Didactische kader rond STEM-onderwijs 1. STEM

Didactische kader rond STEM-onderwijs
Beste leerkracht/ondernemer,
In dit document worden u enkele didactische handvaten aangeboden die u kunt zien als
richtlijnen voor goed STEM-onderwijs. STEM staat voor Science, Technology, Engineering en
Mathematics. Deze handvaten zijn gebaseerd op eerdere literatuurstudies rond goed STEMonderwijs, het TOS211 gedachtengoed van de Vlaamse Overheid en het reflectie instrument
ontwikkeld door de VLOR2.
Het is de bedoeling deze handvaten toe te passen tijdens de lessen rond STEM en de
bedrijfsbezoeken zodat alle betrokken partijen (leerlingen, leerkrachten en ondernemers)
dezelfde taal spreken.
1. STEM-geletterdheid
STEM-geletterdheid kun je zien als een
unieke en dynamische samenwerking
tussen ‘inzicht verwerven in STEM (de
focus ligt hier vnl. op techniek en
wetenschap’), ‘die inzichten gebruiken’ en
‘in context plaatsen’. We spreken van een
unieke samenwerking omdat deze drie
componenten bij elk individu anders
doorwegen naar gelang de eigen talenten
en de belangstelling. Doordat de drie
componenten ook een invloed op elkaar
hebben, spreken we van een dynamische samenwerking.
We focussen ons uiteraard het meest op technische en wetenschappelijke geletterdheid en
de denkvaardigheden die daarmee gestimuleerd kunnen worden.
Wetenschappelijke geletterdheid gaat over het gebruiken van wetenschappelijke kennis, om
vragen te stellen en om gefundeerde conclusies te trekken met als doel het begrijpen en
helpen nemen van beslissingen over de natuurlijke omgeving. Voor de basisschool concreet
betekent dit kennis hebben van wetenschappelijke concepten (vb. drijven en zinken,
hefbomen, …) en onderzoeksvaardigheden gebruiken om wetenschappelijke problemen op
te lossen.
Enkele voorbeelden van zo’n wetenschappelijke problemen die kinderen in de basisschool
oplossen vindt u op: http://www.p-reviews.be/2/ (geraadpleegd op 23/02/2014)
1
ste
TOS21 is een eindrapport van techniek op school voor de 21 eeuw door de Vlaamse Overheid.
http://www.ond.vlaanderen.be/nieuws/2008p/files/0827-tos21.pdf
2
VLOR: Vlaamse Onderwijsraad http://www.stemopschool.be/
1
Volgens TOS21 moet een technisch geletterde beschikken over de competentie of
bekwaamheid om inzicht te verwerven in de werking en het gebruik van technische
realisaties en in staat zijn techniek in een bredere (maatschappelijke) context te plaatsen.
Het spreekt voor zich dat techniek en wetenschappen hand in hand gaan en beide mekaar
constant beïnvloeden. In het basisonderwijs komen techniek en wetenschap dan ook best
geïntegreerd voor. Binnen het TOS21 kader stelt men dan ook voor om de fysische wereld
te benaderen vanuit 3 invalshoeken, nl. ‘hanteren’, ‘duiden’ en ‘begrijpen’.
De invalshoeken volgens TOS21:
*Hanteren: De techniek gebruiken of maken.
*Duiden: De werking, ontwikkeling en het gebruik van techniek verbinden met een context
buiten de techniek zelf.
*Begrijpen: Inzicht verwerven in het gebruik, de verwerking en de ontwikkeling van techniek.
Daarnaast heeft STEM ook nog een sociaal kenmerk. STEM-geletterdheid stelt een individu
in staat om een mening en antwoord te vormen op vragen die voor de samenleving van
belang zijn. Zoals bijvoorbeeld ‘Is het verantwoord om wegwerpluiers te gebruiken?’ Of
‘Waarom neem ik mijn boterhammen in een brooddoos mee naar het werk of naar school?’
2. Didactische handvaten voor goed STEM-onderwijs
2.1 Context onderwijs zowel in de klas als daarbuiten
A/ Wat?
Uit onderzoek (De Bruycker, De Lange, Merckx en Van Houte, 2013, p. 40) is gebleken dat
het voor leerlingen heel belangrijk is dat de context waarin ze STEM-onderwijs krijgen
betekenisvol, authentiek en realistisch moet zijn. Daarmee wordt bedoeld dat wanneer
kinderen in contact komen met inzichten van het STEM-onderwijs, dit in alledaagse
ervaringen moet zijn en in zaken die voor hen herkenbaar zijn.
Als we het logistieke proces (zie bijlage 1) gebruiken bij de context van de bedrijven, kunnen
we de kinderen vragen stellen die hen laten nadenken over producten die ze dagelijks
gebruiken zoals bijvoorbeeld tandpasta, shampoo, melk, hun koek tijdens de speeltijd, …
Vanwaar komen die producten? Hoe zou dat gemaakt worden? Van wat zou dat gemaakt
worden? … Op de generieke tool ‘Logistiek proces’ in bijlage zijn ook dergelijke vragen terug
te vinden per onderdeel (aankoop, productie en levering). Deze kunnen gelinkt worden aan
producten uit de eigen leefwereld van de kinderen waardoor het voor hen concreet en
begrijpbaar is. Let er op dat u dit zowel in de klas doet, als tijdens het bedrijfsbezoek. De
overeenkomsten zullen ervoor zorgen dat de informatie beter blijft hangen bij de kinderen.
2
Dit kan speels a.d.h.v. filmpjes, concept cartoons, afbeeldingen, materialen, … Dit activeert
de kinderen van bij het begin!
Ook tijdens de rondleiding moet worden stilgestaan bij de authentieke context van het
bedrijf voor wetenschap en techniek. Dus ook hier gaan we de drie stappen van het
logistieke proces afzonderlijk benaderen m.b.v. gerichte vragen.
B/ Concreet voorbeeld waarbij de bedrijfscontext in de klas wordt gebracht
Rijzen
U gaat met uw leerlingen op bedrijfsbezoek naar de industriële bakkerij Ranson-Cannière in
Tielt. Daar leren de kinderen dat de ingrediënten voor de broden, taarten, … bij verschillende
leveranciers worden aangekocht. Eenmaal alle ingrediënten aanwezig zijn in het bedrijf,
gaan ze alles volgens een bepaalde hoeveelheid samenvoegen in het productieproces. Grote
machines kneden het brood, er wordt water, gist, bloem, … toegevoegd en daarna kunnen
de broden in de oven om te bakken. Als ze uit de oven komen, worden ze in broodzakken
verpakt, in bakken verzameld en klaargemaakt voor vervoer naar de klant. Een chauffeur
vertelt de kinderen hoe het leveringsproces juist in elkaar zit. Ze horen waar die broden
allemaal naartoe gaan en hoe dat allemaal gebeurt.
Achteraf laat u de kinderen in de klas nadenken over de ingrediënten van een brood en waar
die allemaal vandaag komen. Het zou bijvoorbeeld een goed idee zijn om de kinderen in
verschillende groepjes het principe van gist die rijst te laten onderzoeken.
Materiaal
-5 bekers of maatcilinders (genummerd)
-actieve gist (bakkers-, wijn- of biergist)
-lauw water
-5 ballonnen
-suiker, zout
Hier gaan de leerlingen zelf een soort van productieproces uitvoeren.
Meng bloem, water, gist en wat suiker en giet dit in een maatcilinder.
Plaats een ballon over de maatbeker en wacht een halfuurtje. De ballon zal traag opzwellen.
Wat zal er gebeuren? Waarom denk je dat? …
Het is een leuk idee om daarna kleine broodjes te bakken in de klas. De ene helft met gist en
de andere helft zonder. Wat is het verschil? Hoe komt dat nu? …
Leveringsproces
Terwijl de broodjes bakken en afkoelen, gaan ze zelf een verpakking ontwerpen voor hun
broodje. Die mag niet te groot zijn, goed voor voeding, hersluitbaar, …
3
Leerkansen
- Ontdekken van het concept rijzen. Dat een stof als gist na samenvoeging gaat rijzen.
- Kansen voor een open onderzoek waarbij kinderen kunnen voorspellen, hypothesen
formuleren, data verzamelen en voorstellen.
- Door deze manier van werken, komt het logistieke proces (aankoop, productie en levering)
terug aan bod net zoals in het bedrijf.
Bron: http://www.etenschappen.be/aan_de_slags/10/original/Actief_in_de_klas_BROOD.pdf
(geraadpleegd 23/02/2014)
C/ Het belang van de begeleider om het denken bij kinderen te stimuleren
Als begeleider is het belangrijk om na te denken over het soort vragen dat je kan stellen aan
kinderen. Stel vooral leerlinggerichte vragen. Bij deze vragen ben je benieuwd hoe leerlingen
denken. Dit zijn vragen die het denkproces bij kinderen op gang brengen. Voorbeelden
hiervan zijn Waarom en hoe vragen. Vb. Waarom doen we gist bij brood? Of. Hoe komt het
dat een brood rijst? Bij leerkracht gerichte vragen krijgen kinderen dan veel minder de
ruimte om te denken. Vb. Wat is gist? Dit zijn dus minder interessante vragen.
Enkele belangrijke reflectievragen omtrent contextgericht STEM-onderwijs.
- Op welke manier sluit de context aan bij de belevingswereld van de leerlingen?
- Welke mogelijkheden zie je om een transfer te maken met andere contexten?
- Op welke manier wordt ingegaan op de voorkennis van de kinderen?
- Zijn de contexten stimulerend genoeg om tot bepaalde inzichten te komen?
2.2 Het belang van een onderzoekende houding
A/ Wat?
Het is niet zo eenvoudig om in één zin te bevatten wat onderzoekend leren juist inhoudt. In
een document van de Europese Commissie vinden we volgende uitgebreide definitie terug:
“Onderzoek is het intentioneel proces van het uiteenrafelen van problemen, bekritiseren
van experimenten, zoeken naar alternatieven, plannen van onderzoeken, onderzoeken van
veronderstellingen, zoeken naar informatie, construeren van modellen, bespreken met
collega’s en het vormen van coherente argumenten.” Het spreekt voor zich dat onderzoeken
het best lukt wanneer het op een systematische manier kan gebeuren. Men spreekt daarom
van een onderzoekscyclus als middel om het onderzoek te sturen in de juiste richting. (zie
verder)
4
Op het niveau van leerlingen kunnen we stellen dat ze een probleem voorgeschoteld krijgen
dat ze uitdaagt om samen een oplossing of verklaring te bedenken door het voeren van
onderzoek. Ze gaan dus d.m.v. onderzoek een verklaring zoeken voor een gesteld probleem
en dit uitproberen.
B/ Concrete voorbeelden
Op volgende link vindt u enkele voorbeelden van onderzoekend leren.
http://techniektoernooi.nl/landelijk/uitdagingen-lesbrieven/ (geraadpleegd op 23/02/2014)
In deze lesbrieven worden kinderen d.m.v. vragen en uitdagingen aangezet en gestimuleerd om te
onderzoeken binnen een context waarin zowel techniek als wetenschap samenkomen.
Dit zijn enkele voorbeelden van zo’n leerlinggerichte vragen bij de afvalband van groep 5&6: Hoe
kunnen we ijzer van het ander afval scheiden? Hoe kunnen we kranten van het ander afval scheiden?
Hoe werkt een lopende band? …
In volgende filmpjes gaan kinderen in de klas een onderzoekend leren:
http://www.youtube.com/watch?v=kgjSAQcDkXU
(geraadpleegd op 20/02/2014)
http://www.youtube.com/embed/zYiqQYuXhuw?autoplay=1
(geraadpleegd op 20/02/2014)
Op dit adres, vindt u enkele duidelijke voorbeelden van contextgericht onderwijs.
http://www.stemopschool.be/basisonderwijs/wat/concept-context/q/welke-manier-sluit-contextbelevingswereld-leerlingen/concretisering (geraadpleegd 23/02/2014)
Zoals eerder vermeld is het voorbeeld op volgende site ook heel interessant!
http://www.p-reviews.be/2/ (zie dagelijkse inname voor de praktijk)
(geraadpleegd op 20/02/2014)
C/ Het belang van de leerkracht als begeleider
Bij onderzoekend leren is het heel belangrijk dat de leerkracht zich goed heeft ingewerkt in
de inhoud van het lesonderwerp. Op die manier is het mogelijk om de onderzoekscyclus die
u hieronder vindt, te gebruiken tijdens het begeleidingsproces om er optimale resultaten uit
te halen.
5
Onderzoekscyclus
1) Verkennen van het materiaal. Wat is het probleem?
2) Hoe gaan we dit onderzoeken? (wetenschap)
Of hoe gaan we dit repareren, ontwerpen, bijsturen, … (techniek)
Wat zal er gebeuren en waarom? (hypothese)
Wat wil ik bekomen? Heb ik een plan nodig?
3) Uitvoeren van het onderzoek (in geval van wetenschap).
Of ontwerpen van een technische realisatie (in geval van techniek).
4) Ben ik tevreden over mijn resultaat? Heb ik een antwoord op mijn vraag?
Tijdens dit proces zullen bepaalde stappen hernomen moeten worden om tot een optimaal
resultaat te komen.
Dit stappenplan dient als ondersteuning voor de leerkracht tijdens het begeleiden van het
onderzoeksproces van de leerlingen.
Doorheen het hele proces is de begeleiding door de leerkracht van groot belang! Dit kan het
best door gebruik te maken van een operationele vraagstelling. Dit zijn vragen die de
kinderen uitnodigen om iets te doen dat hen een antwoord zal opleveren. (Bijvoorbeeld:
Wat zal er gebeuren als je de olie bij het water giet?) Men spreekt ook vaak van leerling
gericht vragen (heel dikwijls ‘waarom’ vragen). Je bent benieuwd hoe leerlingen denken. Zie
ook het document in bijlage met onderzoeksvragen voor in de klas. Hier vindt u vragen per
fase van de onderzoekscyclus.
Vb. Waarom denk je dat je gist moet toevoegen bij het bakken van een brood? Waarom
denk je dat papa sneller beneden zal zijn met de slee dan zijn zoontje? Het zijn dus vragen
waarin kinderen veel meer ruimte krijgen om te denken dan bij leerkrachtgerichte vragen
(heel dikwijls ‘wat’ vragen). Vb. Wat is gist?
In bijlage vindt u een blad opgesteld door het Expertisecentrum Wetenschappelijk Denken’
met mogelijke vragen bij de verschillende stappen van de bovengenoemde
onderzoekscyclus.
6
3. Belangrijke randvoorwaarden bij STEM-onderwijs
Er is al heel wat onderzoek (De Bruyker et al, 2013, p. 83) geweest naar coöperatief leren.
Daaruit blijkt dat deze manier van leren heel wat voordelen heeft voor de motivatie, de
betrokkenheid, het zelfvertrouwen en de onderlinge relaties tussen de leerlingen.
- Kies voor heterogene groepen in functie van effectieve communicatie tussen leerlingen en
leerkracht. Dit verbetert de sociale competenties van alle deelnemers.
Hou rekening met de diversiteit van de leerlingenkenmerken: aanleg, capaciteiten, elders
verworven competenties, interesses, socio-economische achtergrond, thuistaal, etnische
achtergrond, geslacht, leerachterstand, … .
- Blijf de kinderen motiveren in hun denkprocessen en sta open voor hun ideeën,
antwoorden, vragen, …
- Neem een coachende en ondersteunende rol aan. Begeleid de kinderen a.d.h.v. een goeie
vraagstelling (open en operationele vragen) in de juiste richting. Laat ze vooral zelf
ontdekken.
- Durf te kiezen voor discussie of debat! Dit bevordert het conceptueel en kritisch denken
van de kinderen, ze leren wetenschappelijk en technisch taalgebruik en het stimuleert hun
sociale en communicatieve vaardigheden.
- Werk in een authentieke context die kindnabij is!
- Zie STEM-onderwijs niet als een technische les wereldoriëntatie. Het is geen klassiek
onderwijs waarbij de leerkracht vertelt en de kinderen luisteren. Laat de kinderen
onderzoeken, bespreken, ontdekken, verwoorden, … Als leerkracht ga je hen alleen maar
leiden in de goede richting.
- Aandacht voor gender. Wijs erop dat er heel wat vrouwen betrokken zijn bij beroepen in
STEM. Het is daarom bijvoorbeeld een goed idee om het bedrijfsbezoek te laten leiden door
een vrouwelijke werknemer. Als dit niet mogelijk is, wijs dan op hun aanwezigheid in het
bedrijf doorheen het volledige proces.
7
Bronnenlijst:
Van Houte, H., Merckx, B., De Lange, J., & De Bruycker, M. (2013). Zin in wetenschappen, wiskunde en
techniek. Leerlingen motiveren voor STEM. Leuven: Acco.
Van De Keere, K., & Vervaet, S. (2013). Leren is onderzoeken: aan de slag met wetenschap in de klas.
Leuven: Lannoo Campus.
Departement Onderwijs & Vorming, Departement Economie Wetenschap & Innovatie. (2008) TOS21.
Technische geletterdheid voor iedereen. Eindrapport van Techniek op school voor de 21ste eeuw.
Reflectie instrument VLOR: www.stemopschool.be (geraadpleegd op 20 februari 2014)
http://www.p-reviews.be/2/
8
Bijlagen
1/ Logistiek proces – generieke tool
9
2/ Mogelijke vragen bij de verschillende stappen van de onderzoekscyclus
10
11
LOGISTIEK BEDRIJFSPROCES
AANKOOP
VERWERKING
LEVERING
Particulieren
grondstof
grondstof
Verzamelde
grondstoffen
Verwerkings-/productieproces binnen het
bedrijf in verschillende stappen.
KMO’s
Afgewerkt
product
verbruikers
multinationals
grondstof
….
grondstof
-Waar komen de grondstoffen
vandaan?
-Zijn deze grondstoffen
oneindige bronnen?
- Is er veel personeel nodig voor dit proces?
- Welke jobs worden hierdoor gecreëerd?
En dus ook welke talenten?
- Bandwerk? Veel mechanica/handwerk?
-Hoe worden ze tot bij het
bedrijf gebracht?
- Werkt het bedrijf ecologisch?
-Hoe lang duurt dit?
- Gebruikt men zonne-energie,
windenergie, … ?
- Welke jobs worden hierdoor
gecreëerd?
In deze fase krijgen de leerlingen zicht op het
volledige proces die alle grondstoffen doorlopen
tot afgewerkt product.
-Hoe worden de afgewerkte producten
van het bedrijf naar hun bestemming
gebracht?
-Duurt dit lang?
- Welke jobs worden hierdoor
gecreëerd?
-Wat wordt er gedaan op vlak van
marketing voor de producten?
(reclame)
Voorbereiding van het bedrijfsbezoek
in de klas
Algemene info
Tijdens deze eerste inleidende les, maken de kinderen kennis met het logistiek proces van
één bepaald bedrijf met de nadruk op de 3 belangrijkste stappen. De aankoop van
grondstoffen, het productieproces en het leveren van afgewerkte producten. Hier maken de
leerlingen ook kennis met heel wat beroepen en talenten.
De lessen erna vult u zelf in a.d.h.v. het bedrijf dat u later samen met uw eigen klas gaat
bezoeken. Er zijn natuurlijk enkele richtlijnen hieronder die u kunt gebruiken als leidraad. Let
er op dat u ook hier de drie belangrijkste bedrijfsstappen aan bod laat komen samen met de
talenten en beroepen van de medewerkers.
Inleidende les rond STEM-onderwijs - Spel
Beste leerkracht,
Er werd voor u een bedrijfsspel bedacht waarin de drie grote stappen binnen een
pizzabedrijf worden behandeld, nl. de aankoopafdeling, het productieproces en de
leveringsafdeling. Stap voor stap gaat u samen met uw leerlingen op ontdekking. Ze gaan
samenwerken, overleggen, opzoeken, … en proberen op die manier om met grondstoffen,
de afgewerkte pizza bij de juiste klant te leveren.
In de handleiding vindt u alle info, materialen, tips, … terug die u als leerkracht zullen helpen
om dit spel te begeleiden en er zo een optimaal rendement uit te halen. Alles wordt stap
voor stap uitgelegd en besproken. Er staan richtvragen in die u zullen helpen om de
klasgesprekken te sturen.
Alle fiches (aankoop en leverancier, bestelbonnen, …) zijn reeds opgemaakte sjablonen en
kunnen door u worden afgeprint voor het spel.
Alvast veel spelplezier!
Richtlijnen voor leerkracht verder verloop lessen STEM-onderwijs
Beste leerkracht,
U hebt ondertussen het inleidende spel gespeeld met uw leerlingen. Hierbij maakten ze
reeds kennis met de aankoop, productie en levering van het pizzabedrijf ‘Dolce Pizza’. Als
ook met de talenten en beroepen binnen deze processen.
Binnenkort gaat u met de kinderen op bedrijfsbezoek naar een echte firma. Dit alles zal dus
heel concreet worden voor hen. Om ze hierop voor te bereiden is het belangrijk om samen
alles al eens door te nemen. Hiervoor gebruik je best het sjabloon ‘Logistiek bedrijfsproces’.
U kunt dit samen met de leerlingen aanvullen of ervoor kiezen om dit al vooraf zelf te doen
en samen met hen te overlopen.
1/ Inleiding
Vertel de kinderen naar welk bedrijf ze op bezoek gaan.
Bespreek kort met hen a.d.h.v. enkele vragen.
* Kent iemand het bedrijf?
* Kunnen jullie uit de naam afleiden wat ze daar maken/doen?
Laat de kinderen vertellen wat ze weten.
2/ Aankoopproces
Leg het woord grondstoffen uit.
Laat de kinderen zelf tot het besef komen dat de grondstoffen naar het bedrijf worden
gebracht en niet zomaar aanwezig zijn.
Verwijs hierbij naar de ingrediënten die ze moesten aankopen voor hun pizza.
Maak nu de link met het bedrijf dat ze gaan bezoeken.
Stel hierbij volgende vragen:
* Waar komen de grondstoffen vandaan?
* Zijn dit oneindige/onuitputbare bronnen?
* Hoe worden die tot bij het bedrijf gebracht?
* Hoe lang duurt dat?
* Welke werknemers spelen hierbij allemaal een rol? (aankoopdienst, chauffeurs, …)
*…
3/ Verwerkingsproces
Doorloop hier het volledige proces met alle stappen tot afgewerkt product.
Verwijs hierbij naar het proces dat ze volgden om de pizza van de bestelbon te maken.
Maak nu de link met het bedrijf dat ze gaan bezoeken.
Stel hierbij volgende vragen:
* Wat gebeurt er eerst denken jullie? Wat daarna? …
* Is er veel personeel nodig voor dit proces?
* Welke jobs worden hierdoor gecreëerd? En dus ook welke talenten?
* Bandwerk? Veel mechanica/handwerk?
*Werkt het bedrijf ecologisch?
*Gebruikt men zonne-energie, windenergie, … ?
*…
4/ Leveringsproces
Het product is nu afgewerkt. Wat moet er nu gebeuren?
Verwijs hierbij naar de verpakking en het leveringsproces van de pizza aan de klanten over
de hele wereld. Bespreek ook de vervoerswijze.
Maak nu de link met het bedrijf dat ze gaan bezoeken.
Stel hierbij volgende vragen:
* Hoe worden de afgewerkte producten van het bedrijf naar hun bestemming gebracht?
* Duurt dit lang?
* Welke jobs worden hierdoor gecreëerd?
*Wat wordt er gedaan op vlak van marketing voor de producten? (reclame)
5/ Algemeen
Ondertussen kunnen de kinderen de processen, beroepen en talenten goed en zijn ze klaar
voor het effectieve bezoek.
Maak met hen de nodige afspraken i.v.m. veiligheid, vervoer, ...
Het is altijd interessant als er wat vragen voorbereid worden in de klas om mee te nemen
naar het bezoek!
Het zou ook leuk zijn moesten jullie met de klas een kleine attentie voorzien voor het bedrijf
als bedanking voor het bezoek! Dit kan een zelfgemaakte kaart zijn met jullie namen, een
knutselwerkje dat met het bedrijf te maken heeft, … Laat jullie fantasie werken.
Een informatief spel voor de 3de graad van het lager onderwijs
over het logistieke proces van pizza’s.
Inhoudstafel
1. Spelkenmerken ____________________________________ 2
2. Spelmateriaal _____________________________________ 3
3. Voorbereiding _____________________________________ 4
3.1 Spelmateriaal klaarzetten _______________________ 4
3.2 Groepsverdeling ______________________________ 4
4. Spelverloop _______________________________________ 5
4.1 Inleiding _____________________________________ 5
4.2 Rolverdeling __________________________________ 5
5. Speluitleg ________________________________________ 6
5.1 Aankoopspel __________________________________ 6
5.2 Productiespel _________________________________ 8
5.3 Leveringsspel _________________________________ 9
6. Nabespreking ____________________________________ 10
7. Besluit __________________________________________ 10
8. Bronnen _________________________________________ 11
9. Bijlagen _________________________________________ 11
1
1. Spelkenmerken
Thema
Het logistieke proces van pizza’s.
Doel
- De spelers ervaren de drie belangrijke stappen binnen een bedrijf. Het aankoopproces, het
productieproces en het leveringsproces.
- De spelers weten dat er verschillende talenten en beroepen nodig zijn om dit hele proces
te ondersteunen.
Doelgroep
3de graad lager onderwijs (5de – 6de leerjaar).
Spelers
4 – 30 spelers.
Spelbegeleiders
1 spelbegeleider.
Duur van het spel
50 minuten
Accommodatie
Dolce Pizza speel je in een klaslokaal. Voorzie voor elk groepje een tafel met voldoende
stoelen.
Voorzie vooraan in de klas 6 genummerde plaatsen waar ze hun grondstoffen/ingrediënten
bij de leverancier kunnen halen.
Plan
Groep 1
leverancier 1
Groep 2
leverancier 2
Groep 3
leverancier 3
Groep 5
leverancier 4
Groep 4
leverancier 5
Groep 6
leverancier 6
2
2. Spelmateriaal
Aankoopspel
- 1 dobbelsteen per groepje.
- 1 bestelbon per groepje.
- 1 leveranciersblad per groepje. (Indien niet geprojecteerd in de klas.)
- 1 aankoopfiche om hun gedobbelde aankopen/ingrediënten te turven per groepje.
Productiespel
- 1 leveranciersblad per groepje. (Indien niet geprojecteerd in de klas.)
- De ingevulde aankoopfiche met gedobbelde ingrediënten per groepje.
- De ingrediënten bij de verschillende leveranciers. (kaartjes)
Tip: Knip de pizzabodems, tomatensauzen en andere ingrediënten (kaartjes) vooraf uit.
Voorzie ook voldoende ingrediënten per leverancier, aangezien leerlingen van verschillende
bedrijven naar dezelfde leverancier moeten voor hun aankopen.
Leveringsspel
- De afgewerkte bestelbon.
- De afgewerkte pizza.
- Wereldkaart (geprojecteerd of het exemplaar aanwezig in de klas)
- 1 atlas per groepje.
- Gekleurde pion of magneet om op wereldkaart aan te duiden
- Ranking (voor leerkracht/begeleider)
- Foto’s fabrieken vroeger en nu
3
3. Voorbereiding
3.1 Spelmateriaal klaarzetten
- Voorzie voor elke groep een afzonderlijke tafel met voldoende stoelen.
- Leg op elke tafel een dobbelsteen klaar.
- Leg op elke tafel een leveranciersfiche (Als u die projecteert aan het bord, is dit niet nodig.)
- Leg op elke tafel een aankoopfiche waarop ze kunnen turven. (Tip: Print dit sjabloon af op
een blad in het kleur van hun bedrijf om verwarring te voorkomen.)
- 2 verschillende balpennen (ander kleur)
- 1 bestelbon
3.2 Groepsverdeling
- Maak vooraf groepen van 3, 4 of 5 leerlingen naargelang de grootte van de klasgroep.
- Maak maximum 6 teams.
Aantal
leerlingen
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
Team geel
3
4
4
4
4
4
4
4
5
5
5
5
5
5
5
5
5
Team
groen
3
3
4
4
3
4
4
4
4
5
5
5
4
5
5
5
5
Team
blauw
3
3
3
4
3
3
4
4
4
4
5
5
4
4
5
5
5
Team rood
3
3
3
4
4
4
4
5
4
4
4
5
5
Team
oranje
Team roze
4
4
4
4
5
Let op!
Zorg dat er geen teams van 3 leerlingen spelen tegen teams van 5 leerlingen. (zie tabel)
4
4. Spelverloop
4.1 Inleiding
De spelbegeleider/leerkracht vertelt:
“ Vandaag zijn jullie geen leerlingen. Jullie worden werknemers in verschillende
pizzabedrijven. Jullie gaan per groep zelf pizza’s maken en die naar de klant brengen.”
Verdeel de spelers in teams. Geef ze elk een sticker, armbandje, stip op de hand, … met de
teamkleuren. (zie tabel 3.2)
“Er zijn … pizzabedrijven met … medewerkers.”
4.2 Rolverdeling
De spelbegeleider/leerkracht vertelt:
“De werknemers van het pizzabedrijf doen natuurlijk niet allemaal hetzelfde. We gaan dus
drie belangrijke stappen doorlopen waarbij jullie telkens iets anders zullen doen.”
“Wat zal je op de aankoopafdeling van je pizzabedrijf doen?” Aankopers bestellen de
grondstoffen/ingrediënten volgens de bestelbon bij de juiste leverancier.
“Wat zal je op de productieafdeling van je pizzabedrijf doen?” Productiemedewerkers stellen
volgens de bestelbon, de juiste pizza samen.
“Wat zal je op de leveringsafdeling van je pizzabedrijf doen?” Leveringsmedewerkers leveren
de pizza af aan een klant ergens in de wereld.
Tips
- Geef extra uitleg bij moeilijke begrippen indien nodig.
(bijvoorbeeld: leverancier, grondstof, …)
- Vertel de kinderen dat ze met hun groepje samen alle drie deze stappen één voor één
zullen doorlopen. Ze werken dus eerst samen op de aankoopafdeling, gaan daarna naar de
productieafdeling en zullen ook samen de pizza leveren.
5
5. Speluitleg
Hoe leg je het spel uit?
- Leg het eerste spel, het aankoopspel, uit met één groepje aan hun tafel. Laat de rest van de
kinderen kijken terwijl je het spelend uitlegt.
Daarna gaan de kinderen elke met hun eigen groepje het aankoopspel spelen.
5.1 Aankoopspel
Speldoel
Elke aankoper/leerling bestelt volgens de bestelbon van de pizza de nodige ingrediënten bij
de juiste leverancier.
Spelverloop
Elke speler bekijkt de bestelbon op de tafel.
Daar lezen ze welke soort pizza klanten bij hun bedrijf besteld hebben. Om deze pizza te
maken, moeten ze de nodige ingrediënten verzamelen.
De jongste speler start met gooien. Elk om beurt gooit een aankoper/leerling met de
dobbelsteen. Het aantal ogen dat ze gooien, toont bij welke leverancier ze kunnen bestellen
op de leveranciersfiche.
- Op de aankoopfiche zetten ze een streepje bij het ingrediënt dat ze bij een bepaalde
leverancier zullen kopen voor de pizza op hun bestelbon. Dit doen ze tot ze alle ingrediënten
verzameld hebben voor één bepaalde pizza. Als dat gelukt is, mogen ze een tweede
bestelbon en aankoopfiche nemen en hiervoor hetzelfde doen tot alle groepjes klaar zijn.
Laat ze hiervoor wel met een ander kleur werken, dit houdt het overzichtelijk!
De kinderen bestellen maar één maal de nodige ingrediënten per bestelbon. Dus één keer
deeg, één keer tomatensaus, … Ze blijven dobbelen tot ze elk ingrediënt hebben verzameld.
6
Let op!
We werken wel alleen maar verder met de eerste volledig afgewerkte bestelbon voor ons
productie- en leveringsspel!
De leerlingen helpen hierbij elkaar en werken samen om te controleren, te turven, te
noteren, … .
7
Afronden
Van zodra de ronde afgewerkt is en elke groep alle ingrediënten voor minstens één
bestelbon heeft verzameld/geturfd, mag per afgewerkte bestelbon, één leerling vooraan de
nodige ingrediënten (kaartjes) gaan ophalen bij de juiste leverancier. Met deze ingrediënten
gaan ze terug naar de tafel van hun bedrijf.
Let op!
Voorzie voldoende kaartjes met de ingrediënten per leverancier.
Bespreken van talenten en beroepen
Het is natuurlijk heel belangrijk om de talenten en beroepen te linken aan het
aankoopproces. Voer hierrond een kort maar krachtig klasgesprek met de leerlingen.
Volgende vragen kunnen het gesprek op weg helpen:
- Welke beroepen zou je kunnen terugvinden in het aankoopproces van ons pizzabedrijf?
kok(s) om samenstellingen en smaken te testen, aankoopdienst (bureau), economist die
vergelijkingen maakt naar prijs kwaliteit, chauffeurs die de grondstoffen naar het bedrijf
brengen, … (Opmerking: de jobs hebben niet altijd rechtstreeks iets met pizza’s te maken!
Zoals bijvoorbeeld een economist).
- Wat houden de beroepen juist in? Wat is de taak van die mensen?
De mensen op de aankoopdienst moeten zorgen dat het bedrijf niet zonder grondstoffen
geraakt zodat ze kunnen blijven werken, de chauffeurs zorgen ervoor dat het bedrijf de
grondstoffen ter beschikking krijgt, een economist gaat na of de prijs na kwaliteitscontrole
voordelig genoeg is om bij de verkoop nog winst te maken, de koks creëren verschillende
smaken en testen die, …
- Moet je een bepaald talent hebben om dat beroep uit te oefenen? Zo ja, welke?
Koks moeten creatief en vernieuwend zijn, mensen op de aankoopdienst zijn punctueel,
ordelijk en hebben een goed overzicht, economisten zijn goed met cijfers, …
- Is er een beroep dat je leuk vindt? Waarom? Waarom niet?
Leg hier ook de link met het bedrijf dat jullie binnenkort samen gaan bezoeken!
- Hoe zit dat bijvoorbeeld bij het bedrijf Loveld?
- Welke beroepen zul je daar tegenkomen? Dezelfde als in ons pizzabedrijf?
 Leg hierbij ook de link met het sjabloon ‘Logistiek proces’. Overloop de stappen van het
aankoopproces met de beroepen en talenten a.d.h.v. het sjabloon.
8
5.2 Productiespel
Speldoel
De productiemedewerkers/leerlingen stellen volgens de bestelbon van de pizza de passende
pizza samen.
Spelverloop
De bestelbonnen vermelden de pizza’s die de klanten hebben besteld. De spelers hebben
alle ingrediënten verzameld en moeten nu alleen nog de juiste pizza samenstellen.
Bespreek kort voor het spelen
“Wat ga je eerst doen?” Het deeg nemen.
“Wat moet er daarna op de pizza?” De tomatensaus.
“Daarna?” De kaas.
“En als laatste?” De soorten beleg afhankelijk van de bestelling. (olijven, ham, kazen, …)
 Laat de kinderen nu in groep de pizza beleggen met de verzamelde ingrediënten.
Zou dit in het bedrijf ook met de hand gebeuren?
Vroeger waarschijnlijk wel, toen was er meer handenarbeid. Maar nu gebeurt bijna alles
machinaal. (Toon/projecteer de foto’s van vroeger en nu van fabrieken. Zie bijlagen.)
Afronden
Ook hier gaan we de beroepen en talenten aan productieproces linken. Voer weer een kort
gesprek met de leerlingen hierover. Lukte dit goed? Hoe ging de samenwerking?
Volgende vragen kunnen het gesprek op weg helpen:
- Zijn we nu volledig klaar? Kan de pizza nu al worden getransporteerd? Bespreek de
verpakking van het product! Hoe en waarom? In plastic, in karton, … Dit moet voor de
hygiëne, om alle ingrediënten op hun plaats te houden, om in te vriezen, …
- Welke beroepen zou je kunnen terugvinden in het productieproces van ons pizzabedrijf?
Mensen die de machines bevoorraden van grondstoffen, kwaliteitscontroleurs, verpakkers, …
- Wat houden de beroepen juist in? Wat is de taak van die mensen?
Er moet worden gezorgd dat alle machines voldoende grondstoffen bevatten om het
productieproces op gang te houden, er moet dus constant aangevuld worden. Er moet
gecontroleerd worden of alles wat op de pizza’s moet liggen er wel degelijk opligt, de pizza’s
moet verpakt worden en gestapeld worden op paletten, …
- Moet je een bepaald talent hebben om dat beroep uit te oefenen? Zo ja, welke? Voor het
productieproces zijn heel wat mensen nodig met oog voor detail, die snel en efficiënt kunnen
werken en die een oordeel kunnen vellen over wat goed is en wat niet.
9
- Is er een beroep dat je leuk vindt? Waarom? Waarom niet?
 Leg hierbij ook de link met het sjabloon ‘Logistiek proces’. Overloop de stappen van het
productieproces met de beroepen en talenten a.d.h.v. het sjabloon.
5.3 Leveringsspel
Speldoel
Elke leverancier levert, volgens de afgewerkte bestelbon van een pizza, het product aan een
klant in de wereld. De kinderen ontdekken hier de verschillende mogelijkheden.
Spelverloop
Bespreek kort de mogelijke vervoerswijzen met hun voor- en nadelen.
- Vrachtwagen
+: Kan rechtstreeks naar het bedrijf rijden, geschikt voor voeding (koelsysteem), geschikt
voor afstanden binnen België en zelfs Europa.
-: Druk verkeer kan vertraging geven, rusttijden van de chauffeurs moet worden
gerespecteerd, kan minder transporteren dan de andere transportmogelijkheden,
dieselprijs.
- Trein
+: Kan heel veel in één keer transporteren, snel en geschikt voor heel Europa, minder duur
dan met een vrachtwagen en vliegtuig.
-: Rijdt maar tot in de stations en niet naar de bedrijven rechtstreeks, afhankelijk van vaste
uren van vertrek, niet altijd geschikt om voedsel koel te houden.
- Vliegtuig
+: Geschikt voor lange afstanden over de hele wereld, heel snel, geschikt voor voeding
(koel), kan veel in één keer transporteren.
-: Dure transportwijze, afhankelijk van vluchtschema’s, brengt de producten niet
rechtstreeks tot bij het bedrijf.
- Boot
+: Geschikt voor lange afstanden over de hele wereld, kan heel grote hoeveelheden in één
keer transporteren, goedkoper dan vliegtuig.
-: Traag, brengt de producten niet vaak rechtstreeks tot bij het bedrijf (soms wel als ze bij de
haven gelegen zijn), soms moet je hele grote omwegen nemen.
Let op!
Als je dus voor de trein, het vliegtuig of de boot kiest, moet je er altijd voor zorgen dat je
producten aan boord van de trein, het vliegtuig of de boot geraken (meestal met de
vrachtwagen) en bij aankomst ook bij het bedrijf zelf geraken!! (ook meestal met de
vrachtwagen)
10
De spelers bekijken naar waar de pizza moet worden gebracht. (zie op de bestelbon)
Geef elk bedrijf nu een atlas. Daarin gaan ze opzoeken waar het land van bestemming juist
ligt.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Frankrijk
Brazilië
Noorwegen
Verenigde Staten
China
Rusland
7. Groenland
8. India
9. Zuid-Afrika
10. Verenigd Koninkrijk
11. Marokko
Ze gaan nu kort samen bespreken voor welke vervoerswijzen ze kiezen en waarom.
Projecteer daarna de wereldkaart van de link hieronder of gebruik een posterexemplaar uit
de klas.
bron: https://www.kaartenenatlassen.nl/eenvoudige-wereldkaart-kleur-733-11924
(geraadpleegd op 17/02/2014)
Laat na enkele minuten, de leerlingen van elk bedrijf aan de andere groepjes vertellen waar
hun pizza naartoe moet, voor welke transporten ze kiezen en waarom. Dit zal verschillen! Op
die manier maken alle bedrijven en dus alle leerlingen kennis met de mogelijkheden en vooren nadelen van hun keuze.
Er werd voor de begeleider/leerkracht een ranking gemaakt (zie bijlage ‘Ranking
leveringsspel’). Op die manier kunnen ze 1, 2 of 3 punten verdienen naargelang hun keuze!
Let op!
Meerdere opties zijn mogelijk! Laat ze zelf uitleggen waarom ze voor één bepaalde optie
kiezen en niet voor een andere.
Laat elke groep/elk bedrijf een pion, magneet, … in het kleur van hun bedrijf plaatsen op de
wereldkaart als hun keuze van transport werd besproken en goed bevonden door iedereen.
Op die manier is hun pizza goed en wel bij de klant aangekomen en werkt hun bedrijf zoals
het moet!
Afronden
Ook hier gaan we de beroepen en talenten bespreken.
Volgende vragen kunnen het gesprek op weg helpen:
- Welke beroepen zou je kunnen terugvinden in het leveringsproces van ons pizzabedrijf?
Verpakkingscontroleurs, chauffeurs (vrachtwagen, trein, boot en vliegtuig),
marketingmedewerkers om reclame te maken, …
11
- Wat houden de beroepen juist in? Wat is de taak van die mensen?
De controleurs kijken of de verpakking stevig is, goed afgesloten, … De chauffeurs brengen
het afgewerkt product naar de bestemming binnen een bepaalde tijd en
marketingmedewerkers bedenken reclamecampagnes om het product aan te prijzen bij de
mensen zodat ze het gaan kopen. (Opmerking: de jobs hebben niet altijd rechtstreeks iets
met pizza’s te maken! Zoals bijvoorbeeld een marketingmedewerker).
- Moet je een bepaald talent hebben om dat beroep uit te oefenen? Zo ja, welke?
Controleurs moeten steeds aandachtig werken en streng zijn op de kwaliteit van de
verpakking, chauffeurs zijn vaak ’s nachts onderweg en voor lange tijd, ze moeten dus goed
hun eigen plan kunnen trekken onderweg en de tijdsdruk aankunnen.
Marketingmedewerkers moeten creatief en vernieuwend zijn om telkens nieuwe dingen te
bedenken.
- Is er een beroep dat je leuk vindt? Waarom? Waarom niet?
 Leg hierbij ook de link met het sjabloon ‘Logistiek proces’. Overloop de stappen van het
leveringsproces met de beroepen en talenten a.d.h.v. het sjabloon.
6. Nabespreking
- “Welke drie grote stappen hebben we nu doorlopen met het pizzabedrijf?”
Het aankoopproces, de productie en het leveringsproces.
- “Welke beroepen komen er daarbij allemaal aan bod komen?”
Aankoopproces: koks, mensen van de aankoopdienst, economisten, chauffeurs, …
Productie: Werknemers die de machines bijvullen en bijstellen, kwaliteitscontroleurs, verpakkers, …
Leveringsproces: Verpakkingscontroleurs, chauffeurs, marketingafdeling voor reclame, …
- “Welke talenten hebben deze werknemers?”
Aankoopproces: koks zijn creatief in smaken en vernieuwen die vaak of passen ze aan, economisten
proberen om grondstoffen aan te kopen aan een goede prijs met een goede kwaliteit, ze zijn
kritisch en vergelijken veel en chauffeurs brengen deze grondstoffen tot bij het bedrijf en kunnen
goed om met tijdsdruk.
Productie: Deze mensen staan in voor de kwaliteit van het product (de pizza’s). Ze moeten kritisch
en aandachtig zijn tijdens hun job. Ook moeten ze vaak veel dingen op een korte tijd doen. Snelheid
is dus ook van groot belang!
Leveringsproces: Voor de pizza’s naar de klant vertrekken wordt alles nog een laatste keer
gecontroleerd naar verpakking toe. Ook hier moet je telkens heel kritisch en streng tewerkt gaan.
Iets wat niet voldoet aan bepaalde normen kan niet naar de klant gaan. Chauffeurs moeten vaak
binnen een bepaalde tijd het afgewerkte product tot bij de klant brengen. Stressbestendigheid is
dus niet te onderschatten! Marketingmedewerkers bedenken vaak nieuwe campagnes en
reclamestunts. Dit zijn creatieve mensen met veel verbeelding en leuke ideeën!
- “Hebben ze nieuwe zaken ontdekt die ze nog niet wisten.”
- “Zouden ze zelf graag in zo’n pizzabedrijf werken? Waarom wel? Waarom niet?”
-…
12
7. Besluit
Dit spel is de basis voor de volgende lessen waarin de kinderen kennis gaan maken met het bedrijf
dat ze binnenkort echt gaan bezoeken!
Ook hier ligt de focus op de aankoop, productie en levering en dit in combinatie met de beroepen en
talenten van de werknemers. Ze zullen dus heel wat zaken kunnen linken aan het pizzaspel dat ze al
hebben gespeeld.
Een goede basis hiervoor is het sjabloon met het logistieke proces. Dit kunt u aanvullen met het oog
op het toekomstig bedrijfsbezoek en als houvast gebruiken doorheen de lessen. Er worden u
natuurlijk nog richtlijnen gegeven als leidraad voor de volgende lessen. Maar die kunt u inhoudelijk
zelf aanvullen naar keuze.
Veel spelplezier alvast!
8. Bronnen
Afbeeldingen – Geraadpleegd op 20 februari 2014
https://nl.123rf.com/photo_6792896_gelukkig-kaukasische-chef-kok-draag-een-pizza-pie-on-astove-shovel.html
http://www.canstockphoto.nl/illustratie/leftover.html
http://www.fotosearch.nl/clip-art/zwitsers-kaas.html
http://www.fotosearch.nl/clip-art/paprika.html
http://www.fotosearch.nl/clip-art/olijven.html
http://www.juf2juf.info/Projecten/Herfst/paddenstoelen.html
http://www.fotosearch.nl/clip-art/tomaat.html
http://www.fotosearch.nl/clip-art/artisjok.html
http://www.fotosearch.nl/clip-art/ananas.html
http://www.fotosearch.nl/clip-art/aubergine.html
http://www.fotosearch.nl/beeld-foto/hesp.html
http://www.fotosearch.nl/beeld-foto/salami.html
http://www.fotosearch.nl/beeld-foto/spek.html
http://www.fotosearch.nl/beeld-foto/ansjovis.html
http://www.fotosearch.nl/beeld-foto/zalm.html
http://www.versvisje.nl/31-hollandse-gepelde-noordzee-garnalen.html
http://www.fotosearch.nl/beeld-foto/mosselen.html
http://www.wezooz.be/video-recepten/darmkanaal-uit-schaaldieren-verwijderen-scampi-gambarivierkreeft-langoustine
13
9. Bijlagen
De bijlagen vindt u in het afzonderlijk bijgevoede documenten.
- Sjabloon aankoopfiche
- Sjabloon leveranciersfiche
- Bestelbonnen
- De ingrediënten per leverancier om uit te knippen.
- De blanco wereldkaart
- Foto’s vroeger en nu fabrieken
- Ranking leveringsspel
14
Namen leerlingen:______________________
_____________________________________
_____________________________________
van het ________________ bedrijf:
Vul jullie namen in en schrijf de kleur van jullie bedrijf op de streep.
Gooi nu elk om beurt met de dobbelsteen. Gooi je 1, dan kijk je bij leverancier één. Gooi je 3, dan kijk je bij leverancier 3.
Je mag telkens één streepje zetten naast het ingrediënt dat je bij die bepaalde leverancier zult kopen om de pizza op je bestelbon te maken.
Leverancier 1 - Basis
Pizzadeeg
Leverancier 4 - Groenten Paprika’s
Olijven
Champignons
Tomaten
Artisjokken
Ananas
Aubergine
Leverancier 2 - Saus
Tomatensaus
Leverancier 3 - Kazen Mozzarellakaas
Gorgonzolakaas
Pecorinokaas
Roquefortkaas
Parmezaanse kaas
Leverancier 5 - Vlees
Droge ham
Gezouten ham
Parmaham
Salami
Pikante salami
Leverancier 6 - Vis
Ansjovis
Mosselen
Garnalen
Scampi’s
Mozzarellakaas
Gorgonzolakaas
Pizzadeeg
Tomatensaus
Pecorinokaas
Roquefortkaas
Parmezaanse kaas
Tomaten
Garnalen
Gezouten ham
Olijven
Aubergine
Paprika’s
Salami
Droge ham
Ananas
Artisjokken
Champignons
Mosselen
Pikante salami
Parmaham
Scampi’s
Ansjovis
Deeg
Mozzarellakaas
Tomatensaus
Tomaten
Bestemming: Brazilië
Bron: http://www.bofra.nl/products-page/steenovenpizzas-categories/8508-20-pizza-margherita-29cm-20-x-400-gr/ (geraadpleegd 23/02/2014)
Droge ham
Droge ham
Champignons
Deeg
Olijven
Tomatensaus
Artisjokken
Bestemming: Marokko
Mozzarellakaas
Bron: http://www.fffood.ch/en/produkte/kategorien/Pizza.php (geraadpleegd 23/02/2014)
Mozzarellakaas
Deeg
Gorgonzolakaas
Pecorinokaas
Tomatensaus
Roquefortkaas
Bestemming: Zuid-Afrika
Bron: http://www.nasze-wina.pl/nw/pages/xxxiv-panel/ (geraadpleegd 23/02/2014)
Mozzarellakaas
Deeg
Salami
Tomatensaus
Olijven
Bestemming: Groenland
Bron: http://mybellavita.com/2008/08/morzello-from-catanzaro-uhm-uhm-maybe/ (geraadpleegd 23/02/2014)
Mozzarellakaas
Deeg
Salami
Tomatensaus
Paprika’s
Bestemming: China
Bron: http://www.twitsnaps.com/zoom/24786 (geraadpleegd 23/02/2014)
Mozzarellakaas
Deeg
Gezouten ham
Tomatensaus
Ananas
Bestemming: Verenigde Staten
Bron: http://vrieskoop.nl/diepvriesproducten/MAALTIJD_en_PIZZA/?merk=3%20pizzas (geraadpleegd 23/02/2014)
Parmezaanse kaas
Deeg
Aubergine
Tomatensaus
Bestemming: India
Bron: http://www.buttalapasta.it/articolo/ricette-estive-pizza-con-le-melanzane/19919/ (geraadpleegd 23/02/2014)
Mozzarellakaas
Deeg
Mosselen
Scampi’s
Tomatensaus
Garnalen
Bestemming: Frankrijk
Bron: http://liveanddiet.com/2013/09/pizza-frutti-di-mare-recipe-and-spritz-recipe.html (geraadpleegd 23/02/2014)
Mozzarellakaas
Deeg
Champignons
Tomatensaus
Bestemming: Verenigd Koninkrijk
Bron: http://www.bestellingaanhuis.nl/pizzeria-dolce-vita/menu (geraadpleegd 23/02/2014)
Mozzarellakaas
Deeg
Olijven
Tomatensaus
Ansjovis
Bestemming: Noorwegen
Bron: http://www.dijkhuisandijk.nl/categorieen/pizzas/pizzas-met-vis/producten (geraadpleegd 23/02/2014)
Mozzarellakaas
Deeg
Champignons
Tomatensaus
Parmaham
Bestemming: Rusland
Bron: http://piattidifelicita.cucinare.meglio.it/pizza-ai-funghi-e-prosciutto-crudo/ (geraadpleegd 23/02/2014)
Leverancier 1 - Pizzadeeg
Knip het pizzadeeg, de tomatensaus
en de rest van de ingrediënten in dit
document uit. Voorzie voldoende
kaartjes naargelang het aantal
groepen. Zo zal elke groep de pizza
van op hun bestelbon volledig
kunnen aanvullen.
1
Leverancier 2 - Tomatensaus
2
Leverancier 3
Kazen
Mozzarellakaas
Parmezaanse kaas
Gorgonzolakaas
Roquefortkaas
Pecorinokaas
Leverancier 4
Groenten
Paprika’s
Artisjokken
Olijven
Ananas
Champignons
Aubergine
Tomaten
Leverancier 5
Vlees
Droge ham
Pikante salami
Gezouten ham
Salami
Parmaham
Leverancier 6
Vis
Ansjovis
Mosselen
Garnalen
Scampi’s
3
Vroeger: Handenarbeid
http://www.innl.nl/page/3523/nl (geraadpleegd op 11 maart 2014)
http://gs-irev.webklik.nl/page/sfeerafbeeldingen (geraadpleegd op 11 maart 2014)
http://gs-irev.webklik.nl/page/sfeerafbeeldingen (geraadpleegd op 11 maart 2014)
http://www.autofans.be/nieuws/officieel/24714-belgische-autofabrieken-produceren-10-procent-minder-dan-vorig-jaar (geraadpleegd op 11 maart 2014)
http://jobs.gva.be/dossierarticle/189/rizla--%E2%80%9Cachter-elk-vloeiblaadje-schuilt-een-vat-vol-technologie (geraadpleegd op 11 maart 2014)
Ranking leveringsspel
Beste leerkracht/begeleider,
Per bestemming zijn er drie mogelijke antwoorden voorgesteld. De beste optie krijgt 3
punten, de minste optie krijgt 1 punt.
Elke groep gaat op zijn beurt hun keuze voorstellen aan de klas. Naargelang hun keuze,
krijgen ze 1, 2 of 3 punten.
Opmerking!
Kiezen ze iets anders dan de combinatie voor 3 of 2 punten, krijgen ze automatisch 1 punt.
Bestemming
1. Frankrijk
2. Brazilië
3. Noorwegen
4. Verenigde Staten
5. China
6. Rusland
7. Groenland
8. India
9. Zuid-Afrika
10.
Verenigd Koninkrijk
11.
Marokko
Punten
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
2
1
Transportkeuze
Vrachtwagen
Vrachtwagen – trein – vrachtwagen
Vrachtwagen – vliegtuig – vrachtwagen
Vrachtwagen – vliegtuig – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – trein – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – vrachtwagen
Vrachtwagen – vliegtuig – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – trein – vrachtwagen
Vrachtwagen – vliegtuig – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – vrachtwagen
Vrachtwagen– boot – trein – vrachtwagen
Vrachtwagen – vliegtuig – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – trein – vrachtwagen
Vrachtwagen
Vrachtwagen – trein – vrachtwagen
Vrachtwagen – vliegtuig – vrachtwagen
Vrachtwagen – vliegtuig – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – trein – vrachtwagen
Vrachtwagen – vliegtuig – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – trein – vrachtwagen
Vrachtwagen – vliegtuig – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – trein – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – vrachtwagen
Vrachtwagen – trein – vrachtwagen
Vrachtwagen – vliegtuig – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – vrachtwagen
Vrachtwagen – vliegtuig – vrachtwagen
Vrachtwagen – boot – trein – vrachtwagen
Draaiboek voor de ondernemer
Beste ondernemer,
Hieronder vindt u tal van tips & tricks die u zullen helpen bij het begeleiden van een
bedrijfsbezoek voor kinderen van het vijfde leerjaar. We mogen niet vergeten dat wat voor
ons volwassenen soms heel duidelijk is, voor kinderen regelrecht Chinees kan zijn. Het is dus
heel belangrijk om alles op kindermaat duidelijk te maken en vooral om de kinderen al
doende te laten ontdekken wat er juist allemaal reilt en zeilt binnen uw bedrijf. Op die
manier willen we de interesse bij kinderen voor techniek en wetenschap zoveel mogelijk
stimuleren en hen laten inzien dat een bedrijf bijvoorbeeld meer is dan een fabriekshal en
dat er ook heel wat talenten en beroepen binnen elk bedrijf te vinden zijn. Zoals algemeen
geweten, is het aantal techniekers en wetenschappers momenteel schaars! Ook u hebt er
dus baat bij om de kinderen van jongs af aan zoveel mogelijk te motiveren en enthousiast te
maken voor STEM1. Want deze kinderen zijn de techniekers en wetenschappers van morgen
en voor uw bedrijf!
1. Voor de rondleiding
- Stel uzelf kort voor en wat uw functie is binnen het bedrijf, voor de rondleiding start.
- Maak met de kinderen de nodige afspraken i.v.m. veiligheid, hygiëne, … en wijs op het
belang ervan.
- Zeg de leerlingen wanneer ze vragen zullen kunnen stellen. Mag dit tijdens de rondleiding
of krijgen ze hier achteraf tijd voor?
- Vertel hoe lang de rondleiding ongeveer zal duren.
2. Tijdens de rondleiding
- Praat tijdens de volledige rondleiding over de beroepen die er zijn en de talenten waarover
de werknemers beschikken (geduld, precisie, handig, creatief, nauwkeurig, sociaal, spreken,
luisteren, …). De kinderen hebben in de klas al kennis gemaakt met beroepen en talenten.
- De kinderen leerden ook al de drie belangrijke stappen binnen het bedrijf kennen. De
aankoop van grondstoffen, het productieproces en de levering van afgewerkte producten.
Let er op dat u deze drie stappen ook duidelijk afzonderlijk belicht tijdens het bedrijfsbezoek.
U kunt uzelf hierbij telkens enkele vragen stellen. Deze vragen zullen vooraf in de klas ook al
besproken worden. Ze helpen u om een globaal beeld van het hele proces te schetsen.
Besteed hier telkens aandacht aan de verschillende beroepen die er zijn en de talenten die
deze werknemers bezitten. (Zie sjabloon logistiek bedrijfsproces dat ze in de klas zullen zien.)
1
STEM spitst zich toe op Science, Technology, Engineering & Mathematics.
* De aankoop van grondstoffen: Waar komen de grondstoffen vandaan? Zijn deze
grondstoffen oneindige bronnen? Hoe worden ze tot bij het bedrijf gebracht? Hoe lang
duurt dit? Welke jobs worden hierdoor gecreëerd?
* Het productieproces: Is er veel personeel nodig voor dit proces? Welke jobs worden
hierdoor gecreëerd? Welke talenten zijn hiervoor nodig? Is er veel bandwerk? Veel
mechanica/handwerk? Werkt het bedrijf ecologisch? Gebruikt met zonne-energie,
windenergie, … ?
*De levering van afgewerkte producten: Hoe worden de afgewerkte producten van het
bedrijf naar hun bestemming gebracht? Duurt dit lang? Welke jobs worden hierdoor
gecreëerd? Wat wordt er gedaan op vlak van marketing voor de producten? (reclame)
- Wijs ook op de aanwezigheid van vrouwen binnen het bedrijf. Het is zelfs een goed idee om
een vrouwelijk personeelslid de rondleiding te laten geven of tijdens de rondleiding een
vrouwelijke werknemer even aan het woord te laten.
- Laat de leerlingen vooral zelf ontdekken! Laat ze iets uitproberen, maken, monteren, … Dit
is de beste manier om kinderen te activeren voor techniek en wetenschap. Dit vinden ze ook
veel boeiender dan de hele tijd luisteren.
- Probeer om de rondleiding zo kindnabij mogelijk te houden door geen ingewikkelde
chemische bewerkingen, formules, bedragen, gewichten, afmetingen, … op hen af te vuren.
Dit kunnen ze nog niet voldoende inschatten. Hou het bij de essentie.
3. Aan het einde van de rondleiding
- Geef de kinderen de kans om hun vragen te stellen.
- Stel zelf de vragen “Wat vonden jullie niet leuk? Hoe was het wel leuk geweest voor jullie?
Hoe zouden jullie het doen? En wat als jullie baas zouden zijn?” De kinderen zullen het
fantastisch vinden dat u ook wil weten wat zij ervan vonden!
- Geef de kinderen de kans om u te bedanken. Er wordt natuurlijk een leuke attentie
voorzien!
Alvast veel succes met het bedrijfsbezoek en bedankt voor uw medewerking!
Bij vragen kunt u mij steeds bereiken via [email protected].
Michelle Houwen
Student Bachelor Lager Onderwijs aan Vives Tielt
Naverwerking a.d.h.v. onderzoekend leren
De kinderen hebben nu zowel in de klas als tijdens het bedrijfsbezoek kennis gemaakt met
het volledige bedrijfsproces en wat er allemaal bij komt kijken. Er kwamen antwoorden op
heel wat vragen zoals ‘Waar komen die grondstoffen vandaan?’, ‘Wat gebeurt ermee in het
bedrijf?’, ‘Hoe doen ze dat?’, ‘Wat als het product afgewerkt is?’, … Dit alles koppelden ze
aan de beroepen binnen dat bedrijf en de talenten die medewerkers bezitten.
Nu is het de beurt aan de kinderen om d.m.v. onderzoekend leren (zie didactisch handvat
voor goed STEM-onderwijs, 2.2) zelf hun talenten te gaan ontdekken en een oplossing te
zoeken voor een gesteld probleem. Hiervoor gebruiken ze de onderzoekscyclus.
Onderzoekscyclus
1) Verkennen van het materiaal. Wat is het probleem?
2) Hoe gaan we dit onderzoeken? (wetenschap)
Of hoe gaan we dit repareren, ontwerpen, bijsturen, … (techniek)
Wat zal er gebeuren en waarom? (hypothese)
Wat wil ik bekomen? Heb ik een plan nodig?
3) Uitvoeren van het onderzoek (in geval van wetenschap).
Of ontwerpen van een technische realisatie (in geval van techniek).
4) Ben ik tevreden over mijn resultaat? Heb ik een antwoord op mijn vraag?
Tijdens dit proces zullen bepaalde stappen hernomen moeten worden om tot een optimaal
resultaat te komen.
Dit alles gebeurt in groepjes van 4 of 5. Er is dus veel communicatie binnen dit proces! Ze
gaan overleggen, bespreken en discussiëren waarom iets volgens hen wel zal werken of juist
niet. Hierbij hebben ze respect voor de ideeën en inbreng van anderen.
Als ze een oplossing voor hun probleem hebben, gaan ze die uitproberen. Lukt dit niet, dan
moeten ze het proces herbekijken, aanpassen en opnieuw uittesten. Dit gaat zo verder tot
het gewenste resultaat bereikt wordt.
Bij deze onderzoekscyclus is het van groot belang dat de leerkracht die goed begeleidt! Door
jezelf goed in te werken in de materie, zelf uit te testen, een goede operationele
vraagstelling, … kan je samen met de kinderen een goede oplossing bekomen voor het
gestelde probleem.
Doorheen het onderzoekend leren wordt telkens de link gelegd met het bedrijfsbezoek
algemeen. U kunt dit natuurlijk toepassen op het specifieke bedrijf dat u samen met de
leerlingen hebt bezocht. (Zie de tekstvakken doorheen het proces.)
Alvast veel onderzoekplezier!
Leerlingenfiche
Namen: ___________________________________________ Datum: ___________________
Onderzoekend leren – De ei-parachute
1. Rollen verdelen
Verdeel voor de start van het onderzoek de rollen binnen de groep. Elke groep heeft:
- 1 voorzitter die ervoor zorgt dat iedereen aan het woord komt en zijn ideeën en mening
kan geven.
- 1 tijdbewaker die ervoor zorgt dat er vlot wordt doorgewerkt binnen de gestelde tijd.
- 1 verslaggever die opschrijft wat er besproken wordt.
(Als er een groep met 5 leerlingen is, schrijven 2 leerlingen op.)
- 1 fotograaf die foto’s maakt van alles wat jullie doen.
2. Fase 1: Probleemstelling ‘Wat is het probleem?’
Bespreek samen wat het probleem of de onderzoeksvraag is.
Hoe zou je een hardgekookt ei kunnen laten vallen, zonder dat het breekt?
3. Fase 2: ‘Hoe gaan we dit ontwerpen?’
3.1 Verken het probleem en bedenk deelvragen

Jullie gaan onderzoeken hoe je een hardgekookt ei van 2 meter hoog kunt laten
vallen zonder dat het ei breekt.

Denk samen na over vragen die je nog meer kunt stellen. Bijvoorbeeld:
* Welk materiaal hebben we hiervoor nodig?
* Hoe kunnen we het ei beschermen?
* Hoe vertragen we de val van het ei?
 De verslaggever schrijft de vragen die jullie bedenken op!
Link naar bedrijfsbezoek:
In het bedrijf dat jullie bezocht hebben gaan ze telkens
op zoek naar de beste, voordeligste, … manier om iets te
maken of op te lossen. Ook jullie gaan hier op deze
manier tewerk.
3.2 Bedenk een testopzet

Maak een lijstje van de spullen die je nodig hebt voor de testopzet.
* De spullen om het ei te beschermen bij het vallen.
* De spullen om een parachute te maken voor het ei.
* De spullen om de parachute en het ei met elkaar vast te maken.
* De spullen voor de landingsplaats.

Denk goed na bij het verzamelen.
* Zijn alle materialen aanwezig?
* Moeten we nog iets extra hebben?
Link naar bedrijfsbezoek:
De aankoopdienst van het bedrijf dat jullie bezochten zorgt ervoor dat alle
grondstoffen besteld worden en tot bij het bedrijf gebracht worden. Zo
kunnen ze die verwerken tot een afgewerkt product.
3.3 Bedenk oplossingen




Ga nu samen op zoek naar zoveel mogelijk ideeën om het probleem op te lossen.
Doe bij elk idee ook een voorspelling! Wat denk je dat er zal gebeuren?
Bespreek de voor- en nadelen van jullie ideeën.
Wat zal goed gaan? Wat zal mislukken? Hoe kan het beter?
 De verslaggever schrijft alles op!
Link naar bedrijfsbezoek:
Ingenieurs, architecten, tekenaars, laboranten, … zoeken in
het bedrijf dat jullie bezochten ook naar oplossingen en
bedenken nieuwe ideeën.
4. Fase 3: Ontwerpen van een technische realisatie
4.1 Kies het beste idee
Daarstraks hebben jullie verschillende ideeën bedacht.
Iedereen vertelt nu wat hij of zij het beste vindt. Waarom vind je dat?
(De voorzitter zorgt ervoor dat iedereen aan het woord komt.)
Kies samen het beste idee.
 De verslaggever schrijft op welk idee jullie samen gekozen hebben en waarom.
4.2 Maak een ontwerp

Neem een groot blad papier en teken (elk met een ander kleur) de onderdelen van
de parachute en het ei. Denk aan volgende zaken:
* Hoe zal de parachute er uitzien?
* Hoe ziet het ei er uit?
* Hoe ziet de landingsplek er uit?

Leg aan elkaar uit wat je bedoelt met je tekening. Wat doe je eerst? Wat daarna? …
 De fotograaf maakt foto’s van de ontwerptekeningen.
 De verslaggever schrijft uitleg bij de ontwerptekeningen.
Link naar bedrijfsbezoek:
Teken nu zelf net zoals de architecten, ingenieurs en
tekenaars in de bedrijven jullie ontwerp.
4.3 Maak een prototype



Verzamel alle materiaal dat je nodig hebt om het ei te beschermen, om de
landingsplaats en de parachute te maken.
Maak de parachute, maak de bescherming voor het ei en verbind die met elkaar. Zie
dit als een testfase. Dit is nog geen afgewerkt product!
Werkt alles goed?
 De fotograaf maakt foto’s van de ontwerptekeningen.
Link naar bedrijfsbezoek:
Ook in de bedrijven wordt eerst een model uitgewerkt door
timmermannen, lassers, bouwvakkers, … voor ze een
uiteindelijk ontwerp maken.
4.4 Test de installatie


Doe een aantal tests.
Bespreek wat je ziet, voelt, hoort, … Dit zijn je waarnemingen.
Link naar bedrijfsbezoek:
Zijn de timmermannen, lassers, bouwvakkers, … tevreden
met hun eerste werk? Ze testen en bekijken wat beter kan
en wat nog moet worden aangepast voor de definitieve
versie.
4.5 Trek een conclusie, test en verbeter


Trek een conclusie: Is het probleem opgelost of nog niet helemaal? Wat moet er nog
aangepast worden?
Verbeter de parachute, de bescherming rond het ei en de landingsplaats als dat
nodig is.
Test en verbeter net zolang tot de parachute, de bescherming rond het ei en de
landingsplaats perfect zijn.
Zorg er nu voor dat het er ook mooi uitziet.
 De fotograaf maakt foto’s van het testen.
 De verslaggever schrijft op wat er gebeurt.
Link naar bedrijfsbezoek:
Als ze in het bedrijf tevreden zijn met hun ontwerp en de
gedane aanpassingen, maken ze een definitieve versie.
5. Zijn we tevreden?
Bespreek samen deze vragen:







Breekt het ei bij de landing?
Wat ging goed?
Wat kan beter?
Werden de rollen goed uitgevoerd?
Wat zou je de volgende keer hetzelfde doen?
Wat zou je de volgende keer anders doen?
Wat heb je geleerd van deze opdracht?
6. Presenteer voor de klas


Presenteer de oplossing aan je klas.
Vertel hoe jullie parachute werkt en hoe je alles gemaakt hebt.
Leerlingenfiche
Namen: ___________________________________________ Datum: ___________________
Onderzoekend leren – Waterzuiveringssysteem
1. Rollen verdelen
Verdeel voor de start van het onderzoek de rollen binnen de groep. Elke groep heeft:
- 1 voorzitter die ervoor zorgt dat iedereen aan het woord komt en zijn ideeën en mening
kan geven.
- 1 tijdbewaker die ervoor zorgt dat er vlot wordt doorgewerkt binnen de gestelde tijd.
- 1 verslaggever die opschrijft wat er besproken wordt.
(Als er een groep met 5 leerlingen is, schrijven 2 leerlingen op.)
- 1 fotograaf die foto’s maakt van alles wat jullie doen.
2. Fase 1: Probleemstelling ‘Wat is het probleem?’
Bespreek samen wat het probleem of de onderzoeksvraag is.
Hoe zou je het vuile water kunnen zuiveren tot proper water?
3. Fase 2: ‘Hoe gaan we dit ontwerpen?’
3.1 Verken het probleem en bedenk deelvragen


Jullie gaan onderzoeken hoe je het vuile water terug kunt proper krijgen.
Denk samen na over vragen die je nog meer kunt stellen. Bijvoorbeeld:
* Welk materiaal hebben we hiervoor nodig?
* Hoe kunnen we het water proper krijgen?
* Hoe zullen we het water opvangen?
 De verslaggever schrijft de vragen die jullie bedenken op!
Link naar bedrijfsbezoek:
In het bedrijf dat jullie bezocht hebben gaan ze telkens op zoek
naar de beste, voordeligste, … manier om iets te maken of op te
lossen. Ook jullie gaan hier op deze manier tewerk.
3.2 Bedenk een testopzet

Maak een lijstje van de spullen die je nodig hebt voor de testopzet.
* De spullen om het water te laten doorlopen.
* De spullen om het water op te vangen.

Denk goed na bij het verzamelen.
* Zijn alle materialen aanwezig?
* Moeten we nog iets extra hebben?
Link naar bedrijfsbezoek:
De aankoopdienst van het bedrijf dat jullie bezochten zorgt
ervoor dat alle grondstoffen besteld worden en tot bij het bedrijf
gebracht worden. Zo kunnen ze die verwerken tot een afgewerkt
product.
3.3 Bedenk oplossingen




Ga nu samen op zoek naar zoveel mogelijk ideeën om het probleem op te lossen.
Doe bij elk idee ook een voorspelling! Wat denk je dat er zal gebeuren?
Bespreek de voor- en nadelen van jullie ideeën.
Wat zal goed gaan? Wat zal mislukken? Hoe kan het beter?
 De verslaggever schrijft alles op!
Link naar bedrijfsbezoek:
Ingenieurs, architecten, tekenaars, laboranten, … zoeken in het
bedrijf dat jullie bezochten ook naar oplossingen en bedenken
nieuwe ideeën.
4. Fase 3: Ontwerpen van een technische realisatie
4.1 Kies het beste idee
Daarstraks hebben jullie verschillende ideeën bedacht.


Iedereen vertelt nu wat hij of zij het beste vindt. Waarom vind je dat?
(De voorzitter zorgt ervoor dat iedereen aan het woord komt.)
Kies samen het beste idee.
 De verslaggever schrijft op welk idee jullie samen gekozen hebben en waarom.
4.2 Maak een ontwerp

Neem een groot blad papier en teken (elk met een ander kleur) de onderdelen van
het zuiveringssysteem. Denk aan volgende zaken:
* Hoe zal het systeem er uitzien?
* Wat zal er in het zuiveringssysteem zitten?
* Waarin vangen we het water op?

Leg aan elkaar uit wat je bedoelt met je tekening. Wat doe je eerst? Wat daarna? …
 De fotograaf maakt foto’s van de ontwerptekeningen.
 De verslaggever schrijft uitleg bij de ontwerptekeningen.
Link naar bedrijfsbezoek:
Teken nu zelf net zoals de architecten, ingenieurs en
tekenaars in de bedrijven jullie ontwerp.
4.3 Maak een prototype



Verzamel alle materiaal die je nodig hebt om het vuile water te zuiveren. Verzamel
de inhoud voor je zuiveringssysteem en het materiaal om het water op te vangen.
Maak het waterzuiveringssysteem en voorzie een opvangsysteem voor het propere
water. Zie dit als een testfase. Dit is nog geen afgewerkt product!
Werkt alles goed?
 De fotograaf maakt foto’s van de ontwerptekeningen.
Link naar bedrijfsbezoek:
Ook in de bedrijven wordt eerst een model
uitgewerkt
door
timmermannen,
lassers,
bouwvakkers, … voor ze het uiteindelijke product
ontwikkelen.
4.4 Test de installatie


Doe een aantal tests.
Bespreek wat je ziet, voelt, hoort, ruikt … Dit zijn je waarnemingen.
Link naar bedrijfsbezoek:
Zijn de timmermannen, lassers, bouwvakkers, …
tevreden met hun eerste werk? Ze testen en bekijken
wat beter kan en wat nog moet worden aangepast
voor de definitieve versie.
4.5 Trek een conclusie, test en verbeter



Trek een conclusie: Is het probleem opgelost of nog niet helemaal? Wat moet er nog
aangepast worden?
Verbeter het zuiveringssysteem, de wateropvang.
Test en verbeter net zolang tot het waterzuiveringssysteem en de opvangplaats voor
het gezuiverd water perfect zijn.
Zorg er nu voor dat het er ook mooi uitziet.
 De fotograaf maakt foto’s van het testen.
 De verslaggever schrijft op wat er gebeurt.
Link naar bedrijfsbezoek:
Als ze in het bedrijf tevreden zijn met hun ontwerp en de
gedane aanpassingen, maken ze een definitieve versie.
5. Zijn we tevreden?
Bespreek samen deze vragen:







Is het water proper nadat het gezuiverd werd?
Wat ging goed?
Wat kan beter?
Werden de rollen goed uitgevoerd?
Wat zou je de volgende keer hetzelfde doen?
Wat zou je de volgende keer anders doen?
Wat heb je geleerd van deze opdracht?
6. Presenteer voor de klas


Presenteer de oplossing aan je klas.
Vertel hoe jullie waterzuiveringssysteem werkt en hoe je alles gemaakt hebt.