Uitgegeven door de Generale Conferentie van de International Missionary Society Seventh Day Adventist Church Reform Movement P.O. Box S, Cedartown, GA 30125, U.S.A. (Correspondentie) 625 West Avenue, Cedartown, GA 30125, U.S.A. (Bezoekadres) Tel.: (+1) 770-748-0077 Fax: (+1) 770-748-0095 e-Mail: [email protected] Internet: www.sda1844.org Nederlandse vertaling en druk verzorgd door de Gemeente van Zevende-Dags Adventisten, Reformatiebeweging Middachterlaan 2, 6955 JC Ellecom, Nederland Tel. 0313-416 222 Fax 0313-450 661 e-Mail: [email protected] Internet: www.zdareformatie.org Voorwoord “Zeg tot hen: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik lust heb in de dood van de goddeloze! maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt u sterven, o huis Israëls?” Ezechiël 33:11. In 1914 riep de Heer de Gemeente van Zevende Dags Adventisten, Reformatiebeweging, in het bestaan om de vlam van de waarheid brandende te houden, om trouw de goddelijke principes in tijden van crisis te verdedigen, en om een volk voor te bereiden om lichtdragers in de wereld te zijn. Dit jaar, 2014, is het honderdjarig bestaan van die beweging. Daarom is bedacht dat het toepasselijk is om het thema “Opwekking en reformatie” over de gehele wereld te bestuderen. Deze Sabbatschoollessen waren oorspronkelijk geschreven door de ouderling Oscar Kramer, een pionier van de Reformatiebeweging, die als kind getuige was van de ernstige crisis binnen de Adventgemeente in 1914-1918 binnen Europa. Tientallen jaren was hij een trouwe dienstknecht van God. Toen anderen het evangelieprincipe van pacifisme opgaven vanwege dwang vanuit de overheid, was hij iemand die begreep welke opoffering noodzakelijk was. Met al zijn kracht en bijzondere hulp van God verdedigde hij het geloof, ondanks verzet en moeilijkheden van allerlei aard. Hetgeen deze lessen omvatten, zijn (1) de Bijbelse beginselen waarop opwekking en reformatie gebaseerd zijn, (2) de geestelijke eigenschappen van leiders die door God waren gebruikt om een verandering door te zetten, (3) Bijbelse voorbeelden van reformaties in het oude Israël, (4) de historische context die een Reformatiebeweging naar voren bracht, en (5) wat God nu aan het doen is om een volk te reinigen en te verzegelen die gereed zal zijn om Jezus met blijdschap te ontmoeten bij Zijn tweede komst. Het is belangrijk om de problemen grondig uit te zoeken alsook de Bijbelse en historische context aangaande deze onderwerpen. Dit bijzondere jaar geeft ons de gelegenheid om terug te kijken en te beoordelen waar we nu zijn. Alles wat er in het verleden is gebeurd, leidt ons hart en verstand naar hetgeen komen gaat. “De schitterende dingen die in onze wereld plaatsvinden – de grote gebeurtenissen allertijden – zijn voor het wereldse verstand niet te begrijpen; zij kunnen niet door menselijke wetenschap verklaard worden. De krachten der hemelen zullen bewogen worden. Christus komt in macht en grote heerlijkheid, maar Zijn komst is niet zo’n mysterie als de dingen die plaatsvinden vóór deze gebeurtenis. De mens moet een deelgenoot zijn van de goddelijke natuur om stand te houden in deze boze tijd, wanneer de geheimen van satanische organisaties aan het werk zijn. Alleen door de goddelijke macht, verenigd met de mens, kunnen zielen deze tijden van beproeving doorkomen. Christus zegt: ‘Zonder Mij kunt u niets doen.’ Dan moet er veel minder van zichzelf en meer van Jezus zijn. Uiterlijke vormen kunnen niet de plaats innemen van innerlijke vroomheid. De Joodse leraren verhieven zichzelf als rechtvaardig; ze noemden allen die van hen verschilden als vervloekt, en sloten de poorten van de hemel voor hen, en zeiden dat degenen die niet geleerd hadden in hun scholen niet rechtvaardig waren. Maar met al hun kritiek en afpersingen, met al hun vormen en ceremoniën, waren ze een belediging voor God. Ze keken neer op, en verachtten juist degenen die kostbaar zijn in de ogen van de Heer. En onder de mensen die beweren onze geloofsleerstellingen te geloven, zijn ook degenen die vervuld zijn met farizeïsme. Tenzij zij ieder moment de verdiensten van het bloed van een gekruisigde en opgestane Heiland vastgrijpen, zullen zij Christusloze predikingen verkondigen, en zullen struikelblokken zijn voor zielen die navraag doen hoe zij gered kunnen worden. Menselijke hulpmiddelen, menselijke plannen, en menselijke raadgevingen zullen machteloos zijn. Slechts in Christus Jezus zal de gemeente vlakbij de periode van Christus’ komst in staat zijn om stand te houden. Haar Verlosser verlangt van haar dat zij in vroomheid voorwaarts gaat, in ijver is toegenomen, en beter begrijpt – terwijl zij het einde nadert – dat haar eigen ‘roeping Gods’ is ‘die van boven is in Christus Jezus.’ ” –The Ellen G. White Materials, blz. 332, 333. Meer dan een eeuw geleden inspireerde de Heer Zijn dienstmaagd om het volgende te schrijven: “Een opwekking en een reformatie moeten plaatsvinden onder de leiding van de Heilige Geest. Opwekking en reformatie zijn twee verschillende dingen. Opwekking betekent een vernieuwing van het geestelijke leven, een opleving van de krachten van het verstand, een opstanding uit de geestelijke dood. Reformatie duidt een reorganisatie aan, een verandering van ideeën, theorieën, gebruiken en gewoonten. Reformatie zal geen goede vruchten van gerechtigheid voortbrengen, tenzij het is verbonden met de opleving van de Geest. Opwekking en reformatie dienen hun toegewezen werk te doen, en in het doen van dit werk moeten ze in elkaar opgaan.” –(Review and Herald, 25 februari 1902) Christian Service, blz. 42. Laten alle Sabbatschoolleraren en -leerlingen zorgvuldig en in gebed de waarheden – ingegeven door de Heilige Geest die nu en morgen zo nood- 2 zakelijk is – opslaan in hun hart en in het verstand, en dit alles tot Zijn heerlijkheid. –De broeders en zusters van de predikersafdeling van de Generale Conferentie Sabbatschoollessen Derde kwartaal 2014 Inhoudsopgave Voorwoord.............................................................................................1 1. Een oproep tot opwekking ..................................................................5 2. Het gevaar van onverschilligheid en desinteresse...........................12 3. De toestand van velen ........................................................................19 4. De toestand van weinigen .................................................................26 5. Wees op uw hoede voor emotionele, valse opwekkingen .............34 6. Een ware opwekking door Gods Geest ...........................................41 7. De noodzaak tot een reformatie .......................................................48 8. Bijbelse hervormingen ......................................................................55 9. Hervormingen in het christelijke tijdperk .....................................62 Zendingsbericht uit Gambia en Senegal ..........................................69 10. De adventistische reformatie ............................................................72 11. Crisis en reformatie ...........................................................................79 12. De schudding of zifting......................................................................88 13. De beloning voor trouw.....................................................................96 Zonsondergangen .............................................................................104 3 • De sabbatschoollessen worden uitgegeven door: De Generale Conferentie van de International Missionary Society Seventh Day Adventist Church Reform Movement P.O. Box S, Cedartown, GA 30125, U.S.A. e-Mail: [email protected] Tel. +1 770-748-0077 – Fax +1 770-748-0095 • Auteur van dit kwartaal: br. Oscar Kramer (1903-1996) • Revisie en supervisie van de inhoud: De Predikersafdeling van de Generale Conferentie • Nederlandse vertaling, vormgeving en druk: Gemeente van Zevende-Dags Adventisten, Reformatiebeweging. Postbus 16 – 6950 AA – Dieren – Nederland e-Mail: [email protected] Tel. +31 (0)313-416 222 – Fax +31 (0)313-450 661 Op werkdagen telefonisch bereikbaar tussen 08.30u. tot 12.30u. • Abonnementen: Jaarlijks wordt in het najaar een bestelformulier uitgegeven, waarop u kunt aangeven dat u dat komend jaar de sabbatschoollessen wilt ontvangen. De prijs voor een jaarabonnement staat op dat formulier vermeld. Betaling dient te geschieden door middel van een factuur, welke u automatisch krijgt toegestuurd vanuit zendingshuis ‘Rehoboth’. Op het formulier kunt u overigens aangeven of u alles in één keer wilt betalen of per kwartaal. • Digitale sabbatschoollessen: De Nederlandse versie kunt u te allen tijde gratis in pdf-formaat downloaden via de website van het Nederlandse veld: www.zdareformatie.org Lessen in het Engels, Spaans en Frans zijn in hetzelfde pdf-formaat gratis te downloaden via de officiële website van de Generale Conferentie: www.sda1914.org óf de website van de Amerikaanse Unie http://www.sda1914.org/pcat.cl/SabbathSchool Het digitaal pdf-formaat is handig voor het geval u een e-reader hebt, of een iPad. Maar u kunt het formaat natuurlijk ook gebruiken om de lessen zelf via de computer uit te printen. 4 De extra sabbatschool collecte is bestemd voor Sri Lanka Dat de hemelse zegeningen aan u weerkaatst mogen worden in uw gaven! 1e Les Sabbat 5 juli 2014 Sabbatbegin 22.02 u. ↔ 22.01 u. Een oproep tot opwekking “Christenen moeten zich voorbereiden op het feit, dat spoedig een overweldigende gebeurtenis over de wereld zal losbarsten, en deze voorbereiding moeten ze maken door ijverig het Woord van God te bestuderen, en te trachten hun leven in overeenstemming te brengen met zijn voorschriften. [...] God vraagt naar een opleving en een hervorming.” –Profeten en koningen, blz. 383, 384. Definitie 1. Wat is een opwekking? Hoe dient dit geestelijk te worden begrepen? Romeinen 13:11. Romeinen 13:11 En dit zeg ik te meer, omdat wij de gelegenheid van de tijd weten, dat het de ure is, dat wij nu uit de slaap ontwaken; want de zaligheid is ons nu nader, dan toen wij eerst geloofd hebben. “Een periode van hernieuwde religieuze belangstelling.” –MerriamWebster’s Collegiate Dictionary. Ook: “bewustwording, in een kerk of gemeenschap, van belangstelling in en aandacht voor zaken met betrekking tot persoonlijke religie”, “een opleving van het geloof of hernieuwing van toewijding aan de godsdienst.” “Opwekking betekent een vernieuwing van het geestelijk leven, een opleving van de krachten van de geest en het hart, een opstanding uit de geestelijke dood.” –(Review and Herald, 25 februari 1902) Christian Service, blz. 42. 5 2. Van welk geestelijk gevaar dient te gemeente te allen tijde zich bewust te zijn? Openbaring 2:4. Openbaring 2:4 Maar Ik heb tegen u, dat u uw eerste liefde hebt verlaten. “Waarom keren we niet terug tot onze eenvoud en levensgloed? De reden waarom wij niet blijder gestemd zijn, is dat wij onze eerste liefde hebben verloren. Laten we dan ijverig zijn en ons bekeren, ...” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 31, 32. “De woorden: ‘Maar Ik heb tegen u, dat u uw eerste liefde hebt verlaten’, zijn van toepassing op velen die vandaag de dag leven. Goed roept op tot onmiddellijk berouw en reformatie. Het is tijd dat een grote verandering plaatsvindt onder de mensen die uitzien naar de tweede verschijning van hun Heer. Spoedig zullen vreemde dingen plaatsvinden. God zal ons verantwoordelijk houden voor de manier waarop wij met de waarheid omgaan. Onze zuiverheid van geloof en handelen zullen onze toekomst bepalen. God is in alle ernst bij ons.... Een duidelijk, vastberaden getuigenis moet worden uitgedragen, want een volk dient te worden voorbereid om een tijd van benauwdheid tegemoet te treden, zoals die er nooit tevoren geweest is sinds er een volk is.” –(Manuscript 136, 1902) Medical Ministry, blz. 37, 38. De noodzaak 3. Wat dienen degenen te doen die licht gekregen hebben? Jesája 60:1. Jesája 60:1 Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op. “Als er geen opwekking zal zijn onder ons, die zo’n groot licht gehad hebben en zo vele voorrechten, zullen we zinken tot de ondergang, en ons lot zal erger zijn dan die van Chórazin en Bethsáïda; ...” –Testimonies for the Church, vol. 5, blz. 529. “Overal sterven mensen door gebrek aan kennis van de waarheden die ons zijn toevertrouwd. De leden van de gemeente moeten nodig ontwaken om zich hun verantwoordelijkheid bewust te worden ten einde aan deze waarheden bekendheid te geven. Die verlicht zijn door de waarheid, moeten lichtdragers zijn in de wereld. We begaan 6 een grote fout wanneer we in deze tijd ons licht verbergen. De boodschap tot Gods volk van deze tijd luidt: ‘Maak u op, wordt verlicht, want uw licht komt, en de heerlijkheid des Heren gaat over u op.’ ” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 102. 4. Wat is, met het oog hierop, belangrijk om te doen? Handelingen 17:11. Handelingen 17:11 En dezen waren edeler, dan die te Thessaloníca waren, als die het woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren. “Het einde is nabij, en God verhoede dat wij in deze tijd zullen slapen.” –Selected Messages, boek 1, blz. 362. “Aan alle kanten zien we dat zij die veel licht en kennis hebben verkregen, weloverwogen het kwade kiezen in plaats van het goede. Zonder enige moeite te doen om die verandering ten goede deelachtig te worden, gaat het met hen steeds slechter. Maar het volk Gods moet niet in duisternis wandelen. Zij moeten in het licht wandelen, want zij zijn hervormers.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 102. “Bestudeer de Schriften met meer ernst; want hun schatten van wijsheid en kennis liggen voor de oppervlakkige lezer niet aan het oppervlak.” –Review and Herald, 4 februari 1890. Verrassing voor degenen die onvoorbereid zijn 5. Hoe en waarom zullen de mensen verrast zijn bij Jezus’ tweede komst? Matthéüs 24:43; Openbaring 3:3. Matthéüs 24:43 Maar weet dit, dat zo de heer des huizes geweten had, in welke nachtwake de dief komen zou, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. Openbaring 3:3 Gedenk dan, hoe u het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het, en bekeer u. Indien u dan niet waakt, zo zal Ik over u komen als een dief, en u zult niet weten, op wat ure Ik over u komen zal. “De wereld met al zijn rumoer en goddeloos plezier slaapt in vreselijke gerustheid. De mensen schuiven de komst van de Heer naar de 7 verre toekomst. Zij lachen over waarschuwingen. Vol trots pocht men: ‘Alles blijft zoals het van het begin der schepping af geweest is.’ ‘De dag van morgen zal zijn als die van vandaag, nog veel geweldiger.’ (2 Petrus 3:4; Jesája 56:12). Zij zinken nog dieper weg in het najagen van genot. Maar Christus zegt: ‘Zie Ik kom als een dief.’ (Openbaring 16:15).” –Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 528. “In deze laatste dagen worden velen gewogen op de weegschaal en te licht bevonden, omdat zij hun gedachten belasten en geheel in beslag laten nemen met dingen van weinig belang, terwijl de eeuwige waarheid wordt verwaarloosd. [...] Zij slaagden er niet in de Schriften te onderzoeken.” –Sermons and Talks, vol. 2, blz. 4. Uitnodiging en profetie 6. Welke ware opwekking moet en zal individueel en collectief komen vóór de tijd van het einde? Joël 2:12-17. Joël 2:12-17 Nu dan ook, spreekt de HEERE, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, en met rouwklacht. En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot de HEERE, uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade. Wie weet, Hij mocht Zich wenden en berouw hebben; en Hij mocht een zegen achter Zich overlaten tot spijsoffer en drankoffer voor de HEERE, uw God. Blaast de bazuin te Sion, heiligt een vasten, roept een verbodsdag uit. Verzamelt het volk, heiligt de gemeente, vergadert de oudsten, verzamelt de kinderkens, en die de borsten zuigen; de bruidegom ga uit zijn binnenkamer, en de bruid uit haar slaapkamer. Laat de priesters, de dienaars des HEEREN, wenen tussen het voorhuis en het altaar, en laat hen zeggen: Spaar Uw volk, o HEERE! en geef Uw erfenis niet over tot een smaadheid, dat de heidenen over hen zouden heersen; waarom zouden zij onder de volken zeggen: Waar is hun God? “Vóór de laatste uitstorting van Gods oordelen over de aarde zal er onder Gods volk een herleving van de oorspronkelijke godsvrucht zijn, zoals er sinds de tijd van de apostelen geen meer geweest is.” –De grote strijd, blz. 430. “Een opwekking van ware godsvrucht onder ons is het grootste en meest urgente van al onze behoeften. Dit te zoeken zou ons voornaamste werk moeten zijn.” –Selected Messages, boek 1, blz. 121. 8 7. Wat moet Gods volk doen om deze opwekking te ervaren? 1 Johannes 5:15; Matthéüs 7:7. Zie ook Lukas 11:9-13. 1 Johannes 5:15 En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, zo weten wij, dat wij de beden verkrijgen, die wij van Hem gebeden hebben. Matthéüs 7:7 Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en u zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. Lukas 11:9-13 En Ik zeg u: Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en u zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. Want een ieder, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden. En wat vader onder u, dien de zoon om brood bidt, zal hem een steen geven, of ook om een vis, zal hem voor een vis een slang geven? Of zo hij ook om een ei zou bidden, zal hij hem een schorpioen geven? Indien dan u, die boos bent, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen, die Hem bidden? “Een opwekking dient alleen verwacht te worden in antwoord op gebed. Terwijl de mensen zo verstoken zijn van Gods Heilige Geest, kunnen ze de prediking van het Woord niet waarderen, maar wanneer de kracht van de Geest hun harten raakt, dan zullen de gebrachte redevoeringen niet zonder gevolg blijven.” –Selected Messages, boek 1, blz. 121. Hindernissen om te voorkómen 8. Hoe dienen de waarheden van de Bijbel te worden beschouwd? Waar nodigt de Heer een ieder toe uit om te doen? Jeremía 6:16. Jeremía 6:16 Zo zegt de HEERE: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, en wandelt daarin; zo zult u rust vinden voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij zullen daarin niet wandelen. “Pas wanneer Gods wet weer haar rechtmatige plaats krijgt, zal er een herleving zijn van het oorspronkelijke geloof en van de vroegere godsvrucht onder Gods volk. ‘Zo zegt de HERE: Gaat staan aan de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel.’ (Jeremía 6:16).” –De grote strijd, blz. 442. 9 “De oude vaandeldragers wisten hoe het was om in gebed met God te worstelen, en zich te verheugen in de uitstorting van Zijn Geest. Maar dezen vallen weg van de plaats van handeling, en wie komen er om hun plaatsen op te vullen? Hoe staat het met de opkomende generatie? Zijn ze tot God bekeerd? Zijn we wakker voor het werk dat gaande is in het hemelse heiligdom, of wachten we op een of andere dwingende macht om over de gemeente te komen, voordat we wakker schudden? Hopen we de gehele kerk opgewekt te zien? Die tijd zal nooit komen.” –Selected Messages, boek 1, blz. 122. 9. Wat staat een opwekking in de weg? Wie werkt zowel achter de schermen alsook openlijk om Gods doelen te verijdelen? Jesája 59:1, 2; 1 Petrus 5:8. Jesája 59:1, 2 Ziet, de hand des HEEREN is niet verkort, dat zij niet zou kunnen verlossen; en Zijn oor is niet zwaar geworden, dat het niet zou kunnen horen. Maar uw ongerechtigheden maken een scheiding tussen u en tussen uw God, en uw zonden verbergen het aangezicht van u, dat Hij niet hoort. 1 Petrus 5:8 Weest nuchter, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een briesende leeuw, zoekende, wie hij zou kunnen verslinden. “Er is niets dat satan zozeer vreest dan dat Gods volk de weg vrijmaakt door het weghalen van elke hindernis, zodat de Heer Zijn Geest kan uitstorten op een verzwakkende kerk en een onboetvaardige gemeente. Als satan zijn gang zou kunnen gaan, zou er nooit meer een opwekking, klein of groot, aan het einde der tijden zijn.” –Selected Messages, boek 1, blz. 124. “Ik zag Gods volk deelhebben aan de geest van de wereld, de mode nadoen, en dat ze boven de eenvoud van ons geloof uitstegen. Het leek erop dat de gemeente in Battle Creek aan het afglijden was van God, en het was onmogelijk om hun gevoeligheden te wekken. De mij door God gegeven getuigenissen hadden de minste invloed en werden het minst in acht genomen. [...] Ik wist dat de Here Zijn volk niet verlaten had, maar dat hun zonden en ongerechtigheden hen had afgescheiden van God.” –Testimonies for the Church, vol. 1, blz. 596. 10 Het belang van verbale bevestiging 10. Welke reactie uit het hart werd vaak gesproken ten tijde van de Bijbel nadat een boodschap was gegeven? 1 Kronieken 16:36; Nehemía 5:13. 1 Kronieken 16:36 Geloofd zij de HEERE, de God Israëls, van eeuwigheid tot eeuwigheid! En al het volk zei: Amen! en het loofde de HEERE. Nehemía 5:13 Ook schudde ik mijn boezem uit, en zei: Alzo schudde God uit elke man, die dit woord niet zal bevestigen, uit zijn huis en uit zijn arbeid, en hij zij alzo uitgeschud en ledig. En de ganse gemeente zei: Amen! En zij prezen de HEERE. En het volk deed naar dit woord. “De betekenis van het woord ‘amen’ is: ‘het zij zo’. Het werd ‘gebruikt ter plechtige bekrachtiging (zoals die van een uitdrukking van het geloof) of oprechte goedkeuring (zoals die van een verklaring) uit te drukken.” –Merriam-Webster’s Collegiate Dictionary. “Het Hebreeuwse ‘Aman’ werd gebruikt “om vast te stellen, om vertrouwen en geloof op te bouwen of te ondersteunen.” –Strong’s Concordance, 539, 541. “Looft de Here in de vergadering Zijns volks. Toen in het verleden het woord des Heren werd gesproken tot de Hebreeën, luidde het bevel: ‘En laat al het volk zeggen, Amen.’ Toen de ark des verbonds in de stad Davids gebracht werd en een psalm van vreugde en triomf werd gezongen, ‘zeide al het volk: Amen! En het loofde de Here.’ 1 Kronieken 16:36. Dit vurige antwoord was een bewijs dat zij het gesproken woord begrepen en opgingen in de aanbidding des Heren.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 113, 114. Overdenkingsvraag: Wat zouden wij vandaag de dag moeten antwoorden op de oproep tot opwekking, net als het volk ten tijde van de Bijbel? _____ 11 2e Les Sabbat 12 juli 2014 Sabbatbegin 21.57 u. ↔ 21.56 u. Het gevaar van onverschilligheid en desinteresse “Streef ernaar om mannen en vrouwen te wekken uit hun geestelijke ongevoeligheid. Vertel hen hoe u Jezus hebt gevonden, en hoe gezegend u bent, omdat u een ervaring in Zijn dienst hebt opgedaan. Vertel ze wat voor zegen naar u toe komt terwijl u zit aan de voeten van Jezus, en kostbare lessen leert uit Zijn Woord. Vertel hen van de blijdschap en vreugde die er is in het christelijke leven. Uw warme, vurige woorden zullen hen overtuigen dat u de parel van grote waarde hebt gevonden. Laat uw vrolijke, bemoedigende woorden zien dat u zeker de verheven manier gevonden hebt. Dit is waar zendingswerk, en terwijl het wordt gedaan, zullen velen ontwaken als uit een droom.” –Testimonies for the Church, vol. 9, blz. 38. Waarschuwing tegen onverschilligheid 1. Maakt het uit of iets goed of slecht wordt genoemd? Wat staat er hier op het spel? Jesája 5:20, 21; Matthéüs 7:18. Jesája 5:20, 21 Wee hun, die het kwade goed noemen, en het goede kwaad; die duisternis tot licht stellen, en het licht tot duisternis; die het bittere tot zoet stellen, en het zoete tot bitterheid! Wee hun, die in hun ogen wijs, en bij zichzelf verstandig zijn! Matthéüs 7:18 Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen. “De Here heeft een afkeer van onverschilligheid en ontrouw in tijden van crisis in Zijn werk.” –Profeten en koningen, blz. 91. “Satan zal al zijn bedrieglijke macht aanwenden om het hart te beïnvloeden en het verstand te verduisteren, om het boze goed en het goede boos te doen schijnen. Hoe sterker en reiner het geloof van Gods volk is, en hoe vaster het besluit is om Hem te gehoorzamen, des te feller zal satan ernaar streven om tegen hen de woede te doen ontbranden van hen die, hoewel zij beweren rechtvaardig te 12 zijn, de wet van God met voeten treden.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 315. “De Here Jezus eist dat iedere ziel een werkelijkheid van de waarheid maakt. Laat zien dat je gelooft dat je niet voor de helft met Christus bent en voor de helft met de wereld [...] ... Gemakzucht en slordigheid en frivoliteit scheiden de ziel van Christus, en satan komt om zijn wil te werken met de arme wereldse onderdaan. We hebben een grote waarheid, maar door onzorgvuldige onverschilligheid heeft de waarheid haar kracht op ons verloren. Satan is gekomen met zijn misleidende verleidingen, en heeft de volgelingen van Christus weggeleid uit de buurt van hun Leider, waarmee ze zich classificeren met de dwaze maagden.” –Testimonies to Ministers and Gospel Workers, blz. 130. 2. Voor welk groot gevaar wordt iedereen – zowel jong als oud – gewaarschuwd? Ezechiël 33:31, 32; Zefánja 1:12; Maléachi 3:14, 15. Ezechiël 33:31, 32 En zij komen tot u, gelijk het volk pleegt te komen, en zitten voor uw aangezicht als Mijn volk, en horen uw woorden, maar zij doen ze niet; want zij maken liefkozingen met hun mond, maar hun hart wandelt hun gierigheid na. En ziet, u bent hun als een lied der minne, als een, die schoon van stem is, of die wèl speelt; daarom horen zij uw woorden, maar zij doen ze niet. Zefánja 1:12 En het zal geschieden te dien tijde, Ik zal Jeruzalem met lantarens doorzoeken; en Ik zal bezoeking doen over de mannen, die stijf geworden zijn op hun droesem, die in hun hart zeggen: De HEERE doet geen goed, en Hij doet geen kwaad. Maléachi 3:14, 15 U zegt: Het is tevergeefs God te dienen; want wat nuttigheid is het, dat wij Zijn wacht waarnemen, en dat wij in het zwart gaan, voor het aangezicht van de HEERE der heerscharen? En nu, wij achten de hoogmoedigen gelukzalig; ook die goddeloosheid doen, worden gebouwd; ook verzoeken zij de HEERE, en ontkomen. “Zult u, jonge vrienden, opstaan en deze vreselijke onverschilligheid en verbijstering afschudden, die u aan de wereld gelijkvormig heeft gemaakt? Zult u gehoor geven aan de waarschuwende stem, die u vertelt dat vernietiging op het pad ligt van degenen die zich in dit uur van gevaar op hun gemak voelen? Gods geduld zal niet altijd op u wachten, arme, onbeduidende zielen. Hij, die ons lot in handen 13 heeft zal niet altijd Zich laten bespotten. Jezus zegt ons dat er grotere zonde is dan die de vernietiging van Sodom en Gomorra veroorzaakte. Het is de zonde van degenen die het grote licht der waarheid in deze dagen hebben en die zich niet laten bewegen tot berouw. Het is de zonde van het afwijzen van het licht van de meest plechtige boodschap van genade voor de wereld.” –Testimonies for the Church, vol. 3, blz. 380. 3. Waarom kunnen – hoewel de Heer mooie, harmonieuze muziek en handelen waardeert – indrukwekkende kerkdiensten, mooie zang, en prachtige instrumentale muziek niemand voor Hem waardig aanbevelen? Amos 5:21-24. Amos 5:21-24 Ik haat, Ik versmaad uw feesten, en Ik mag uw verbods dagen niet ruiken. Want hoewel u Mij brandoffers offert, alsook uw spijsoffers, Ik heb er toch geen welgevallen aan; en het dankoffer van uw vette beesten mag Ik niet aanzien. Doe het getier van uw liederen van Mij weg; ook mag Ik het spel van uw luiten niet horen. Maar laat het oordeel zich daarheen wenden als de wateren, en de gerechtigheid als een sterke beek. “Vormendienst en ceremonies vormen niet het koninkrijk van God. Ceremonies worden talrijk en buitensporig wanneer de wezenlijke principes van het koninkrijk van God verloren zijn. Maar het is niet de vormendienst en de ceremonie die Christus verlangt. [...] Prachtige kleding, fraaie zang en instrumentale muziek in de gemeente roepen niet de gezangen van het engelenkoor op. In Gods ogen zijn deze dingen net als de takken van de onvruchtbare vijgenboom die niets dan aanmatigend bladeren droeg. Christus zoekt naar vruchten, naar de beginselen van goedheid, genegenheid en liefde. Dit zijn de principes van de hemel, en wanneer ze worden onthuld in het leven van de mens, mogen we weten dat Christus, de hoop der heerlijkheid, van binnen gevormd is. Een gemeente kan de armste in het land zijn, zonder muziek of uiterlijk vertoon, maar als zij deze beginselen bezit, kunnen de leden zingen, want de vreugde van Christus bevindt zich in hun ziel, en dit kunnen zij bieden als een lieflijke offerande aan God.” –Evangelism, blz. 511, 512. 14 Risico’s en gevolgen van desinteresse 4. Indien Christus’ bezielende oproepen geen reactie in iemands hart opwekt, wat zou dan de reden daarvan kunnen zijn? Romeinen 2:4-6. Romeinen 2:4-6 Of veracht u de rijkdom van Zijn goedertierenheid, en verdraagzaamheid, en lankmoedigheid, niet wetende, dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt? Maar naar uw hardheid, en onbekeerlijk hart, vergadert u uzelf toorn als een schat, in de dag des toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods. Die een ieder vergelden zal naar zijn werken. “Er zijn zoveel hardvochtige mannen en vrouwen op aarde, omdat echte liefde wordt gezien als zwakheid. Daardoor wordt ze onderdrukt en ontmoedigd. De betere aard van deze mensen is verstikt toen zij nog klein waren en als het licht van Gods liefde niet hun koude zelfzucht doet smelten, zal hun geluk voor altijd verwoest zijn. Als wij willen dat onze kinderen de tedere geest van Jezus en het medeleven zullen bezitten, dat engelen ons tonen, moeten wij de gulle, liefdevolle opwellingen in hun kinderjaren aanmoedigen.” –Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 427. 5. Wat zal er gebeuren als de leer van de waarheid met onverschilligheid wordt beschouwd? Éfeze 4:14. Éfeze 4:14 Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met alle wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listig tot dwaling te brengen. “God heeft standvastige, doelbewuste mannen en vrouwen nodig, waar men op ken bouwen in tijden van gevaar en beproeving, die even vast geworteld en gegrond zijn in de waarheid als de eeuwige bergen, die niet naar links of naar rechts geduwd worden, maar recht door zee gaan en altijd aan de goede kant staan. Er zijn sommigen die in tijden van godsdienstig gevaar bijna doorgaans gezien worden in de gelederen van de vijand; gaat er enige invloed van hen uit dan staan ze daarmee nog aan de verkeerde kant.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1, blz. 478. 15 6. Wat is een ander groot gevaar? Waarom? Matthéüs 24:48-50. Matthéüs 24:48-50 Maar zo die kwade dienstknecht in zijn hart zou zeggen: Mijn heer vertoeft te komen; En zou beginnen zijn mededienstknechten te slaan, en te eten en te drinken met de dronkaards; Zo zal de heer van deze dienstknecht komen ten dage, waarin hij hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet. “Het geloof in de spoedige komst van Christus taant. ‘Mijn Here vertoeft te komen’, zegt men niet enkel bij zichzelf, maar wordt uitgedrukt in woorden en zeer beslist in werken. Domheid in deze wachtenstijd benevelt de zinnen van Gods volk ten opzichte van de tekenen der tijden. De vreselijke ongerechtigheid, alom te bespeuren, vraagt om de grootste ijver en om het levend getuigenis, ten einde de zonde uit de gemeente te houden. Het geloof verschrompelt op een vreselijke wijze, en het is enkel door oefening, dat het kan vermeerderen.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1, blz. 339. “Het weten dat Christus’ komst nabij is mag haar kracht niet verliezen. We mogen niet zorgeloos en onoplettend worden en gaan sluimeren, zodat we ongevoelig en onverschillig voor de werkelijkheid worden. Als we half slapen bevinden we ons in een onrealistische wereld en zijn we niet attent op dingen die rondom ons plaatsvinden. ...” –Maranatha, de Here komt, blz. 220. Lessen uit de ervaring van de discipelen 7. Welke grote zwakheid toonden de discipelen ten tijde van een crisis? In wat voor gevaar plaatsten zij zich? Matthéüs 26:40, 41. Matthéüs 26:40, 41 En Hij kwam tot de discipelen en vond hen slapende, en zei tot Petrus: Kunt u dan niet één uur met Mij waken? Waakt en bidt, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. “De discipelen hadden echter op zichzelf vertrouwd. Zij hadden niet gezien naar de machtige Helper zoals Christus hun had aangeraden te doen. Toen de Heiland daarom het meest behoefte had aan hun medeleven en gebeden, waren zij in slaap gevallen. Zelfs Petrus sliep. Ook Johannes, de discipel die aan de borst van Jezus leunde, 16 was in slaap gevallen. De liefde van Johannes voor zijn Meester had toch zeker hem wakker moeten houden.” –Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 573. 8. Waarom is hetzelfde gevaar vandaag de dag aanwezig? 1 Thessalonicensen 5:6. 1 Thessalonicensen 5:6 Zo laat ons dan niet slapen, zoals de anderen, maar laat ons waken, en nuchter zijn. “Waakt, broeders, de eerste verduistering van uw licht, de eerste verwaarlozing van het gebed, het eerste symptoom van geestelijke sluimering. ‘Wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.’ Door de voortdurende uitoefening van het geloof en de liefde die er voor zorgen dat de gelovigen schijnen als lichten in de wereld. ... ‘Waakt en bidt, opdat u niet in verzoeking komt.’ Er zijn hevige gevechten voor u te strijden. U dient de gehele wapenrusting der gerechtigheid aan te doen en uzelf sterk en waarachtig in te zetten in dienst van uw Verlosser.” –Testimonies for the Church, vol. 4, blz. 124, 125. 9. Waarom is Christus nog niet teruggekomen? Wat is zeker? 2 Petrus 3:9; Hebreeën 10:35-37. 2 Petrus 3:9 De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen. Hebreeën 10:35-37 Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft. Want u hebt lijdzaamheid van node, opdat u, de wil van God gedaan hebbende, de beloftenis moogt wegdragen; Want: Nog een zeer weinig tijd en Hij, Die te komen staat, zal komen, en niet vertoeven. “Onze Heer vertraagt vanwege Zijn lankmoedigheid jegens ons, ‘niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen.’ Maar wanneer wij, met alle verlosten, bij de glazen zee zullen staan, met gouden harpen en glorierijke kronen, en vóór ons de onmetelijkheid van de eeuwigheid, dan zullen we zien hoe kort de wachttijd van de beproeving was. ‘Zalig zijn die 17 dienstknechten, die de Heer, als Hij komt, wakende zal vinden.’ ” –Testimonies for the Church, vol. 5, blz. 485. “Het kan zijn dat we in deze wereld moeten blijven, vanwege de weerspannigheid van zovele jaren, zoals bij de kinderen Israëls; maar om Christus’ wil, moet Zijn volk geen zonde aan zonde toevoegen en dan God beschuldigen van de gevolgen van hun eigen verkeerde handelwijze.” –Maranatha, de Here komt, blz. 19. De overwinning verkrijgen 10. Wat is noodzakelijk voor de overwinning en de verlossing? Filippensen 2:12, 13; Hebreeën 12:4; 1 Johannes 3:2, 3. Filippensen 2:12, 13 Alzo dan, mijn geliefden, gelijk u te allen tijd gehoorzaam geweest bent, niet als in mijn tegenwoordigheid alleen, maar veelmeer nu in mijn afwezigheid, werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven; Want het is God, Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen. Hebreeën 12:4 U hebt nog ten bloede toe niet tegengestaan, strijdende tegen de zonde. 1 Johannes 3:2, 3 Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, die reinigt zichzelf, gelijk Hij rein is. “Elke dag, elk jaar zullen we ons eigen-ik overwinnen en opgroeien in karakteradel Dit is de ons toegewezen taak; maar die kan niet gedaan worden zonder de hulp van Jezus, zonder resoluutheid van wil, een vast omlijnd doel, aanhoudende waakzaamheid en volhardend gebed. Een ieder heeft een persoonlijke strijd te strijden. Zelfs God kan ons karakter niet veredelen of ons leven bruikbaar maken, zo wij niet met Hem medewerken. Zij, die zich onttrekken aan de strijd, verliezen de kracht en de vreugde der overwinning.” –Gezin en gezondheid, blz. 289. _____ 18 3e Les Sabbat 19 juli 2014 Sabbatbegin 21.50 u. ↔ 21.49 u. De toestand van velen “Als wij een juist beeld hebben van Christus’ opdracht op aarde, en wat ons werk is, zullen wij niet ontmoedigd raken vanwege ons kleine aantal. Christus zei, toen gevraagd werd of er maar weinigen gered zullen worden: ‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door deze ingaan.’ Hij geeft nu de reden: ‘Want de poort is eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die deze vinden.’ (Matthéüs 7:13, 14)” –Historical Sketches of the Foreign Missions of the Seventh-day Adventists, blz. 232. Algemene toestand van de maatschappij 1. Wie leidt de meerderheid van de mensen op aarde? Hoe weet u dat? Éfeze 2:2, 3; 1 Johannes 5:19. Éfeze 2:2, 3 In welke u eertijds gewandeld hebt naar de eeuw dezer wereld, naar de overste van de macht der lucht, van de geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid; Onder welke ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden van ons vlees, doende de wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen; 1 Johannes 5:19 Wij weten, dat wij uit God zijn, en dat de gehele wereld in het boze ligt. “Zou het grote aantal een bewijs van succes zijn, dan mag satan aanspraak maken op de hoogste voortreffelijkheid, want in deze wereld zijn zijn volgelingen ver in de meerderheid.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 442. “De geest van de wereld is tegenwoordig niet méér in overeenstemming met de geest van Christus dan vroeger. Zij die het Woord van God in al zijn zuiverheid verkondigen, zullen nu niet beter worden ontvangen dan toen. De vormen van het verzet tegen de waarheid kunnen veranderen en de vijandschap is misschien minder openlijk omdat zij sluwer is, maar dezelfde tegenstand bestaat nog 19 altijd en zal tot het einde der tijden tot uiting komen.” –De grote strijd, blz. 132, 133. 2. Wat is tegenwoordig de toestand van de maatschappij in het algemeen? Romeinen 3:10-18; 2 Timótheüs 3:1-5. Romeinen 3:10-18 Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één; Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt. Allen zijn zij afgeweken, tesamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot één toe. Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen. Wier mond vol is van vervloeking en bitterheid; Hun voeten zijn snel om bloed te vergieten; Vernieling en ellendigheid is in hun wegen; En de weg des vredes hebben zij niet gekend. Er is geen vreze Gods voor hun ogen. 2 Timótheüs 3:1-5 En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan zullen zware tijden. Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelf, geldgierig, laatdunkend, hovaardig, lasteraars, de ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig. Zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, kwaadsprekers, onmatig, wreed, zonder liefde tot de goeden, Verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers der wellusten dan liefhebbers Gods; Hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht daarvan verloochend hebben. Heb ook een afkeer van dezen. “We leven te midden van een ‘epidemie van misdaad’ waarover nadenkende, godvrezende mensen versteld staan. De pen van de mens is niet in staat het alom overheersende verderf te beschrijven. Elke dag kan men opnieuw lezen van politieke strijd, omkoperij, en bedrog; elke dag zijn er weer berichten over geweldpleging en wetsovertreding, over onverschilligheid ten aanzien van het menselijke lijden, over brute, duivelse vernietiging van menselijk leven. Elke dag maakt gewag van toenemende krankzinnigheid, moord en zelfmoord.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 336, 337. Oorzaak van de overweldigende goddeloosheid 3. 20 Wat is de oorzaak van het vele lijden in de wereld? Jesája 24:5, 6. Jesája 24:5, 6 Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzettingen, zij vernietigen het eeuwig verbond. Daarom verteert de vloek het land, en die daarin wonen, zullen verwoest worden; daarom zullen de inwoners des lands verbrand worden, en er zullen weinig mensen overblijven. “We leven in een tijd van grote verdorvenheid. Menigten zijn slaaf geworden van zondige en kwade gewoontes, en de boeien die hen vastbinden, zijn moeilijk los te breken. Ongerechtigheid overstelpt de aarde als een vloed. Misdaden die bijna te schrikwekkend zijn om te noemen, gebeuren dagelijks. En toch zijn er mensen die beweren wachters te zijn op de muren van Sion en leren dat de wet slechts voor de joden is gemaakt, en weggevallen is met de prachtige voorrechten die het evangelie met zich meebracht. Is er geen relatie tussen de heersende wetteloosheid en misdaad, en het feit dat voorgangers en mensen zeggen en leren dat de wet geen bindende kracht meer heeft?” –Selected Messages, boek 1, blz. 219, 220. “Vanwege de overtreding is de vloek van God over de aarde zelf gekomen, en over het vee, en over alle vlees. Mensen hebben te lijden onder de gevolgen van hun eigen handelen, doordat ze zijn afgeweken van de geboden van God. De dieren lijden ook onder deze vloek.” –Counsels on Diet and Foods, blz. 411. 4. Waarom heeft zonde zo’n grote macht over de mensheid? Romeinen 7:14, 15, 19; 6:16. Romeinen 7:14, 15, 19 Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik. [...] Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. Romeinen 6:16 Weet u niet, dat aan wie u uzelf stelt tot dienstknechten ter gehoorzaamheid, u dienstknechten bent van hem, die u gehoorzaamt, óf van de zonde tot de dood, óf van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid? “De gevallen mens is satans wettige gevangene. Jezus Christus is gezonden om ons uit zijn macht te bevrijden. Van nature is de mens geneigd om op de voorstellen van satan in te gaan. Uit zichzelf kan 21 hij zo’n geduchte vijand niet met succes weerstaan, tenzij Christus, de machtige Overwinnaar, in hem woont, en zijn verlangens stuurt en hem kracht geeft. God alleen kan aan de macht van satan grenzen stellen.” –Boodschappen aan jonge mensen, blz. 47. Andere vertegenwoordigingen van menigten mensen 5. Waarmee wordt deze wijdverspreide toestand vergeleken? Jesája 60:2, eerste gedeelte; Johannes 1:5; 3:19. Jesája 60:2a Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; maar over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. Johannes 1:5; 3:19 En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. [...] En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos. “Terwijl de dwaling snel toeneemt, moeten wij trachten wakker te zijn in de zaak van God, en te beseffen, in welke tijd wij leven. Duisternis zal de aarde bedekken, en dichte duisternis de volken. En terwijl bijna allen rondom ons omhuld worden door de dichte duisternis van dwaling en bedrog, past het ons om onze stompheid af te schudden en nabij God te leven, waar wij goddelijke stralen van licht en heerlijkheid kunnen opvangen van het aangezicht van Jezus. Terwijl de duisternis dichter wordt en de dwaling toeneemt, moeten wij een degelijke kennis van de waarheid verkrijgen, en bereid zijn om onze stelling te handhaven uit de Schriften.” –Eerste geschriften, blz. 118. 6. Welk ander symbool illustreert de macht die menigten, naties en volken beheerst? Openbaring 17:1, laatste gedeelte 2, 15. Openbaring 17:1b, 2, 15 ... Kom herwaarts, ik zal u tonen het oordeel van de grote hoer, die daar zit op vele wateren; Met welke de koningen der aarde gehoereerd hebben, en die de aarde bewonen zijn dronken geworden van de wijn van haar hoererij. [...] En hij zei tot mij: De wateren, die u gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken, en scharen, en natiën, en tongen. 22 “In Openbaring 17 zegt een engel: ‘De wateren, die gij zaagt (…) zijn natiën en menigten en volken en talen’. (vers 15) Winden zijn het symbool van strijd. De ‘vier winden des hemels’, die de grote zee in beroering brengen, zijn de bloedige veroveringen en revoluties waardoor deze rijken aan de macht zijn gekomen.” –De grote strijd, blz. 409. “… Wijn van dwaling is opgebouwd uit valse doctrines, zoals de natuurlijke onsterfelijkheid van de ziel, de eeuwige marteling van de ongelovigen, de ontkenning van Jezus’ voorbestaan voordat Hij in Bethlehem geboren werd, en de eerste dag van de week aanbevelen en verheerlijken boven Gods heilige en geheiligde dag. Deze en verwante dwaalleren worden aan de wereld gebracht door de verschillende kerken, waardoor de Schriften vervuld worden die zeggen, ‘Omdat uit de wijn van de toorn van haar hoererij alle volken gedronken hebben.’ ” –Testimonies to Ministers and Gospel Workers, blz. 61, 62. Een overblijfsel zal gered worden 7. Welke ramp overkwam de mensheid op aarde in Noachs tijd? Hoe kan die periode vergeleken worden met onze huidige tijd? Genesis 6:5, 7, 11-13. Genesis 6:5, 7, 11-13 En de HEERE zag, dat de boosheid des mensen menigvuldig was op de aarde, en al het gedichtsel van de gedachten zijns harten te allen dage alleen boos was. [...] En de HEERE zei: Ik zal de mens, die Ik geschapen heb, verdelgen van de aardbodem, van de mens tot het vee, tot het kruipend gedierte, en tot het gevogelte des hemels toe; want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb. [...] Maar de aarde was verdorven voor Gods aangezicht; en de aarde was vervuld met wrevel. Toen zag God de aarde, en ziet, zij was verdorven; want al het vlees had zijn weg verdorven op de aarde. Daarom zei God tot Noach: Het einde van alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen; want de aarde is door hen vervuld met wrevel; en zie, Ik zal hen met de aarde verderven. “Niet de menigte of de meerderheid had het recht aan zijn zijde. De wereld had zich verenigd tegen Gods bestuur en Zijn wetten, en Noach werd als een dweper [fanatiekeling] beschouwd. [...] ‘De dreigementen van God’, zo zeiden ze, ‘zijn bedoeld om af te schrikken, en zullen nooit uitgevoerd worden. U behoeft geen vrees te koesteren. 23 God zal de wereld, die Hij geschapen heeft, nooit verwoesten, en de mensen, die Hij geschapen heeft, zullen nooit gestraft worden. Wees maar niet bang. Noach is een dweper.’ ” –Patriarchen en profeten, blz. 65. “De wereld neemt toe in slechtheid zoals in de dagen van Noach.” –(Brief 279, 1905) A Call to Medical Evangelism and Health Education, blz. 22. “Dezelfde zonden die in de dagen van Noach oordeel over de wereld brachten, bestaan in onze tijd ook. Mannen en vrouwen gaan nu zover in eten en drinken dat het eindigt in gulzigheid en dronkenschap. Deze voorname zonde, het toegeven aan een ontaarde eetlust, deed de hartstochten ontbranden van mensen in de dagen van Noach, en leidde tot wijdverbreide verdorvenheid. Het geweld en de zonde reikten tot aan de hemel.” –Adviezen over dieet en voeding, blz. 128. 8. Welk gedeelte zal slechts gered worden, ook al zou Gods belijdende gemeente nu miljoenen leden tellen? Waarom? Romeinen 9:27. Romeinen 9:27 En Jesája roept over Israël: Al ware het getal van de kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden. “De meerderheid van de mensen die in naam christen zijn, en die belijden voor Christus te leven, leven in werkelijkheid voor de wereld. Ze zien niet in hoe hoogstaand hemelse dingen zijn, en daarom kunnen ze daar niet werkelijk van houden. Veel mensen belijden het christendom, omdat dat aanzien geeft. Ze zien niet in, dat werkelijk christen zijn betekent: je kruis dragen. Hun geloof oefent maar weinig invloed uit, om hen te weerhouden van het deelnemen aan werelds genot.” –Boodschappen aan jonge mensen, blz. 354. “Niet allen echter zullen in de strikken van de vijand vallen. Wanneer het einde der aardse dingen nadert, zullen zij die getrouw zijn, in staat zijn de tekenen der tijden te onderscheiden. Hoewel een groot aantal belijdende gelovigen hun geloof door hun leven zal logenstraffen, zal er toch een overblijfsel zijn dat tot het einde toe zou volharden.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 390. 24 De smalle weg 9. Waarin kan geen vertrouwen worden gesteld als het op geloof en waarheid aankomt? Waarom? Éxodus 23:2; 1 Korinthe 1:19, 20. Éxodus 23:2 U zult de menigte tot boze zaken niet volgen; en u zult niet spreken in een twistzaak, dat u zich neigt naar de menigte, om het recht te buigen. 1 Korinthe 1:19, 20 Want er is geschreven: Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan, en het verstand der verstandigen zal Ik te niet maken. Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid van deze wereld niet dwaas gemaakt? “De meningen van geleerden, de gevolgtrekkingen van de wetenschap, de geloofsbelijdenissen of beslissingen van kerkvergaderingen, die even talrijk en tegenstrijdig zijn als de kerken die ze verdedigen, de stem van de meerderheid – niets van dit alles mag worden beschouwd als het bewijs vóór of tegen één of ander geloofspunt. Voordat men leerstellingen of geboden aanneemt, moet men het bewijs hebben dat ze door een duidelijk ‘Zo spreekt de Here’ worden gestaafd. [...] De meeste mensen zijn niet gesteld op de waarheid van de Bijbel omdat ze indruist tegen het zondige, wereldse hart. Satan zorgt dan wel voor de misleidingen waar ze zó van houden.” –De grote strijd, blz. 549. 10. Hoe wordt de weg van verlossing kenbaar gemaakt in de Bijbel? Hoe velen zullen die weg bewandelen? Matthéüs 7:13, 14; Jeremía 21:8. Matthéüs 7:13, 14 Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door deze ingaan; Want de poort is eng; en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die deze vinden. Jeremía 21:8 En tot dit volk zult u zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik stel voor uw aangezicht de weg des levens en de weg des doods. “God stelt aan de mens het leven en de dood voor. Hij kan kiezen. Velen verlangen naar het leven, maar gaan toch voort met te wandelen op de brede weg. Zij verkiezen om opstandig te zijn tegen 25 Gods regering, niettegenstaande Zijn grote genade en mededogen daarin, dat Hij Zijn Zoon gegeven heeft om voor hen de dood te ondergaan. Zij, die niet verkiezen om de zo duur gekochte zaligheid aan te nemen, moeten gestraft worden. Maar ik zag dat God hen niet in de hel zou opsluiten om eindeloze ellende te verduren, en hen evenmin naar de hemel zal brengen; want hen in het gezelschap van de reinen en heiligen te brengen, zou hen uitermate ellendig maken. Maar Hij zal ze ganselijk vernielen, en maken alsof ze niet geweest waren; dan zal aan Zijn rechtvaardigheid voldaan zijn. [...] Nadat de goddelozen verdelgd zullen zijn van de aarde, zal het ganse hemelse heirleger zeggen, ‘Amen!’ ” –Eerste geschriften, blz. 262. “Er zijn duizenden die het pad van duisternis en dwaling bewandelen, de brede weg die leidt tot de dood. Zij vleien zichzelf dat ze op het pad naar geluk en de hemel zitten, maar ze zullen het ene niet vinden, noch het andere bereiken.” –Testimonies for the Church, vol. 3, blz. 438. “Als we Christus als onze gids nemen, zal Hij ons veilig langs het smalle pad leiden. De weg mag dan ruw en doornig zijn; de helling steil en gevaarlijk; afgronden aan de rechter- en aan de linkerkant; we mogen dan maar moeizaam vooruit komen; en wanneer we vermoeid zijn en verlangen naar rust, zullen we misschien door moeten gaan; wanneer we verzwakken, zullen we misschien moeten vechten; wanneer we ontmoedigd raken, zullen we misschien toegeroepen worden om de hoop niet te verliezen; maar met Christus als onze Gids zullen we de weg naar het onsterfelijke leven niet verliezen, we zullen niet falen om de verlangde haven uiteindelijk te bereiken.” –Our Father Cares, blz. 134, 135. _____ 4e Les Sabbat 26 juli 2014 Sabbatbegin 21.41 u. ↔ 21.39 u. De toestand van weinigen “Het ware volk Gods, dat hart heeft voor het werk des Heren en voor de redding van zielen, zal de zonde altijd zien in haar waar, zondig karakter. 26 Zij zullen tegenover de zonden, die het volk Gods zo gemakkelijk aankleven, een standpunt innemen, zoals de Bijbel dat voorschrijft. Vooral in het afsluitingswerk van de gemeente, en in de tijd der verzegeling van de honderd en vier en veertig duizend, die vlekkeloos zullen staan voor Gods troon, zullen ze innerlijk bewogen worden door de verkeerdheden onder Gods belijdend volk.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1, blz. 344. Zich inspannen om binnen te gaan 1. Wat antwoordde Jezus toen Hem werd gevraagd hoeveel gered zouden worden? Waarom is dit zo? Lukas 13:23, 24. Lukas 13:23, 24 En er zei een tot Hem: Heere, zijn er ook weinigen, die zalig worden? En Hij zei tot hen: Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen, zeg Ik u, zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen. “Wij drijven niet vanzelf naar de hemel. Een luiaard zal daar niet binnenkomen. Als wij ons niet inspannen om het koninkrijk binnen te gaan, als wij niet ons best doen om de wetten daarvan te leren kennen, zijn wij daarvoor niet geschikt. Zij die weigeren om op aarde met God samen te werken, zullen ook in de hemel niet met Hem samenwerken. Het zou niet verstandig zijn hen in de hemel te brengen.” –Lessen uit het leven van alledag, blz. 168. “De mens is een rol toebedeeld in deze grote worsteling om het eeuwige leven. Hij moet reageren op de werking van de Heilige Geest. Het vereist een worsteling om door de machten van de duisternis heen te breken. De Geest werkt in hem om dit tot stand te brengen. Maar de mens is geen passief wezen, die in luiheid gered moet worden. Hij wordt opgeroepen om elke spier te spannen en elke eigenschap te oefenen in de worsteling naar onsterfelijkheid. Toch is het God die de doeltreffendheid verleent. Geen mens kan in luiheid gered worden. De Heer gebiedt ons: ‘Strijd om binnen te gaan door de nauwe poort, want velen, zeg Ik u, zullen proberen binnen te gaan en het niet kunnen.’ (Lukas 13:24) ‘Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden.’ (Matthéüs 7:13, 14) –MS 16, 1896.” –Geest, Karakter en Persoonlijkheid, blz. 637. 27 Een zeer klein overblijfsel 2. Welk deel van de bevolking in de tijd van het oude Israël was gehoorzaam? Hoe kunnen wij dat vergelijken met onze tijd? Jesája 1:9; 4:3; Romeinen 11:5. Jesája 1:9; 4:3 Zo niet de HEERE der heerscharen ons nog een weinig overblijfsel had gelaten, als Sódom zouden wij geworden zijn; wij zouden Gomórra gelijk zijn geworden. [...] En het zal geschieden, dat de overgeblevene in Sion, en de overgelatene in Jeruzalem zal heilig geheten worden, een ieder, die geschreven is ten leven te Jeruzalem. Romeinen 11:5 Alzo is er dan ook in deze tegenwoordige tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade. “Vooral wat betreft de sociale toestand van het volk was het uitzicht erg somber. [...] Onrechtvaardige gebruiken hadden onder alle klassen zozeer de boventoon, dat de weinigen die trouw waren gebleven aan God, dikwijls op het punt stonden de moed te verliezen, en toe te geven aan moederloosheid en wanhoop. Het zag ernaar uit dat Gods plannen met Israel zouden falen, en dat het opstandige volk een zelfde lot beschoren was als Sodom en Gomorra.” –Profeten en koningen, blz. 189, 190. “Een spoortrein werd mij getoond, die met bliksemsnelheid voortging. De engel zei mij, dat ik nauwkeurig moest opletten. Ik richtte mijn ogen op de trein. Het scheen alsof de gehele wereld in de trein zat; dat er niemand achtergelaten kon zijn. [...] Ik vroeg de engel of er niemand achter was gebleven. Hij zei mij, dat ik in de tegenovergestelde richting kijken moest, en daar zag ik een klein gezelschap reizende langs een smal pad. Allen schenen nauw verenigd te zijn, aaneen gebonden door de waarheid, in bundels of gezelschappen.” –Eerste geschriften, blz. 97, 98. 3. Hoeveel van de miljoenen mensen waren gered in Noachs tijd? 1 Petrus 3:20. 1 Petrus 3:20 Die eertijds ongehoorzaam waren, wanneer de lankmoedigheid Gods eenmaal verwachtte, in de dagen van Noach, toen de ark toebereid werd; waarin weinige (dat is acht) zielen behouden werden door het water. 28 “Van allen die op de aarde woonden voor de vloed, geloofden slechts acht mensen het woord van God. Gedurende honderd twintig jaar waarschuwde Noach de wereld voor haar dreigende ondergang, maar zijn boodschap werd verworpen en veracht. Zo zal het ook nu zijn.” –Patriarchen en profeten, blz. 71. De Heer kan met weinig werken 4. Zijn er grote aantallen nodig om overwinningen te behalen voor Gods zaak? Waarom, of waarom niet? Richteren 7:6, 7; 1 Samuël 14:6, laatste gedeelte. Richteren 7:6, 7 Toen was het getal van hen, die met hun hand tot hun mond gelekt hadden, driehonderd man; maar alle overigen van het volk hadden op hun knieën gebukt, om water te drinken. En de HEERE zei tot Gídeon: Door deze driehonderd mannen, die gelekt hebben, zal Ik u verlossen, en de Midianieten in uw hand geven; daarom laat al dat volk weggaan, een ieder naar zijn plaats. 1 Samuël 14:6b Jónathan nu zei tot de jongen, die zijn wapens droeg: Kom, en laat ons tot de bezetting van deze onbesnedenen overgaan; misschien zal de HEERE voor ons werken; want bij de HEERE is geen verhindering, om te verlossen door velen of door weinigen. “De driehonderd uitverkoren mannen waren niet alleen moedig en zelfbeheerst, maar ze waren ook gelovig. Ze hadden zich niet verontreinigd met afgoderij. God kon hen leiden, en door hen de verlossing van Israël tot stand brengen. Succes is niet van aantallen afhankelijk. God kan evengoed door weinigen als door velen verlossing schenken. Hij wordt meer geëerd door het karkater van degenen die Hem dienen dan door het grote aantal aanbidders.” –Patriarchen en profeten, blz. 501. 5. Waarom is het niet goed om het aantal van Gods gemeente te vergelijken met die van andere organisaties? Deuteronomium 7:7; Openbaring 12:17. 29 Deuteronomium 7:7 De HEERE heeft geen lust tot u gehad, noch u verkoren, om uw veelheid boven alle andere volken; want u was het kleinste van alle volken. Openbaring 12:17 En de draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren, en het getuigenis van Jezus Christus hebben. “Het peil verlagen om populariteit te verkrijgen en in aantal te groeien, om zich dan nog over die groei te verheugen, laat zien dat er een grote verblindheid heerst. Zou het grote aantal een bewijs van succes zijn, dan mag satan aanspraak maken op de hoogste voortreffelijkheid, want in deze wereld zijn zijn volgelingen ver in de meerderheid.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 442. “De Heer verklaarde over Israel: ‘... dat volk zal alleen wonen, en het zal onder de heidenen niet gerekend worden.’ Numeri 23:9. Deze woorden zijn zowel van toepassing op het oude Israel, alsook op ons. Gods volk moet alleen staan.” –Testimonies for the Church, vol. 7, blz. 109. “Schaam u nooit vanwege uw geloof. Sta nooit aan de kant van satan. ‘Gij zijt het licht der wereld’ (Matthéüs 5:14). Uw geloof moet geopenbaard worden als een kostbare waarheid, die allen moeten bezitten wanneer zij gered willen worden. Als volk zijn we in de minderheid. We zijn niet populair. Onze vijanden zullen ons in de gaten houden ten kwade, om ons te beschamen en onze zielen te bederven. Ze zullen onze motieven niet waarderen.” –Testimonies for the Church, vol. 5, blz. 520, 521. Een overblijfsel dat Gods wil zal doen 6. Is het genoeg om gedoopt te zijn en lid van een gemeente? Deel uw gedachten hierover. Matthéüs 22:14; 7:21. Matthéüs 22:14 Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. Matthéüs 7:21 Niet een ieder, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet de wil van Mijn Vader, Die in de hemelen is. “Het woord van God zegt duidelijk dat maar weinigen gered zullen worden, en dat het grotere aantal van degenen die geroepen zijn 30 zullen aantonen dat zij onwaardig zijn voor het eeuwige leven. Ze zullen geen deel hebben in de hemel, maar hun aandeel hebben met satan, en de tweede dood ervaren.” –Testimonies for the Church, vol. 2, blz. 293, 294. “Louter een belijdenis van geloof in Christus, een aanmatigende kennis van de waarheid maken iemand nog niet tot een christen. Een godsdienst die slechts het oog, het oor en de smaak probeert te strelen, of die eigen genotzucht goedkeurt, is niet de godsdienst van Christus. [...] Het is niet voldoende de theorie der waarheid te geloven, te beweren in Christus te geloven, en te geloven dat Jezus geen bedrieger is en dat de godsdienst van de Bijbel niet bestaat uit kunstig verdichte fabelen. Johannes schrijft: ‘Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet; maar wie Zijn woord bewaart, in die is waarlijk de liefde Gods volmaakt. Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem zijn’. ‘En wie Zijn geboden bewaart, blijft in Hem en Hij in hem’ 1 Johannes 2:4, 5; 3:24.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 235, 409, 410. 7. In wat voor geestelijke toestand zullen ware gelovigen gevonden worden in de eindtijd? Zefánja 3:12, 13; Openbaring 14:5. Zefánja 3:12, 13 Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op de Naam des HEEREN betrouwen. De overgeblevenen van Israël zullen geen onrecht doen, noch leugen spreken, en in hun mond zal geen bedriegelijke tong gevonden worden; maar zij zullen weiden en neerliggen, en niemand zal hen verschrikken. Openbaring 14:5 En in hun mond is geen bedrog gevonden; want zij zijn onberispelijk voor de troon van God. “Ieder mens waardoor God werkt, zal moeten leren dat de levende, altijd aanwezige, altijd werkende God oppermachtig is, en hem talenten verleend heeft om te gebruiken – een intellect dat voortbrengt; een hart dat de zetel is van Zijn troon; hartelijkheid dat tot zegen voortvloeit voor iedereen met wie deze in contact komt, een geweten waardoor de Heilige Geest hem kan overtuigen van zonde, gerechtigheid, en oordeel. [...] Voor eer komt nederigheid. Om een hoge plaats te bekleden voor mensen kiest de Hemel een arbeider die … een nederige plek inneemt voor God. De meest kinderlijke 31 discipel is het meest efficiënt in het werk voor God.” –My Life Today, blz. 332. “O, hoe velen heb ik in de tijd der benauwdheid zonder beschutting gezien! Zij hadden de nodige voorbereiding verzuimd; derhalve konden zij de verkoeling niet ontvangen, die allen moeten hebben om hen geschikt te maken om voor het aangezicht van een heilige God te leven. [...] Ik zag, dat niemand deel kan nemen aan de ‘verkoeling’ tenzij hij eerst de overwinning behaald heeft over iedere lievelingszonde, over hoogmoed, zelfzucht, liefde tot de wereld, en over ieder verkeerd woord en iedere verkeerde daad. [...] Laat ons eraan gedenken, dat God heilig is, en dat alleen heilige wezens ooit in Zijn tegenwoordigheid kunnen verkeren.” –Eerste geschriften, blz. 76, 77. 8. Welke speciale eigenschap kenmerkt de overblijvende gemeente? Ezechiël 9:4; Matthéüs 5:4. Ezechiël 9:4 En de HEERE zei tot hem: Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden van de lieden, die zuchten en uitroepen over al die gruwelen, die in het midden daarvan gedaan worden. Matthéüs 5:4 Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden. “Die geen hartzeer hebben over hun eigen geestelijke afwijking, die niet treuren over de zonden van anderen, zullen het zegel Gods niet ontvangen. [...] Ten tijde dat het gevaar en de inzinking van de Gemeente het grootst zijn, zal het kleine kuddeke, degenen die staan in het licht, zuchten en uitroepen over de gruwelen die in den lande geschieden. Maar nog meer in het bijzonder zullen hun gebeden oprijzen ten gunste van de Gemeente, omdat haar leden doen naar de wijze der wereld.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 63, 62. Een overblijfsel dat over zonde rouwt 9. 32 Waarom zou ieder persoon verdriet moeten hebben en rouwen over zijn zonden? Jakobus 4:7-10. Jakobus 4:7-10 Zo onderwerpt u dan aan God, weerstaat de duivel, en hij zal van u vlieden. Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt de handen, u zondaars, en zuivert de harten, u dubbelhartigen! Gedraagt u als ellendigen, en treurt en weent; uw lachen worde veranderd in treuren, en uw blijdschap in bedroefdheid. Vernedert u voor de Heere, en Hij zal u verhogen. “Echt verdriet over zonde is het resultaat van het werk van de Heilige Geest. De Geest openbaart de ondankbaarheid van het hart dat de Heiland veronachtzaamd en bedroefd heeft en leidt ons berouwvol naar de voet van het kruis. Jezus wordt door elke zonde opnieuw gewond en als wij zien op Hem die wij doorstoken hebben, treuren we over de zonde die zulk een lijden op Hem heeft gebracht. Zulk treuren zal ons ertoe brengen de zonde op te geven.” –Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 243. 10. Welke ervaring moesten de discipelen maken? Wat voor soortgelijke ervaring is voor ons vandaag de dag nodig om te maken? Handelingen 1:13, 14. Handelingen 1:13, 14 En toen zij ingekomen waren, gingen zij op in de opperzaal, waar zij bleven, namelijk Petrus en Jakobus, en Johannes en Andréas, Filippus en Thomas, Bartholoméüs en Matthéüs, Jakobus, de zoon van Alféüs, en Simon Zelótes, en Judas, de broeder van Jakobus. Deze allen waren eendrachtig volhardende in het bidden en smeken, met de vrouwen, en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broeders. “Alle geschillen, elk verlangen naar voorrang uit hun gemoed verdrijvend, sloten zij zich als broeders in Christus dicht aaneen. Zij kwamen steeds nader tot God...” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 26. “Opwekking betekent een vernieuwing van het geestelijke leven, een opleving van de krachten van het verstand, een opstanding uit de geestelijke dood.” –(Review and Herald, 25 februari 1902) Selected Messages, boek 1, blz. 128. “Ik ben diep onder de indruk gekomen van taferelen, die korte tijd geleden in de nacht aan mij voorbijgegaan zijn. Er scheen een grote beweging – een werk van opwekking – in vele plaatsen voorwaarts te gaan. Ons volk verzamelde zich, Gods oproep beantwoordend. Mijn broeders, de Heer spreekt tot ons. Zullen we op Zijn stem dan 33 geen acht geven?” –(General Conference Bulletin, 19 mei 1913, blz. 34) Selected Messages, boek 2, blz. 402. _____ 5e Les Sabbat 2 augustus 2014 Sabbatbegin 21.30 u. ↔ 21.28 u. Wees op uw hoede voor emotionele, valse opwekkingen “Er is een klasse van mensen die altijd klaar staat om af te gaan op iets dat raakt, die iets aparts, schitterends en nieuw willen oppikken; maar God wil dat we ons allemaal rustig voortbewegen, bedachtzaam, en dat we onze woorden kiezen in overeenstemming met de vaste waarheid voor deze tijd. De waarheid moet zo vrij als mogelijk de geest worden gebracht van datgene wat emotioneel is, terwijl het nog steeds is voorzien van de intensiteit en de plechtigheid die past bij haar karakter. We moeten waken tegen het aanmoedigen van extremisten, die zich ofwel in het vuur of in het water zouden bevinden.” –Evangelism, blz. 611. Ware en valse opwekkingen 1. Wat werd geprofeteerd aangaande de opkomst van zogenaamde profeten die ook tekenen en wonderen zullen verrichten? Welke valse godsdienstige opwekking zal de wereld in de laatste dagen opzwepen? Matthéüs 24:24; Deuteronomium 13:1-3, eerste gedeelte. Matthéüs 24:24 Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, en zullen grote tekenen en wonderheden doen, alzo dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden. Deuteronomium 13:1-3a Wanneer een profeet, of dromen-dromer, in het midden van u zal opstaan, en u een teken of wonder geven; En dat teken of dat wonder komt, dat hij tot u gesproken had, zeggende: Laat ons andere goden, die u niet gekend hebt, navolgen en hen 34 dienen; U zult naar de woorden van die profeet, of naar die dromendromer niet horen. “Ik zag dat God oprechte kinderen heeft onder de naam-Adventisten en de gevallen kerken, en voordat de plagen uitgestort worden, zullen predikanten en leden opgeroepen worden om deze kerken te verlaten, en zullen zij de waarheid met blijdschap aannemen. Satan weet dit; en voordat de luide kreet van de derde engel gehoord wordt, zal hij een opwinding doen ontstaan in deze godsdienstige lichamen, ten einde degenen, die de waarheid verworpen hebben te doen geloven, dat God met hen is. Hij hoopt de oprechten te misleiden, en hen te doen denken, dat God nog voor de kerken werkt.” –Eerste geschriften, blz. 313, 314. 2. Wat zal satan doen, wanneer het de tijd is voor Gods ware opwekking? Hoe zullen zijn misleidingen zijn? 2 Korinthe 11:13-15. 2 Korinthe 11:13-15 Want zulke valse apostelen zijn bedriegelijke arbeiders, zich veranderende in apostelen van Christus. En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts. Zo is het dan niets groots, indien ook zijn dienaars zich veranderen, als waren zij dienaars der gerechtigheid; van wie het einde zal zijn naar hun werken. “Vóór de laatste uitstorting van Gods oordelen over de aarde zal er onder Gods volk zulk een herleving van de oorspronkelijke godsvrucht zijn, zoals er sinds de tijd van de apostelen geen meer geweest is. [...] De vijand van de mens wil dit werk verhinderen, en voordat de tijd voor zo’n beweging is aangebroken, zal hij alles in het werk stellen om het te verhinderen door iets anders in te voeren dat erop lijkt. [...] Men zal de indruk krijgen dat er weer een grote belangstelling is voor alles wat met godsdienst te maken heeft. Veel mensen zullen er zich over verheugen dat God op zo’n wonderbaarlijke manier voor hen werkt, terwijl het in feite het werk van een andere geest is. Satan zal onder het mom van godsdienstigheid zijn invloed op de christelijke wereld proberen te vergroten.” –De grote strijd, blz. 430, 431. 35 Emotionaliteit en sensatiezucht vermijden 3. Waarom werken bovennatuurlijke verschijnselen in het voordeel van een valse opwekking? Openbaring 13:13, 14. Openbaring 13:13, 14 En het doet grote tekenen, zodat het ook vuur uit de hemel doet afkomen op de aarde, voor de mensen. En verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die er aan te doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij voor het beest, dat de wond van het zwaard had, en weer leefde, een beeld zouden maken. “De demonen zullen er binnenkort voor zorgen dat er spectaculaire verschijnselen van bovennatuurlijke aard aan de hemel te zien zullen zijn. De geesten van duivelen zullen uitgaan naar ‘de koningen der aarde’ en naar de gehele wereld om hen te misleiden en hen over te halen zich achter satan te scharen in zijn laatste strijd tegen Gods heerschappij. Satans medewerkers zullen zowel de machthebbers als hun onderdanen misleiden.” –De grote strijd, blz. 575, 576. 4. Welke middelen zullen de kwade machten gebruiken om hun misleidende doelen te bereiken? Wordt emotioneel of sensationeel prediken door de Geest van de Heer aanbevolen? Matthéüs 24:11; 2 Petrus 2:1, 3. Matthéüs 24:11 En vele valse profeten zullen opstaan, en zullen er velen verleiden. 2 Petrus 2:1, 3 En er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedekt invoeren zullen, ook de Heere, Die hen gekocht heeft, verloochenende, en een haastig verderf over zichzelf brengende. [...] En zij zullen door gierigheid, met gemaakte woorden, koopwaar van u maken; over welke het oordeel sedert lang niet ledig is, en hun verderf sluimert niet. “ ‘En weest daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelf met valse overlegging bedriegende.’ Het is gemakkelijk te worden meegevoerd door de stroom, en met de menigte Hosanna te roepen; maar in de rust van het dagelijks leven, als er geen bijzondere 36 opwinding of verhoging is, dan komt de test van het ware christendom. Dan is het dat uw hart koud wordt, en uw ijver afneemt, en religieuze uitoefeningen worden onsmakelijk voor u. U laat volstrekt na om de wil van God te doen.” –Testimonies for the Church, vol. 4, blz. 188. “Zo zegt Christus: ‘Gij zijt Mijn vrienden zo gij doet wat Ik u gebied’ Johannes 15:14. Dit is de ons gestelde voorwaarde; dit is do proef waaruit het karakter van de mens zal blijken. Gevoelens zijn vaak misleidend, gemoedsaandoeningen geen zekere waarborg, want die zijn aan verandering onderhevig en onderworpen aan uiterlijke omstandigheden. Velen zijn bedrogen uitgekomen door zich te verlaten op sterke gemoedsindrukken. De proef bestaat daarin: Wat doet u voor Christus? Welke offers brengt u? Welke overwinningen behaalt u? Een zelfzuchtige geest die overwonnen is, een verleiding om plicht te verzaken, te weerstaan, een onderdrukte hartstocht, een bereidwillige, opgewekte gehoorzaamheid om Gods wil te doen, zijn veel grotere bewijzen dat u een kind van God is dan een uitzinnige vroomheid en een emotionele godsdienst.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1, blz. 101, 102. 5. Wat wordt gezegd van iemand die zijn emoties niet in bedwang heeft? Waarom zijn emoties niet betrouwbaar? Spreuken 25:28; 16:32. Spreuken 25:28 Een man, die zijn geest niet weerhouden kan, is een opengebroken stad zonder muur. Spreuken 16:32 De lankmoedige is beter dan de sterke; en die heerst over zijn geest, dan die een stad inneemt. Het woord “emotie” wordt niet gebruikt in de Bijbel; in plaats daarvan vinden wij dit uitgedrukt als de “geest” in de mens, hetgeen betekent zijn innerlijke gevoelens. “Gevoelens zijn vaak misleidend, gemoedsaandoeningen geen zekere waarborg, want die zijn aan verandering onderhevig en onderworpen aan uiterlijke omstandigheden. Velen zijn bedrogen uitgekomen door zich te verlaten op sterke gemoedsindrukken.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1, blz. 101 . “Godsdienst is niet alleen een emotie, een gevoel. Het is een principe dat verweven is met alle verplichtingen en verrichtingen van het dagelijkse leven.” –Testimonies for the Church, vol. 2, blz. 506. 37 “Satan laat mensen denken, dat, als zij maar een gevoelservaring hebben gehad, ze dan bekeerd zijn. Maar hun leven wordt er niet anders door. Ze handelen nog net zo als daarvoor. Hun leven laat geen goede vruchten zien. Ze bidden vaak en lang, en verwijzen alsmaar naar hun gevoel van toen en toen. Maar ze leven niet als nieuwe mensen. Ze zijn misleid. Hun ervaring gaat niet dieper dan hun gevoel. Ze bouwen op zand, en als er tegenwind komt, wordt hun huis weggevaagd.” –Boodschappen voor jonge mensen, blz. 67. Misleidende valstrikken 6. Door welke zintuigen beheerst satan – net als bij zijn eerste misleiding – dikwijls de gedachten? Genesis 3:6. Genesis 3:6 En de vrouw zag, dat die boom goed was tot spijs, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom, die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij at. “De grote godsdienstige opwekkingsbewegingen van de toekomst zullen ongeveer dezelfde kenmerken hebben als vele van de opwekkingsbewegingen van de laatste vijftig jaar: De gevoelens worden opgezweept, waarheid en dwaling worden door elkaar gehaald, zodat velen worden misleid. Toch hoeft niemand te worden bedrogen. Aan de hand van Gods Woord kan men makkelijk de aard van deze bewegingen nagaan. Zodra de mensen de Bijbel verwerpen en de duidelijke uitspraken die de mens toetsen en zelfverloochening en verzaking van de wereld vereisen de rug toekeren, mogen wij er zeker van zijn dat Gods zegen er niet op rust. Met de maatstaf die Christus ons gegeven heeft – ‘Aan hun vruchten zult gij hen kennen’ (Matthéüs 7:16) – kunnen wij vaststellen dat deze bewegingen niet het werk van Gods Geest zijn.” –De grote strijd, blz. 431. Eetlust, schoonheid, intelligentie. “Satan oefent steeds zijn invloed uit op de mensen om hun zinnen af te leiden, het verstand ten kwade te beheersen en tot geweld en misdaad aan te sporen. Hij verzwakt het lichaam, stompt het verstand af en verlaagt de ziel. Als mensen weerstand bieden aan de uitnodiging van de Heiland, geven zij zich over aan satan. Velen in alle kringen van het leven, thuis, in het zakenleven, zelfs in de kerk, doen dit. Als gevolg daarvan hebben geweld en misdaad de aarde overspoeld en zedelijke duisternis 38 omgeeft als een doodskleed de woonplaatsen van de mensen.” –Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 277, 278. 7. Wat zal in de laatste dagen voortreffelijk zijn, en wat zal ontbreken? 2 Timótheüs 3:1, 5; Matthéüs 7:21; Lukas 6:46. 2 Timótheüs 3:1, 5 En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan zullen zware tijden. [...] Hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht daarvan verloochend hebben. Heb ook een afkeer van dezen. Matthéüs 7:21 Niet een ieder, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet de wil van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Lukas 6:46 En wat noemt u Mij, Heere, Heere! en doet niet wat Ik zeg? “Wij moeten niet enkel zeggen: ‘Ik geloof’, maar we moeten de waarheid uitleven. Het is door overeenstemming met de wil van God in onze woorden, onze gedragingen, ons karakter, dat wij onze gemeenschap met Hem bewijzen. Wanneer iemand breekt met de zonde, die een overtreding van de wet is, zal zijn leven in overeenstemming met de wet gebracht worden tot volmaakte gehoorzaamheid. Dat is het werk van de Heilige Geest. [...] De scheidingslijn zal duidelijk en scherp getrokken worden tussen hen die God liefhebben en Zijn geboden houden en degenen die Hem niet liefhebben en Zijn geboden veronachtzamen.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 410. 8. Welke methoden – gebruikt bij valse opwekkingen – zijn niet van de Here? Amos 5:23. Amos 5:23 Doe het getier van uw liederen van Mij weg; ook mag Ik het spel van uw luiten niet horen. “De dingen die u beschreven hebt... zullen vlak voor het afsluiten van de genadetijd plaatsvinden, zo toonde mij de Here. Alles wat ongehoord is zal vertoond worden. Er zal geschreeuw zijn met drums, muziek en dans. De zintuigen van redelijk denkende mensen zullen zo misleid worden, dat men daar niet op kan vertrouwen om 39 juiste beslissingen te nemen. En dit wordt dan de invloed van de Heilige Geest genoemd. De Heilige Geest openbaart zich nooit op zo’n wijze, in zo’n krankzinnig lawaai. Dit is een uitvinding van de satan om zijn ingenieuze methoden te bedekken om op deze wijze de reine, oprechte, verheffende, veredelende en heiligende waarheid voor deze tijd van zijn kracht te ontdoen... Zo’n krankzinnig lawaai verdooft de zintuigen en verderft wat een zegen had kunnen zijn, wanneer het op de juiste wijze geleid zou worden. Hoe kunnen de krachten van satanische werktuigen samen met het oorverdovend lawaai, alsof het carnaval is, de werking van de Heilige Geest genoemd worden? [...] Dit soort van aanbidding mag op geen enkele wijze aangemoedigd worden.” –Maranatha, de Here komt, blz. 234. Beschermd tegen misleiding 9. Welke verandering dient in iemands geest plaats te vinden, voordat hij de eisen van de Hemel kan erkennen? Romeinen 12:2. Romeinen 12:2 En wordt deze wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing van uw gemoed, opdat u mag beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God is. “De gedachten van velen nemen zo’n laag niveau in, dat God niet voor hen, noch met hen kan werken. Hun gedachtenstroom moet worden veranderd, hun morele gevoelens moeten worden gewekt, voordat ze de eisen van God kunnen voelen.” –Counsels on Health, blz. 22. “Alle ware reformatie begint met een zielsreiniging. Het is door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing van de geest door de kracht van de Heilige Geest, dat er een verandering teweeggebracht wordt in het leven. Door het aanschouwen van Christus worden we veranderd. Als de geest zich voortdurend bezighoudt met tijdelijke dingen, worden deze dingen geheel absorberend, hetgeen het karakter aantast, waardoor Gods heerlijkheid uit het oog wordt verloren en vergeten. De kansen die voor hen binnen handbereik liggen, om vertrouwd te raken met hemelse dingen, worden over het hoofd gezien. Het geestelijke leven sterft. ...” –Sons and Daughters of God, blz. 105. 40 10. Wat alleen kan een christen ervan weerhouden te vallen temidden van de misleidingen in de laatste dagen? 2 Petrus 1:10; 1 Korinthe 10:12. 2 Petrus 1:10 Daarom, broeders, benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult u nimmermeer struikelen. 1 Korinthe 10:12 Zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle. “Het welzijn van uw ziel en uw eeuwig geluk hangen af of uw fundament is gebouwd op Christus. Terwijl anderen verlangen naar aardse geneugten, weest u dan verlangend naar de onmiskenbare zekerheid van de liefde van God, terwijl u ernstig en vurig uitroept: ‘Wie zal mij laten zien hoe mijn roeping en verkiezing vast te maken? Een van de tekenen van de laatste dagen is, dat er belijdende christenen zijn, die meer liefhebbers van genot zijn dan liefhebbers van God. Ga waarachtig om met uw eigen ziel. Doorzoek zorgvuldig. Hoe weinigen kunnen, na een getrouw onderzoek, opzien naar de hemel en zeggen: ‘Ik ben niet een van hen die zo beschreven worden! Ik ben geen liefhebber van genot, meer dan een liefhebber van God!’ Hoe weinigen kunnen zeggen: “Ik ben de wereld afgestorven. ...” –Testimonies for the Church, vol. 2, blz. 145. _____ 6e Les Sabbat 9 augustus 2014 Sabbatbegin 21.17 u. ↔ 21.16 u. Een ware opwekking door Gods Geest “Een opwekking kan alleen verwacht worden als antwoord op gebed. Omdat de mensen zo verstoken zijn van Gods Heilige Geest, kunnen ze de prediking van het Woord niet waarderen; maar wanneer de kracht van de Geest hun hart raakt, zullen de gegeven redevoeringen niet zonder uitwerking blijven. Geleid door de leringen van Gods Woord, met de 41 openbaring van Zijn Geest, met uitoefening van gezonde ingetogenheid, zullen degenen die onze vergaderingen bijwonen een kostbare ervaring opdoen. Naar huis terugkerend, zijn ze gereed om een weldadige invloed uit te oefenen.” –Selected Messages, boek 1, blz. 121. Het werk van de Heilige Geest 1. Wat is de overtuigende kracht achter elke ware opwekking? Éfeze 3:16; 1 Korinthe 2:4. Éfeze 3:16 Opdat Hij u geve, naar de rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens; 1 Korinthe 2:4 En mijn rede, en mijn prediking was niet in de bewegelijke woorden der menselijke wijsheid, maar in betoning van geest en van kracht; “Alleen het verstand en het hart, gereinigd door de heiligmaking van de Geest, kunnen de geestelijke dingen onderscheiden. Broeders, in de Naam des Heren doe ik op u een beroep om te ontwaken en uw plicht te zien. Stelt uw harten onder de kracht van de Heilige Geest, en ze zullen ontvankelijk gemaakt worden door de leer van het Woord. Dan zult u de diepe dingen Gods kunnen onderscheiden. Moge God Zijn volk brengen onder de diepe beroerselen van Zijn Geest! Moge Hij hen doen opwaken zodat ze hun gevaar zien en zich voorbereiden op dat wat over de aarde komen zal!” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 286. 2. Kan iemand van nature een christen zijn? Waarom wel, of niet? Wat zorgt voor de verandering van duisternis naar licht? 1 Korinthe 2:14, 11. 1 Korinthe 2:14, 11 Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die van de Geest van God zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden. [...] Want wie van de mensen weet, wat de mens is, dan de geest des mensen, die in hem is? Alzo weet ook niemand, wat van God is, dan de Geest Gods. 42 “Het is voor ons onmogelijk uit eigen kracht te ontsnappen uit het moeras van zonde, waarin we verzonken zijn. Onze harten zijn slecht en wij zullen ze nooit kunnen veranderen. [...] Opvoeding, cultuur, wilskracht en de pogingen van de mens hebben allemaal hun eigen plaats, maar in dit opzicht zijn ze machteloos. [...] Er moet een kracht zijn, die van binnenuit werkt, een nieuw leven dat van boven is, voordat een zondig mens in een heilig mens veranderd kan worden.” –Schreden naar Christus, blz. 20, 21. De vroege en late regen 3. Wat deed Jezus voordat Hij de Heilige Geest in volledige mate zond? Johannes 20:21, 22. Johannes 20:21, 22 Jezus dan zei weer tot hen: Vrede zij ulieden, gelijk Mij de Vader gezonden heeft, zend Ik ook u. En toen Hij dit gezegd had, blies Hij op hen, en zei tot hen: Ontvangt de Heilige Geest. “Eer Christus Zijn discipelen verliet, ‘blies Hij op hen en zei: Ontvangt de Heilige Geest’ (Johannes 20:22). Ook zei Hij: ‘Zie, Ik doe de belofte Mijns Vaders op u komen’ (Lukas 24:49). Eerst na de hemelvaart echter werd de gave in zijn volheid ontvangen. Pas toen de discipelen zich door geloof en gebed volkomen hadden overgegeven aan Zijn werk, werd de Heilige Geest uitgestort. [...] De gaven behoren ons reeds toe in Christus, maar het werkelijk bezit ervan is afhankelijk van ons aanvaarden van Gods Geest.” –Lessen uit het leven van alledag, blz. 198, 199. 4. Wat moet eerst worden ontvangen voordat de Heilige Geest tijdens de late regen in volheid zal worden uitgestort? Wat zal dit tot stand brengen? Hoséa 6:3; Joël 2:23. Hoséa 6:3 Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen, om de HEERE te kennen; Zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade regen en vroege regen des lands. Joël 2:23 En u, kinderen van Sion! Verheugt u en weest blijde in de HEERE, uw God; want Hij zal u geven die Leraar ter gerechtigheid; en Hij zal u de regen doen neerdalen, de vroege regen en de spade regen in de eerste maand. 43 “Velen zijn er in grote mate niet in geslaagd de vroege regen te ontvangen. Ze hebben niet alle voorrechten verkregen die God voor hen had voorzien. Zij verwachten dat hetgeen hen ontbreekt bij de late regen gegeven zal worden. Wanneer de rijkste overvloed van genade geschonken zal worden, nemen zij zich voor hun hart te openen om het te ontvangen. Ze maken een verschrikkelijke fout… Het was door belijdenis en het opgeven van de zonde, door ernstig gebed en toewijding van zichzelf aan God, dat de vroege discipelen deed voorbereiden op de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag. Hetzelfde werk, maar dan in grotere mate, moet nu gebeuren.” –Testimonies to Ministers and Gospel Workers, blz. 507. De Heilige Geest ontvangen 5. Wat moeten de oprechte gelovige in Laodicéa doen om een helder geestelijk zicht te hebben? Openbaring 3:18, laatste gedeelte. Openbaring 3:18b … En zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zien moogt. “Daarom moeten we uiterst voorzichtig zijn en nederig voor God komen, zodat we de geestelijke ogenzalf mogen verkrijgen om de werking van de Heilige Geest van God te kunnen onderscheiden van de werking van die geest die losbandigheid en fanatisme met zich meebrengt. ‘Zo zult gij ze dan aan hun vruchten kennen.’ Matthéüs 7:20. Degenen die Christus waarlijk aanschouwen, zullen veranderd worden naar Zijn beeld, zelfs door de Geest van de Heer, en zullen opgroeien tot de volledige gestalten van mannen en vrouwen in Christus Jezus. De Heilige Geest van God zal de mensen met liefde en zuiverheid inspireren, en verfijning zal zich uiten in hun karakters.” –Selected Messages, boek 1, blz. 142. “De ogenzalf is die wijsheid en genade, die ons in staat stelt onderscheid te kunnen zien tussen het kwade en het goede, en de zonde onder elke vermomming te ontdekken. God heeft Zijn gemeente ogen gegeven en Hij wil dat ze deze zalven met wijsheid, opdat ze scherp kunnen zien; [...] De goddelijke ogenzalf zal klaarheid geven aan het verstand.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1, blz. 494. “Oh, dat ieder persoonlijk de ogenzalf mag gebruiken, zodat u de karaktergebreken kunt zien en beseffen hoe God uw liefde voor de 44 wereld ziet, welke de liefde van God verdringt.” –Testimonies for the Church, vol. 4, blz. 615. 6. Wat moeten wij nog meer doen om de Heilige Geest te ontvangen? Lukas 11:13. Lukas 11:13 Indien dan u, die boos bent, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen, die Hem bidden? “Aangezien dit nu het middel is waardoor wij kracht moeten ontvangen, waarom hongeren en dorsten wij dan niet naar de gave van de Geest? Waarom spreken we daar niet over, bidden we daar niet om, en prediken we niet dienaangaande? De Here is nog bereidwilliger om de Heilige Geest te geven aan hen die Hem dienen, dan ouders om aan hun kinderen goede gaven te geven.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 37. Resultaten van de werken van de Heilige Geest 7. Wat zal de Heilige Geest in ons leven brengen? Heeft u deze ervaring al gemaakt? Johannes 3:3, 5-8. Johannes 3:3, 5-8 Jezus antwoordde en zei tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. [...] Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan. Wat uit het vlees geboren is, dat is vlees; en wat uit de Geest geboren is, dat is geest. Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: U moet wederom geboren worden. De wind blaast, waarheen hij wil, en u hoort zijn geluid; maar u weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een ieder, die uit de Geest geboren is. “Hoewel de wind onzichtbaar is, kan met de uitwerking zien en voelen. Zo openbaart het werk van de Geest zich in de ziel door iedere daad van de mens, die de reddende kracht ervan gevoeld heeft. Als Gods Geest bezit neemt van het hart, wordt het leven anders. Zondige gedachten worden weggedaan, verkeerde daden nagelaten; liefde, nederigheid en vrede komen in de plaats van boos- 45 heid, jaloezie en twist. Vreugde komt in de plaats van droefheid en het gelaat weerspiegelt het licht van de hemel. [...] Dan schept die kracht, die geen mensenoog kan zien, een nieuwe schepping naar Gods beeld.” –Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 132, 135. “De invloed van de Geest op het menselijk denken zal deze regelen naar Gods bevel. Maar de Geest werkt niet op een dusdanige wijze en kracht, dat deze de kracht van de mens om weerstand te bieden, te boven gaat.” –Bijbelkommentaar, blz. 256. 8. Hoe is te zien dat de Heilige Geest woont in een persoon? Galaten 5:22-24. Galaten 5:22-24 Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. Tegen de zodanigen is de wet niet. Maar die van Christus zijn, hebben het vlees gekruisigd met de bewegingen en begeerlijkheden. “Wanneer u de Geest van Christus – de Geest van onzelfzuchtige liefde en arbeid voor anderen – hebt ontvangen, zult u groeien en vrucht dragen. De gaven van de Geest zullen in uw karakter rijpen. Uw geloof zal toenemen, uw overtuiging zal zich verdiepen, uw liefde zal volmaakt zijn. U zult meer en meer de gelijkenis van Christus weerkaatsen in alles wat zuiver, edel en lieflijk is.” –Lessen uit het leven van alledag, blz. 37. Noodzaak van de Heilige Geest om zielen te bereiken 9. Waarom kan iemand die door de Heilige Geest geleid wordt, door niets weerhouden worden om te getuigen? Handelingen 4:19, 20; Romeinen 8:14. Handelingen 4:19, 20 Maar Petrus en Johannes, antwoordende, zeiden tot hen: Oordeelt u, of het recht is voor God, u meer te horen dan God. Want wij kunnen niet nalaten te spreken, wat wij gezien en gehoord hebben. Romeinen 8:14 Want zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. 46 “De waarheid moet gebracht worden in de kracht van de Heilige Geest. Dit alleen kan aan onze woorden kracht verlenen. Alleen door de kracht van de Heilige Geest zal de overwinning behaald en bevestigd worden. Het menselijke werktuig moet gedreven worden door de Geest van God.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 44. “Als ons door mensen wordt verboden dit werk te doen, kunnen we evenals de apostelen zeggen: ‘Beslist zelf, of het recht is voor God, meer aan u dan aan God gehoor te geven; want wij kunnen niet nalaten te spreken van wat wij gezien en gehoord hebben.’ ” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 50. 10. Wat moet elke christen doen, terwijl de wereldgeschiedenis ten einde loopt? Waarom? Kolossensen 4:5; Éfeze 5:15, 16. Kolossensen 4:5 Wandelt met wijsheid bij hen, die buiten zijn, de bekwame tijd uitkopende. Éfeze 5:15, 16 Ziet dan, hoe u voorzichtig wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen. De tijd uitkopende, daar de dagen boos zijn. “De derde engelboodschap zwelt aan tot een luide roep, en u moet zich niet vrij voelen om de huidige plicht te verwaarlozen, en u koesteren met de gedachte dat u ergens in te toekomst grote zegeningen zult ontvangen, wanneer zonder enige inspanning van uw kant een schitterende opwekking zal plaatsvinden. Vandaag dient u zich over te geven aan God, opdat Hij een vat van u mag maken tot Zijn eer, en voldoet aan Zijn dienst. Vandaag dient u zich over te geven aan God, opdat u bevrijd mag worden van uw eigenik, van afgunst, jaloezie, kwade gedachten, strijd en van alles wat God onteert.” –Selected Messages, boek 1, blz. 190, 191. _____ 47 7e Les Sabbat 16 augustus 2014 Sabbatbegin 21.04 u. ↔ 21.02 u. De noodzaak tot een reformatie “Van het licht dat de Heer behaagd heeft mij te geven, weet ik dat Hij niet blij is met veel dingen die hebben plaatsgevonden met betrekking tot de werknemers. God heeft niet elk detail voor mij opengelegd, maar waarschuwingen zijn gekomen dat in veel dingen een vastberaden reformatie nodig is.” –Counsels on Health, blz. 312. Verwijzingen naar reformatie 1. Waar verwijst ‘reformatie’ in het algemeen naar toe? Jeremía 6:16; Maléachi 3:7; Hoséa 6:1. Jeremía 6:16 Zo zegt de HEERE: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, en wandelt daarin; zo zult u rust vinden voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij zullen daarin niet wandelen. Maléachi 3:7 Van de dag van uw vaderen af, bent u afgeweken van Mijn inzettingen, en hebt ze niet bewaard; keert weer tot Mij, en Ik zal tot u weerkeren, zegt de HEERE der heerscharen; maar u zegt: Waarin zullen wij weerkeren? Hoséa 6:1 Komt en laat ons weerkeren tot de HEERE, want Hij heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden. “... ‘Staat op de wegen en ziet toe en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, en wandelt daarop.’ Jeremía 6:16. Laat niemand proberen de fundamenten van ons geloof te ondermijnen – de fundamenten die aan het begin van ons werk gelegd werden door biddend onderzoek van het Woord en door openbaring. Op deze fundamenten hebben wij de laatste vijftig jaar gebouwd [in 1904]. Mogelijk denken sommigen dat ze een nieuwe weg gevonden hebben en dat ze een sterker fundament kunnen leggen dan dat wat gelegd is. Maar dat is een grote misleiding. Niemand kan een ander fundament leggen dan dat wat gelegd is.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 282. 48 “We zijn afgedwaald van de oude landpalen. Laten we terugkeren. Als de Heer God is, dien Hem; als Baäl het is, dien hem. Aan welke kant zult u staan?” –Testimonies for the Church, vol. 5, blz. 137. “Reformatie betekent een reorganisatie, een verandering in ideeën en theorieën, gewoonten en gebruiken. Reformatie zal geen goede vruchten van gerechtigheid voortbrengen, tenzij het is verbonden met de opwekking van de Geest. Opwekking en reformatie dienen hun toegewezen werk doen, en in het doen van dit werk moeten ze in elkaar opgaan.” –(Review and Herald, 25 februari 1902) Christian Service, blz. 42. God op de eerste plaats zetten 2. Wat leren de eerste twee geboden? Waar maken wij soms een afgod van? Éxodus 20:3-5. Éxodus 20:3-5 U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. U zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van wat boven in de hemel is, noch van wat onder op de aarde is, noch van wat in de wateren onder de aarde is. U zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een naijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde geslacht van hen, die Mij haten. “Jehova, de Eeuwige, in Zichzelf Bestaande, de Ongeschapene, de Bron en Onderhouder van alles, heeft alleen recht op volkomen eerbied en aanbidding. De mens mag geen enkel ander voorwerp de eerste plaats geven in zijn genegenheid of in zijn dienen. Alles wat door ons gekoesterd wordt en de neiging heeft onze liefde tot God te verminderen of wat verhindert dat we Hem de dienst bewijzen waarop Hij recht heeft, van dat alles maken we een god. [...] Een poging om de Eeuwige voor te stellen door stoffelijke voorwerpen zou de voorstelling van God bij de mens omlaag halen.” –Patriarchen en profeten, blz. 270. 3. Wie verwacht dat de mens hem eer bewijst en hem aanbidt? Matthéüs 4:8, 9. Matthéüs 4:8, 9 Weer nam de duivel Hem mee op een zeer hoge berg, en toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en hun heer- 49 lijkheid; En zei tot Hem: Al deze dingen zal ik U geven, indien U, neervallende, mij zult aanbidden. “Nadat het Evangelie in de wereld gedurende bijna twee duizend jaren verkondigd is, stelt satan aan mannen en vrouwen nog steeds hetzelfde toneel voor ogen dat hij Christus voorschilderde. Op een wonderlijke wijze laat hij de koninkrijken der wereld in hun heerlijkheid aan hen voorbijgaan. Deze belooft hij aan allen die zich zullen neerbuigen om hem te aanbidden. Zo probeert hij de mensen onder zijn macht te brengen.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 389. Geen compromis met de duisternis 4. Wat is onmogelijk voor iemand om te doen? Waarom? Matthéüs 6:24. Matthéüs 6:24 Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal de ene haten en de andere liefhebben, of hij zal de ene aanhangen en de andere verachten; u kunt niet God dienen en de Mammon. “Tussen de wereldse mens en degene die God trouw dient, is een grote kloof gevestigd. Bij de meest gewichtige onderwerpen – God, de waarheid en de eeuwigheid – zijn hun gedachten, genegenheden en gevoelens niet in overeenstemming. Eén klasse rijpt als tarwe voor Gods graanschuur, de ander als onkruid voor het vuur van vernietiging. Hoe kan er tussen hen eenheid van doel of handelen zijn?” –Selected Messages, boek 2, blz. 127. 5. Met wie kunnen we daarom niet in overeenstemming komen? 2 Korinthe 6:14-18. 2 Korinthe 6:14-18 Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat heeft de gerechtigheid gemeen met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? En wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige met de ongelovige? Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want u bent de tempel van de levende God; gelijk God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder hen wandelen; en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn. 50 Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan wat onrein is, en Ik zal u aannemen. En Ik zal u tot een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige. “Sommigen hebben een voortdurende hang naar de wereld. Hun opvattingen en denkbeelden passen veel beter bij de geest van de wereld dan bij de volgelingen van Christus die zichzelf verloochenen. Het is volkomen natuurlijk, dat ze de voorkeur geven aan het gezelschap van die mensen die het best bij hun eigen opvattingen passen. En zulke mensen hebben veel te veel invloed onder Gods volk. Ze doen met hen mee en horen in naam bij hen. Maar ze vormen een argument voor ongelovigen, maar binnen de gemeente ook voor de zwakken en voor mensen die niet zijn toegewijd. In deze tijd van uitzuivering zullen deze naamchristenen zich ofwel volledig bekeren, en worden geheiligd door gehoorzaamheid aan de waarheid – ofwel ze blijven in de wereld achter, om hun loon samen met wereldse mensen te ontvangen.” –Boodschappen voor jonge mensen, blz. 355, 356. 6. Bestaat er het gevaar voor Gods volk dat ze van de waarheid afvallen? Hoe? Hebreeën 3:12; 12:25. Hebreeën 3:12 Ziet toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig hart, om af te wijken van de levende God. Hebreeën 12:25 Ziet toe, dat u Hem, Die spreekt, niet verwerpt; want indien dezen niet zijn ontvloden, die hem verwierpen, die op aarde Goddelijke antwoorden gaf, veelmeer zullen wij niet ontvlieden, zo wij ons van Hem afkeren, Die van de hemelen is. “Laten we oppassen om de op onveilig staande signalen en de waarschuwingen in Zijn Woord gegeven, niet te verwaarlozen. Wanneer op deze waarschuwingen geen acht wordt geslagen en karaktergebreken niet overwonnen worden, dan zullen deze gebreken diegenen overwinnen die ze hebben, en ze zullen tot dwaling, afval en open zonde vervallen. Do geest die niet is opgevoerd tot de hoogste maatstaf, zal op den duur zijn kracht verliezen om dàt te behouden wat eens verkregen is.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 221. 51 7. Kunnen kerken – collectief gesproken – van de waarheid afvallen? Hoe? Jesája 1:4. Jesája 1:4 Wee het zondige volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners, de verdervende kinderen! Zij hebben de HEERE verlaten, zij hebben de Heilige Israëls gelasterd, zij hebben zich vervreemd, wijkende achterwaarts. “Niet alleen neemt satan de wereld gevangen, maar zijn verleidingen dringen door in de belijdende kerken van onze Here Jezus Christus. De grote afval zal zich ontwikkelen in een duisternis, zo dicht als middernacht. Voor Gods volk zal het een nacht van beproeving, van geween, van vervolging ter wille van de waarheid zijn.” –Profeten en koningen, blz. 441. “Ik ben vol verdriet als ik denk aan onze toestand als volk. De Heer heeft niet voor ons de hemel gesloten, maar onze eigen koers van voortdurende terugval heeft ons van God gescheiden. Hoogmoed, hebzucht, en liefde voor de wereld leefden in het hart zonder angst voor verbanning of veroordeling. Pijnlijke en aanmatigende zonden hebben onder ons gewoond. En toch is de algemene opvatting dat de kerk floreert, en dat vrede en geestelijke voorspoed binnen haar grenzen zijn. De gemeente is teruggevallen in het volgen van Christus als haar leider, en trekt gestaag terug in de richting van Egypte. Maar weinigen zijn verontrust of verbaasd over hun gebrek aan geestelijke kracht. Twijfel en zelfs ongeloof over de getuigenissen van de Geest van God doortrekken onze gemeenten overal. Satan zou het zo willen hebben.” –Testimonies for the Church, vol. 5, blz. 217. Voorzichtigheid tegen lauwheid en terugglijden 8. Wat is de aard van afvalligheid in de laatste dagen? Hoe heeft zich dat onder de Adventisten geopenbaard? Openbaring 3:17. Openbaring 3:17 Want u zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb aan geen ding gebrek; en u weet niet, dat u bent ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt. “U weet niet de tijd van uw bezoeking. De grote zonde van de joden was het verwaarlozen en verwerpen van aanwezige kansen. Terwijl Jezus de toestand ziet van Zijn volgelingen van vandaag de dag, ziet 52 Hij lage ondankbaarheid, uitgehold formalisme, hypocriet onoprechtheid, Farizeïsche trots en afvalligheid. [...] “U volgt hetzelfde pad als het oude Israël deed. Er is hetzelfde wegvallen van uw heilige roeping als Gods bijzonder volk.” –Testimonies for the Church, vol. 5, blz. 72, 75, 76. “Wanneer de gemeente, die nu doortrokken wordt van haar eigen afvalligheid, niet tot inkeer zal komen en zich niet zal bekeren, zal ze eten van de vrucht van haar eigen daden tot ze van zichzelf een afschuw zal krijgen. Wanneer ze het kwade weerstaat en het goede kiest, wanneer ze God zoekt in alle ootmoed en haar hoge roeping in Christus bereikt, staande op het fundament der eeuwige waarheid, en in het geloof beslag legt op de talenten haar toegewezen, zal ze genezing ontvangen. Dan zal ze naar voren treden in haar door God gegeven eenvoud en reinheid, bewaard voor alle aardse verwikkelingen, terwijl ze laat zien dat de waarheid haar inderdaad heeft vrijgemaakt. Dan zullen haar leden inderdaad de uitverkorenen Gods, Zijn vertegenwoordigers, zijn.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 261, 262. 9. Waarom is het gevaar van afvalligheid ook aanwezig voor reformisten vandaag de dag? Romeinen 2:21-23; 1 Korinthe 10:12. Romeinen 2:21-23 Die dan een ander leert, leert u uzelf niet? Die predikt, dat men niet stelen zal, steelt u? Die zegt, dat men geen overspel doen zal, doet u overspel? Die van de afgoden een gruwel hebt, berooft u het heilige? Die op de wet roemt, onteert u God door de overtreding der wet? 1 Korinthe 10:12 Zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle. “Alleen gehoorzaamheid aan de eisen des hemels zal de mens bewaren voor afval. God heeft aan de mensen groot licht en tal van zegeningen geschonken; maar als dit licht en deze zegeningen niet worden aanvaard, vormen ze geen bescherming tegen ongehoorzaamheid en afval. [...] Zolang de strijd duurt, zullen mensen God loslaten. We kunnen ons geen ogenblik zeker voelen, als we niet volkomen op God vertrouwen, en ons leven niet geborgen is in Christus. 53 Waken en bidden zijn de bescherming van reinheid.” –Profeten en koningen, blz. 53, 54. “Wij kunnen nooit zonder gevaar op onszelf vertrouwen of menen dat wij aan deze zijde van het graf veilig zijn voor verzoeking. Wie de Heiland aannemen moeten, hoe oprecht hun bekering ook is, nooit leren zeggen of voelen dat zij gered zijn. Dit is misleidend. Iedereen moet leren hoop en geloof te koesteren; maar zelfs wanneer wij ons aan Christus overgeven en weten dat Hij ons heeft aangenomen, zijn wij niet buiten het bereik van de verzoeking. Gods Woord luidt: ‘Velen zullen zich laten reinigen en zuiveren en louteren.’ Alleen wie de beproeving doorstaat, zal de kroon des levens ontvangen. (Daniël 12:10; Jakobus 1:12).” –Lessen uit het leven van alledag, blz. 91. 10. Welke valse wijsheid leidt dikwijls tot afvalligheid? 1 Korinthe 1:20, 21; 2 Petrus 1:16. 1 Korinthe 1:20, 21 Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid van deze wereld niet dwaas gemaakt? Want aangezien in de wijsheid Gods, de wereld God niet heeft gekend door de wijsheid, zo heeft het Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking, zalig te maken, die geloven; 2 Petrus 1:16 Want wij zijn geen kunstig verdichte fabels nagevolgd, toen wij u bekend gemaakt hebben de kracht en toekomst van onze Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit. “De afval, die in onze tijd hand over hand toeneemt, gelijkt op de afval die ten tijde van de profeet in Israël plaatsvond. Door de mens boven God te plaatsen, door het prijzen van populaire leiders, door het aanbidden van de Mammon, en door de wetenschap te plaatsen boven de waarheden van de Bijbel, volgen talloos velen nu de Baäl. [...] In het openbaar wordt onderwezen dat we een tijd hebben bereikt waarin menselijk vernuft geplaatst moet worden boven de leer van de Bijbel.” – Profeten en koningen. blz. 106. “Het maakt niet uit wie u bent of hoe uw leven is geweest, u kunt alleen worden gered op Gods aangegeven manier. U moet zich bekeren; u moet hulpeloos vallen op de Rots, Jezus Christus. U moet uw noodzaak voelen voor een arts en voor de enige remedie tegen 54 de zonde, het bloed van Christus. Deze remedie kan slechts door middel van bekering tot God en het geloof in onze Here Jezus Christus zeker gesteld worden. Hier dient het werk nog begonnen te worden door velen die belijden christenen te zijn .... [...] Het bloed van Christus zal niemand anders baten dan voor degenen die hun noodzaak voelen voor diens reinigende kracht.” –Testimonies for the Church, vol. 5, blz. 218, 219. _____ 8e Les Sabbat 23 augustus 2014 Sabbatbegin 20.49 u. ↔ 20.47 u. Bijbelse hervormingen “De gewijde geschiedenis biedt tal van […] edele voorbeelden van mannen wier karakter gevormd werden onder goddelijke leiding; mannen wier leven een zegen was voor hun medemensen en die als vertegenwoordigers van God in de wereld stonden. Tot hen behoren Jozef en Daniël, Mozes, Elisa en Paulus – de grootste staatslieden, de wijste wetgever, één van de trouwste hervormers, en, met uitzondering van Hem Die sprak als geen mens ooit gesproken had, de beroemdste leraar die deze wereld gekend heeft.” –Karaktervorming, blz. 51. Afgoderij is een groot gevaar 1. Welke zware bestraffing kregen degenen, die anderen wegtrokken van goddelijke eredienst? Wat zouden wij nooit moeten doen? Deuteronomium 13:6-10. Deuteronomium 13:6-10 Wanneer uw broeder, de zoon van uw moeder, of uw zoon, of uw dochter, of de vrouw van uw schoot, of uw vriend, die als uw ziel is, u zal aanporren in het heimelijke, zeggende: Laat ons gaan, en andere goden dienen, die u niet gekend hebt, u noch uw vaderen; Van de goden der volken, die rondom u zijn, nabij u, of ver van u, van het ene einde der aarde tot aan het andere einde der aarde; Zo zult u hem niet ter wille zijn, en naar 55 hem niet horen; ook zal uw oog hem niet sparen, en u zult u niet ontfermen, noch hem verbergen; Maar u zult hem zeker doodslaan; uw hand zal eerst tegen hem zijn, om hem te doden, en daarna de hand van het ganse volk. En u zult hem met stenen stenigen, dat hij sterft; want hij heeft gezocht u af te drijven van de HEERE, uw God, die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgevoerd heeft. “De beginselen uit het boek Deuteronomium, gegeven voor het onderricht van Israël, moeten door Gods volk tot het einde toe gehoorzaamd worden. […] We kunnen ons niet veroorloven een compromis te sluiten met mensen die Hem niet vrezen. [...] Er is een gedurig gevaar dat de belijdende christenen zullen menen dat ze, om invloed uit te oefenen op de wereldse mensen, tot op een zekere hoogte aan de wereld gelijkvormig moeten worden. Hoewel zulk een handelwijze schijnbaar grote voordelen biedt, eindigt het echter altijd in geestelijk verlies.” –Profeten en koningen, blz. 347, 348. 2. Voor welke zonde zou het geestelijke Israël in het bijzonder op zijn hoede moeten zijn? Waarom? Leviticus 26:1. Leviticus 26:1 U zult u geen afgoden maken; noch gesneden beeld, noch opgericht beeld zult u zich stellen, noch een steen met afbeelding in uw land zetten, om u daarvoor te buigen; want Ik ben de HEERE, uw God! “Afgoderij en alle zonden die daarmee gepaard gingen, waren een afschuw in Gods oog, en Hij beval Zijn volk zich niet te vermengen met andere volken om hun werken te doen en daardoor God te vergeten. Hij verbood hun te huwen met afgodendienaars, opdat hun hart niet van Hem afgetrokken zou worden. Evenals toen is het ook nu noodzakelijk dat Gods volk zuiver is, onbesmet van de wereld. Ze moeten de geest der wereld niet bezitten, omdat deze in strijd is met waarheid en gerechtigheid.” –Patriarchen en profeten, blz. 333. 3. Kan men verwachten dat er in de laatste dagen nog afgodendienst zal zijn? Jesája 2:2, 6-8, 18; Openbaring 9:20. Jesája 2:2, 6-8, 18 En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op de top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvels, en tot 56 hem zullen alle heidenen toevloeien. Maar U hebt uw volk, het huis van Jakob, verlaten, want zij zijn vervuld met goddeloosheid, meer dan het oosten, en zij zijn wichelaars gelijk de Filistijnen, en aan de kinderen der vreemden tonen zij hun behagen. En hun land is vervuld met zilver en goud, en aan hun schatten is geen einde; hun land is ook vervuld met paarden, en aan hun wagens is geen einde. Ook is hun land vervuld met afgoden; voor het werk hunner handen buigen zij zich neer, voor wat hun vingers gemaakt hebben. Openbaring 9:20 En de overige mensen, die niet gedood zijn door deze plagen, hebben zich niet bekeerd van de werken hunner handen, dat zij niet zouden aanbidden de duivelen, en de gouden, en zilveren, en koperen, en stenen, en houten afgoden, die noch zien kunnen, noch horen, noch wandelen. “Tegenwoordig bewijzen mensen geen hulde aan heidense goden, en toch aanbidden duizenden in satans tempels evenals dat het geval was met de koning van Israël. De geest van afgoderij bestaat ook nu, hoewel deze door de invloed van de wetenschap en beschaving aantrekkelijker en verfijnder vormen heeft aangenomen dan in de dagen waarin Ahazia de god van Ekron om raad vroeg.” –Profeten en koningen, blz. 131. “In onze dagen is er evenzeer behoefte aan de herleving van godsdienst des harten als dat het geval was in het oude Israël. Bekering is de eerste stap die gedaan moet worden door een ieder die tot God wil terugkeren. Niemand kan dit voor een ander doen. We moeten onszelf voor God vernederen en onze afgoden wegdoen. Als wij gedaan hebben wat we kunnen, zal de Here ons Zijn heil openbaren.” –Patriarchen en profeten, blz. 542. Buitengewone hervormers 4. Wat was de oproep van Mozes toen het volk afvallig werd? Éxodus 32:26. Éxodus 32:26 Zo bleef Mozes staan in de poort van het leger, en zei: Wie de HEERE toebehoort, kome tot mij! Toen verzamelden zich tot hem al de zonen van Levi. “De Here heeft een afkeer van onverschilligheid en ontrouw in tijden van crisis in Zijn werk. [...] Zijn speciale zegen rust op het werk van de mannen; mannen die zich niet laten afbrengen van hun 57 plicht, maar met Gods Geest vervuld zullen vragen: ‘Wie is voor de Here?’ (Éxodus 32:26); mannen die niet alleen zullen vragen, maar die zullen eisen dat degenen die zich vereenzelvigen met Gods volk, naar voren zullen treden en onmiskenbaar hun trouw zullen openbaren aan de Koning der koningen en Heer der heren. Zulke mannen zullen hun wil en hun plannen ondergeschikt maken aan Gods wet.” –Profeten en koningen, blz. 91, 92. 5. Tot het maken van welke beslissing riep de grote hervormer Elía het volk op? Wat was zijn ervaring? 1 Koningen 18:21, 22. 1 Koningen 18:21, 22 Toen naderde Elía tot het ganse volk, en zei: Hoe lang hinkt u op twee gedachten? Zo de HEERE God is, volgt Hem na, en zo het Baäl is, volgt hem na! Maar het volk antwoordde hem niet een woord. [...] Toen zei Elía tot het volk: Ik ben alleen als een profeet des HEEREN overgebleven, en de profeten van Baäl zijn vierhonderd vijftig mannen. “Welk een wonderlijk werk zou Elía gedaan hebben als hij Israël had geteld in de tijd dat Gods oordelen op het afgedwaalde volk vielen! Hij had slechts één getrouwe kunnen tellen, die de kant van de Here had gekozen. Maar toen hij zei: ‘Ik alleen ben overgebleven, en zij trachten mij het leven te benemen’, verraste het woord des Heren hem: ‘Ik zal in Israël zevenduizend overlaten, alle knieën die zich niet gebogen hebben voor Baäl’ (1 Koningen 19:14, 18). [...] In de lange jaren van droogte en hongersnood bad Elía vurig dat de harten van Israël afgewend zouden worden van de afgodendienst tot trouw aan God. Lijdzaam wachtte de profeet, terwijl Gods hand zwaar drukte op het beproefde land. Bij het zien van het lijden en gebrek aan alle kanten werd zijn hart vervuld met smart, en wenste hij dat hij de macht bezat om spoedig een hervorming tot stand te brengen. [...] ... Door geloof in het levende woord vond een hervorming plaats in de dagen van Elía…” –Profeten en koningen, blz. 120, 83, 282. 6. Hoe voerde de trouwe Koning Asa een schitterende hervorming door? 2 Kronieken 14:5; 15:1, 2. 2 Kronieken 14:5; 15:1, 2 Hij nam ook weg uit alle steden van Juda de hoogten en de zonnebeelden; en het koninkrijk was voor hem stil. [...] Toen kwam de Geest Gods op Azária, de zoon van 58 Oded. En hij ging uit, Asa tegemoet, en hij zei tot hem: Hoort mij, Asa, en gans Juda, en Benjamin! De HEERE is met u, terwijl u met Hem bent; en zo u Hem zoekt, Hij zal door u gevonden worden; maar zo u Hem verlaat, Hij zal u verlaten. “Ten zeerste door deze woorden bemoedigd, ging Asa voor in een tweede hervorming in Juda. Hij deed de gruwelen weg uit het gehele land Juda en Benjamin, en uit de steden die hij op het gebergte van Efraïm ingenomen had. Ook vernieuwde hij het altaar van de Here, dat vóór de voorhal des Heren stond.” –Profeten en koningen, blz. 71, 72. 7. Waarom ging het oude Israël voor zeventig jaar in ballingschap? Jeremía 17:27; 25:11; Deuteronomium 4:25-28. Jeremía 17:27; 25:11 Maar indien u naar Mij niet zult horen, om de sabbatdag te heiligen, en om geen last te dragen als u op de sabbatdag door de poorten van Jeruzalem ingaat; zo zal Ik een vuur in zijn poorten aansteken, dat de paleizen van Jeruzalem zal verteren, en niet worden uitgeblust. [...] En dit ganse land zal worden tot een woestheid, tot een ontzetting; en deze volken zullen de koning van Babel dienen zeventig jaren. Deuteronomium 4:25-28 Wanneer u nu kinderen en kindskinderen gewonnen zult hebben, en in het land oud geworden zult zijn, en u zult verderven, dat u gesneden beelden maakt, de gelijkenis van enig ding, en doet, wat kwaad is in de ogen van de HEERE, uw God, om Hem tot toorn te verwekken; Zo roep ik heden de hemel en de aarde tot getuige tegen u, dat u voorzeker weldra zult omkomen van dat land, waar u over de Jordaan naar toe trekt, om dat te erven; u zult uw dagen daarin niet verlengen, maar geheel verdelgd worden. En de HEERE zal u verstrooien onder de volken; en u zult een klein volkje in getal overblijven onder de heidenen, waar de HEERE u heen leiden zal. En aldaar zult u goden dienen, die werk van mensenhanden zijn, hout en steen, die niet zien, noch horen, noch eten, noch ruiken. “Mozes besprak het kwaad dat het gevolg zou zijn van een afdwalen van Gods geboden. Hij riep hemel en aarde als getuigen, toen hij verklaarde dat indien het volk, nadat het lange tijd in het land der belofte had gewoond, verdorven vormen van aanbidding zou invoe59 ren en zich zou buigen voor een gesneden beeld en zou weigeren terug te keren tot het aanbidden van de ware God, de toorn des Heren zou ontsteken en ze gevankelijk weggevoerd zouden worden om onder de heidenen verstrooid te worden.” –Profeten en koningen, blz. 184. Hervormers onder de overgebleven Israëlieten 8. Wie leidde hen tot een grondige reformatie, na hun terugkeer uit ballingschap? Hoe werd dit uitgevoerd? Ezra 7:10. Ezra 7:10 Want Ezra had zijn hart gericht, om de wet des HEEREN te zoeken en te doen, en om in Israël te leren de inzettingen en de rechten. “Velen van hen die gezondigd hadden, waren diep ontroerd. ‘Het volk was in luid geween uitgebarsten’ (Ezra 10:1). In beperkte mate begonnen ze in te zien, hoe afschuwelijk de zonde is, en zagen ze de afschuw waarmee God deze zonden ziet. Ze beseften de heiligheid van de wet, op Sinaï gegeven, en velen beefden bij de gedachte aan hun zonden. [...] Dit was het begin van een wonderbare hervorming. Met eindeloos geduld en zeer veel wijsheid en nauwgezette overwegingen voor de rechten en het welzijn van ieder persoonlijk, trachtten Ezra en zijn metgezellen de boetvaardige Israëlieten op de goede weg te leiden.” –Profeten en koningen, blz. 381. 9. Wie bleek, naast Ezra, een trouwe hervormer te zijn na de terugkeer uit de Babylonische ballingschap? Wat deed hij? Nehemía 1:6-11; 4:16; 9:1, 2. Nehemía 1:6-11 4:16; 9:1, 2 Laat toch Uw oor opmerkende, en Uw ogen open zijn, om te horen naar het gebed van Uw knecht, dat ik heden voor Uw aangezicht bid, dag en nacht, voor de kinderen Israëls, Uw knechten; en ik doe belijdenis over de zonden van de kinderen Israëls, die wij tegen U gezondigd hebben; ook ik en mijns vaders huis, wij hebben gezondigd. Wij hebben het volkomen tegen U verdorven; en wij hebben niet gehouden de geboden, noch de inzettingen, noch de rechten, die U Uw knecht Mozes geboden hebt. Gedenk toch het woord, dat U Uw knecht Mozes geboden hebt, zeggende: Zult u overtreden, dan zal Ik u onder de volken verstrooien. 60 En zult u zich tot Mij bekeren, en Mijn geboden houden, en die doen, al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, Ik zal hen vandaar verzamelen, en zal ze brengen tot de plaats, die Ik verkoren heb, om Mijn Naam aldaar te doen wonen. Zij zijn toch Uw knechten en Uw volk, dat U verlost hebt door Uw grote kracht en door Uw sterke hand. Och, HEERE, laat toch Uw oor opmerkende zijn op het gebed van Uw knecht, en op het gebed van Uw knechten, die lust hebben Uw Naam te vrezen; en doe het toch Uw knecht heden wel gelukken, en geef hem barmhartigheid voor het aangezicht van deze man. Ik nu was schenker van de koning. [...] En het geschiedde van die dag af, dat de helft van mijn jongens doende was aan het werk, en de helft van hen hield de spiesen, en de schilden, en de bogen, en de pantsers; en de oversten waren achter het ganse huis van Juda. [...] Voorts op de vier en twintigste dag van deze maand verzamelden zich de kinderen Israëls met vasten en met zakken, en aarde was op hen. En het zaad Israëls scheidde zich af van alle vreemden. En zij stonden en deden belijdenis van hun zonden en van de ongerechtigheden van hun vaderen. “In het hervormingswerk dat in onze tijd moet plaatsvinden, is er behoefte aan mannen die evenals Ezra en Nehemía, de zonde niet zullen vergoelijken of verontschuldigen of ervoor terugschrikken Gods eer te rechtvaardigen. Zij op wie de last van dit werk drukt, zullen niet zwijgen als er verkeerd wordt gehandeld, en evenmin zullen zij de zonde met de mantel van misplaatste liefde bedekken. Zij zullen bedenken dat God de persoon niet aanziet, en dat de gestrengheid jegens enkelen barmhartigheid voor velen kan betekenen.” –Profeten en koningen, blz. 416. De geest van ware hervormers 10. Wiens geest zullen alle ware hervormers openbaren? Op welke enige manier is dit mogelijk? Filippensen 2:5-8, 15; 4:8, 9. Filippensen 2:5-8, 15; 4:8, 9 Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was; Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode evengelijk te zijn; Maar heeft Zichzelf vernietigd, de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen hebbende, en is de mensen gelijk geworden; En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelf vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot de dood, ja, de dood des kruises. [...] Opdat u moogt onberispelijk en 61 oprecht zijn, kinderen Gods zijnde, onbestraffelijk in het midden van een krom en verdraaid geslacht, onder welke u schijnt als lichten in de wereld. [...] Voorts, broeders, al wat waarachtig is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt, zo er enige deugd is, en zo er enige lof is, bedenkt dat; Hetgeen u ook geleerd, en ontvangen, en gehoord, en in mij gezien hebt, doet dat; en de God des vredes zal met u zijn. “Hervormers zijn geen vernielers. Nooit zullen ze proberen hen te vernietigen, die niet harmoniëren met hun plannen en zich niet bij hen aansluiten. Hervormers moeten steeds vooruit-, nooit achteruitgaan. Zij moeten vastbesloten, resoluut, onversaagd zijn, maar die vastberadenheid moet niet ontaarden in een overheersende geest. God verlangt dat allen die Hem dienen, zo vaststaan als een rots wanneer het gaat om beginselen, maar dat ze zachtmoedig en nederig van geest zijn zoals Christus was. […] Een ruwe, veroordelende geest is niet noodzakelijk voor de moed om hervormingen voor deze tijd door te voeren.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 444, 445. _____ Leest u alstublieft het zendingsbericht uit Gambia en Senegal op blz. 69. 9e Les Sabbat 30 augustus 2014 Sabbatbegin 20.34 u. ↔ 20.31 u. Hervormingen in het christelijke tijdperk “Ondanks de zware vervolgingen bewaarden deze getuigen voor Christus hun geloof onbevlekt. Hoewel ze alle comfort moesten ontberen, van het zonlicht waren afgesloten en in de donkere, maar veilige schoot der aarde een schuilplaats moesten vinden, klaagden ze niet. Met woorden van geloof, geduld en hoop moedigden ze elkaar aan om stand te houden in de 62 nood en in de ontberingen. Het verlies van alle aardse bezittingen kon hen er niet toe brengen hun geloof in Christus te verzaken. De beproevingen en vervolgingen waren slechts de treden die hen dichter bij hun eeuwige rust en beloning brachten.” –De grote strijd, blz. 37. Vooruitblik op afvalligheid 1. Wat heeft de apostel Paulus voorzegd wat zou gebeuren in de eerste christelijke gemeente? Handelingen 20:29, 30; 2 Thessalonicensen 2:3, 7. Handelingen 20:29, 30 Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware wolven tot u inkomen zullen, die de kudde niet sparen. En uit uzelf zullen mannen opstaan, sprekende verkeerde dingen, om de discipelen af te trekken achter zich. 2 Thessalonicensen 2:3, 7 Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs; [...] Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt reeds gewerkt; alleen, Die hem nu weerhoudt, Die zal hem weerhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden. “Velen waren reeds deelgenoten van het lijden van Christus geworden, en spoedig zou de gemeente een periode van vreselijke vervolging ondergaan. Binnen enkele jaren zouden velen van hen die als leraars en leiders de gemeente hadden gediend, hun leven geven voor het evangelie. Spoedig zouden gevaarlijke wolven komen die de kudde niet zouden sparen. Maar geen van deze dingen zou ontmoediging brengen aan hen wier hoop gevestigd was op Christus.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 385. “Toen de eerste gemeente afvallig werd omdat velen van de eenvoud van het evangelie waren afgeweken en heidense riten en gebruiken overnamen, trok Gods Geest zich terug. De kerkelijke leiders wilden het geweten van de mensen beheersen en zochten steun bij de wereldlijke overheid. Zo ontstond het pausdom: de kerk beheerste de wereldlijke macht en gebruikte haar om haar eigen doelstellingen te bevorderen. Ze deed dit vooral om de zogenaamde ‘ketterijen’ te bestraffen. [...] De afvallig geworden gemeente riep de burgerlijke overheid te hulp. Uit deze verhouding is het pausdom, het beest, ontstaan.” –De grote strijd, blz. 412. 63 2. Wat leidde tot deze afval? Hoe is dit van toepassing op de huidige geest van oecumene die in de wereld overheerst? Wat is het verband hierin met de tegenwoordige waarheid? Openbaring 2:2. Openbaring 2:2 Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat u de kwaden niet kunt verdragen; en dat u beproefd hebt degenen, die voorgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden. “Afgodendienaars namen een deel van het christelijk geloof aan, maar verwierpen andere grondwaarheden. Ze beweerden Jezus te aanvaarden als de Zoon van God en in Zijn dood en opstanding te geloven, maar waren niet overtuigd van hun zonde en hadden ook geen behoefte aan berouw of inkeer. Ze deden enkele toegevingen en stelden voor dat de christenen dat ook maar moesten doen, zodat allen één zouden zijn in het geloof in Christus. De gemeente was nu in zeer groot gevaar. De gevangenis, de folteringen, de brandstapel en het zwaard waren zegeningen vergeleken met deze nieuwe toestand. Sommige christenen bleven de waarheid trouw en wilden van geen compromis weten. [...] De meeste christenen stemden er op den duur mee in, water in de wijn te doen en er kwam een eenheid tot stand tussen het christendom en het heidendom. [...] Men heeft de mensen die zich volgelingen van Christus noemen altijd in twee groepen kunnen verdelen.” –De grote strijd, blz. 39. Noodzaak voor scheiding 3. Welke beslissing nam een klein aantal gelovigen in de vroege christelijke gemeente en in de Middeleeuwen? Romeinen 16:17; 2 Korinthe 6:17. Romeinen 16:17 En ik bid u, broeders, neemt acht op hen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die u van ons geleerd hebt; en wijkt af van hen. 2 Korinthe 6:17 Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan wat onrein is, en Ik zal u aannemen. “Na een lange, zware strijd besloten de weinige getrouwen elke band met de afvallige kerk te verbreken als ze bleef weigeren zich 64 van valse leerstellingen en afgodendienst te zuiveren. Zij zagen in dat een scheiding absoluut noodzakelijk was, als ze gehoorzaam wilden blijven aan het Woord van God. [...] Als de eenheid alleen bereikt kon worden door geschipper met de waarheid en gerechtigheid, moest er maar liever onenigheid en zelfs openlijke vijandschap zijn.” –De grote strijd, blz. 41, 42. “Er is in deze tijd grote behoefte aan bedachtzaamheid. [...] Laten we gehoor geven aan de waarschuwing: ‘Ik bid u, broeders, neemt acht op hen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt; en wijkt af van hen. Want dezulken dienen onze Heere Jezus Christus niet, … en verleiden door schoonspreken en prijzen de harten der eenvoudigen.’…” –Testimonies for the Church, vol. 8, blz. 167. 4. Wat onthulde de profetie over de gemeente in de woestijn? Wat is bekend over de hervormers van die tijd? Openbaring 12:6. Openbaring 12:6 En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar door God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen. “De Waldenzen waren echter de belangrijkste groep die zich tegen de inbreuken van het pausdom verzetten. [...] De gemeenten van Piémont bleven eeuwenlang onafhankelijk, maar toen brak de tijd toch aan dat Rome hun onderwerping eiste. [...] Er waren echter enkele gelovigen die weigerden zich aan het gezag van de paus en de prelaten te onderwerpen. Ze waren vastbesloten God trouw te blijven en de zuiverheid en eenvoud van hun geloof te behouden. Zo kwam er een scheiding. Zij die het oude geloof trouw bleven, trokken zich terug.” –De grote strijd, blz. 60. Mannen met kracht en de Geest 5. Wie zou volgens de profetie opstaan als de onderwijzer van velen? Welke grote hervormer verrees in het veertiende-eeuwse Engeland? Wat kan gezegd worden over deze straal van licht? Daniël 11:33, 34. Daniël 11:33, 34 En de leraars van het volk zullen er velen onderwijzen, en zij zullen vallen door het zwaard en door vlam, 65 door gevangenis en door beroving, vele dagen. Als zij nu zullen vallen, zullen zij met een kleine hulp geholpen worden; doch velen zullen zich door vleierijen bij hen vervoegen. “In de veertiende eeuw verrees in Engeland ‘de morgenster van de Hervorming’. John Wyclif was de heraut van de Hervorming in Engeland, maar ook voor de hele christelijke wereld. Het protest tegen Rome dat hij onder woorden mocht brengen, zou nooit meer worden onderdrukt. Dit protest was het begin van de strijd die zou leiden tot de vrijmaking van mensen, kerken en volken.” –De grote strijd, blz. 77. 6. Welke andere heldhaftige hervormers in de tijd van de Middeleeuwen worden in de geschiedenis genoemd? Daniël 12:3. Noem enkele dingen die ze gedaan hebben. Daniël 12:3 De leraars nu zullen blinken, als de glans van het uitspansel, en die er velen rechtvaardigden, gelijk de sterren, altoos en eeuwig. “Arbeiders werden opgeroepen die vol bekwaamheid de waarheid die eens aan de heiligen was overgeleverd, verdedigden. De geschiedenis vermeldt het verslag van het succes en de moed van deze mannen. [...] De Waldenzen, John Wycliffe, Huss en Hiëronymus, Maarten Luther en Zwingli, Cranmer, Latimer en Knox, de Hugenoten, John en Charles Wesley, en een schare anderen brachten materialen naar het fundament die de eeuwigheid zullen trotseren.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 435. 7. Welke belofte had betrekking op Huss en Hiëronymus als hervormers in een zeer moeilijke tijd? Openbaring 2:10. Openbaring 2:10 Vrees geen van de dingen, die u lijden zult. Ziet, de duivel zal enigen van u in de gevangenis werpen, opdat u verzocht wordt; en u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Weest getrouw tot de dood, en Ik zal u geven de kroon des levens. “Tot dusverre had Hus de taak alleen op zich genomen, maar nu kreeg hij een medewerker, Hiëronymus, die tijdens zijn verblijf in Engeland de leer van Wyclif had aangenomen. [...] 66 God gaf deze uitverkoren mannen een heldere geest en inzicht… [...] Hus veroordeelde deze gruwelen, die in naam van de godsdienst werden bedreven, met een stoutmoedigheid die met de dag groter werd. Het volk gaf de roomse leiders openlijk de schuld van de ellende waarmee de christenheid geplaagd werd.” –De grote strijd, blz. 96, 97. Het licht van de hervorming neemt toe 8. Door welke grote waarheid werd Martin Luther steeds stoutmoediger in zijn werk van hervorming? Wat heeft hij gedaan? Éfeze 1:7; Kolossensen 1:14. Éfeze 1:7 In Wie wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar de rijkdom van Zijn genade. Kolossensen 1:14 In Wie wij de verlossing hebben door Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden; “ ‘Deze schandelijke handel werd in de kerk gedreven. Tetzel verkondigde van op de kansel dat de aflaten het kostbaarste geschenk van God waren. Hij beweerde dat elke zonde die een afnemer van zijn aflaatbrieven later zou begaan, op grond van zijn aflaten zou worden vergeven en dat de betrokkene zelfs geen berouw hoefde te hebben.’ (Merle D’Aubigné, History of the Reformation, b. 3, ch. 1.) [...] Toen Tetzel niet met zijn handel en goddeloze beweringen wilde ophouden besloot Luther krachtiger te protesteren tegen zijn hemeltergende misbruiken. Kort daarna kreeg hij daartoe de kans. [...] De dag vóór het feest liep Luther mee met de mensen die al op weg waren naar de kerk en plakte zijn vijfennegentig stellingen tegen de leer van de aflaten op de kerkdeur.” –De grote strijd, blz. 118, 119. 9. Welk onwankelbare getuigenis had Luther toen hij voor de Rijksdag stond? Psalm 40:10; Matthéüs 10:18. Psalm 40:10 Ik boodschap de gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen bedwing ik niet; HEERE! U weet het. Matthéüs 10:18 En u zult ook voor stadhouders en koningen geleid worden, om Mijnentwil, hun en de heidenen tot getuigenis. 67 “ ‘Als men mij niet met de Schrift of met steekhoudende argumenten kan weerleggen, als men mij niet met de teksten die ik heb aangehaald kan overtuigen en als men mij niet door middel van Gods Woord kan aantonen dat ik ongelijk heb, kan ik en wil ik niets herroepen, want een christen mag zijn geweten geen geweld aandoen. Hier sta ik; ik kan niet anders. Zo helpe mij God. Amen.’ (Merle D’Aubigné, History of the Reformation, b7, ch. 8).” –De grote strijd, blz. 147, 148. 10. Wat is bijna altijd het lot geweest van echte hervormers en Gods kinderen? Hebreeën 11:36-40. Hebreeën 11:36-40 En anderen hebben bespottingen en geselen geproefd, en ook banden en gevangenis; Zijn gestenigd geworden, in stukken gezaagd, verzocht, door het zwaard ter dood gebracht; hebben gewandeld in schaapsvellen en in geitenvellen; verlaten, verdrukt, kwalijk behandeld zijnde; (Welker de wereld niet waardig was) hebben in woestijnen gedoold, en op bergen, en in spelonken, en in holen der aarde. En deze allen, hebbende door het geloof getuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen; Alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden. “Gods erfgenamen komen uit zolderkamertjes, uit krotten, uit gevangenissen, van schavotten, uit bergen en woestijnen, uit de holen van de aarde en uit de diepten van de zee. Op aarde hadden ze geleefd ‘onder ontbering, verdrukking en mishandeling’. Miljoenen zijn met schande beladen in het graf gedaald omdat ze vastberaden weigerden in te gaan op de bedrieglijke eisen van satan. Ze zijn door menselijke rechtbanken veroordeeld als de ergste misdadigers. Maar nu God rechter (Psalm 50:6) is worden de beslissingen van de mensen ongedaan gemaakt.” –De grote strijd, blz. 599. “Door alle eeuwen heen zijn Gods uitverkoren boodschappers gesmaad en vervolgd; nochtans is door hun moeite de kennis van God wijd verbreid. Iedere discipel van Christus moet zich bij de gelederen aansluiten, en hetzelfde werk voorwaarts dragen, wetende dat de vijanden daarvan niets kunnen doen tegen de waarheid, slechts vóór de waarheid. Het is de bedoeling van God, dat de waarheid naar voren gebracht zal worden, en het onderwerp zal worden van onderzoek en bespreking, juist ook door de verachting 68 die de mensen ervoor koesteren. De gedachten van de mensen moeten wakker geschud worden; iedere strijd, ieder smaadwoord, iedere poging om gewetensvrijheid te beknotten is een middel van God om mensen wakker te maken die anders zouden kunnen insluimeren.” –Gedachten van de berg der zaligsprekingen, blz. 35. _____ Zendingsbericht uit Gambia en Senegal Voorlezen op Sabbat 30 augustus 2014 De speciale Sabbatschoolgaven zullen op Sabbat 6 september 2014 worden ingezameld “Verkoopt hetgeen u hebt, en geeft aalmoes. Maakt uzelf buidels, die niet verouderen, een schat, die niet afneemt, in de hemelen, waar de dief niet bijkomt, noch de mot verderft. Want waar uw schat is, aldaar zal ook uw hart zijn.” Lukas 12:33, 34. I n de naam van onze Verlosser en Heer Jezus Christus, groeten wij alle broeders en zusters over de hele wereld. Met Gods voorzienigheid vordert de reformatieboodschap goed in Afrika, en is zij de Republieken van Gambia en Senegal binnengegaan. Deze twee landen liggen aan de Atlantische kust van het meest westelijke deel van Afrika. Senegal omringt Gambia aan drie kanten, en grenst in het noorden aan Mauritanië, in het oosten aan Mali, en in het zuiden aan Guinee en Guinee-Bissau. Gambia is het kleinste land op het continent, en beslaat ongeveer 32 kilometer in de breedte. Deze landsvinger grenst aan de banken van de Gambia Rivier op ongeveer 320 kilometer boven zijn monding. Verscheidene inheemse dialecten worden gesproken in deze twee landen, maar Malinke en Wolof worden het meest gesproken. Desalniettemin is de officiële taal van Senegal Frans, en de officiële taal van Gambia Engels. Gambia Gambia verkreeg onafhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk op 18 februari 1965, en sloot zich aan bij het Gemenebest van Naties (voorheen: Het Brits Gemenebest), waar het zich weer in oktober 2013 uit terugtrok. 69 Sinds de onafhankelijkheid heeft het land een relatief stabiel politiek milieu gehad, met uitzondering van een korte periode van militaire overheersing in 1994. In 2011, terwijl ik diende in Sierra Leone, maakte ik contact via e-mail met een vriend in Gambia, en vroeg hem of hij ooit gehoord had van het Internationaal Zendingsgenootschap, Gemeente der Zevende-Dags Adventisten, Reformatiebeweging. Hij was geschokt om te horen dat er andere Adventistische organisaties bestonden. We wisselden e-mailadressen uit, en ik stuurde hem de website van de Generale Conferentie om te bestuderen. Terwijl ik op zijn antwoord wachtte schreef ik naar een ander iemand in Senegal, een vrouw die een voormalig klasgenoot van mij is. Zij schreef terug, en zei gehoord te hebben dat ik het Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten had verlaten, en wilde graag de aanleiding daartoe weten. Ik stuurde haar ook het internetadres, en ook zij werd geïnteresseerd. Ongelukkigerwijs was haar verloofde een Adventist, en toen hij hoorde van onze correspondentie, dreigde hij de relatie te verbreken als zij door zou gaan met mij te corresponderen. In maart 2012 werd de Generale Conferentie ingelicht over mijn contact in Gambia, werd ik daarheen gezonden, en ik kwam daar aan op 1 april 2012. De eerste Sabbat bezocht ik een gemeente in de hoofdstad Banjul. Ik had daar vele vrienden gemaakt, waarvan ik tijdens de eerste week enkele bezocht, en vroeg hen wat hun visies waren met betrekking op de geprofeteerde Reformatiebeweging binnen het Adventisme. Sommigen hadden zelfs nog nooit gehoord van de Reformatiebeweging. De daaropvolgende Sabbat ging ik terug naar dezelfde gemeente. Door Gods hand ging de studie tijdens de sabbatschool over gezondheid, en was ik in staat om actief deel te nemen aan de discussie. De volgende dag, dat wil zeggen zondag, kwam één van de ouderlingen van de gemeente met een politieagent, en werd ik meegenomen naar het bureau om daar enkele vragen te beantwoorden, die veronderstelden dat ik naar hun gemeente gekomen was om daar valse leerstellingen te onderrichten. Op het bureau vroeg de politieagent, een moslim: “Als zij [de Adventisten] de waarheid onderwezen, wat hadden ze dan te vrezen?” Die vraag zorgde dat ik vrijuit kon gaan. Door deze en andere voorzienigheden van God namen al gauw naderhand vijftien geïnteresseerde zielen de reformatieboodschap aan. In Gambia is de islam verreweg de overheersende religie, gepraktiseerd door ongeveer 90 procent van de 1,7 miljoen inwoners. Slechts 8 procent is christelijk, met name rooms-katholiek; er zijn ook genootschappen van Anglicanen, Methodisten, Baptisten, Zevende-Dags Adventisten, Jehova’s getuigen en andere kleine evangelische gemeenten. Artikel 25 van de 70 landelijke grondwet beschermt de rechten voor burgers om elke religie die zij kiezen te praktiseren, en huwelijken tussen moslims en christenen zijn gewoon. Interne druk van andere christenen in de regering heeft ons belet om de kerk officieel te registreren. Daarom hebben wij ons geregistreerd als de International Health Organization (Internationale Gezondheidsorganisatie) en werken nu onder die naam. Tot vandaag zijn vijf zielen gedoopt. Vanwege de vruchtbaarheid van het land wordt de economie overheerst door agricultuur samen met visserij en toerisme. Ongeveer een derde deel van de bevolking leeft beneden de armoedegrens van 1,25 USD per dag. Vanwege de stabiliteit van het land is het echter ook een vruchtbaar land voor het evangelie. Senegal Senegal verkreeg zijn onafhankelijkheid van Frankrijk in 1963, en heeft vandaag de dag een geschat inwonersaantal van 13 miljoen, van wie 96 procent claimt soennitisch moslim te zijn. Slechts 3 procent is christelijk, hoewel sommigen niet nader genoemde bronnen beweren dat Senegal “een zeer hoge reputatie heeft vanwege zijn religieuze tolerantie.” Van de vijftien geïnteresseerde zielen in Gambia hadden er drie contacten in Senegal. Door deze contacten vervolgde ik mijn zendingswerk en bezocht ik vanaf 19 april 2012 de hoofdstad Dakar. Als gevolg daarvan hebben wij nu drie gedoopte leden in Senegal. Hoewel de gemeente nog niet geregistreerd is, werkt het kleine ledental hard om zielen te winnen. Het werk in Gambia en Senegal heeft voornamelijk twee uitdagingen. Allereerst is er geen permanente locatie voor aanbidding, waardoor de gelovigen in Gambia tot nu toe al vier keer hebben moeten wisselen van gebedsplaats. Ten tweede moeten wij zeer zorgvuldig zijn met hoe wij onze evangelisatie inspanningen organiseren. Wij danken God dat mensen ontvankelijk zijn voor de waarheid door de gezondheidsboodschap. Naast het oprichten van een hoofdkantoor en huizen van gebed, zullen uw gaven worden aangewend om seminars te organiseren, een toevoeging zijn aan de locale gaven voor zendingwerk, terwijl het werk zelfvoorzienend wordt, het zeker stellen van evangelisatie materiaal, en om aan de behoefte te voorzien om de infrastructuur van de gemeente te ontwikkelen. Wij prijzen God voor de gelegenheden die ons geschonken zijn om de waardevolle boodschap van het evangelie te delen in deze twee landen. Onze oproep aan de gelovigen wereldwijd is om met vreugde en vrij- 71 gevigheid te geven terwijl de Heilige Geest op u inwerkt voor het werk in Gambia en Senegal. Onze gebeden zijn met u en ook uw zending. −Vangarral T. Chengbe, Voorzitter van de zendingsvelden van Gambia en Senegal De extra sabbatschoolcollecte is bestemd voor Gambia en Senegal Dat de Heilige Geest uw hart mag bewegen bij het geven voor deze landen! 10e Les Sabbat 6 september 2014 Sabbatbegin 20.18 u. ↔ 20.16 u. De adventistische reformatie “God roept ieder gemeentelid op om zijn leven onvoorwaardelijk te wijden aan de dienst van de Heer. Hij roept op tot een vastberaden reformatie. De hele schepping zucht onder de vloek. Gods volk dient zich te plaatsen waar ze zullen groeien in genade, en geheiligd worden – lichaam, ziel en geest – door de waarheid. Wanneer zij breken met het toegeven aan alles wat schadelijk is voor de gezondheid, zullen ze een duidelijker beeld hebben van hetgeen ware godsvrucht vormt. Een schitterende verandering zal worden gezien in de godsdienstige ervaring.” –Counsels on Diet and Foods, blz. 34. De breuk herstellen 1. Wat kenmerkt de Adventbeweging als een ware reformatie? Waarop is het gefundeerd? Jesája 58:12, 13. Jesája 58:12, 13 En die uit u voortkomen, zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen; de fundamenten, van geslacht tot geslacht verwoest, zult u oprichten; en u zult genoemd worden: Die de bressen toemuurt, die de paden weer aanlegt, om te bewonen. Indien u uw voet van de sabbat afkeert, van te doen uw lust op Mijn heilige dag; 72 en indien u de sabbat noemt een verlustiging, opdat de HEERE geheiligd wordt, Die te eren is; en indien u die eert, dat u uw wegen niet doet, en uw eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan spreekt. “In de eindtijd zal elke goddelijke instelling hersteld worden. De bres, in de wet gemaakt in de tijd dat de Sabbat werd veranderd door de mens, zal hersteld worden. Gods laatste volk, dat in de wereld leeft als hervormers, moet laten zien dat Gods wet de grondslag vormt van alle blijvende hervormingen, en dat de Sabbat van het vierde gebod blijft bestaan als een gedenkteken aan de schepping, een blijvende herinnering aan Gods macht. Op duidelijke wijze moeten zij de noodzaak aantonen van gehoorzaamheid aan al Gods geboden. Gedrongen door de liefde van Christus moeten ze met Hem samenwerken in het herbouwen van de verwoeste plaatsen. Ze moeten de herstellers van de bressen, de herbouwers van de straten zijn.” –Profeten en koningen, blz. 418. Mij werd getoond dat indien de ware Sabbat altijd gehouden zou zijn, er nooit een ongelovige of een atheïst zou zijn geweest. De viering van de Sabbat zou de wereld hebben behoed voor afgoderij.” –Testimonies for the Church, vol. 1, blz. 76. 2. Wat was er gebeurd met het huis van Israël en het huis van Juda ten tijde van Jesája en Jeremía? Is het verlaten van Gods weg alleen beperkt tot de oude tijd? Jeremía 11:10; Jesája 24:5. Jeremía 11:10 Zij zijn weergekeerd tot de ongerechtigheden van hun voorvaderen, die Mijn woorden geweigerd hebben te horen; en zij hebben andere goden nagewandeld, om die te dienen; het huis Israëls en het huis van Juda hebben Mijn verbond gebroken, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb. Jesája 24:5 Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzettingen, zij vernietigen het eeuwig verbond. “De wereld is bezoedeld door haar bewoners. Zij hebben bijna het toppunt van de mate der ongerechtigheid bereikt; maar wat de zwaarste vergelding ten gevolge zal hebben, is de praktijk der ongerechtigheid onder de dekmantel der vroomheid. De Verlosser der wereld sloot nooit Zijn oor voor waar berouw, hoe groot de schuld 73 ook was; maar Farizeeën en huichelaars wijst Hij ten stelligste terug.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 32, 33. “Zij die hun verstand hebben laten verduisteren ten aanzien van wat zonde is, zijn op vreselijke wijze misleid. Wanneer er bij hen geen besliste verandering plaats vindt, zullen ze te licht bevonden worden wanneer God Zijn oordeel uitspreekt over de kinderen der mensen. Zij hebben de wet overtreden en het eeuwige verbond verbroken, en zij zullen ontvangen naar gelang hun werken geweest zijn.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 429, 430. De sabbat, een cruciale kwestie 3. Wat werd er geprofeteerd aangaande de goddelijke wet? Waarom werd dit gedaan? Daniël 7:25. Daniël 7:25 En het zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en het zal de heiligen der hoge plaatsen verstoren, en het zal menen de tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand overgegeven worden tot een tijd, en tijden, en een gedeelte van een tijd. “Volgens de profetie zou het pausdom ‘er op uit zijn tijden en wet te veranderen’ (Daniël 7:25). Dit werk werd onmiddellijk ondernomen. Om de bekeerlingen uit het heidendom iets in de plaats te geven voor de verering van hun afgoden en ... werd het aanbidden van beelden en relikwieën langzamerhand in de christelijke godsdienst opgenomen. [...] In het begin van de vierde eeuw vaardigde keizer Constantijn een bevel uit waarbij de zondag in het hele Romeinse rijk tot openbare feestdag werd uitgeroepen .... Hij werd daartoe aangespoord door de bisschoppen van de kerk, die door eerzucht en machtswellust gedreven, meenden dat wanneer zowel christenen als heidenen dezelfde dag vierden het christendom door vele heidenen zogenaamd zou worden aangenomen en dat op die manier de macht en luister van de kerk zouden worden vergroot. [...] Zo werd de heidense feestdag op den duur als een goddelijke instelling vereerd, terwijl de Sabbat van de Bijbel werd gedoodverfd als een overblijfsel van het jodendom en de mensen die hem vierden werden vervloekt.” –De grote strijd, blz. 47, 48, 51 74 4. Hoe ver gingen de joden in de tijd van Jezus met hun tradities? Maakt het feit dat een traditie reeds lange tijd bestaat het toelaatbaar? Matthéüs 15:3-6; Prediker 8:12. Matthéüs 15:3-6 Maar Hij, antwoordende, zei tot hen: Waarom overtreedt ook u het gebod Gods door uw inzetting? Want God heeft geboden, zeggende: Eert uw vader en moeder, en: Wie vader of moeder vloekt, die zal de dood sterven. Maar u zegt: Zo wie tot vader of moeder zal zeggen: Het is een gave, zo wat u van mij zou kunnen ten nutte komen; en zijn vader of zijn moeder geenszins zal eren, die voldoet. En u hebt alzo Gods gebod krachteloos gemaakt door uw inzetting. Prediker 8:12 Hoewel een zondaar honderd maal kwaad doet, en God hem de dagen verlengt, zo weet ik toch, dat het hen zal welgaan, die God vrezen, die voor Zijn aangezicht vrezen. “Hervormingen moeten doorgevoerd worden met geheel ons hart en onze ziel en wil. Dwaalbegrippen mogen zo oud zijn dat ze vergroeid zijn met de tijd; maar de tijd maakt een dwaalbegrip niet tot waarheid en evenmin de waarheid tot een dwaalbegrip. Veel te lang heeft men de oude gebruiken en gewoonten nagevolgd. De Here wil van leraars en scholieren, dat elke verkeerde idee op zij gezet wordt. Wij hebben niet de vrijheid om maar te leren wat beantwoordt aan de maatstaf van de wereld of aan de maatstaf van de gemeente, enkel en alleen omdat het de heersende gewoonte is zo te doen.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 440, 441. 5. In welke van de Tien Geboden vinden we Gods zegel? Welke onderdelen van een zegel bevat deze? Éxodus 20:8-11. Éxodus 20:8-11 Gedenkt de sabbatdag, dat u die heiligt. Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen; Maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE uw God; dan zult u geen werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is; Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die. 75 “Het zegel van Gods wet kan men in het vierde gebod vinden. Dit is het enige gebod dat zowel de naam als de titel van de Wetgever noemt. [...] Toen het pausdom de Sabbat veranderde, vernietigde die macht het zegel van de wet. Tot de volgelingen van Jezus wordt de oproep gericht dit zegel opnieuw aan te brengen door de Sabbat van het vierde gebod zijn rechtmatige plaats als het gedenkteken van de Schepper en het teken van Zijn gezag te geven.” –De grote strijd, blz. 419, 420. Gebieden van reformatie 6. Welke reformatieboodschap weerklinkt over de gehele wereld? Openbaring 14:6, 7. Openbaring 14:6, 7 En ik zag een andere engel, vliegende in het midden van de hemel, en hij had het eeuwige Evangelie, om te verkondigen aan hen, die op de aarde wonen, en aan alle natie, en geslacht, en taal, en volk; Zeggende met een grote stem: Vreest God, en geeft Hem heerlijkheid, want de ure van Zijn oordeel is gekomen; en aanbidt Hem, Die de hemel, en de aarde, en de zee, en de fonteinen der wateren gemaakt heeft. “Deze boodschap zal, indien in acht genomen, de aandacht van elke natie, stam, taal en volk trekken tot een grondig onderzoek van het Woord, en het ware licht met betrekking tot de macht die de Sabbat van de zevende dag veranderd heeft naar een valse sabbat.... Het gedenkteken van de Sabbat, dat bekendmaakt wie de levende God is, de Schepper van de hemelen en de aarde, is afgebroken, en een valse sabbat is in diens plaats aan de wereld gegeven.” –Selected Messages, boek 2, blz. 105, 106. 7. Welke andere reformatieboodschap wordt verkondigd, en met welk doel? 1 Korinthe 6:19, 20; 3:16, 17. 1 Korinthe 6:19, 20 Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is, Die u van God hebt, en dat u van uzelf niet bent? Want u bent duur gekocht: zo verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn. 76 1 Korinthe 3:16, 17 Weet u niet, dat u Gods tempel bent, en de Geest Gods in u woont? Zo iemand de tempel Gods schendt, die zal God schenden; want de tempel Gods is heilig, welke u bent. “Hervorming, aanhoudende hervorming moet de mensen worden voorgehouden en door ons voorbeeld moeten wij wat wij leren, kracht bijzetten. Ware godsdienst en de wetten der gezondheid gaan hand in hand. Het is onmogelijk voor de zaligheid van mannen en vrouwen te werken zonder hun de noodzaak voor te houden om te breken met zondige genietingen die de gezondheid vernielen, de ziel verlagen en beletten dat goddelijke waarheid doordringt tot het verstand. Mannen en vrouwen moet geleerd worden dat ze zich elke gewoonte en elke handelwijze nauwgezet bewust worden en dat ze zich ineens die dingen ontzeggen welke het lichaam in een ongezonde toestand brengen en aldus een schaduw werpen over het verstand.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 3, blz. 140. 8. Welke soort van genezing is in de gezondheidsreformatie inbegrepen? 2 Koningen 20:1-3, 7; Johannes 9:6, 7. 2 Koningen 20:1-3, 7 In die dagen werd Hizkía ziek tot stervens toe; en de profeet Jesája, de zoon van Amoz, kwam tot hem, en zei tot hem: Zo zegt de HEERE: Geef bevel aan uw huis, want u zult sterven, en niet leven. Toen keerde hij zijn aangezicht om naar de wand, en hij bad tot de HEERE, zeggende: Och, HEERE, gedenk toch, dat ik voor Uw aangezicht in waarheid en met een volkomen hart gewandeld, en wat goed in Uw ogen is, gedaan heb. En Hizkía weende gans zeer. [...] Daarna zei Jesája: Neemt een klomp vijgen; en zij namen ze, en legden ze op de zweer, en hij werd genezen. Johannes 9:6, 7 Dit gezegd hebbende, spuwde Hij op de aarde, en maakte slijk uit dat speeksel, en streek dat slijk op de ogen van de blinde; En zei tot hem: Ga heen, was u in het badwater Silóam (dat overgezet wordt: uitgezonden). Hij dan ging heen en waste zich, en kwam ziende. “Er zijn tal van manieren om de geneeskunde uit te oefenen, doch er is slechts één manier die door de hemel wordt goedgekeurd. Gods geneesmiddelen zijn de eenvoudige middelen der natuur, die door hun krachtige werkingen het gestel niet zullen verzwakken of benadelen. Zuivere lucht en water, reinheid, een juist dieet, reinheid des 77 levens en een vast vertrouwen op God zijn geneesmiddelen waardoor bij gebrek er aan duizenden sterven; deze geneesmiddelen geraken echter uit de tijd omdat een juiste toepassing werk vereist, en hierop zijn de mensen niet meer gesteld.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 148, 149. “Onze instellingen worden opgericht opdat de zieken behandeld kunnen worden met hygiënische methoden en zetten het gebruik van farmaceutische geneesmiddelen bijna volledig opzij. [...] Het gebruik van farmaceutische geneesmiddelen zou voor altijd afgeschaft moeten worden; want in plaats van de ziekte te genezen, verzwakken zij het gestel, waardoor het vatbaarder wordt voor ziekten.” –Healthful Living, blz. 246, 244. 9. Wat is nog meer een integraal onderdeel van de Adventreformatie? Wat is een gruwel voor God? 1 Timótheüs 2:9, 10; Deuteronomium 22:5. 1 Timótheüs 2:9, 10 Evenzo ook, dat de vrouwen, in een eerbaar gewaad, met zedigheid en matigheid zichzelf versieren, niet in vlechtingen van het haar, of goud, of paarlen, of kostbare kleding; Maar (hetwelk de vrouwen betaamt, die de godvruchtigheid belijden) door goede werken. Deuteronomium 22:5 Het kleed van een man zal niet zijn aan een vrouw, en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet, is de HEERE, uw God, een gruwel. “Mijn inzichten werden voorzien om de huidige mode te corrigeren, de extreem lange jurk, die over de grond sleept en ook om de extreem korte jurk te corrigeren, die ongeveer tot de knie reikt, en gedragen wordt door een bepaalde groep. Mij werd getoond dat beide uitersten vermeden dienen te worden. [...] Er bestaat een toenemende tendens dat vrouwen in hun kleding en uiterlijk zich zo dicht als mogelijk bevinden ten opzichte van het andere geslacht, en om hun kleding heel veel op die van de mannenmode te doen lijken, maar God spreekt Zich hierover uit als zijnde een gruwel.” –Testimonies for the Church, vol. 1, blz. 464, 457. 10. Op welk ander gebied van het leven zal er reformatie plaatsvinden? 2 Korinthe 6:14, 15; Leviticus 20:24, laatste gedeelte; Jesája 48:20. 78 2 Korinthe 6:14, 15 Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat heeft de gerechtigheid gemeen met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? En wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige met de ongelovige? Leviticus 20:24b ... Ik ben de HEERE, uw God, Die u van de volken afgezonderd heb! Jesája 48:20 Gaat uit van Babel, vlucht van de Chaldeeën, verkondigt met de stem des gejuichs, doet zulks horen, brengt het uit tot aan het einde der aarde, zegt: De HEERE heeft Zijn knecht Jakob verlost! “De Heer wil dat Zijn volk politieke kwesties begraaft. Wat betreft deze onderwerpen is zwijgen goud. [...] We kunnen niet veilig stemmen voor politieke partijen; want wij weten niet voor wie wij stemmen. Wij kunnen niet veilig deelnemen aan een of ander politiek plan. [...] Wat moeten wij dan doen? Bemoeit u zich niet met politieke kwesties. [...] Het is verkeerd dat u uw belangen koppelt aan een politieke partij, om uw stem met of voor hen uit te brengen.” –Gospel Workers, blz. 391, 393. _____ 11e Les Sabbat 13 september 2014 Sabbatbegin 20.02 u. ↔ 19.59 u. Crisis en reformatie “De wet van God is de grondslag van alle duurzame hervorming. Wij moeten de wereld in duidelijke lijnen de noodzaak van gehoorzaamheid aan Zijn wet voorleggen. De grote hervormingsbeweging moet in het huisgezin beginnen. Gehoorzaamheid aan Gods wet is de grote aansporing voor ijver, zuinigheid, waarheid, en juiste omgang tussen de mensen onderling.” –Hoe leid ik mijn kind, blz. 579. 79 Bijbels pacifisme 1. Hoe dient volgens de onderwijzing en het voorbeeld van de Heer iemand om te gaan met zijn vijanden? Welke activiteiten zullen geen deel uitmaken van het christelijke leven? Matthéüs 5:39, 44; 26:52. Matthéüs 5:39, 44 Maar Ik zeg u, dat u de boze niet weerstaat; maar, zo wie u op de rechterwang slaat, keert hem ook de andere toe; [...] Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken; doet wel aan hen, die u haten; en bidt voor hen, die u geweld doen, en die u vervolgen. Matthéüs 26:52 Toen zei Jezus tot hem: Keer uw zwaard weer in zijn plaats; want allen, die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan. “Satan schept buitengewoon veel behagen in oorlog en strijd, want ze zwepen de laagste hartstochten op en jagen hun slachtoffers in zonde gedompeld en met bloed doordrenkt, de dood in. Hij hitst de volken op om oorlog te voeren, want dan kan hij de gedachten van de mensen afleiden van hun voorbereiding om te kunnen staan op de dag des Heren.” –De grote strijd, blz. 544. “Mij werd getoond, dat Gods volk, dat Zijn bijzondere schat is, geen deel kan hebben in deze verwarrende oorlog, want dit is in strijd met elk grondbeginsel van hun geloof. In het leger kunnen zij niet de waarheid gehoorzamen en tegelijkertijd gehoorzaam zijn aan de bevelen van hun officieren. Dit zou een voortdurende inbreuk op het geweten betekenen.” –Testimonies for the Church, vol. 1, blz. 361. Het oorspronkelijk adventistische standpunt 2. Welk standpunt nam de Generale Conferentie van de Adventisten oorspronkelijk in, en volgde daarmee de geïnspireerde visie? Éfeze 6:12; 2 Korinthe 10:4. Éfeze 6:12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers van deze wereld, van de duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. 2 Korinthe 10:4 Want de wapenen van onze krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot neerwerping der sterkten. 80 Het hoofdbestuur van de Generale Conferentie der Zevende Dags Adventisten schreef op 3 augustus 1864 een “Statement of Principles” (beginselverklaring) aan de gouverneur van Michigan. “Aan Zijne Excellentie Austin Blair Gouverneur van de staat Michigan. Wij, de ondergetekenden, hoofdbestuur van de Generale Conferentie der Zevende Dags Adventisten, vragen beleefd verlof het volgende ter overweging aan te bieden. Deze gemeenschap van christenen die zichzelf Zevende Dags Adventisten noemen en die de Bijbel nemen als haar geloofsregel in leer en praktijk, zijn eenstemmig in hun zienswijze, dat haar leer het tegenovergestelde is van de geest en praktijk van oorlog. Vandaar dat zij zich steeds bewust tegen het dragen van wapens hebben verzet. Wanneer er één gedeelte in de Bijbel is, waarop wij als volk meer dan anderen kunnen heenwijzen, als onze geloofsbelijdenis, dan zijn het de tien geboden, die we erkennen als hoogste wet en elk voorschrift daarvan nemen in haar meest duidelijke en letterlijke betekenis. Het vierde gebod van deze wet verlangt op te houden met arbeid op de zevende dag van de week. Het zesde gebod verbiedt het nemen van leven. Noch het één, noch het ander kan in het doen van militaire dienst nagekomen worden, gezien van ons standpunt. Onze praktijk heeft met deze beginselen onveranderlijk voortbestaan. Vandaar dat ons volk zich niet vrij gevoelt om zich in deze dienst te laten inlijven. Geen van onze gemeentebladen hebben ooit de praktijk van het dragen van wapens verdedigd of bemoedigd en wanneer we werden opgeroepen, hebben we liever elkaar geholpen de 300 dollar te betalen, dan de beginselen te overtreden. Omdat deze voorziening van algemene toepassing bleef, hebben wij geen enkele gevoelens geacht, noch publiek gemaakt in deze vereiste zaak. Wij willen verder erop wijzen, dat de Zevende Dags Adventisten tegen de slavernij zijn en loyaal staan tot de regering alsook in sympathie met haar staat tegen de rebellie. Daar we als afzonderlijke gemeenschap nog niet zo lang bestaan, als een apart volk en onze organisatie eerst kortgeleden voltooid is, zijn onze beginselen nog niet uitgebreid bekend. De wijziging in de 81 wetgeving maakt het noodzakelijk, dat we een meer open standpunt in deze zaak innemen. Om deze redenen leggen we onze gevoelens als gemeenschap der Zevende Dags Adventisten voor Uwe Excellentie neer met betrekking tot het dragen van wapens, vertrouwende dat U niet zult aarzelen ons verzoek in te willigen om als volk onder het plan van de komende maatregel van het parlement te komen, betreffende diegenen die uit gewetensbezwaren geen wapens dragen en gerechtigd zijn tot de voordelen van genoemde wetten. JOHN BYINGTON, J. N. LOUGHBOROUGH, GEORGE W. AMADON, Hoofdbestuur van de Generale Conferentie van de Zevende Dags Adventisten Battle Creek, Michigan, 2 augustus 1864.” –F. M. Wilcox, Seventh-day Adventists in Time of War, blz. 58. 3. Aan welke van de drie hun beschikbare voorzieningen gaven de Adventisten hun voorkeur? “...Wanneer opgesteld, hebben we – in plaats van onze principes te schenden – ons tevreden gesteld om de $300 afkoopsom te betalen, en elkaar te helpen bij het betalen.” – F.M. Wilcox, Seventh-day Adventists in Time of War, blz. 58. “Er werd gezegd, dat de volgende oproep, ongeveer één op de drie lichamelijk goed in staat zijnde mannen zal nemen, die verplicht zullen worden tot de dienst. Het wordt verondersteld dat deze verhouding van 1 op 3 onder de Adventisten zal worden opgeroepen. Wanneer in dit geval, elk 100 dollar in de schatkist zou betalen, zou dat genoeg zijn om 300 dollar voor allen te betalen die opgeroepen zullen worden in de komende dienstplicht.” –Ouderling James White, Review and Herald, 24 januari 1865. 4. 82 Waarin werden de Adventgelovigen overal geïnstrueerd? Handelingen 4:19; 5:29. Handelingen 4:19; 5:29 Maar Petrus en Johannes, antwoordende, zeiden tot hen: Oordeelt u, of het recht is voor God, u meer te horen dan God. [...] Maar Petrus en de apostelen antwoordden, en zeiden: Men moet Gode meer gehoorzaam zijn, dan de mensen. “Wij moeten de menselijke regeringen als een goddelijke instelling erkennen, en gehoorzaamheid aan hen, zolang zij binnen hun wettelijke grenzen blijven, als een heilige plicht de mensen voorhouden. Maar wanneer hun aanspraken in tegenspraak komen met die van God, dan moeten wij Gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen. Gods Woord moet als verheven boven alle menselijke wetgeving worden beschouwd. Een ‘zo zegt de Here’ mag niet ten achter worden gesteld bij een ‘zo zegt de kerk’ of een ‘zo zegt de staat.’ De kroon van Christus moet boven de diademen van aardse machthebbers worden verheven.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 50. Een crisisperiode 5. Wat deden sommige Europese leiders precies vijftig jaar later, in 1914 – toen de Eerste Wereldoorlog begon – onder druk van de overheid? Jesája 5:20, 21. Jesája 5:20, 21 Wee hun, die het kwade goed noemen, en het goede kwaad; die duisternis tot licht stellen, en het licht tot duisternis; die het bittere tot zoet stellen, en het zoete tot bitterheid! Wee hun, die in hun ogen wijs, en bij zichzelf verstandig zijn! “Hoewel wij op grond van de heilige Schrift staan en ons beijveren de grondstellingen van het oorspronkelijke christendom op te volgen en daardoor ook de door God ingestelde rustdag zaterdag (Sabbat) houden en elke arbeid op die dag vermijden, zo houden wij ons toch in deze tegenwoordige ernstige oorlogstijd verplicht voor de verdediging van ons vaderland te staan en ook zaterdags (Sabbat) onder deze omstandigheden de wapens te voeren. Wij houden ons in dit aan het Schriftwoord in 1 Petrus 2:13-17.” –Ouderling H.F. Schubert, president, aan het Duitse ministerie van oorlog, 4 augustus 1914. [cursief door ons toegevoegd]. “Bij het uitbreken van de oorlog heeft de leiding van de Adventgemeente in Duitsland uit eigen beweging hun dienstplichtige leden in het vaderland geadviseerd, hun staatsburgerlijke plichten, volgens de Heilige Schrift, ook op de Sabbat trouw na te komen, zoals alle 83 andere strijders dit op zondag doen.” –Ouderlingen L.R. Conradi, H.F. Schubert, P. Drinhaus, Dresden, 5 maart 1915. Een overblijfsel neemt het Bijbels standpunt in 6. Hoeveel Adventisten werden misleid? Hoeveel bleven trouw? Romeinen 11:3-5; 9:27. Romeinen 11:3-5 Heere! zij hebben Uw profeten gedood, en Uw altaren omgeworpen; en ik ben alleen overgebleven en zij zoeken mijn ziel. Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelf nog zeven duizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baäl niet gebogen hebben. Alzo is er dan ook in deze tegenwoordige tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade. Romeinen 9:27 En Jesája roept over Israël: Al ware het getal van de kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden. “Bij het uitbreken van de oorlog werd onze gemeente in twee partijen verdeeld. terwijl 98% van onze leden de positie innam, op grond van de Bijbel, dat de verdediging van het vaderland met wapens, gewetensplicht is, ook op Sabbat, en dit in overeenstemming met het éénparige standpunt van de leiders was, en dit aan de leiding van het oorlogsdepartement werd meegedeeld, voegden zich echter twee procent hierin niet...” –Verklaring van de Z.D.A. in de Dresdner Neueste Nachrichten, 12 april 1918. 7. Wat gebeurde er met de weinige trouwe gelovigen? Scheidden zij zich af van de waarheid? Jesája 66:5; Zefánja 3:19. Jesája 66:5 Hoort het woord des HEEREN, u, die voor Zijn woord beeft! Uw broeders, die u haten, die u ver afzonderen, om Mijns Naams wil, zeggen: Dat de HEERE heerlijk worde! Doch Hij zal verschijnen tot uw vreugde, zij daarentegen zullen beschaamd worden. Zefánja 3:19 Ziet, Ik zal te dien tijde al uw verdrukkers verdelgen; en Ik zal de hinkenden behoeden, en de uitgestotenen verzamelen; en Ik zal ze stellen tot een lof, en tot een naam, in het ganse land, waar zij beschaamd zijn geweest. 84 “... Twee procent [voegden zich echter] hierin niet en deze werden uitgesloten vanwege hun onchristelijke handelswijze.” –Dresdner Neueste Nachrichten, 12 april 1918. “In de loop van de oorlog waren er desalniettemin onder hen [Zevende Dags Adventisten] vrijstaande leden die hun eigen gewetensbezwaren niet openlijk beleden voor de overheid, maar zich heimelijk onttrokken van hun taken, en bovendien van stad naar stad liepen om anderen in woord en geschrift te verleiden om dezelfde stap te zetten. Hiervoor ter verantwoording geroepen door de gemeente, wegens hun stugge doorzettingsvermogen in hun positie en door de bedreiging voor de interne en externe vrede, moesten ze van de gemeente uitgesloten worden.” –Berliner Lokalanzeiger, 24 augustus 1918. 8. Wie is daarom verantwoordelijk voor de crisis onder de Zevende Dags Adventisten? Jesája 3:12, laatste gedeelte; 9:15. Jesája 3:12b ... O Mijn volk! die u leiden, verleiden u, en de weg van uw paden slokken zij in. Jesája 9:15 Want de leiders van dit volk zijn verleiders, en die door hen geleid worden, worden ingeslokt. “Elke afwijking van de geopenbaarde norm door de leiders, die geroepen zijn om voorbeelden en vertolkers van de wil van God te zijn, moeten verwarring brengen in de gelederen van Zijn volk. Oprechte zielen zijn beduusd en verward over wat helder en duidelijk zou moeten zijn. In een dergelijke situatie worden de mensen overgelaten aan slechts één van de twee conclusies; er is geen alternatief. Zij moeten de praktijk veroordelen van zulke leiders en zelf vasthouden aan de norm van de Heer, of ze moeten concluderen dat als zulke leiders door God worden goedgekeurd en aanvaard, dat de Heer niet zo specifiek moet zijn dan gedacht met betrekking tot de exacte gehoorzaamheid aan Zijn standaard, en dus besluiten dat ook zij er van af kunnen wijken, en nog steeds hopen door God aanvaard te worden.” –The Medical Evangelist, vol. 9, no. 2, blz. 9. 85 9. Welke verkeerde leer van de Generale Conferentie der Adventisten hebben de afvallige Europese leiders aangegrepen? 1 Petrus 2:16. 1 Petrus 2:16 Als vrijen, en niet de vrijheid hebbende als een deksel der boosheid, maar als dienstknechten van God. “We hebben het standpunt ingenomen, dat iedereen handelen moet naar eigen geweten in deze zaak.” –A.G. Daniells, president van de Generale Conferentie (1920), Protokoll der Verhandlung mit der Gegenbewegung von 21. bis 23. Juli 1920 in Friedensau, blz. 36. “Wij geven aan elk van onze gemeenteleden absolute vrijheid om hun land te dienen, te allen tijde en op alle plaatsen, in overeenstemming met de voorschriften van hun persoonlijke gewetensvolle overtuiging.” –Resolution of European Committee, Gland, Switzerland, 2 januari 1923, Review and Herald, vol. 101, No. 10, 6 maart 1924, blz. 4. 10. Waarom zijn leden van Gods gemeente nooit vrij om ‘voor zich zelf een maatstaf voor hun plicht aan te leggen’? Romeinen 2:21-24; Richteren 17:6. Romeinen 2:21-24 Die dan een ander leert, leert u uzelf niet? Die predikt, dat men niet stelen zal, steelt u? Die zegt, dat men geen overspel doen zal, doet u overspel? Die van de afgoden een gruwel hebt, berooft u het heilige? Die op de wet roemt, onteert u God door de overtreding der wet? Want de Naam van God wordt om uwentwil gelasterd onder de heidenen, gelijk geschreven is. Richteren 17:6 In die dagen was er geen koning in Israël; een ieder deed, wat recht was in zijn ogen. “Indien de mensen vrij zouden zijn, om af te wijken van de eisen des Heren, en voor zich zelf een maatstaf voor hun plicht aan te leggen, zou er een verscheidenheid van maatstaven zijn aangepast aan de verschillende instelling van de mensen, en de heerschappij zou uit de handen des Heren genomen worden. De wil van de mens zou boven alles gesteld worden, en de hoge, heilige wil van God, – Zijn liefdevolle bedoeling jegens Zijn schepselen, – zou onteerd en veronachtzaamd worden.” –Gedachten van de berg der zaligsprekingen, blz. 50. 86 11. Wat is absoluut noodzakelijk voor iemand om in de komende crisis stand te houden? Wat is het doel van de Heer voor individuele leden en voor Zijn gemeente? Éfeze 4:14; 5:27; Hebreeën 13:9, eerste gedeelte. Éfeze 4:14; 5:27 Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met alle wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listig tot dwaling te brengen. [...] Opdat Hij haar Zichzelf heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij heilig zou zijn en onberispelijk. Hebreeën 13:9a Wordt niet omgevoerd met verscheidene en vreemde leringen; want het is goed, dat het hart gesterkt wordt door genade, ... “God is Zijn volk aan het ziften. Hij zal een reine en heilige gemeente hebben. We kunnen het hart van de mens niet lezen. Maar de Heer heeft middelen verschaft om de gemeente zuiver te houden.” –Testimonies for the Church, vol. 1, blz. 99. “Zonde en zondaren in de gemeente moeten tijdig behandeld worden, opdat anderen daardoor niet worden besmet. Waarheid en reinheid vereisen dat we een degelijker werk doen om het kamp te zuiveren van de Achans. Laten zij die een verantwoordelijke plaats bekleden, in een broeder geen zonde dulden. Brengt hem onder het oog dat hij óf met zijn zonden moet breken, óf anders uit de Gemeente gezet zal worden.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 34. _____ 87 12e Les Sabbat 20 september 2014 Sabbatbegin 19.45 u. ↔ 19.43 u. De schudding of zifting “Zodra Gods volk verzegeld zal zijn aan hun voorhoofd, niet door een zichtbaar teken, maar door een bevestiging in de waarheid, verstandelijk en geestelijk, zodat zij niet bewogen kunnen worden, en zo voorbereid zijn op de ‘schudding’, dan zal deze schudding geschieden. Inderdaad, het is al begonnen; de oordelen van God zijn al over het land, … dat men mag weten wat er ons te wachten staat.” –Het geloof waardoor ik leef, blz. 287. Het belang van de zifting 1. Wat vertelde Jezus aan Simon wat spoedig plaats zou vinden? Wat zal er in de eindtijd onder Gods volk gebeuren? Amos 9:9; Lukas 22:31, 32. Amos 9:9 Want ziet, Ik geef bevel, en Ik zal het huis Israëls onder al de heidenen schudden, zoals zaad geschud wordt in een zeef; en niet een steentje zal er ter aarde vallen. Lukas 22:31, 32 En de Heere zei: Simon, Simon, ziet de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe; Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en u, als u eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders. Online woordenboeken definiëren “schudding” als: “Heen en weer bewegen met schokkerige bewegingen”, “De stabiliteit doen verliezen of laten wankelen”, “verwijderen of verdrijven door schokkerige bewegingen”. “Zifting” wordt als volgt gedefinieerd: “Scheiden of apart zetten door het door een zeef te doen” –Merriam-Webster’s Collegiate Dictionary. “Ik zag sommigen met een sterk geloof die met uitroepen van doodsangst hun smekingen tot God opzonden. Hun gezichten waren bleek en droegen de tekenen van grote angst, een uitdrukking van hun innerlijke strijd. Hun gezichten drukten ook vastberadenheid en grote ernst uit. Grote druppels zweet vielen van hun voorhoofden. [...] Boze engelen verdrongen zich om hen en brachten duisternis 88 over hen om Jezus aan hun blik te onttrekken, zodat hun ogen gericht zouden worden op de duisternis rondom hen, en zij er zo toe geleid mochten worden God te wantrouwen en tegen Hem te murmureren. [...] Mijn aandacht werd toen gevestigd op het gezelschap, dat ik gezien had en dat krachtig geschud was.” –Maranatha, de Here komt, blz. 201 [zie ook: Eerste Geschriften, blz. 324, 325]. 2. Voorafgaand aan welke grote gebeurtenis zal dit reinigingsproces plaatsvinden? Met welk doel? Maléachi 3:3; Jesája 1:25. Maléachi 3:3 En Hij zal zitten, louterende, en het zilver reinigende, en Hij zal de kinderen van Levi reinigen, en Hij zal ze doorlouteren als goud, en als zilver; dan zullen zij de HEERE spijsoffer toebrengen in gerechtigheid. Jesája 1:25 En Ik zal Mijn hand tegen u keren, en Ik zal uw schuim op het allerreinste afzuiveren, en Ik zal al uw tin wegnemen. “Ik ben mij ervan bewust dat er gewerkt moet worden voor het volk, aangezien anders velen niet voorbereid zullen zijn om het licht te ontvangen van de uit de hemel gezonden engel, zodat de gehele wereld verlicht wordt door Zijn luister. Denk niet dat u een vat tot eer ten tijde van de late regen bevonden zult worden om Gods heerlijkheid te ontvangen, als u uw ziel verhoogt tot ijdelheid, over verdorven dingen spreekt, en heimelijk de wortels van verbittering koestert.” –Life Sketches of Ellen G. White, blz. 327, 328. “Ik zag, dat niemand deel kan hebben aan ‘verkoeling’ tenzij hij eerst de overwinning behaald heeft over iedere lievelingszonde, over hoogmoed, zelfzucht, liefde tot de wereld, en over ieder verkeerd woord en iedere verkeerde daad” –Maranatha, de Here komt, blz. 41 [zie ook: Eerste geschriften, blz. 77]. De getuigenis van de Waarachtige Getuige en de schudding 3. Welke verklaring van Christus als de Waarachtige Getuige aan de gemeente van Laodicéa veroorzaakt een schudding? Op welke wijze? Openbaring 3:14-17. Openbaring 3:14-17 En schrijf aan de engel van de gemeente der Laodicensen: Dit zegt de Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods: Ik weet uw werken, dat u noch koud 89 bent, noch heet; och, of u koud waart, of heet! Zo dan, omdat u lauw bent, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen. Want u zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb aan geen ding gebrek; en u weet niet, dat u bent ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt. “Ik vroeg de betekenis van de schudding, die ik gezien had, en mij werd getoond, dat die veroorzaakt zou worden door het rondborstige getuigenis, dat uitgelokt wordt door de raad van de Waarachtige Getuige, aan de Laodicensen gegeven.” –Eerste geschriften, blz. 325. “Mannen en vrouwen moeten wakker worden: Ze hebben de plicht zichzelf te beheersen. Ze hebben reinheid nodig. Ze moeten vrij worden van elke schadelijke begeerte en van elke gewoonte die hen besmet.” –Boodschappen aan jonge mensen, blz. 224. “Terwijl degenen, tot wie de boodschap gericht is, zich vleien dat ze zich in een verheven geestelijke positie bevinden, doorbreekt de boodschap van de Waarachtige Getuige hun gerustheid door de scherpe veroordeling van hun ware toestand van geestelijke blindheid, armoede, en rampzaligheid. Het getuigenis, zo scherp en streng, kan geen vergissing zijn, want het is de Waarachtige Getuige, die spreekt en Zijn getuigenis moet correct zijn.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1, blz. 336. 4. Wat is de enige manier om te voorkómen om ‘uitgespuwd’ of voor eeuwig geweigerd te worden? Openbaring 3:18. Openbaring 3:18 Ik raad u dat u van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat u rijk moogt worden; en witte klederen, opdat u moogt bekleed worden, en de schande van uw naaktheid niet geopenbaard worde; en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zien moogt. “De Waarachtige Getuige raadt ons van Hem te kopen goud, beproefd in het vuur, witte klederen, en ogenzalf. Het goud, beproefd komende uit het vuur, is geloof en liefde. Dat maakt het hart rijk, want het is doorlouterd tot het zuiver is, en hoe meer het beproefd is, des te schitterender is zijn glans. De witte kleding is reinheid van karakter, de rechtvaardigheid, die Christus de zondaar verleent. Dit is inderdaad een kleed van hemels weefsel, dat enkel bij Christus gekocht kan worden voor een leven van gewillige gehoorzaamheid. De ogenzalf is 90 die wijsheid en genade, die ons in staat stelt onderscheid te kunnen zien tussen het kwade en het goede, en de zonde onder elke vermomming te ontdekken.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1, blz. 494. De boodschap aannemen 5. Wat zal geopenbaard worden in het leven van iemand die de boodschap aan de Laodicensen heeft aangenomen? Wat is uw persoonlijk ervaring hiermee? Matthéüs 7:20; Jesája 62:10. Matthéüs 7:20 Zo zult u ze dan aan hun vruchten kennen. Jesája 62:10 Gaat door, gaat door, door de poorten, bereidt de weg des volks; verhoogt, verhoogt een baan, ruimt de stenen weg, steekt een banier omhoog tot de volken! “Dit zal zijn uitwerking hebben op het hart van degene, die het aanneemt, en zal er hem toe brengen om de standaard omhoog te heffen, en de naakte waarheid te spreken.” –Eerste geschriften, blz. 325. “Geen richtlijn der waarheid die van het volk der Zevende-Dags Adventisten gemaakt heeft wat zij zijn, mag verzwakt worden. Wij hebben de oude grenspalen, de oude bakens der waarheid, ervaring en plicht, en wij moeten, voor het oog van de hele wereld, ter verdediging van onze beginselen, staan als een rots.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 392. “Liever de dood dan oneer of de overtreding van Gods wet, moet het motto zijn van elke christen. Als een volk dat belijdt hervormers te zijn, dat de plechtigste, zuiverende waarheden van Gods Woord als een schat bewaart, moeten we de maatstaf veel en veel hoger stellen dan we momenteel doen. Zonde en zondaren in de gemeente moeten tijdig behandeld worden, opdat anderen daardoor niet worden besmet.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 34. 6. Wat is het grote gevaar voor Gods volk wanneer er een crisis komt? Wat zullen zij, die tot het einde trouw blijven, ontvangen? Openbaring 3:3; 2:10. Openbaring 3:3 Gedenk dan, hoe u het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het, en bekeer u. Indien u dan niet waakt, zo zal Ik over u 91 komen als een dief, en u zult niet weten, op wat ure Ik over u komen zal. Openbaring 2:10 Vrees geen van de dingen, die u lijden zult. Ziet, de duivel zal enigen van u in de gevangenis werpen, opdat u verzocht wordt; en u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Weest getrouw tot de dood, en Ik zal u geven de kroon des levens. “We hebben een aanhoudende worsteling in het verschiet, met gevaar van gevangenis, verlies van eigendom, ja zelfs van het leven, om de wet van God, die tenietgedaan is door de wetten der mensen, te verdedigen. In deze toestand, zal de wereldlijke politiek een uiterlijke schikking aangaan met de wetten van het land ter wille van de vrede en de eendracht. En er zijn sommigen die zo’n handelwijze willen opdringen aan de hand van de Schrift: ‘Alle ziel zij de machten over haar gesteld, onderworpen …; de machten die er zijn, die zijn door God geordineerd.’ ” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 337. “Diegenen die stap voor stap aan de wereldse eisen hebben toegegeven en gelijkvormig aan wereldse gebruiken zijn geworden, zullen het niet moeilijk vinden om te zwichten voor de heersende machten. Zij zwichten liever dan bespotting, belediging, bedreiging, dreigende gevangenneming of dood te moeten ondergaan. De strijd is tussen de geboden van God en de geboden van mensen.” –Maranatha, de Here komt, blz. 200. Gods werktuigen 7. Wie gebruikt God als Zijn instrumenten om de boodschap van de ure aan Zijn volk en de wereld te geven? Jesája 43:10. Jesája 43:10 U bent Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn knecht, die Ik uitverkoren heb; opdat u het weet, en Mij gelooft, en verstaat, dat Ik Die ben, dat vóór Mij geen God geformeerd is, en na Mij geen zijn zal. “Onze Verlosser zendt Zijn boodschappers om een getuigenis uit te dragen aan Zijn volk. Hij zegt: ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.’ Openbaring 3:20. Maar velen weigeren Hem te ontvangen. De Heilige Geest wacht om harten week te maken en tot onderwerping 92 te brengen; maar zij zijn niet bereid de deur te openen en de Heiland binnen te laten uit vrees dat Hij iets van hen zal eisen. En zo gaat Jezus van Nazareth voorbij.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 525. 8. Wat was de ervaring van Gideon voordat de overwinning werd behaald? Op welke manier lijkt de toestand van de gemeente op die van toen? Richteren 7:2-7. Richteren 7:2-7 En de HEERE zei tot Gídeon: Het volk is te veel, dat met u is, dan dat Ik de Midianieten in hun hand zou geven; opdat zich Israël niet tegen Mij beroeme, zeggende: Mijn hand heeft mij verlost. Nu dan, roep nu uit voor de oren van het volk, zeggende: Wie vreesachtig en versaagd is, die kere weer, en spoede zich naar het gebergte van Gílead! Toen keerden uit het volk weer twee en twintig duizend, dat er tien duizend overbleven. En de HEERE zei tot Gídeon: Nog is het volk te veel; doe hen afgaan naar het water, en Ik zal ze u aldaar beproeven; en het zal geschieden, van wie Ik tot u zeggen zal: Deze zal met u trekken, die zal met u trekken; maar iedereen, van wie Ik zeggen zal: Deze zal niet met u trekken, die zal niet trekken. En hij deed het volk afgaan naar het water. Toen zei de HEERE tot Gídeon: Al wie met zijn tong uit het water zal lekken, zoals een hond zou lekken, die zult u alleen stellen; evenzo al wie op zijn knieën zal bukken om te drinken. Toen was het getal van hen, die met hun hand tot hun mond gelekt hadden, driehonderd man; maar alle overigen van het volk hadden op hun knieën gebukt, om water te drinken. En de HEERE zei tot Gídeon: Door deze driehonderd mannen, die gelekt hebben, zal Ik u verlossen, en de Midianieten in uw hand geven; daarom laat al dat volk weggaan, een ieder naar zijn plaats. “Op 20 november 1857 werd mij Gods volk getoond, en ik zag hoe geweldig ze geschud werden. [...] In aantal was deze groep kleiner geworden. Sommigen waren door de zifting uitgevallen en onderweg achtergebleven.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 1, blz. 58, 61. “Spoedig zal Gods volk beproefd worden door zware verzoekingen, en het merendeel van hen die zich nu zo oprecht en trouw voordoen, zal blijken van onedel metaal te zijn. [...] Ter verdediging te staan van waarheid en gerechtigheid wanneer het merendeel ons alleen laat, de 93 oorlogen des Heren te strijden wanneer er maar weinig kampvechters zijn − dat zal onze beproeving zijn.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 27, 28. “Wanneer de storm nadert, zullen veel mensen die de boodschap van de derde engel zogenaamd hadden aangenomen, maar niet waren geheiligd door gehoorzaamheid aan de waarheid, hun geloof prijsgeven en zich aansluiten bij de tegenstanders.” –De grote strijd, blz. 562. De verzegeling van Gods dienaren 9. Wat zullen de heiligen tijdens Gods laatste verlossingswerk ontvangen om voorbereid te zijn om de Here te ontmoeten? Openbaring 7:4. Openbaring 7:4 En ik hoorde het getal van hen, die verzegeld waren: honderd vier en veertig duizend waren verzegeld uit alle geslachten van de kinderen Israëls. “Een engel met een schrijvers-inktkoker aan zijn lenden keerde van de aarde terug, en meldde Jezus dat zijn werk volbracht was, en dat de heiligen geteld en verzegeld waren. Toen zag ik Jezus, die dienst verricht had vóór de ark, waarin de tien geboden zijn, het wierookvat wegwerpen. Hij hief Zijn handen omhoog, en sprak met luider stem: ‘Het is volbracht.’ En het ganse engeleheir legde hun kronen af, toen Jezus de plechtige verklaring uitsprak: ‘Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde; en die rechtvaardig is, dat hij nog rechtvaardig worde; en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde.’ Ieder geval was ten leven of ten dode beslist geworden. [...] De ganse hemel had met Jezus ingestemd, toen zij de vreselijke woorden hoorden: ‘Het is volbracht. Het is geëindigd.’ ” –Eerste geschriften, blz. 334-336. “De levende heiligen, 144.000 in getal, kenden en verstonden de stem; ...” –Eerste geschriften, blz. 6. 10. Welke verantwoordelijkheid heeft Gods volk, aangezien de schudding, of reiniging, plaats zal vinden voor de spade regen? 2 Korinthe 6:14-18; 1 Johannes 3:3. 94 2 Korinthe 6:14-18 Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat heeft de gerechtigheid gemeen met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? En wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige met de ongelovige? Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want u bent de tempel van de levende God; gelijk God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder hen wandelen; en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn. Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan wat onrein is, en Ik zal u aannemen. En Ik zal u tot een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige. 1 Johannes 3:3 En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, die reinigt zichzelf, gelijk Hij rein is. “Ik zag dat vastbesloten inspanningen gedaan moeten worden om diegenen, die in hun leven onchristelijk zijn, inzicht te geven in hun verkeerdheden, en indien zij zich niet hervormen, zij gescheiden dienen te worden van het kostbare en heilige [deel], zodat God een rein en zuiver volk heeft, waarin Hij Zich kan verheugen. Maak Hem niet te schande door het reine met het onreine te verbinden of te verenigen.” –Testimonies for the Church, deel 1, blz. 117, 118. “Weinigen luisteren naar Gods stem en zijn bereid de waarheid aan te nemen, in welke vorm die ook wordt gebracht. Vaak moeten zij, die in de voetsporen van de hervormers gaan, zich afwenden van de kerk die hen lief is, om de eenvoudige waarheid van Gods Woord te brengen. Dikwijls worden zij, die naar licht zoeken, door dezelfde leer gedreven om de kerk van hun ouders te verlaten om gehoorzaam te kunnen zijn.” –Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 185. “Voordat het werk afgesloten en de verzegeling Gods volk beëindigd is, zullen we de uitstorting van de Geest van God ontvangen. Engelen van de hemel zullen in ons midden verkeren.” –Maranatha, de Here komt, blz. 212. _____ 95 13e Les Sabbat 27 september 2014 Sabbatbegin 19.29 u. ↔ 19.26 u. De beloning voor trouw “God doet een oproep aan Zijn volk om een stralend licht in deze wereld te zijn, schijnend tussen de duisternis van de zonde. Het leven te leiden van de Levengever wordt beloond. Hij ging weldoende rond. Dit zal iedere ware volgeling van Hem doen, vervuld met een geheiligd besef van zijn trouw aan God en zijn plicht jegens zijn medemensen. Door de kennis van de waarheid zoals die in Jezus is, moeten christenen groeien in genade, en voortdurend dichter tot volmaaktheid van het karakter komen.” –The Upward Look, blz. 177. De Heer geeft de beloning 1. Wat zal Christus met Zich meebrengen wanneer Hij komt? En voor wie? Openbaring 22:12; Matthéüs 16:27. Openbaring 22:12 En zie, Ik kom haastig; en Mijn loon is met Mij, om een ieder te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn. Matthéüs 16:27 Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid Zijns Vaders, met Zijn engelen, en alsdan zal Hij een ieder vergelden naar zijn doen. “Eer ten slotte het loon wordt gegeven, moet worden bepaald wie geschikt is om te delen in de erfenis van de rechtvaardigen. Deze beslissing moet plaatsvinden vóór de wederkomst van Christus op de wolken des hemels, want wanneer Hij komt, is Zijn loon met Hem om een ieder te geven naarmate zijn werk zal zijn. (Openbaring 22:12) Vóór Zijn komst moet dus het karakter van ieders werk zijn bepaald en ieder van Christus’ volgelingen zal worden beloond overeenkomstig hetgeen hij heeft gedaan.” –Lessen uit het leven van alledag, blz. 190. 2. 96 Waar zullen allen verschijnen voordat de beloning gegeven wordt? Waar dient dit toe? 2 Korinthe 5:10. 2 Korinthe 5:10 Want wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat een ieder wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. “De gevallen van de rechtvaardige doden passeren de revue voor God. Wanneer dat werk zal zijn voltooid, zal het oordeel over de levenden uitgesproken worden. Hoe kostbaar, hoe belangrijk zijn deze plechtige momenten! Ieder van ons heeft nog een onbesliste zaak lopen in het hemelse gerechtshof. Wij worden afzonderlijk beoordeeld naar de daden die gedaan zijn in het lichaam. [...] Als we enig respect hebben voor de redding van onze ziel, moeten we een vastbesloten verandering maken. We moeten de Here met waar berouw zoeken; we moeten met een diep berouw van de ziel onze zonden belijden, zodat deze kunnen worden uitgewist.” –Selected Messages, boek 1, blz. 125. 3. Wat vergaren de onboetvaardigen voor zichzelf? Romeinen 2:4, 5. Romeinen 2:4, 5 Of veracht u de rijkdom van Zijn goedertierenheid, en verdraagzaamheid, en lankmoedigheid, niet wetende, dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt? Maar naar uw hardheid, en onbekeerlijk hart, vergadert u uzelf toorn als een schat, in de dag des toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods. “Vreselijke voorvallen zullen voor de wereld worden geopend bij het oordeel – voorvallen van zonden die nooit beleden zijn, van zonden die niet zijn uitgewist! Ach, dat deze arme zielen toch zouden inzien dat ze de toorn opstapelen voor de dag des toorns! Dan zullen de gedachten van het hart, evenals de handelingen onthuld worden. Ik zeg u mijn broeders en zusters, het is noodzakelijk om uw zielen voor God te verootmoedigen. ‘Laat af van kwaad te doen,’ maar stop hier niet; ‘leert goed doen.’ U kunt God alleen verheerlijken door vruchten te dragen tot Zijn eer.” –Testimonies to Ministers and Gospel Workers, blz. 146. De reserves veiligstellen en de beloning 4. Waar zouden onze rijkdommen vergadert moeten zijn? 1 Timótheüs 6:17-19. 97 1 Timótheüs 6:17-19 Beveel de rijken in deze tegenwoordige wereld, dat zij niet hoogmoedig zijn, noch hun hoop stellen op de ongestadigheid van de rijkdom, maar op de levende God, Die ons alle dingen rijkelijk verleent, om te genieten; Dat zij weldadig zijn, rijk worden in goede werken, gaarne mededelende zijn, en gemeenzaam; Leggende zichzelf weg tot een schat een goed fundament tegen het toekomende, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen mogen. “Aangaande uw eeuwige investering moet u zichzelf aansporen en beginnen het goede zaad te zaaien. Dat wat u zaait, zult u ook oogsten. De oogst komt – de grote oogsttijd, wanneer we zullen oogsten wat we gezaaid hebben. Er zullen geen vergissingen zijn bij de oogst; de oogst is zeker. Nu is de tijd om te zaaien. Nu moeten er inspanningen gedaan worden om rijkelijk goede werken te doen, ‘gaarne mededelende’ te zijn, en ‘gemeenzaam,’ leggende voor uzelf een goed fundament voor de toekomst, opdat u ‘het eeuwige leven verkrijgen’ mag.” –Testimonies for the Church, vol. 2, blz. 31. 5. Wat zal voor zowel jongeren als volwassenen een bijzondere zegen zijn? 1 Korinthe 3:11-13. 1 Korinthe 3:11-13 Want niemand kan een ander fundament leggen, dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus. En indien iemand op dit fundament bouwt: goud, zilver, kostbare stenen, hout, hooi, stoppels; Eens ieders werk zal openbaar worden; want de dag zal het verklaren, daar het door vuur geopenbaard wordt; en hoedanig eens ieders werk is, zal het vuur beproeven. “Jonge mannen en vrouwen dienen een goed karakter met een hogere waarde te beschouwen dan goud, zilver of contanten. Het zal niet getroffen worden door onrust en mislukkingen, en zal kostbare opbrengsten leveren wanneer aardse bezittingen weggevaagd zullen worden. De jeugd moet een hoger, edeler zicht op de waarde van het christelijk karakter krijgen. Zonde verblindt de ogen en verontreinigt het hart. Integriteit, standvastigheid en volharding zijn eigenschappen die allen ernstig zouden moeten trachten te vormen; want zij bekleden de bezitter met een onweerstaanbare kracht, een kracht die hem sterk maakt om het goede te doen, sterk om het kwade te weerstaan, sterk om tegenspoed te dragen. Hier schijnt de ware voor- 98 treffelijkheid van het karakter voort met de grootste luister.” –Testimonies for the Church, vol. 4, blz. 656. “Christus heeft ons echter niet de verzekering gegeven dat het bereiken van een volmaakt karakter eenvoudig zal zijn. Een edel, ontwikkeld karakter kunnen wij niet erven. We krijgen het niet toevallig. Een edel karakter wordt verkregen door persoonlijke inspanning, dankzij de verdiensten en de genade van Christus. God geeft de talenten, de verstandelijke vermogens; wij vormen het karakter. Het wordt gevormd door harde, zware strijd met onze eigen natuur. Steeds moet strijd gevoerd worden tegen geërfde neigingen. Wij zullen onszelf heel kritisch moeten bezien en geen enkele ongunstige karaktertrek mag onverbeterd blijven.” –Lessen uit het leven van alledag, blz. 200, 201. 6. Welke beloning zullen Christus’ getrouwe dienstknechten aan het einde ontvangen? Matthéüs 25:21, 23. Matthéüs 25:21, 23 En zijn heer zei tot hem: Wel, u goede en getrouwe dienstknecht! Over weinig bent u getrouw geweest; over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde van uw heer. [...] Zijn heer zei tot hem; Wel, u goede en getrouwe dienstknecht, over weinig bent u getrouw geweest; over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde van uw heer. “De getrouwheid jegens God en de liefdevolle dienst wint Gods goedkeuring. Elke impuls van de Heilige Geest die mensen leidt tot goedheid en tot God, wordt opgetekend in de hemelse boeken en op de grote dag van God zullen de werkers die hij heeft gebruikt, beloond worden. Zij zullen tot het feest van hun Heer ingaan als zij in Zijn koninkrijk diegenen zien, die door hun tussenkomst zijn behouden.” –Lessen uit het leven van alledag, blz. 222. 7. Welke grote vreugde zullen zij ervaren wanneer ze de laatste beloning ontvangen? 1 Korinthe 2:9. 1 Korinthe 2:9 Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft voor hen, die Hem liefhebben. 99 “Heerlijk zal de geschonken beloning zijn, wanneer de trouwe arbeiders verzameld staan rondom de troon van God en het Lam. Toen Johannes in zijn sterfelijke staat de heerlijkheid Gods aanschouwde, viel hij als dood terneer; hij kon die aanblik niet verdragen. Maar wanneer dit sterfelijke onsterfelijkheid zal aangedaan hebben, zijn de verlosten gelijk Jezus, want zij zullen Hem zien zoals Hij is. [...] … Ze delen met Hem in de vreugde van het aanschouwen der zielen die gered zijn door hun arbeid om God door alle eeuwen heen te loven.” –Uit de schatkamer der getuigenissen, deel 2, blz. 176. “Als de volgelingen van Christus hun Heer het Zijne teruggeven, verzamelen zij zich schatten, die hun gegeven zullen worden als zij de woorden zullen horen: ‘Wel gedaan, gij goede en getrouwe slaaf;… ga in tot het feest van uw Heer’. Die om de vreugde welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods’ (Matthéüs 25:23; Hebreeën 12:2). De vreugde van het zien van voor eeuwig verlosten is de beloning van allen, die de voetsporen drukken van Hem die gezegd heeft: ‘Volg Mij!’ ” –Jezus, de Wens der eeuwen, blz. 432, 433. 8. Wat staat de overwinnaar te wachten? 2 Timótheüs 4:7, 8. 2 Timótheüs 4:7, 8 Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden; Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in die dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben. “De Griekse hardlopers bespaarden zich moeiten noch tucht om een vergankelijke prijs te winnen. Wij streven naar een prijs van oneindig grotere waarde, naar de kroon van het eeuwige leven. Hoe zorgvuldiger moet ons streven, hoe bereidwilliger onze opoffering en zelfverloochening zijn!” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 230. “In alle nederigheid behoren we allen eerbied voor de verstrekking van de beloning te hebben. Terwijl we de gezegende belofte waarderen, moeten we een volmaakt vertrouwen in Jezus Christus hebben en geloven dat Hij rechtvaardig zal handelen en ons belonen zal, naar onze werken. De gave van God is het eeuwige leven. Maar Jezus wil dat we niet zo gretig naar beloningen zullen verlangen. Hij 100 wenst dat we de wil van God doen omdat het juist is om die te doen, ongeacht alle beloning.” –Maranatha, de Here komt, blz. 342. Verzoeking, overwinning en beloning 9. Op welke voorwaarde wordt de eeuwige kroon beloofd? Jakobus 1:12. Jakobus 1:12 Zalig is de man, die verzoeking verdraagt; want als hij beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen, welke de Heere beloofd heeft aan hen, die Hem liefhebben. “De Heer zal nooit de ziel verlaten die op Hem vertrouwt en Zijn hulp zoekt. De kroon des levens wordt alleen op het voorhoofd van de overwinnaar gezet. Er is voor iedereen ernstig, plechtig werk voor God te doen zolang we leven. [...] We hebben niet alleen allen een werk te doen voor onze eigen zielen, maar we hebben ook de plicht om anderen aan te sporen het eeuwige leven te verkrijgen.” –Testimonies for the Church, vol. 5, blz. 70, 71. 10. In welke grote vreugde zullen de verlosten delen? Openbaring 21:10, 11. Openbaring 21:10, 11 En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, neerdalende uit de hemel van God. En zij had de heerlijkheid Gods, en haar licht was de allerkostbaarste steen gelijk, namelijk als de steen jaspis, blinkende gelijk kristal. “In de Bijbel worden gezichten van toekomstige heerlijkheid geopenbaard, tonelen die door Gods hand geschilderd zijn en die voor Zijn gemeente alles betekenen. In het geloof mogen we staan op de drempel van de eeuwige stad, en het genadig welkom horen dat tot hen wordt gericht die in dit leven samenwerken met Christus en het als een eer beschouwen te lijden voor Hem. Wanneer de woorden worden gesproken: ‘Komt, gij gezegenden Mijns Vaders’, werpen ze hun kronen aan de voeten van de Verlosser, terwijl ze uitroepen, ‘Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen de macht en de rijkdom, en de wijsheid en de sterkte, en de eer en de heerlijkheid en de lof… Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam 101 zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden’ (Matthéüs 25:34; Openbaring 5:12, 13).” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 437. _____ 102 103 ZONSONDERGANG 1 vrijdag Sabbat 4 juli 5 juli • 22.02 uur • 22.01 uur 2 vrijdag Sabbat 11 juli 12 juli • 21.57 uur • 21.56 uur 3 vrijdag Sabbat 18 juli 19 juli • 21.50 uur • 21.49 uur 4 vrijdag Sabbat 25 juli 26 juli • 21.41 uur • 21.39 uur 5 vrijdag Sabbat 1 augustus 2 augustus • 21.30 uur • 21.28 uur 6 vrijdag Sabbat 8 augustus 9 augustus • 21.17 uur • 21.16 uur 7 vrijdag Sabbat 15 augustus 16 augustus • 21.04 uur • 21.02 uur 8 vrijdag Sabbat 22 augustus 23 augustus • 20.49 uur • 20.47 uur 9 vrijdag Sabbat 29 augustus 30 augustus • 20.34 uur • 20.31 uur 10 vrijdag Sabbat 5 september 6 september • 20.18 uur • 20.16 uur 11 vrijdag Sabbat 12 september 13 september • 20.02 uur • 19.59 uur 12 vrijdag Sabbat 19 september 20 september 13 vrijdag Sabbat 26 september 27 september • 19.45 uur • 19.43 uur • 19.29 uur • 19.26 uur De genoemde tijden zijn berekend voor midden Nederland (De Bilt). 104
© Copyright 2024 ExpyDoc