Daar was er eens een oude uil

Daar was er eens een oude uil
2
& b2 œ œ œ œ œ œ
1. Daar
4
&b ˙
meer
was
œ
of
er
eens een
œ
Ϫ
hij
hoor
ou - de
uil, die
j
œ œ
œ œ
-
de,
hoe
œ œ œ
œ
œ œ œ œ
woon - de
œ
œ
min - der
op
een
œ
œ
of
hij
Renée Perry (*1947)
˙™
œ
tak;
hoe
˙™
sprak.
2. En alle dieren van het bos die vroegen hem om raad;
en de uil sprak een vriend'lijk woord en maakte zich niet kwaad.
3. Dus als je het eens moeilijk hebt, vraag raad dan aan de uil;
en wil je weten waar hij woont: in't bos houdt hij zich schuil.
De Griekse godin van de wijsheid, Pallas Athene, benoemde
de uil al tot ‘vogel van de wijsheid’, want de uil verkondigde
haar ongeziene waarheden. De uil werd haar vaste begeleider
en op afbeeldingen van Athene stond vaak ook een uil afgebeeld.
Tegenwoordig staat er op het Griekse één eurocent muntstuk
een steenuil afgebeeld; de wijze uil van Pallas Athene.
De uil is dus al sinds de Griekse oudheid het symbool van wijsheid;
de uil kan een lange tijd onbeweeglijk en met een starre blik voor
zich uitkijken, waardoor het lijkt dat hij ergens diep over nadenkt
en door de grote vorm en de aparte kleur van de ogen zou je denken
dat de vogel een bril draagt, waardoor hij er wijs uitziet.
In werkelijkheid is de uil een nachtelijke roofvogel met heel scherpe
zintuigen; in het donker kan de uil wel drie tot tien keer beter zien
dan de mens en de uil beschikt over een bijzonder goed gehoor.
De uil neemt dus dingen waar die wij niet eens kunnen opmerken.
gedownload van www.vrijeschoolliederen.nl, het verzamelde liedrepertoire van vrijescholen in Nederland