakt worden. Wij
hebben de oude grenspalen, de oude bakens der waarheid, ervaring
en plicht, en wij moeten, voor het oog van de hele wereld, ter verdediging van onze beginselen, staan als een rots.” –Uit de schatkamer
der getuigenissen, deel 2, blz. 392.
“Liever de dood dan oneer of de overtreding van Gods wet, moet het
motto zijn van elke christen. Als een volk dat belijdt hervormers te
zijn, dat de plechtigste, zuiverende waarheden van Gods Woord als
een schat bewaart, moeten we de maatstaf veel en veel hoger stellen
dan we momenteel doen. Zonde en zondaren in de gemeente moeten
tijdig behandeld worden, opdat anderen daardoor niet worden besmet.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 34.
6.
Wat is het grote gevaar voor Gods volk wanneer er een crisis
komt? Wat zullen zij, die tot het einde trouw blijven, ontvangen?
Openbaring 3:3; 2:10.
Openbaring 3:3 Gedenk dan, hoe u het ontvangen en gehoord hebt,
en bewaar het, en bekeer u. Indien u dan niet waakt, zo zal Ik over u
91
komen als een dief, en u zult niet weten, op wat ure Ik over u komen
zal.
Openbaring 2:10 Vrees geen van de dingen, die u lijden zult. Ziet, de
duivel zal enigen van u in de gevangenis werpen, opdat u verzocht
wordt; en u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Weest
getrouw tot de dood, en Ik zal u geven de kroon des levens.
“We hebben een aanhoudende worsteling in het verschiet, met
gevaar van gevangenis, verlies van eigendom, ja zelfs van het leven,
om de wet van God, die tenietgedaan is door de wetten der mensen,
te verdedigen. In deze toestand, zal de wereldlijke politiek een uiterlijke schikking aangaan met de wetten van het land ter wille van de
vrede en de eendracht. En er zijn sommigen die zo’n handelwijze
willen opdringen aan de hand van de Schrift: ‘Alle ziel zij de
machten over haar gesteld, onderworpen …; de machten die er zijn,
die zijn door God geordineerd.’ ” –Uit de schatkamer der
getuigenissen, deel 2, blz. 337.
“Diegenen die stap voor stap aan de wereldse eisen hebben toegegeven en gelijkvormig aan wereldse gebruiken zijn geworden,
zullen het niet moeilijk vinden om te zwichten voor de heersende
machten. Zij zwichten liever dan bespotting, belediging, bedreiging,
dreigende gevangenneming of dood te moeten ondergaan. De strijd
is tussen de geboden van God en de geboden van mensen.”
–Maranatha, de Here komt, blz. 200.
Gods werktuigen
7.
Wie gebruikt God als Zijn instrumenten om de boodschap van
de ure aan Zijn volk en de wereld te geven? Jesája 43:10.
Jesája 43:10 U bent Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn
knecht, die Ik uitverkoren heb; opdat u het weet, en Mij gelooft, en
verstaat, dat Ik Die ben, dat vóór Mij geen God geformeerd is, en na
Mij geen zijn zal.
“Onze Verlosser zendt Zijn boodschappers om een getuigenis uit te
dragen aan Zijn volk. Hij zegt: ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop;
indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot
hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met
Mij.’ Openbaring 3:20. Maar velen weigeren Hem te ontvangen. De
Heilige Geest wacht om harten week te maken en tot onderwerping
92
te brengen; maar zij zijn niet bereid de deur te openen en de Heiland
binnen te laten uit vrees dat Hij iets van hen zal eisen. En zo gaat
Jezus van Nazareth voorbij.” –Uit de schatkamer der getuigenissen,
deel 2, blz. 525.
8.
Wat was de ervaring van Gideon voordat de overwinning werd
behaald? Op welke manier lijkt de toestand van de gemeente op
die van toen? Richteren 7:2-7.
Richteren 7:2-7 En de HEERE zei tot Gídeon: Het volk is te veel,
dat met u is, dan dat Ik de Midianieten in hun hand zou geven;
opdat zich Israël niet tegen Mij beroeme, zeggende: Mijn hand heeft
mij verlost. Nu dan, roep nu uit voor de oren van het volk,
zeggende: Wie vreesachtig en versaagd is, die kere weer, en spoede
zich naar het gebergte van Gílead! Toen keerden uit het volk weer
twee en twintig duizend, dat er tien duizend overbleven. En de
HEERE zei tot Gídeon: Nog is het volk te veel; doe hen afgaan naar
het water, en Ik zal ze u aldaar beproeven; en het zal geschieden,
van wie Ik tot u zeggen zal: Deze zal met u trekken, die zal met u
trekken; maar iedereen, van wie Ik zeggen zal: Deze zal niet met u
trekken, die zal niet trekken. En hij deed het volk afgaan naar het
water. Toen zei de HEERE tot Gídeon: Al wie met zijn tong uit het
water zal lekken, zoals een hond zou lekken, die zult u alleen stellen;
evenzo al wie op zijn knieën zal bukken om te drinken. Toen was het
getal van hen, die met hun hand tot hun mond gelekt hadden,
driehonderd man; maar alle overigen van het volk hadden op hun
knieën gebukt, om water te drinken. En de HEERE zei tot Gídeon:
Door deze driehonderd mannen, die gelekt hebben, zal Ik u
verlossen, en de Midianieten in uw hand geven; daarom laat al dat
volk weggaan, een ieder naar zijn plaats.
“Op 20 november 1857 werd mij Gods volk getoond, en ik zag hoe
geweldig ze geschud werden. [...] In aantal was deze groep kleiner
geworden. Sommigen waren door de zifting uitgevallen en onderweg achtergebleven.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1,
blz. 58, 61.
“Spoedig zal Gods volk beproefd worden door zware verzoekingen,
en het merendeel van hen die zich nu zo oprecht en trouw voordoen,
zal blijken van onedel metaal te zijn. [...] Ter verdediging te staan van
waarheid en gerechtigheid wanneer het merendeel ons alleen laat, de
93
oorlogen des Heren te strijden wanneer er maar weinig kampvechters
zijn − dat zal onze beproeving zijn.” –Uit de schatkamer der
getuigenissen, deel 2, blz. 27, 28.
“Wanneer de storm nadert, zullen veel mensen die de boodschap
van de derde engel zogenaamd hadden aangenomen, maar niet waren geheiligd door gehoorzaamheid aan de waarheid, hun geloof
prijsgeven en zich aansluiten bij de tegenstanders.” –De grote strijd,
blz. 562.
De verzegeling van Gods dienaren
9.
Wat zullen de heiligen tijdens Gods laatste verlossingswerk
ontvangen om voorbereid te zijn om de Here te ontmoeten?
Openbaring 7:4.
Openbaring 7:4 En ik hoorde het getal van hen, die verzegeld
waren: honderd vier en veertig duizend waren verzegeld uit alle
geslachten van de kinderen Israëls.
“Een engel met een schrijvers-inktkoker aan zijn lenden keerde van
de aarde terug, en meldde Jezus dat zijn werk volbracht was, en dat
de heiligen geteld en verzegeld waren. Toen zag ik Jezus, die dienst
verricht had vóór de ark, waarin de tien geboden zijn, het wierookvat wegwerpen. Hij hief Zijn handen omhoog, en sprak met luider
stem: ‘Het is volbracht.’ En het ganse engeleheir legde hun kronen
af, toen Jezus de plechtige verklaring uitsprak: ‘Die onrecht doet,
dat hij nog onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde; en die
rechtvaardig is, dat hij nog rechtvaardig worde; en die heilig is, dat
hij nog geheiligd worde.’ Ieder geval was ten leven of ten dode
beslist geworden. [...] De ganse hemel had met Jezus ingestemd, toen
zij de vreselijke woorden hoorden: ‘Het is volbracht. Het is geëindigd.’ ” –Eerste geschriften, blz. 334-336.
“De levende heiligen, 144.000 in getal, kenden en verstonden de
stem; ...” –Eerste geschriften, blz. 6.
10. Welke verantwoordelijkheid heeft Gods volk, aangezien de
schudding, of reiniging, plaats zal vinden voor de spade regen?
2 Korinthe 6:14-18; 1 Johannes 3:3.
94
2 Korinthe 6:14-18 Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat heeft de gerechtigheid gemeen met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? En
wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de
gelovige met de ongelovige? Of wat samenvoeging heeft de tempel
Gods met de afgoden? Want u bent de tempel van de levende God;
gelijk God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder hen
wandelen; en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn.
Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere,
en raakt niet aan wat onrein is, en Ik zal u aannemen. En Ik zal u tot
een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de
Heere, de Almachtige.
1 Johannes 3:3 En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, die
reinigt zichzelf, gelijk Hij rein is.
“Ik zag dat vastbesloten inspanningen gedaan moeten worden om
diegenen, die in hun leven onchristelijk zijn, inzicht te geven in hun
verkeerdheden, en indien zij zich niet hervormen, zij gescheiden
dienen te worden van het kostbare en heilige [deel], zodat God een
rein en zuiver volk heeft, waarin Hij Zich kan verheugen. Maak
Hem niet te schande door het reine met het onreine te verbinden of
te verenigen.” –Testimonies for the Church, deel 1, blz. 117, 118.
“Weinigen luisteren naar Gods stem en zijn bereid de waarheid aan
te nemen, in welke vorm die ook wordt gebracht. Vaak moeten zij,
die in de voetsporen van de hervormers gaan, zich afwenden van de
kerk die hen lief is, om de eenvoudige waarheid van Gods Woord te
brengen. Dikwijls worden zij, die naar licht zoeken, door dezelfde
leer gedreven om de kerk van hun ouders te verlaten om gehoorzaam te kunnen zijn.” –Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 185.
“Voordat het werk afgesloten en de verzegeling Gods volk beëindigd is, zullen we de uitstorting van de Geest van God ontvangen.
Engelen van de hemel zullen in ons midden verkeren.” –Maranatha,
de Here komt, blz. 212.
_____
95
13e Les
Sabbat 27 september 2014
Sabbatbegin 19.29 u. ↔ 19.26 u.
De beloning voor trouw
“God doet een oproep aan Zijn volk om een stralend licht in deze wereld
te zijn, schijnend tussen de duisternis van de zonde. Het leven te leiden
van de Levengever wordt beloond. Hij ging weldoende rond. Dit zal
iedere ware volgeling van Hem doen, vervuld met een geheiligd besef
van zijn trouw aan God en zijn plicht jegens zijn medemensen. Door de
kennis van de waarheid zoals die in Jezus is, moeten christenen groeien in
genade, en voortdurend dichter tot volmaaktheid van het karakter
komen.” –The Upward Look, blz. 177.
De Heer geeft de beloning
1.
Wat zal Christus met Zich meebrengen wanneer Hij komt? En
voor wie? Openbaring 22:12; Matthéüs 16:27.
Openbaring 22:12 En zie, Ik kom haastig; en Mijn loon is met Mij,
om een ieder te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn.
Matthéüs 16:27 Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid Zijns Vaders, met Zijn engelen, en alsdan zal Hij een ieder
vergelden naar zijn doen.
“Eer ten slotte het loon wordt gegeven, moet worden bepaald wie
geschikt is om te delen in de erfenis van de rechtvaardigen. Deze
beslissing moet plaatsvinden vóór de wederkomst van Christus op de
wolken des hemels, want wanneer Hij komt, is Zijn loon met Hem om
een ieder te geven naarmate zijn werk zal zijn. (Openbaring 22:12)
Vóór Zijn komst moet dus het karakter van ieders werk zijn bepaald
en ieder van Christus’ volgelingen zal worden beloond overeenkomstig hetgeen hij heeft gedaan.” –Lessen uit het leven van alledag,
blz. 190.
2.
96
Waar zullen allen verschijnen voordat de beloning gegeven
wordt? Waar dient dit toe? 2 Korinthe 5:10.
2 Korinthe 5:10 Want wij allen moeten geopenbaard worden voor
de rechterstoel van Christus, opdat een ieder wegdrage, hetgeen
door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed,
hetzij kwaad.
“De gevallen van de rechtvaardige doden passeren de revue voor
God. Wanneer dat werk zal zijn voltooid, zal het oordeel over de
levenden uitgesproken worden. Hoe kostbaar, hoe belangrijk zijn deze
plechtige momenten! Ieder van ons heeft nog een onbesliste zaak
lopen in het hemelse gerechtshof. Wij worden afzonderlijk beoordeeld
naar de daden die gedaan zijn in het lichaam. [...] Als we enig respect
hebben voor de redding van onze ziel, moeten we een vastbesloten
verandering maken. We moeten de Here met waar berouw zoeken; we
moeten met een diep berouw van de ziel onze zonden belijden, zodat
deze kunnen worden uitgewist.” –Selected Messages, boek 1, blz. 125.
3.
Wat vergaren de onboetvaardigen voor zichzelf? Romeinen 2:4, 5.
Romeinen 2:4, 5 Of veracht u de rijkdom van Zijn goedertierenheid, en verdraagzaamheid, en lankmoedigheid, niet wetende, dat de
goedertierenheid Gods u tot bekering leidt? Maar naar uw hardheid, en onbekeerlijk hart, vergadert u uzelf toorn als een schat, in
de dag des toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel
Gods.
“Vreselijke voorvallen zullen voor de wereld worden geopend bij
het oordeel – voorvallen van zonden die nooit beleden zijn, van
zonden die niet zijn uitgewist! Ach, dat deze arme zielen toch
zouden inzien dat ze de toorn opstapelen voor de dag des toorns!
Dan zullen de gedachten van het hart, evenals de handelingen
onthuld worden. Ik zeg u mijn broeders en zusters, het is
noodzakelijk om uw zielen voor God te verootmoedigen. ‘Laat af
van kwaad te doen,’ maar stop hier niet; ‘leert goed doen.’ U kunt
God alleen verheerlijken door vruchten te dragen tot Zijn eer.”
–Testimonies to Ministers and Gospel Workers, blz. 146.
De reserves veiligstellen en de beloning
4.
Waar zouden onze rijkdommen vergadert moeten zijn?
1 Timótheüs 6:17-19.
97
1 Timótheüs 6:17-19 Beveel de rijken in deze tegenwoordige
wereld, dat zij niet hoogmoedig zijn, noch hun hoop stellen op de
ongestadigheid van de rijkdom, maar op de levende God, Die ons
alle dingen rijkelijk verleent, om te genieten; Dat zij weldadig zijn,
rijk worden in goede werken, gaarne mededelende zijn, en gemeenzaam; Leggende zichzelf weg tot een schat een goed fundament
tegen het toekomende, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen mogen.
“Aangaande uw eeuwige investering moet u zichzelf aansporen en
beginnen het goede zaad te zaaien. Dat wat u zaait, zult u ook
oogsten. De oogst komt – de grote oogsttijd, wanneer we zullen
oogsten wat we gezaaid hebben. Er zullen geen vergissingen zijn bij
de oogst; de oogst is zeker. Nu is de tijd om te zaaien. Nu moeten er
inspanningen gedaan worden om rijkelijk goede werken te doen,
‘gaarne mededelende’ te zijn, en ‘gemeenzaam,’ leggende voor
uzelf een goed fundament voor de toekomst, opdat u ‘het eeuwige
leven verkrijgen’ mag.” –Testimonies for the Church, vol. 2, blz. 31.
5.
Wat zal voor zowel jongeren als volwassenen een bijzondere
zegen zijn? 1 Korinthe 3:11-13.
1 Korinthe 3:11-13 Want niemand kan een ander fundament
leggen, dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus. En indien
iemand op dit fundament bouwt: goud, zilver, kostbare stenen, hout,
hooi, stoppels; Eens ieders werk zal openbaar worden; want de dag
zal het verklaren, daar het door vuur geopenbaard wordt; en
hoedanig eens ieders werk is, zal het vuur beproeven.
“Jonge mannen en vrouwen dienen een goed karakter met een
hogere waarde te beschouwen dan goud, zilver of contanten. Het zal
niet getroffen worden door onrust en mislukkingen, en zal kostbare
opbrengsten leveren wanneer aardse bezittingen weggevaagd zullen
worden. De jeugd moet een hoger, edeler zicht op de waarde van het
christelijk karakter krijgen. Zonde verblindt de ogen en verontreinigt
het hart. Integriteit, standvastigheid en volharding zijn eigenschappen die allen ernstig zouden moeten trachten te vormen; want zij
bekleden de bezitter met een onweerstaanbare kracht, een kracht die
hem sterk maakt om het goede te doen, sterk om het kwade te weerstaan, sterk om tegenspoed te dragen. Hier schijnt de ware voor-
98
treffelijkheid van het karakter voort met de grootste luister.”
–Testimonies for the Church, vol. 4, blz. 656.
“Christus heeft ons echter niet de verzekering gegeven dat het bereiken van een volmaakt karakter eenvoudig zal zijn. Een edel, ontwikkeld karakter kunnen wij niet erven. We krijgen het niet toevallig. Een edel karakter wordt verkregen door persoonlijke inspanning, dankzij de verdiensten en de genade van Christus. God geeft de
talenten, de verstandelijke vermogens; wij vormen het karakter. Het
wordt gevormd door harde, zware strijd met onze eigen natuur.
Steeds moet strijd gevoerd worden tegen geërfde neigingen. Wij
zullen onszelf heel kritisch moeten bezien en geen enkele ongunstige
karaktertrek mag onverbeterd blijven.” –Lessen uit het leven van
alledag, blz. 200, 201.
6.
Welke beloning zullen Christus’ getrouwe dienstknechten aan
het einde ontvangen? Matthéüs 25:21, 23.
Matthéüs 25:21, 23 En zijn heer zei tot hem: Wel, u goede en
getrouwe dienstknecht! Over weinig bent u getrouw geweest; over
veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde van uw heer. [...] Zijn heer
zei tot hem; Wel, u goede en getrouwe dienstknecht, over weinig
bent u getrouw geweest; over veel zal ik u zetten; ga in, in de
vreugde van uw heer.
“De getrouwheid jegens God en de liefdevolle dienst wint Gods
goedkeuring. Elke impuls van de Heilige Geest die mensen leidt tot
goedheid en tot God, wordt opgetekend in de hemelse boeken en op
de grote dag van God zullen de werkers die hij heeft gebruikt,
beloond worden. Zij zullen tot het feest van hun Heer ingaan als zij
in Zijn koninkrijk diegenen zien, die door hun tussenkomst zijn
behouden.” –Lessen uit het leven van alledag, blz. 222.
7.
Welke grote vreugde zullen zij ervaren wanneer ze de laatste
beloning ontvangen? 1 Korinthe 2:9.
1 Korinthe 2:9 Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet
heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen
niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft voor hen, die Hem
liefhebben.
99
“Heerlijk zal de geschonken beloning zijn, wanneer de trouwe
arbeiders verzameld staan rondom de troon van God en het Lam.
Toen Johannes in zijn sterfelijke staat de heerlijkheid Gods
aanschouwde, viel hij als dood terneer; hij kon die aanblik niet
verdragen. Maar wanneer dit sterfelijke onsterfelijkheid zal aangedaan hebben, zijn de verlosten gelijk Jezus, want zij zullen Hem
zien zoals Hij is. [...] … Ze delen met Hem in de vreugde van het
aanschouwen der zielen die gered zijn door hun arbeid om God door
alle eeuwen heen te loven.” –Uit de schatkamer der getuigenissen,
deel 2, blz. 176.
“Als de volgelingen van Christus hun Heer het Zijne teruggeven,
verzamelen zij zich schatten, die hun gegeven zullen worden als zij
de woorden zullen horen: ‘Wel gedaan, gij goede en getrouwe
slaaf;… ga in tot het feest van uw Heer’. Die om de vreugde welke
vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet
achtende en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods’ (Matthéüs
25:23; Hebreeën 12:2). De vreugde van het zien van voor eeuwig
verlosten is de beloning van allen, die de voetsporen drukken van
Hem die gezegd heeft: ‘Volg Mij!’ ” –Jezus, de Wens der eeuwen,
blz. 432, 433.
8.
Wat staat de overwinnaar te wachten? 2 Timótheüs 4:7, 8.
2 Timótheüs 4:7, 8 Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop
geëindigd, ik heb het geloof behouden; Voorts is mij weggelegd de
kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige
Rechter, in die dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die
Zijn verschijning liefgehad hebben.
“De Griekse hardlopers bespaarden zich moeiten noch tucht om een
vergankelijke prijs te winnen. Wij streven naar een prijs van
oneindig grotere waarde, naar de kroon van het eeuwige leven. Hoe
zorgvuldiger moet ons streven, hoe bereidwilliger onze opoffering
en zelfverloochening zijn!” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 230.
“In alle nederigheid behoren we allen eerbied voor de verstrekking
van de beloning te hebben. Terwijl we de gezegende belofte waarderen, moeten we een volmaakt vertrouwen in Jezus Christus hebben en geloven dat Hij rechtvaardig zal handelen en ons belonen zal,
naar onze werken. De gave van God is het eeuwige leven. Maar
Jezus wil dat we niet zo gretig naar beloningen zullen verlangen. Hij
100
wenst dat we de wil van God doen omdat het juist is om die te doen,
ongeacht alle beloning.” –Maranatha, de Here komt, blz. 342.
Verzoeking, overwinning en beloning
9.
Op welke voorwaarde wordt de eeuwige kroon beloofd?
Jakobus 1:12.
Jakobus 1:12 Zalig is de man, die verzoeking verdraagt; want als
hij beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen,
welke de Heere beloofd heeft aan hen, die Hem liefhebben.
“De Heer zal nooit de ziel verlaten die op Hem vertrouwt en Zijn
hulp zoekt. De kroon des levens wordt alleen op het voorhoofd van
de overwinnaar gezet. Er is voor iedereen ernstig, plechtig werk
voor God te doen zolang we leven. [...] We hebben niet alleen allen
een werk te doen voor onze eigen zielen, maar we hebben ook de
plicht om anderen aan te sporen het eeuwige leven te verkrijgen.”
–Testimonies for the Church, vol. 5, blz. 70, 71.
10. In welke grote vreugde zullen de verlosten delen? Openbaring
21:10, 11.
Openbaring 21:10, 11 En hij voerde mij weg in de geest op een
grote en hoge berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige
Jeruzalem, neerdalende uit de hemel van God. En zij had de heerlijkheid Gods, en haar licht was de allerkostbaarste steen gelijk,
namelijk als de steen jaspis, blinkende gelijk kristal.
“In de Bijbel worden gezichten van toekomstige heerlijkheid
geopenbaard, tonelen die door Gods hand geschilderd zijn en die
voor Zijn gemeente alles betekenen. In het geloof mogen we staan
op de drempel van de eeuwige stad, en het genadig welkom horen
dat tot hen wordt gericht die in dit leven samenwerken met Christus
en het als een eer beschouwen te lijden voor Hem. Wanneer de
woorden worden gesproken: ‘Komt, gij gezegenden Mijns Vaders’,
werpen ze hun kronen aan de voeten van de Verlosser, terwijl ze
uitroepen, ‘Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen de
macht en de rijkdom, en de wijsheid en de sterkte, en de eer en de
heerlijkheid en de lof… Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam
101
zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle
eeuwigheden’ (Matthéüs 25:34; Openbaring 5:12, 13).” –Van
Jeruzalem tot Rome, blz. 437.
_____
102
103
ZONSONDERGANG
1
vrijdag
Sabbat
4 juli
5 juli
• 22.02 uur
• 22.01 uur
2
vrijdag
Sabbat
11 juli
12 juli
• 21.57 uur
• 21.56 uur
3
vrijdag
Sabbat
18 juli
19 juli
• 21.50 uur
• 21.49 uur
4
vrijdag
Sabbat
25 juli
26 juli
• 21.41 uur
• 21.39 uur
5
vrijdag
Sabbat
1 augustus
2 augustus
• 21.30 uur
• 21.28 uur
6
vrijdag
Sabbat
8 augustus
9 augustus
• 21.17 uur
• 21.16 uur
7
vrijdag
Sabbat
15 augustus
16 augustus
• 21.04 uur
• 21.02 uur
8
vrijdag
Sabbat
22 augustus
23 augustus
• 20.49 uur
• 20.47 uur
9
vrijdag
Sabbat
29 augustus
30 augustus
• 20.34 uur
• 20.31 uur
10
vrijdag
Sabbat
5 september
6 september
• 20.18 uur
• 20.16 uur
11
vrijdag
Sabbat
12 september
13 september
• 20.02 uur
• 19.59 uur
12
vrijdag
Sabbat
19 september
20 september
13
vrijdag
Sabbat
26 september
27 september
• 19.45 uur
• 19.43 uur
• 19.29 uur
• 19.26 uur
De genoemde tijden zijn berekend voor midden Nederland (De Bilt).
104